Weerbericht
Toerisme
bij honk
ZATERDAG 20 JULI 1940
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2"
AUonnenymtsprijs: root Leiden 19
cent per -week; 2.50 per kwartaal.
Bij oou «Centen ZO cent per wwk;
&.0O per kwartaal. Franco per po»t
2.95 per kwartaaL Geïllustreerd
Zondagsblad 0.50 per kwartaaL
Losse nummers 5 cent, met geïïl
Zondagsblad 9 cent
Advertentiën: 80 cent per regeL
Ingezonden mededeelingen dubbel
tarief. Telefoontjes hoogstens 30
woorden, 50 cent per plaatsing, al
léén Woensdag en Zaterdag.
ZONS OP- EN ONDERGANG
Zon onder 9.51 uur.
Zon op 5.43 uur.
Zon onder 9.49 uur.
Zon onder 9.49 uur.
Zon op 5.44 uur.
Maan op 9.56 uur Zaterdagavond.
Maan onder 8.09 uur Zondagochtend.
Maan op 10.23 uur Zondagavond.
Maan onder 9.15 uur Maandagochtend.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Zondag 21 Juli
voorm. 5.40 en nam. 6.05 uur; op Maanda
g22 Juli voorm. 6.10 en nam. 6.35 uur.
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting „De Zijl" 18 gr. C.
Zweminrichting „Poelmeer" 18 gr. C.
2.
Verduisteringstijden 1
a Er is bepaald, dat er verduisterd s
H moet worden tusschen zonsonder- 5
gang en zonsopkomst.
s Deze tijden zijn voor hedenavond 5
en morgenochtend:
ZONSOPKOMST
5 5.43 uur.
ZONSONDERGANG
9.51 uur.
Tusschen deze beide tijden dient E
er dus verduisterd te worden. E
1111111111111111 1111111111111111111111111111111111111F
hygiëne vraagt: een keukentje, een slaap
kamer, centrale verwarming, waterleiding
en w.c. De architect heeft daarbij leg
kaart gespeeld en door op handige wijze
de perceelen in elkaar te laten grijpen, ten
volle bereikt, dat aan de gestelde eischen
werd voldaan. De hofjes- bewoonsters, die
aanvankelijk met de bouw-rompslomp en
de tijdelijke verhuizing niet erg ingenomen
waren, zijn in de wolken 'over de nieuwe
inrichting en voelden zich onmiddellijk
thuis.
Ook uit artistiek oogpunt is de binnen
architectuur van deze huisjes wonder-goed
gelukt. Ruim gebruik werd gemaakt van
oud eikenhout, antieke tegels en plavui
zen. Het zijn oud-Hollandsche binnenhuis
jes geworden, zooals onze Gouden-Eeuw-
sche schilders die zoo graag uit-pmseelden,
doch met alle gerief van dezen minder
Gouden, doch wel zoo comfor^-bele eeuw.
Menig huismoeder zc-- -«-ch kunnen
worden op deze frissche, zonnige kamer
tjes. Stook-narigheid ondervinden de be
woonsters ook niet meer; in de vroegere
waschhal is de centrale verwarming ge
huisvest. En als toppunt van luxe zoo
beschouwen de meeste '--'dames het nog
is er in het huis van de portierster een
badkuip voor gemeenschappelijk doel, doch
natuurlijk niet voor gemeenschappelijk
gebruik.
Het zal nog wel eenigen tijd duren voor
het St. Ann a-hofje zijn vredig aspect zal
hernemen. Het plan is namelijk zoo spoe
dig mogelijk de tweede vleugel aan te pak
ken en te komen tot een restauratie van
het regentenhuis en het opknappen van
het knusse kapelletje.
Dit kapelletje, en de regentenkamer
zijn boornevol curiositeiten; het is onze
bedoeling daar nog eens een afzonderlijk
artikel aan te wijden.
Voor het oogenblik ging al onze belang
stelling uit naar de voltooide hernieuwing
een hernieuwing waarméde wij Regen
ten, architect (die bijgestaan werd door
zijn teekenaar, den heer Fréke) en aan
nemer kunnen gelukwenschen.
