laatste beroep op verstand gezond Cngelatid gelegenheid tot mede ge&aden Historische zitting van den Rijksdag Vetópsceide aa^lagóheüchten De voortgezette handelsoorlog ZATERDAG 20 JULI 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Rede van den Führer EEN OVERZICHT EN EEN TOEKOMST- BLIK. In de gisteravond om 19 uur bijeengeko men vergadering van den Duitschen Rijks dag, heeft de Führer een groote rede ge houden, die onder groote geestdrift werd aanhoord. Hierin zeide hij in hoofdzaak het volgende: Te midden van den geweldigen strijd om de vrijheid en voor de toekomst van het Duitsche volk heb ik u voor deze zitting bijeen laten roepen. De motieven daarvoor liggen in de noodzakelijkheid, dat wij ons eigen volk inzicht geven in den unieken historischen aard der gebeurtenissen die wij beleefd hebben, dat wij verdienden dank brengen aan de soldaten, en ook in het streven, een poging te doen om nog eens en voor het laatst een beroep op het gezonde verstand te doen. Wie de factoren van dit historisch con flict vergelijkt met omvang, grootte en draagwijdte der militaire gebeurtenissen, zal inzien, dat feiten en offers van dezen strijd in geen verhouding staan tot de be weerde aanleidingen, zij het ook, dat deze aanleidingen zelf slechts voorwendsels voor verborgen bedoelingen waren. Het pro gramma der nationaal-socialistische bewe ging was, voor zoover het betrekking had op de toekomstige vorming van de verhou ding tusschen Rijk en buitenwereld, een poging om een herziening van het verdrag van Versailles tot stand te brengen, onder alle omstandigheden, doch, voor zoover maar eenigszins mogelijk was, langs vreed- zamen weg. Deze herziening was .een na tuurlijke noodzaak. Helaas - heeft, in overeenstemming' met den wil van de mannen, die voor het dic taat van Versailles verantwoordelijk wa ren, de Geneefsche instelling van een Vol kenbond zich niet beschouwd als een in stituut voor het tot stand brengen van ver standige herzieningen, maar zij heeft zich van het begin af slechts gezien als garant voor de meedoogenlooze tenuitvoerlegging en handhaving der bepalingen van Versail les. Alle pogingen van het democratische Duitschland om langs den weg van herzie ning een gelijkstelling van het Duitsche volk te bereiken bleven zonder resultaat. Het is in het belang van een overwinnaar, dat hij de bepalingen, die voor hem van nut zijn, als voor ieder heilig doet voor komen. Het ligt echter in het wezen van den drang tot zelfbehoud van den over wonnene. dat hij de algemeene mensche- lijke rechten herwint. Voor hem had het dictaat van een overmoedigen tegenstan der te minder kracht van wet, waar deze tegenstander geen eerlijke overwinnaar was. Naast de binnenlandsche verlossing van de Joodsch-kapitalistische boeien, van een dunne plutocratische laag van uitbuiters, heeft de nationaal-socialistische beweging in haar programma voor de buitenlandsche politiek den wil tot bevrijding van het Rijk uit de boeien van het dictaat van Ver sailles verkondigd. De Duitsche eisch tot tot herziening was een natuurlijke nood zakelijkheid, iets dat vanzelf spreekt voor het bestaan en de eer van elk groot volk. Door het nageslacht zullen deze eischen eens buitengewoon gematigd genoemd worden. Al deze eischen moesten in de practijk echter tegen den wil van de Britsch-Fransche machthebbers doorgezet worden. Wij allen hebben het nu eerst recht beschouwd als een succes van de lei ding van hdfc Derde Rijk, dat de ten uit voer legging der herzieningen jarenlang zonder oorlog kon geschieden, niet dat wij, zooals de Fransche en Engelsche demago gen beweerden, niet tot het voeren van oorlog in staat geweest zouden zijn. HET ACCOORD VAN MÜNCHEN. Toen het er echter eindelijk naar uitzag, dat dank zij een ontwakend gezond ver stand door internationale samenwerking, ook de overblijvende vraagstukken o-p vreedzame wijze zouden kunnen worden geregeld, werd de overeenkomst van Mün- chen van 29 September 1938 door de open bare meening in Londen en Parijs niet al leen niet toegejuicht, maar zelfs veroor deeld, als een afschuwelijk teeken van zwakheid. De met bloed bevlekte