Textiel zoekt
nieuwe wegen
ZATERDAG 13 JULI 1940
31ste Jaargang No. 9691
$e£eid&eli£0oii/Ya/rit
Bureaux PapengTacht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11.
V De Liturgie
De mensch. kan in de beperktheid van
zijn verstand niet doorgronden, waarom
God bepaalde gebeurtenissen wil of toe
laat.
Wel weet hij uit de Openbaring, dat
God door rampen het kwade straft.
Aan deze waarheid herinnert ons de li
turgie der Kerk morgen, den negenden
Zondag na Pinksteren.
De Liturgie dezer Zondagmis vat Deken
de Korte in zijn „Levenswijding door de
Zondagmis" aldus samen:
„Voor de ziel, die God kent als haar
igrootsten weldoener, is het moeilijk Hem
te zien als een wreker, die met de geesels,
welke alwetendheid en almacht hebben ge
vlochten, den kleinen mensch neerslaat.
De oude Kerk, die aan haar leden het bo
vennatuurlijk geluk van den Christus-
vrede alléén kon aanbieden in verbinding
met het leed der vervolging, vond het vrij
wel overbodig de vrees voor Gods ver
doemenis te prediken. Eerst later, bij het
luwen van de vervolgingsdrift, als de rijën
der geloovigen werden verbreed met mas
sa's half-heidenen, wier offerzin onbe
proefd was, kwam ook de noodzaak om
heen te wijzen naar Gods straffende hand.
Uit dien laatsten tijd dagteekent dit Mis-
geheel, dat ook ons de wijze les laat aan
God vast te houden in het leven, omdat
de ziel, die zich van Hem loswerkt, aan
verwoesting ten prooi valt.
Dat God het kwaad straft, daarvan
getuigen vóór alles de lezingen in deze
Mis. Wat de Joden in Mozes' tijd ge
troffen heeft, zegt in vele feiten het
Epistel, wat hun lot geworden is een veer
tig jaren na den Godsmoord, daarvan
voorspelt het Evangelie."
Het Epistel, waarin worden vermeld
verschillende feiten uit de geschiedenis
der Joden rampen, welke zijn gevolgd
op het bedrijven van misdaden, waarbij
Paulus, in zijn lsten Brief aan de Corin-
thiërs, een oorzakelijk verband legt
sluit met deze heerlijke troost, als geschre-
1 ven speciaal voor ons, menschen die leven
in 1940:
God zal „niet toelaten, dat ge bo
ven uw krachten beproefd wordt, maar
met de beproeving zal Hij ook het
middel geven, om ze te kunnen door
staan."
En onmiddellijk na het Epistel zingt de
Kerk als ter geruststelling van hen, die
al te zeer Gods toorn vreezen:
„Heer, onze God, hoe wonderbaar is
Uw naam over geheel de aarde verhe
ven in Uw heerlijkheid boven de he
melen. Alleluia. Alleluia.
Ontruk mij aan mijn vijanden, mijn
God, en bevrijd mij van die zich ver
heffen tegen mij. Alleluia."
Voor het Epistel in de Collecta
heeft de Kerk ons reeds voorgehouden, hoe
wij moeten bidden, als wij willen bidden
in de echte, ware stemming:
„Leen, Heer, genadig Uw oor, aari
deze ootmoedige smeekbeden, en,
teneinde ons toe te kunnen staan, wat
wij verlangen, doe ons vragen, wat U
welgevallig is."
Deze tijd is zeker een tijd van bezinning
op de waarden, de eigenlijke waarden in
ons kostbare leven.
Voor wien deze tijd dat niet is, is hij een
droeve mislukking, een weggesmeten ge
nade.
Om ons te bezinnen op de groote waarden
van de heilige Liturgie, van de Zondags
mis in het bijzonder, hebben wij enkele
Zaterdagen achtereen de aandacht gericht
op de gebeden van de Zondagsmis.
Speciaal het Epistel en het Evangelie,
dat wij toch allen kunnen hooren voorle
zen, zijn iederen Zondag rijk aan lessen -
die elk als voor dezen tijd en als voor ieder
onzer in 't bijzonder schijnen te zijn ge
schreven!