Bioscopen
DE REGEN KWAM.
Lido.
Op een dier weergalooze feestmaaltijden
waarvan de Britsch Indische vorsten het
geheim kennen, ontmoet men Lord en Lady
Esketh, die een kort bezoek aan Indië bren
gen. Voor Tom is dit een groote verrassing:
hij kent Edwina Esketh nog van voor haar
huwelijkdat is een geschiedenis apart.
Er heerscht in dubbel opzicht een gela
den atmosfeer: er zijn allerlei sociale stroo
mingen, die dreigen te botsen en het land
gaat gebukt onder een eindelooze droogte,
de regen wordt met smart verwacht....
En de T-:gen komt! Heviger, vreeselijker,
ontzettender dan men had kunnen droo-
men. Een overstrooming, afgrijselijk, wijl
zij gepaard gaat met een aardbeving. Dui
zenden verliezen het leven, tempels en pa
leizen storten in, nood ei dood alsom. Het
ziekenhuis moet tijdelijk uitgebreid wor
den, om al de slachtoffers te ontvangen.
Want, zooals het in zulke gevallen altijd
gaat, met dezen nood komt de ramp der
besmettelijke ziekten.
Lord Esketh verliest het leven. Zijn
vrouw geeft zich op voor ziekenverpleging,
evenals Fern, die Tom Ransome zal mogen
assisteeren. En wijl het leven grillig is en
onherroepelijk in zijn eeuwigen voortgang,
wijl het wreed is en nimmer rekening wil
houden met momenteele omstandigheden,
bloeit ter zelf der tijd een liefde op tusschen
Lady Edwina Esketh en Major Rama Safti.
Het lot wil echter niet, dat dit ongelijke
paar vereenigde zal worden. De doodelijke
zieke, die zij verpleegt, grijpt ook de ver
pleegster aan; Edwina sterft. Maar haar
verscheiden wordt verlicht door de tegen
woordigheid van den geliefden man.
Het lot heeft met Rama Safti een bij
zonder ding voor. Hem is beschoren, een
hooge loopbaan te volgen, hij gaat den Ma-
haradja opvolgen, ook al moet hij daarvoor
zijn medische loopbaan, die hem zoo dier
baar is, opgeven en afstand doen van alle
persoonlijke wenschen....
Alleen Tom Ramsone en Fem Simón
hebben den weg naar elkander hart ge
vonden.
Een belangrijke, zeer goed gespeelde en
geënsceneerde, voorname film. Voor de
pauze gaat een gezellige, ouderwetsche
Weensche film, met Martha Eggert in de
hoofdrol.
Het is de film „Zoo de ouden zongen", en
de aanwezigheid van Martha Eggert be
wijst natuurlijk, dat er lustig gezongen zal
worden. Evenals de aanwezigheid van Leo
Slezak een garantie is voor de gezellige
Weensche gemoedelijkheid. Aldus een goed
samengesteld programma, waarvan men
pleizier kan hebben.
Trianon
Ranchipur behoort tot die Britsch-Indi-
sche staten, die een min of meer zelfstan
dig bestaan leiden onder Engelsche vlag.
De Maharadja en de Maharani (zijn gade)
voeren eenerzijds den prachtigen staat van
sprookjesachtige en Oostersche weelde, an
derzijds zijn het verlichte persoonlijkheden,
die veel gevoel en begrip vertoonen voor
de Westersche beschaving. De Engelsche be-
stursambtenaren en zij die uit anderen
hoofde in Ranchipur vertoeven, vinden het
dan ook een voorrecht aan dit hof te wor
den ontvangen. Dit zijn in deze film:
Tom Ransome, een onafhankelijke geest,
met helaas één zwak: de drank. Hij is zeer
bevriend met de Maharani. Voorts de In
dische majoor Rama Safti, een jong, maar
iceds beroemd Hindoe-geneesheer van hoo-
gen adel. Dan het gezin van den zendeling
ds. Simon genoemd worden, met Fem
Simon, het aardige dochtertpe, dat aan het
tooneel wiL
DE ZWITSERSCHE ROBINSON.