Joodsch- kapitalistische oorlogsophitsers zagen in de mogelijkheid van zulk een vreedzame her ziening het verdwijnen van een tastbare aanleiding voor de verwezenlijking hunner waanzinnige plannen. Aan deze misdadige figuren was het toe te schrijven, dat de Pcolsche staat werd aangezet tut het aannemen van een hou ding, die in geen proportie stond tot den Duitschen eisch en nog veel minder tot de gevolgen daarvan. Want juist tegenover Polen heeft het nationaal-socialistische Duitsche Rijk een ware zelfoverwinning getoond. Geen andere staatsman had het aangedurfd het Duitsche volk hier een op lossing voor te stellen, zcoals ik het deed. Als Churchill en de andere oorlogsophit sers maar een fractie van de verantwoor delijkheid in zich gehad hadden, die ik te genover Europa voelde, dan zouden zij hun laaghartig spel niet hebben kunnen spelen. Want slechts aan dezen en alle anderen in en buiten Europa, die belang hadden bij een oorlog, was het te wijten, dat Polen mijn voorstellen, die noch zijn eer, noch zijn bestaan op eenige wijze aantastten, afwees en in plaats daarvan naar de ter reur en de wapenen greep". Na verwezen te hebben naar de maan denlange en bovenmenschelijke zelfbeheer- sching van Duitschland, ondanks de voort durende moordaanslagen op volksduit- schers, zeide de Führer o.m.: „Nog op 2 September kon de strijd vermeden worden. Mussolini stelde voor, alle vijandelijkheden onmiddellijk te staken en tot vreedzame onderhande lingen over te gaan. Ofschoon Duitsch land zijn legers zegevierend zag op rukken, nam ik dit voorstel aan. Doch de Engelsch-Fransche oorlogsophit sers hadden oorlog noodig en geen vrede", DE IN FRANKRIJK GEVONDEN DOCUMENTEN. De Führer sprak daarna over de verza meling documenten op het station te La Charité, die van unieke historische betee- kenis is. „Deze documenten, aldus Hitier, bevat ten de eigenhandige aanteekeningen van de' heeren Gamelin, Daladier, Weygand, enz. Zij. kunnen derhalve op ieder mo ment door hen bevestigd of geloochend worden. Deze documenten geven ophelde ring over het drijven van hen, die bij den oorlog en bij de uitbreiding van den oor log belang hebben. Zij toonen aan, hoe voor deze ijskoude politici en militairen alle kleine volken slechts middel tot het doel waren, hoe zij trachtten Finland voor hun belangen te gebrüiken, hoe zij besloten hadden, Noorwegen en Zweden tot het too- neel van den oorlog te maken, hoe zij be raamden den Balkan in brand te zetten, om van daar uit honderd divisies als hulp troepen te krijgen, hoe zij voorbereidingen troffen voor het bombardement van Ba- toem en Bakoe onder even geraffineerde als gewetenlcoze uitlegging van de Turk- sche neutraliteit, die him niet ongenegen was; hoe zij Nederland en België steeds vaster in hun netten verstrikten en ein delijk vastlegden in bindende stafaccoor- den en vele andere dingen van dezen aard. De documenten gaven echter ook een beeld van de geheel dilettantistische methoden, waarop deze politiceerende oor logsophitsers den door hen aangestoken brand trachtten te beheerschen, van hun militaire democratie, die mede verantwoor delijk is voor het afschuwelijke lot, dat zij honderdduizenden en millioenen soldaten van hun eigen landen beschoren hebben, van hun barbaarsche gewetenloosheid, waardoor zij in koelen bloede hun volken tot massa-evacuatie aandreven, waarvan de militaire gevolgen voor henzelf slechts nadeelig, doch welker algemeen mensche- lijke gevolgen ontstellend wreed waren. Op 6 October 1939 heb ik van deze plaats uit voor de tweede maal in den oorlog tot het Duitsche volk gespro ken. Ik heb toen een beroep gedaan op het inzicht der verantwoordelijke man nen in de vijandelijke staten en op de volken zelf. Ik waarschuwde voor een voortzetten van den oorlog, waarvan de gevolgen slechts verwoestend konden zijn. Ik waar schuwde in het bijzonder de Franschen er voor een oorlog te beginnen, die onvermij delijk van de grens af verder doordringt en die, hoe de afloop ook zou zijn, vree- selijke gevolgen zou hebben. Ik heb dit beroep toen ook tot de rest van de we reld gericht, zij het ook met de vrees niet alleen