Katholiek Comité van actie
„Voor God'*
God behoedt u voor iedere
ramp,
Hij is bezorgd voor uw leven;
God waakt over uw komen en
gaan
Van nu af tot in eeuwigheid.
(Ps. 120)
V Oud en nieuw
„Aan het Nederlandsche volk zal een
leven naar zijn eigen aard gewaarborgd
zijn" aldus de presse-referent, de heer
W. Janke, gisteren in een pers-conferen
tie.
Dit is een herhaling, en een duidelijke
herhaling, van wat reeds meermalen van
Duitsche zijde zeer duidelijk is verklaard!
Wij mogen met nalaten, ons er van te
doordringen, dat, na zulk een herhaalde
Verzekering, het des te erger zou zijn, als
wij zelf, in een zekere onevenwichtigheid
geraakt, nieuwe dingen zouden binnen
halen of verworven geestelijk bezit zouden
overboord werpen, geheel en al in strijd
met den vrijheidslievenden aard van
het Nederlandsche volk!
De „Wereldkroniek" schrijft in een
hoofdartikel:
Laten wij ons, waarlijk tot zelfbe
houd, materieel èn geestelijk, aan hen,
die zijn gekomen, toonen van onze
juiste zijde, en géén gehoor geven aan
excessen ,die van vele richtingen uit
eigen volk tot ons komend, geen weer
spiegeling van hét Nederlandsche Volk
zijn en die ertoe bijdragen, ons op fou
tieve wijze aan anderen te toonen.
Gepaste eigenwaarde, gefundeerd op
een basis die inderdaad bestaat, èn
zelfbewustzijn, ontsproten uit dat ge
voel van geestelijke kracht, zij zijn en
blijven voldoen om overal ter wereld
respect af te dwingen en een weg van
wederzijds begrip te effenen. Daarom:
begrip voor het Nieuwe, waardeering
voor het goede Oude, bovenal op no-
~bele, onbekrompen wijze naar buiten
toe: Menschen met een open oog, een
sterke wil, een rustig gemoed, en een
groote energie.
Dat zijn wij!
Begrip voor het Nieuwe.
Waardeering voor het goede Oude.
Het een niet zonder het ander, en het
ander niet zonder het een.
Het Nederlandsche volk bezit zoo veel
waardevols, waarop wij trotsch kunnen en
moeten zijn naast het vele, waaraan ge
schaafd moet worden.
De leiders van dezen tijd hebben tot
taak oud en nieuw te verbinden tot - één.
Dat is niet: hinken op twee gedachten, dat
is niet: het nieuwe steken in een oud
kleed, maar dat is de oude Nederlandsche
cultuur handhaven en aanpassen aan ge
wijzigde levenseischen of levensomstandig
heden.
Distributie uitgebreid
Met roggebloem en rogge-,
tarwe-, en boekweitmeel
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van Landbouw
en Visscherij, maakt bekend, dat heden
(Zaterdag 13 Juli) de distributie van tar
webloem en zelfrijzend bakmeel zal worden
boekweitmeel, roggebloem en roggemeel. De
distributie van deze producten zal geheel
gelijk zijn aan die van tarwebloem en zelf
rijzend bakmeel.
Gedurende het tijdvak van 13 Juli tot
en met 9 Augustus 1940 geeft de met „90"
genummerde bon van het algemeen distri
butie bonboekje recht op het koopen van
2x/2 ons tarwebloem of tarwemeel of boek
weitmeel of roggebloem of roggemeel of
zelfrijzend bakmeeL Opgemerkt wordt, dat
slechts de thans nog bij de winkeliers en
grossiers aanwezige voorraden zelfrijzend
bakmeel zullen worden gedistribueerd. Het
afleveren van dit artikel door de fabrieken
is voorloopig stopgezet.
In het algemeen zullen de voorraden van
de genoemde producten bij de winkeliers
voldoende zijn om aan de vraag van het pu
bliek te kunnen voldoen, zoodat geen voor
schot-toewijzingen zullen behoeven te wor
den verstrekt. Mocht bij uitzondering de
voorraad ontoereikend zijn, dan kunnen de
winkeliers via de plaatselijke distributie-
diensten een verzoek tot het centraal dis
tributiekantoor richten voor een voorschot
toewijzing.