Kay Kyser is werkelijk een leelijke man;
hij vindt zichzelf niet geschikt om voor de
film op te treden, en daarmede zijn we het
roerend eens. Maar toch dcet hij het, en
de „Schrik van Hollywood" is daarvan het
resultaat. Het is de verfilming van het
ontstaan van een film een film, die het
nooit verder brengt dan aanleg in em
bryo. En dat is prijzenswaardig, want Kay
Kyser is werkelijk een leelijke man
enz. Zie boven. Intusschen wordt de toe
schouwer bezig gehouden met de nogal
heftige en soms vroolijke pourparlers, die
aan het optreden van Kay voorafgaan.
Kay is leider van een jazz-orkest een
uitbundig schetterend orkest, doch Kay is
een stil en bescheiden mannetje. Kay en
zijn orkest worden naar Hollywood ontbo
den, doch dat wordt een ernstige misluk
king. Die mislukking is het leukste deel
van de film. Kay heeft zijn zin, hij heeft
het aureool van Hollywood nooit begeerd.
Tot slot zien we hem thuis in zijn ele
ment. Je kent Kay niet meer terug.
Hetzelfde opvoedkundig themo van wel
slagen door mislukking wordt behandeld,
doch op ouderwetsch-romantische wijze, in
de tweede film „De Zwitsersche Robin
son". Een heele familie, vader, moeder en
vier zoontjes lijdt schipbreuk en wordt ge
worpen op een eenzaam eiland. Dat eiland
is kortweg een paradijs en de familie ver
maakt zich uitstekend, behalve de moeder,
die liever in Londen woonde. Daar is voor-
loopig echter nog geen sprake van: eerst
komt de bliksem het in-elkaar-getimmer-
de huis belagen; dan zweeft een van de
jongens, door een reuzen-spin gebeteh, op
de grens van leven en dood. Juist als de
familie zich heeft ingesteld op een lang
duriger vacantie-verblijf, komt een schip
in zicht. De vader vindt zijn eiland echter
veel te mooi; de twee oudste zoons, nu ge
hard door het landleven, vertrekken, nage
staard door de overblijvenden, die onge
twijfeld het kampeeren op dezelfde wijze
voortzetten.
Casino
VLEUGELS BOVEN HONOLOELOE.
De Amerikaansche hoofdfilm, welke deze
week in Casino loopt, is in opzet een een
voudig verhaal; het verhaal n.l. van een of
ficier, die in het huwelijk treedt, maar
wiens huwelijk derigt te stianden omdat de
dienst niet alleen hooge eischen stelt aan
den man maar ook aan de vrouw. De dienst
eisebt den man op en vraagt niet of hij
gaarne met zijn vrouw wil uitgaan, vraagt
niet of het vrouwtje 's nachts wakker ligt,
angstig luisterend naar het geronk van de
mc'oren. De officier is n.l. een vliegeroffi
cier en het verhaal speelt zich af vlak bij
een militair vliegveld op Honoloeloe. Daar
mede is de film meteen overgebracht in de
sfeer van het romantische Hawai-eiland en
omgeven met de spanning, welke onverbre
kelijk vastzit aan het gevaarlijke beroep
van een militairen vlieger. Door 't verhaal
dreunt voortdurend de zware motor van
het Amerikaansche luchtwapen, dat met
zijn vleugels het paradijsselijke eiland over
schaduwt en op de vleugels van het vlieg
tuig stijgt de spanning omhoog, totdat ook
de vliegerofficier neerstort op een drama
tisch moment en alles zich eindelijk ten
goede keert. Het is een boeiend verhaal in
een boeiende omgeving, met knappe staal-
EEN THEATER EN EEN
KLOOSTER
De ingewanden van den Vrouwenkamp
hebben we op anatomisch-vakkundige
wijze uitgeplozen. (Dat geschiedde van
oudsher ook in een kamer van het St. Ce-
cilia-gasthuis). Wat ons nu nog rest is de
huid of het omhulsel van de darmen.
De Haarlemmerstraat van Harte- tot
Blauwpoortsbrug, de Mare, de Oude Vest
en de Turfmarkt bedekken met de mantel
der liefde het uitgeleefde, zieke stads
kwartier.