niet gehoord te worden, maar waar schijnlijk pas recht de boosheid der be langhebbende oorlogsophitsers op te wek ken. Het is precies zoo uitgekomen. De verantwoordelijke elementen in Engeland en Frankrijk hebben in mijn oproep een gevaarlijken aanval op hun oorlogszaak bespeurd. Zij maakten zich dan ook onmiddellijk op om te verklaren, dat iedere gedachte aan een vergelijk kansloos was, ja, als een misdaad beschouwd werd, en dat de strijd moest- worden voortgezet in naam van de cultuur, de menschelijkheid, den vooruit gang en de beschaving en ook nog in naam van de heilige religie; dat tot dat doel ne gers en boschjesmannen gemobiliseerd moesten worden en dat dan de zege van zelf moest komen. In enkele dagen waren deze ophitsers erin geslaagd mij voor de rest van de we reld eenvoudig als een lafaard voor te stellen. Om mijn vredesvoorstel werd ik beschimpt, persoonlijk beleedigd. Cham berlain bespuwde mij voor het oog der we reld en weigerde, in overeenstemming met de aanwijzingen van de achter hem staan de ophitsers, Churchill, Duff Cooper, Eden, Hore Belisha enz., over een vrede ook maar te praten, laat staan daarvoor te wer ken. Zoo heeft deze groot-kapitalistische kliek van belanghebbenden om voortzet ting van den oorlog geschreeuwd. Die voortzetting is thans begonnen. Terwijl deze Britsch-Fransche oorlogs- kliek rondzag'naar nieuwe mogelijkheden tot uitbreiding van den oorlog en naar nieuwe slachtoffers, heb ik mij eraan ge wijd, den organiisatorischen opbouw der Duitsche weermacht te voltooien, nieuwe formaties op te richten, den stroom van oorlogsmateriaal uit de fabrieken aan den gang te brengen, de laatste opleiding der geheele weermacht voor haar nieuwe taak te bevelen. Bovendien noopte het slechte weer in den laten herfst en den winter tot uitstel der militaire operaties. DE STRIJD OM DE OOSTZEE In den loop van Maart kregen wij echter kennis van BritschFransche plannen tot inmenging in het Russisch—Finsche con flict, niet zoozeer óm de Finnen te helpen als om Rusland, waarin men een met Duitschland samenwerkende mogek-.diieid zag, schade te berokkenen. Uit dit plan ontwikkelde zich het besluit, zoo mogelijk actief in Finland in te grijpen, om een basis te krijgen voor het uitbreiden van den oorlog over de Oostzee. Tegelijkertijd hoorde men steeds meer van de voorstel len van den Geallieerden Oorlogsraad, die inhielden, dat men of den Balkan en Klein Azië in brand zou steken om den toevoer van Russische en Roemeensche petroleum naar Duitschland af te snijden, of het Zweedsche ijzererts in handen zou krijgen. Tot dat doel zou een landing in Noorwegen worden ondernomen om in de eerste plaats den ertsspoorweg naar Narvik in handen te krijgen. De bezetting van Noorwegen en Dene marken werd vervolgens uitvoerig ge schilderd. Over den strijd in het Westen zeide Hit- 4er, dat men van het begin af een plan klaar had om de Maginotlinie. të "doorbre ken. Eerst toen het zeker was, dat de vij anden een inval in het Roergebied over België en Holland wilden ondernemen, volgde op den tienden Mei de tegenaanval over de grenzen van deze beide staten. Vervolgens loofde de Führer het moreel en de prestaties van de Duitsche weer macht. Verschillende aanvoerders werden met name vermeld, in de eerste plaats Her man Göring, die benoemd werd tot rijks maarschalk van het Groot-Duitsche rijk en begiftigd met het grootkruis van het IJze ren Kruis. HITLERS BUITENLANDSCH PROGRAM Verder herinnerde Hitier er aan, dat van het begin af twee doeleinden in zijn pro gram voor buitenlandsche politiek stonden. Ten eerste. De oprechte vriendschap met Italië, en ten tweede, met Engeland een ge lijke verhouding te doen ontstaan. Verder sprak hij er zijn leedwezen over uit, dat het niet gelukte met Engeland de ge- wenschte verhouding te vinden, die voor beide machten een zegen geweest zou zijn. Des te grooter voldoening geeft het, dat de vriendschap met Italië zoo hecht bleek te zijn. De Führer prees het genie van den Duce, en wees op het nut, dat het deelne men van Italië,, hetwelk in volle vrijheid plaats vond aan Duitschland heeft ge bracht. EEN BLIK IN DE