Teneinde voorts hun, die het op bon 75
beschikbaar gestelde rantsoen nog niet kon
den betrekken, de gelegenheid te geven, de
zen bon alsnog te gebruiken, wordt de gel
digheidsduur daarvan met twee weken ver
lengd. Bon 75 van het algemeen distribu
tiebonboekje geeft derhalve ook gedurende
het tijdvak van 13 Juli t.m. 26 Juli 1940 nog
recht op het koopen van V/i ons tarwebloem
of tarwemeel of boekweitmeel of rogge
bloem of roggemeel of zelfrijzend bakmeel.
Wij ontleenen de hier volgende be
schouwing aan de „Telegraaf":
De textielindustrie verkeert op het oogen-
blik in ernstige moeilijkheden. De fabrieken
werken met een beperkte capaciteit en een
groot aantal arbeiders is geheel of gedeelte
lijk werkloos geworden. Donkere wolken
hangen boven het Twentsche industrie
gebied.
Hoe somber de toekomst echter ook inge
zien moge worden, er bestaat weer eenige
hoop, dat er nog bijtijds een zij het ook
geen ideale weg gevonden wordt om de
textiel zoo goed als onder de huidige om
standigheden mogelijk is, door de moeilijke
tijden heen te helpen.
Besprekingen worden gevoerd om te
trachten door omzetting der machinerieën
en aanwending van vervangingsgrondstof
fen een ruimere productiemogelijkheid te
krijgen, waardoor deze bedrijven voorloopig
in werking kunnen blijven en de voorzie
ning aan textielgoederen van ons land min
der nijpend zal worden.
De directeur van het Rijkstextielbureau,
de heer J. A. Panhuyzen, heeft ons een en
ander van deze problemen verteld.
Den textielfabrikanten treft voor de
moeilijkheden zeker geen enkel verwijt, al
dus de heer Panhuyzen, want zij hebben
wel degelijk en tijdig maatregelen genomen
om den voorraad grondstoffen te vergroo-
ten.
Er deden zich "evenwel spoedig onvoor
ziene omstandigheden voor, waardoor, bui
ten onze schuld, de voorraad sneller slonk,
dan waarop gerekend was.
De mogelijkheid is onder oogen gezien,
om in Nederland stapelvezel voor de berei
ding van kunstwol te gaan bezigen. Deze
grondstof werd in Nederland echter niet
op groote schaal gefabriceerd, import is
voorshands een onmogelijkheid.
De hoop is thans voor een deel gevestigd
op de kunstzijde-industrie, die in normale
tijden slechts ongeveer 25 pet. voor eigen
land, de rest voor export oroduceerde. De
naaigaren-industrie slaagde er reeds in, in
samenwerking met de kunstzijde-industrie,
een naaigaren te maken, dat voor vele doel
einden bijzonder geschikt is. In die richting
wordt dus ook een uitweg gezocht. De
grondstof, cellulose, voor deze s industrie
komt uit Noorwegen, Zweden en Finland;
de aanwezige voorraden zijn betrekkelijk
groot en de aanvulling kan voortgang vin
den, alhoewel er vanzelfsprekend nog met
transportmoeilijkheden te kampen is. Deze
Ond erscheidingsteeken
Opbouwdienst
Naar wij vernemen zal als onderschei-
dingsteeken voor den Opbouwdienst wor
den ingevoerd een blauw gevlochten koord,
afhangende van den linkerschouder.
Dit onderscheidingsteeken zal zoowel op
de veldjas als op de overkleeding gedragen
worden.
Zoolang het vastgesteld onderscheidings
teeken niet beschikbaar is, zal een voorloo
pig onderscheidingsteeken worden gedra
gen.
Dit zal bestaan uit een gelykzydigen drie
hoek van witte stof (ter hoogte van 4 cm.)
die door de militairen zelf en voor eigen
rekening dient te worden aangebracht.
De driehoek moet worden bevestigd op
de linkerbovenmouw van de jekker, over
jas en veldjas, de bovenste punt ongeveer
15 cm. van de bovenzijde van het armsgat
en in het verlengde van het midden van de
schouderbedekking, de onderzijde van den
driehoek evenwijdig aan den onderkant van
de mouw.
De driehoek dient boven eventueele an
dere onderscheidingsteekenen te worden
bevestigd.