Op de Haarlemmerstraat verrijst het
standbeeld van iemand, die nergens anders
in de stad thuis hoort, dan uitsluitend op
deze straat.
Hier krult de lezer, daar ben ik zeker
van, zijn neus tot een vraagteeken.
Het is een beeld, nog wel levensgroot.
En het staat: dus is het een standbeeld. Het
feit, dat het beeld in een muurnis troont
als een niet-gecanoniseerde heilige, doet
toch aan zijn hoedanigheid van standbeeld
niets af of toe.
Deze levensgroote, forsch-gebeeldhouw-
de statue, geldt den koster van St. Baaf
uit onze zusterstad aan het Spaame: Lau
rens Janszoon, de uitvinder (zonder stotte
ren) van de boekdrukkunst. In dit pand
was eenige eeuwen geleden het gedenk-
teeken dateert van 1630 een drukkerij
gevestigd en uit eerbied voor den vinding
rijken Haarlemmer werd een standbeeld
in den gevel opgericht.
De Haarlemmerstraat is overigens meer
in trek bij het koopjes-tukke publiek dan
bij toeristen. Met uitzondering van het
St. Stevenshofje, dat dateert uit 1487 en
binnen vier steenen muren een zomer
weelde van bloemen ten toon spreidt, is er
weinig opmerkelijks te beleven. Ook op
de Turfmarkt kunnen we flink doorloo-
pen (er is een fraaie Renaissance-gevey
en op de Oude Vest in draf gaan. Het
Oude Walen-Weeshuis uit 1766, thans
kweekschool, heeft een zeer strenge en
saaie gevel, maar dat kan niet gezegd wor
den van onzen schouwburg. Met die ijze
ren trappen maakt het wel eens den in
druk, of de binnenmuur naar buiten is
gedraaid. De ongehoorde weelde van ge
marmerd hout, vergulde krullen en roode
trijp, welke aan de toonqelzaal is verkwist,
vermag nog steeds niet de critische geest
van het schouwburg-publiek te blusschen.
Toch kan niet ontkend worden: het is een
knus en gezellig, en, in een bepaald op
zicht, wonderbaarlijk theatertje. Ik houd
altijd mijn hart vast voor de verheven loge-
betalers, die in het ijle luchtruim zweven,
op geen andere stutsel steunend dan een
rij rood-geverfde stal-staken. Daarom is
het veiliger in de badkuip of baignoire te
blijven liggen en bij tijd en wijle, tusschen
twee stalpalen door, de spelers toe te
loeien.
Onze laatste kans, om op Amhemsche
wijze, met goed fatsoen en geld toe, van
onze schouwburg verlost te worden, is bij
de vervanging van kachels door centrale
verwarming, voor altijd weggenomen. Wie
desalniettemin een middel weet om op oir-
of minder oirbare manier de schouwburg
te verdonkeremanen, kan rekenen op den
dank der Leidsche burgerij, en, ingeval
van misdrijf, op verzachtende omstandig
heden.
De schouwburg en de Carmelitessen zijn
naaste buren.
De wereld is een schouwtooneel,
Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.
Deze regelen dichtte Vondel op de bui
tengevel van den Amsterdamschen schouw
burg. De Carmelitessen hebben „het beste
deel gekozen, dat haar niet zal ontnomen
worden". De gouden krullen van de buur
vrouw zijn maar schijn, de kale armoede
van de Carmelitessen is werkelijkheid.
Distributie en rantsoeneering zijn voor
deze kloosterzusters niets nieuws; zij zijn
arm en verstorven in deze wereld en wor
den niet benijd; zij spelen geen rol en
krijgen toch hun deel, nog wel „het beste
deel".
Daarom zijn de bruine Zusters aan de
Oude Vest in haar vrijwillige, en soms on
vrijwillige, onthechting, welgemoed.
Het gebouw heeft een norsch en zwart
gallig voorkomen, maar de binnenplaats
is vervuld van kinder-gebabbel en kinder-
gestoei.
Zeven uren van een dag liggen de kloos
terzusters in aanbidding neergeknield voor
het Tabernakel; in den overblij venden tijd
moederen zij over de vele kinderen ,60
intern en 40 extern die onder hun hoede
zijn gesteld.