TOEKOMST Van het grootste belang zijn de beschou wingen, die Hitier aan Europa's toekomst wijdde. Hij wees er vooreerst op, dat de Duitsche weermacht na de overwinningen sterker is dan ooit. tevoren, sterker ook dan voor den tienden Mei 1940, en dat hetzelfde gezegd kan worden voor de verzorging van het leger en het geheele volk. Verder sprak de'Führer o.m. over de spe culaties van vijandelijke staatslieden op een nieuwe verwijdering tusschen Duitsch land en Rusland en bestempelde deze als valsch. Nogmaals verwijzende naar den zesden October 1939 en zijn toenmalig beroep op Engeland en Frankrijk, onderstreepte de Führer, dat toen het juiste vooruitzicht over de komende dingen bij hem te vinden was. Maar ofschoon hij wist hoe alles zou ge schieden, heeft hij toen niets anders dan den vrede verlangd. De belanghebbenden bij de bewapeningsindustrie wilden het ech ter anders. Hierna besprak Hitler de gebeurtenissen, die mogelijk zullen komen. Hij wees er op, dat genoemde belanghebbenden naar Cana da zouden kunnen uitwijken, maar het volk zou in Engeland blijven. Verder wees hij er op, dat het nie tzijn bedoeling was oor log te voeren, maar een nieuwen socialen staat van de hoogste beschaving op te bou wen. Ook herinnerde hij aan een kortge leden gehouden rede van Churchill, waarin deze opnieuw zeide den oorlog te willen en wees op de gevolgen daarvan. Hitier herinnerde er aan, dat het Duitsche antwoord hierop onnoemelijk veel leed over millioenen menschen zou brengen. Hij sprak verder de profetische woorden uit, dat daardoor een groot wereldrijk zou wor den vernietigd, hetwelk te vernietigen nooit zijn doel is geweest. Want voortzetting van den strijd zou slechts kunnen eindigen met volledige ver nietiging van een der beide tegenstanders. Churchill moge meenen dat dit Duitsch land zijn zou, maar de Führer weet, dat het Engeland zal zijn. In dit uur voel ik mij verplicht, voor mijn geweten nog eenmaal een beroep te doen op het verstand, ook in Engeland. Ik meen, dit te kunnen doen, omdat ik im mers niet als overwonnene iets vraag, doch als overwinnaar een beroep doe op het ge zonde verstand. Ik zie geen reden, die tot voortzetting van dezen strijd zou kunnen dwingen. Ik betreur de slachtoffers, die hij zal eischen. Ook mijn eigen volk zou ik ze willen besparen. Ik weet, dat millioenen Duitsche mannen en jongelingen in vuur geraken bij de gedachte, eindelijk den strijd tc kunnen aanbinden met den vijand, die ons zonder eenigen grond voor de tweede maal den oorlog verklaarde. Maar ik weet ook, dat thuis veel vrouwen en moeders zijn, die ondanks de grootste bereidwillig heid, ook het laatste te offeren, toch met haar hart aan dit laatste hangen. De heer Churchill mag nu deze verklaring weer af doen door te schreeuwen, dat dit slechts het product is van mijn angst en van mijn twijfel aan de eindoverwinning. Ik heb dan in elk geval mijn geweten tegenover de komende dingen ontlast. OOK CIANO WAS AANWEZIG In aansluiting op de historische zitting van den Rijksdag, die ook werd bijgewoond door den Italiaanschen minister van buiten landsche zaken Ciano, heeft de rijksminis ter van buitenlandsche zaken von Ribben- trop ter eere van den gast in kleinen kring ten receptie gehouden. Zwitsersche schepen vastgehouden FRONTBERICHT VAN HET D.N.B. Het frontbericht van het 'D.N.B. luidt: De handelsoorlog tegen Engeland gaat zonder onderbreking voort. De cijfers van tot zinken gebrachte scheepruimte waar van het legerbericht van gisteren melding maakt, geven een totaal van meer dan 50.000 ton. Bovendien moet worden vast gesteld, dat door Duitsche oorlogsvliegers verder nog 12 schepen met een totale ton- nagr van ongeveer 50.000 ton en twee pa trouilleschepen zwaar beschadigd- Der halve .moet er rekening mee gehouden worden, dat de vijand nog verschillende scheepseenheden heeft verloren. Deze zware slagen, die de Britsche koopvaardij geregeld ontvangt, bedreigen niet alleen de ravitailleering van Engeland met arti kelen voor het dagelijksch gebruik, zooals met levensmiddelen en grondstoffen, waar van de voorraden van dag tot dag gerin ger worden, maar verlammen