BRÏTSCH VLIEGTUIG OMLAAG
GESCHOTEN.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
omstreeks half twee heeft een Duitsch toe
stel boven de Sevenumsche Peel tusschen
Maasbree en Sevenum een Britsch bom
bardementsvliegtuig bij een luchtgevecht
omlaaggeschoten.
Het Britsche toestel is brandend om-
laaggestort en de vijf inzittenden zijn om
het leven gekomen.
Het vliegtuig is geheel uitgebrand. Een
drietal zware bommen, "welke het mee
voerde, is niet ontploft en bleef op de hei
de liggen. Het vliegtuig is midden op een
groot heideveld neergekomen, zoodot geen
materieele schade is aangericht.
hebben trouwens reeds de aandacht van het
Rijksbureau voor de Zeescheepvaart
Het oog zal echter meer gericht moeten
worden op het vlas. In Nederland is één
vlasspinnerij, die aan de normale behoeften
steeds kon voldoen. Het hiervoor benoodig-
de vlas kwam van eigen bodera. De oogst
is steeds zoo groot, dat een hoeveelheid,
overeenkomende met pl.m. 8000 ton aan lin
nengarens, naar België kon worden uitge
voerd.
Nu bij gebrek aan wol de vraag naar vlas
linnen noodzakelijkerwijs zal moeten stij
gen, zal het naar België uit te voeren vlas
in veredelden vorm linnengarens naar
Nederland moeten terugkeeren om verwerkt
te worden tot linnen, eventueel gemengd
met katoen.
Het rapport van den landbouwconsulent
ir. De Jonge laat zien, dat de oogstvooruit-
zichten bijzonder gunstig zijn. Het is dan
ook niet onwaarschijnlijk, dat de produc
tie van linnengarens, die voor ons land nor
maal pl.m. 2000 ton bedraagt, gemakkelijk
vijfmaal grooter kan worden. Dit zal den
nood niet kunnen opheffen, maar toch zeer
zeker een aanzienlijke uitkomst beteekenen.
Ook het koopen van linnenstoffen, al dan
niet gemengd met wol, kan ter besparing
van den wolvoorraad gestimuleerd worden.
Niet alleen kan dan de productie van klee-
dingstukken wederom verruimd worden,
doch bovendien kunnen èn de textielarbei
der èn de fabrikant de katoenweverijen
kunnen gebezigd worden aan het werk
blijven.
De prijs der linnenstoffen moge in verge
lijking tot wollen en katoenen stoffen hoo-
ger zijn, men dient niet te vergeten, dat lin
nen veel sterker is en langer meegaat. Men
is dus ten zeerste gebaat bij betere waar,
die op den duur het voordeeligst zal blij
ken. Linnen is immers nog steeds de koning
van alle vezels!
De uitbreiding van de kunstzijdeproductie
zal slechts den consument, niet de textiel
kunnen helpen. Het vlas zal echter meer
uitkomst brengen. Het wijst den weg, die
arbeider en consument beiden de grootst
mogelijke bate brengt, een weg bovendien,
die de textielindustrie zonder ruïneuze
schade door de moeilijke tijden van nu kan
helpen naar een nieuwen tijd, die meerde
ren bloei zal brengen.
Naar eenheid in de
sport
Het streven, dat allerwege bestaat om te
komen naar een nationale sportorganisatie,
bracht een redacteur van het A.N.P. in
contact met jhr. mr. C. J. A. de Ranitz,
den secretaris-generaal van de nationale
stichting ter bevordering van de lichame
lijke opvoeding, welke stichting verleden
jaar door het rijkscollege voor lichamelij
ke opvoeding in het leven werd geroepen.
Reeds langen tijd bestond een ernstig
streven zoo deelde de heer de Ranitz
mede niet alleen bij de officieele in
stanties, doch ook bij dé sportbonden, om
tot een inniger onderlinge samenwerking
te komen, waardoor men het nationale
sportbelang beter zou kunnen dienen. Op
de vraag, hoe het rijkscollege ertoe geko
men is, om het initiatief te nemen tot de
vergaande besprekingen, welke thans
plaatsvinden, o.a. ter concentratie der ver
schillende voetbalbonden, gymnastiek-
bonden en andere organisaties op sportge
bied, deelde de heer de Ranitz mede, dat
het een en ander een gevolg was, van de
buitengewone gunstige gelegenheid, welke
zich thans voordoet om tot de gewensch-
te verbetering te komen.