Die kinderen zij zijn hun vreugde
en hun kroon, maar ook een telkens terug-
keerende zorg. Gezonde jongens en meis
jes met een gezonde eetlust, zestig open
mondjes, die, iederen dag verzadigd moe
ten worden, nog niet gerekend het kleine
grut van de bewaarschool, dat in de
middaguren mee-hapt.
De Carmelitessen verrichten hier onge
zien en bij velen ongeweten een prachtige
sociale taak. Als zij bedelen, vragen zij
niets voor zichzelf zij leven het heele
jaar door als op een ouwerwetsch-stren-
gen Goeden-Vrij dag; als zij bedelen is 't
voor de kinderen, voor hun peuters. Dus
als u nog eens aan de Carmelitessen wilt
denken?meer behoef ik niet te zeggen.
Op 16 October van het volgend jaar
zullen de Carmelitessen hun Leidsche zil-
verfeest vieren; dat zou een mooie gele
genheid zijn, de Zusters flink te laten
merken, hoezeer wij hun zelfverlooche-
nenden arbeid waardeeren. Over dit jubi
leum is het laatste woord nog niet gespro
ken. Het is nog te ver in 't verschiet om
over cadeautjes te praten, doch als ik Moe
der Francisca goed begrepen heb en dat
heb ik dan zou een verrijking van de
kapel haar zeer te stade komen. Laten we
dit in onze ooren knoopen.
De kapel is trouwens de moeite waard,
om opgetooid te worden. Zij is ruim, luch
tig en leeg. Doch zij wordt overwulfd
door een koepel, ja, een echte koepel. Die
koepel is in dit heiligdom het eenig weel
derige
„Als het flink regent, lekt het water
erdoor'' suste Moeder Francisca ons
opwellend enthousiasme.
Volgens de voorschriften der Carmeli
tessen is de kapel in tweeën gesplitst, met
het altaar in het midden, en terzijde daar
van een tralieraam, door hetwelk de Zus
ters de H. Communie ontvangen.
„Daarachter is de slotkapel; daar mag
o niet in", merkte Moeder Francisca op.
„Neen, daar mag ik niet in", beaam
de ik teleurgesteld, intusschen popelend
van journalistieke en gewone nieuwsgie
righeid.
Dat gepopel was Moeder Francisca niet
ontgaan.
„U moogt wel even om een hoekje kij
ken" besliste zij goedertieren.
Ik heb even flink om een flink hoekje
gekeken. Nu ik het gezien heb, bekruipt
me de laaghartige bekoring in een dichte
sluier van geheimzinnigheid dit verhaal te
besluiten. De lezers popelen laat ze
popelen!
Het edelmoedige voorbeeld, door Moe
der Francisca gegeven, heeft me echter
geholpen deze verzoeking te overmannen.
Het zij ook de lezers toegestaan om het
hoekje te kijken.
Aan de rugzijde van het altaar in de
buitenkapel, staat een ander altaar een
tweeling-altaar dus. Op een blanke offer
tafel, die wel nooit voor dit doel wordt
gebruikt, ligt een beeld van het Kindje
Jezus, geflankeerd door bloemen en witte
heiligen-figuren.
De tamelijk-groote nuchtere ruimte is
gevuld met grof-houten banken. Ook hier,
zooals in 't geheele klooster, is „armoe
troef".
De Carmelitessen verkiezen armoede bo
ven rijkdom. Maar voor hun kapel is de
rijkste plaats nog te armoedig; de kloos
ter-regel kent voor het Huis des Heeren
geen beperking en geen karigheid.
Wie de trouwe navolgsters van de groo
te en van de kleine H. Theresia gelukkig
wil maken, kan deze uitzondering op den
régel grif en gul uitbuiten om hen, die
niets voor zichzelf verlangen, met geschen
ken te bedenken.
VENATOR VAGANS.
tjes van techniek.