ook het pro ductieproces op de Engelsche scheeps werven, die nu al niet meer in staat zijn om de beschadigingen van de binnenge brachte koopvaarders tijdig te herstellen. Een resultaat, waarop men trotsch mag zijn, bereikte een Duitsch oorlogsvliegtuig op 17 Juli, toen deze machine er in slaag de een vijandelijke duikboot met een vol treffer te vernietigen. Ook bij de afweer wordt de meerderheid van het Duitsche luchtwapen steeds duidelijker. Aan het luchtafweergeschut gelukte het om 's nachts een binnenvliegenden Britschen bommenwerper met zoo veel effect aan te vallen, dat de vijand er niet in slaagde, zijn bommen neer te werpen. Drie Engelsche machines werden bij die gelegenheid neer gehaald. VIJFTIEN BRITSCHE VLIEGTUIGEN NEERGEHAALD Van Duitsche militaire zijde wordt medegedeeld: Vrijdagmiddag hebben Duitsche jacht vliegtuigen van het type Messerschmitt 109 boven het Kanaal twaalf van de nieu we Engelsche Defiant-jagers, twee van het type Spitfire en e.en Hurricane neerge schoten, zonder zelf verliezen te lijden. BELGISCHE KRIJGSGEVANGENEN WORDEN VRIJGELATEN De Führer heeft bepaald, dat alle Bel gische krijgsgevangenen, met uitzondering van officieren en onderofficieren, worden vrijgelaten. De terugkeer der voor de capi tulatie naar Duitschland gebrachte krijgs gevangenen zal geschieden naar gelang van de beschikbare vervoermiddelen. Er is reeds een begin gemaakt. ZWITSERLAND EN DE BLOKKADE Ongeveer drie weken geleden is bekend geworden, dat de transportschepen, die door Zwitserland gecharterd waren om Zwitsersche invoeren uit Noord- en Zuid- Amerika naar de doorvoerhavens aan de Middellandsche Zee te brengen, door de Engelschen werden lastig gevallen, sedert Italië aan den oorlog is gaan deelnemen. Ondanks de blokkade-overeenkomst die Zwitserland, onder het brengen van groote offers, heeft gesloten om zijn vitale aanvoer van overzee te onttrekken aan Britsche inmenging en hoewel van Zwit sersche zijde aan alle formaliteiten voor deze transporten is voldaan, zijn deze schepen behandeld alsof ook Zwitserland een geblokkeerd land is. De 15 Zwitser sche schepen wachten in verschillende havens van den Atlantischen Oceaan op het resultaat van de stappen, welke het departement van volkswelvaart te Londen heeft gedaan om voor deze schepen door gang te krijgen door de straat van Gibral tar. Thans publiceeren de Zwitsersdie bla den, groot opgemaakt, een beridht uit Rome, volgens hetwelk 15 Zwitsersche schepen, alles bij elkaar dus de geheele Zwitsersche handelsvloot, die geladen is met levensmiddelen, te Gibraltar wordt vastgehouden. Tot nu toe is alleen een kolenschip door de Engelschen vrijgelaten. Bevestigd wordt, dat alle bemoeiingen, die tot nu toe zijn gedaan om Londen te be wegen tot een regelmatige afwikkeling van het Engelsch-Zwitsersch blokkade-accoord tevergeefsch zijn geweest. GIBRALTAR GESCHEIDEN VAN HET VASTELAND? Berichten uit Gibraltar melden, dat de Engelschen een 4 M. breed en diep kanaal graven door de lengte van Gibraltar om den rots van Gibraltar zoo noodig van het vastland te scheiden. Verder wordt ge- sohut van allerlei kaliber opgesteld en worden koortsachtig defensiemaatregelen op alle gebieden getroffen. Onder den in vloed van het laatste bombardement maakt de evacuatie der burgerbevolking voortgang. De menschen bestormen als in paniek de transportschepen. DE EGYPTISCH-ENGELSCHE SPANNING De „Piccolo" meldt uit Athene, dat de eisch, door Engeland aan Egypte gesteld, alle wapenen in het bezit der Egyptische regeering uit te leveren, door de Egypti sche regeering ten deele is afgewezen. De Egyptische minister-president heeft ver klaard, dat zijn regeering heeft besloten de zware wapenen niet in te leveren. WASSENAAR EERSTE PLECHTIGE H. MIS. Van pater H. v. d. Barselaar. De weleerw. Frater Nonbertus O.M.C. (H. v. d.Barselaar) zal op 4 Augustus a.s. in de kloosterkerk te Helmond de wijding van het H. Priesterschap ontvangen. De nieuwe Priester zal op Zondag 11 Augustus a.s. in de Parochiekerk St. Willi- brordus te Wassenaar zijn eerste plechtige H. Mis opdragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5