Vóór de pauze rijden twee „Dynamiet-
chauffuers" over het witte doek. Zij rijden
door het eindelooze Amerikaansche land
schap, twee zorgelooze, pootige knapen, ge
hard door het razende leven op den langen
weg. Zij zijn belast met een zonderling kar
wei Ze moeten n.l. een lading sla naar het
honderd mijlen verwijderde Indanenhead
brengen en zouden bij het goed volbren
gen van deze taak een groote belooning
ontvangen. De een doet het, omdat hij dan
kans zal krijgen zijn vurig begeerde gara
ge te openen en de ander, omdat hij des
noods voor dat geld paardenmest zal ver
voeren. Op weg naar hun bestemming ko
men ze echter voor heel wat verrassingen
te staan. Al spoedig komen ze er achter,
dat hun landing niet uit sla, maar uit ette
lijke tonnen dynamiet bestaat en voorts
ontmoeten zij allerlei lieden, die er kenne
lijk op uit zijn te verhinderen, dat zij hun
bestemming bereiken. Toch komen zij na
tal van avonturen ten slotte op hun be
stemming aan. Op het laatste oogenblik
dreigt de zaak nog mis te loopen, doch een
even verrassend als kloek besluit doet de
gevaarlijke lading zoowel letterlijk als fi
guurlijk ter bestemder plaatse belanden.
Steve, de hoofdpersoon, heeft hiermede zijn
garage verdiend en tusschen de bedrijven
door de vrouw zijns harten gevonden, die
volgens hem wonderwel bij de garage past.
Een klein lachdingetje en een journaal
maken van het geheel een aantrekkelijk
programma.
R°x
LAUREL EN HARDY IN HET VREEM
DELINGEN LEGIOEN.
„Vreemdelingenlegioen" is de eerste film,
die Stan Laurel en Oliver Hardy gemaakt
hebben, nadat hun ruzie was bijgelegd.
Stan en Oliver zijn in Parijs belandt.
Het leven op de terrassen bevalt hun der
mate, dat Oliver niet meer naar Amerika
terug wil. Dat heeft ook nog een andere
reden.' Hij is verliefd op de dochter van
den waard Vein het hotelletje, waar het
tweetal is afgestapt. Stan beweegt hem
eeen officieel huwelijksaanzoek te doen.
Eerst dan ervaart Oliver, dat de dochter
reeds gehuwd is en wel met een Fransch
officier, die in het Vreemdelingenlegioen
zijn dienstplicht vervult. Van liefdesleed
vervuld wil Oliver een einde aan zijn le
ven maken. Hij gaat zich verdrinken in
de Seine. Stan kan niet zoo „onbeleefd"
zijn hem in den steek te laten.
Van verdrinken komt echter niets, want
ze worden door een officier, den echtge
noot van de jonge vrouw, waarop Oliver
verliefd is, overgehaald dienst te nemen in
het Vreemdelingenlegioen. Dus komen ze
m Afrika terecht. Bij de corvéediensten,
die het tweetal daar te vervullen heeft,
wordt Oliver's leed gauw geheeld.
Ze deserteeren of beter ze willen weer
gewoon weggaan. De ontsnapping kost hun
het doodvonnis. Die moeilijke klip zeilen
ze evenwel eveneens voorbij.
Gemeentel. Aankondiging
H.H. BAKKERS.
Aangezien tot dusverre de hotels enz.
geen bonnen aan de bakkers behoefden af
te geven, is het mogelijk dat sommige bak
kers hun voorraden bloem en meel onvol
doende hebben kunnen aanvullen.
Teneinde hen in dit opzicht tegemoet te
komen, kunnen de bakkers een opgave bij
de distributiediensten indienen van aldus
aan hotels enz. afgeleverd brood.
Op grond van deze opgaven kan de dis-
tributiedienst toewijzingen verstrekken
voor bloem en meel, waardoor deze opga
ven in de plaats komen van de consumen
tenbonnen, welke eigenlijk ingeleverd
hadden moeten zijn.
De Burgemeester,
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
Xeiden, 20 Juli 1940.
DE UITREIKING VAN BOTER- EN
VETKAARTEN.
Nog steeds worden aan het distributie
kantoor ingevulde aanvraagformulieren
voor boter- of vetkaarten in de brieven
bus bezorgd.
Deze formulieren worden zonder meer
terzijde gelegd en kunnen niet in behande
ling worden genomen zoolang de uitrei
king duurt. Zij, die op deze wijze hande
len. zullen dus op den dag waarop men .de
kaarten noodig heeft, d.w.z Maandag 29
Juli a.s. geen boter of vet kunnen koopen.
Om dit te begrijpen geve men zich reken
schap van het feit, dat de stamkaart afge-
kruist moet worden en dat men zelf moet
nagaan of men voldoende kaarten heeft ont
vangen bij de uitreiking.
Dengenen, die de stad willen verlaten
vóór den dag, waarop zij voor de uitreiking
zijn opgeroepen, wordt dringend aangera
den, eerst hun aanvraagformulier geheel
in orde te maken en zich te wenden tot
den distributiedienst der gemeente, waar
zij zullen verblijven.
De aandacht wordt opnieuw gevestigd op
het feit, dat onnauwkeurig of onvolledig in
gevulde formulieren de uitreiking der
kaarten vertragen en daardoor het wach
ten onnoodig verlengen.
De bureaux van uitreiking zijn op alle
werkdagen geopend van 9 tot 12 uur en van
2 tot 5 uur. Zij zijn gevestigd in het oude
stationnetje aan den Heerensingel, in het
gebouw van de voormalige Kweekschool
aan de Oude Vest, in de Openbare School
van de Paul Krugerstraat, in het vroegere
Distributiekantoor, Oude Rijn 132 (hoek
Pelikaanstraat) en in het gebouw van de
Bouwvereeniging „de Tuinstadwijk" Hya-
cinthenstraat 18 voor hen, die geen extra
broodrantsoen hebben ontvangen.
Zij, die wel een extra-broodrantsoen heb
ben ontvangen, moeten zich vervoegen aan
het Distributiekantoor, Breestraat 117.
De volgorde, waarin men zich naar een
der bovengenoemde bureaux heeft te bege
ven, is deze:
Maandag 22 Juli a.s. de dragers van een
familienaam beginnende met J. K.
Dinsdag 23 Juli a.s. de dragers van een
familienaam beginnende met L. M.
Woensdag 24 Juli a.s. de dragers van een
familienaam beginnende met N. O. P. Q.
Donderdag 25 Juli a.s. de dragers van een
familienaam beginnende met R. S.
Vrijdag 26 Juli a.s. de dragers van een
familienaam beginnende met T. U. V.
Zaterdag 27 Juli a.s. de dragers van een
familienaam beginende met W. X. Y. Z.
Ieder, die zulks verlangt, kan boterkaar-
ten (kaarten voor natuurboter) krijgen, en
kan dit aan den uitreikenden ambtenaar
mededeelen. Om zich vetkaarten (kaarten
voor margarine, plantaardig en gesmolten
dierlijk vet) toegewezen te zien, moet men
aan de hand van zijn aanslagbiljet voor de
Inkomstenbelasting, bewijzen of wel over
een inkomen te hebben beschikt, dat be
neden de in de Toelichting vastgestelde
grenzen is gebleven, ófwel aantoonen in het
geheel geen aanslagblijet voor de Inkom
stenbelasting te hebben ontvangen.
Voor het plaatsen van zijn handteekening
op het bureau van uitreiking, geve men
zich goed rekenschap of het aantal ontvan
gen kaarten overeenstemt met dat waarop
men volgens het geheel ingevulde formu
lier recht heeft, want reclamatie over het
aantal ontvangen kaarten kunnen later
niet in behandeling genomen worden.
De Burgemeester,
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
Leiden, 20 Juli 1940. 3858
De film is, zooals steeds bij het komi
sche tweetal het geval pleegt te zijn, vol
koddige verwikkelingen.
„Andy Hardy wordt verliefd" is een film
met een wat onwaarschijnlijke intrige, maar
met een knappe milieuschildering in het
gezin van rechter Hardy. Menschelijk en
alledaagsch zijn de lotgevallen van dat
gezin en Andy (Micckey Rooney) speelt
daarbij zijn rol met meesterlijke virtuosi
teit, die amuseert en boeit.