De eerste stoot werd gegeven door den
secretaris-generaal op het departement van
sociale zaken, prof. dr. G. A. van Poelje,
die zich met het rijkscollege van lichame
lijke opvoeding verstond, daarbij als zijn
uitdrukkelijk verlangen te kennen gevend,
dat er spoedig meer eenheid zou worden
verkregen en een betere samenwerking
tusschen de sportbonden, waardoor het
landelijke sportbelang beter dan voorheen
zou kunnen worden gediend. Het rijkscol
lege droeg deze taak over aan de reeds
bestaande nationale stichting ter bevorde
ring van de lichamelijke opvoeding, die
zich op haar beurt in verbinding stelde
met de verschillende sportbonden. Hier
kwam men tot de gelukkige conclusie, dat
reeds bij allen de hartgrondige wensch
naar een dusdanige samenwerking, con
centratie en al wat daarmede samen
hangt, aanwezig was, waardoor deze bon
den het initatief konden overnemen en
terstond tot een daadwerkelijke uitwer
king konden overgaan, Als de voorteeke
nen ons niet bedriegen, is de oplossing van
dit inderdaad zeer moeilijke probleem al
heel spoedig te verwachten. Wij kunnen
Dll nummer beslaat uil vijf
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad.
dan ook met meer vertrouwen dan
ooi t eerder in de geschiedenis van ona
nationale sportleven de toekomst onder da
oogen zien, daar aangenomen kan worden,
dat de komende fusie of hoe men het dan
ook noemen wil, aan vele reeds lang be
staande ongewenschte toestanden voo?
goed een einde zal maken.
De prettigste noot in dit alles is onge-
twijfeld de wijze, waarop deze vernieu
wing, zooals men het ook zou kunnen
noemen, thans plaats vindt. De uitvoering
berust immers in handen van de sportbon
den zelf, zij hebben het initiatief voor zoo
ver niet reeds zelf genomen, dankbaar en
geïnteresseerd overgenomen, zoodat van
overheidswege voorloopig geen bepaalda
stappen te verwachten zijn. Dit sluit even
wel niet uit, dat als mocht blijken, dat de
bonden niet berekend zijn voor de uitvoe
ring der gewenschte hernieuwing of an
dere factoren er toe leiden, dat een rede
lijke en gewenschte oplossing van dit thana
dringende vraagstuk dreigt te mislukken,
dat de overheidsinstanties zich dan ver
plicht zullen achten dusdanige ingrijpen
de maatregelen te treffen, welke zij nood
zakelijk achten om het voor oogen gestel
de doel '.te bereiken. Het rijkscollege ver
trouwt evenwel, dat de bonasbesturen zelf
een volkomen gezond inzicht hebben in
deze nationale aangelegenheid en in be
paalde gevallen ongetwijfeld bereid zul
len zijn, zoo noodig, de eventueel noodza
kelijke offers van specifieke eigen belan
getjes te brengen.
De overheid zal bewijzen, dat het haar
ernst is met de lichamelijke opvoeding van
ons volk. Daardoor zal zij meer bereid zijn
dan ooit te voren om de sportbeoefening
zoo krachtig mogelijk te steunen.
Op de vraag of het in de bedoeling ligt
van de stichting, de sport in het algemeen
ook op te nemen als onderdeel van de li
chamelijke opvoeding bij het onderwijs,
deelde de heer de Ranitz mede, dat het
rijkscollege zich hierover in dit opzicht nog
niet had uitgesproken. De kwestie, die u
hier aanroert aldus vervolgde hy is
zelfs voor het college geheel nieuw. Per
soonlijk zie ik met u zeer zeker de waarde
in van een goed onderricht van de voor
naamste takken van sport, zooals voetbal,
korfbal, handbal, hockey en tal van andere.
Dat dit niet in strijd is met de wettelijke
regeling, kan men lezen in het K. B. van
1 Augustus 1924 Staatsblad no. 397 onder
de vereischten voor het behalen van de
akte S voor onderwijzers bij het lager on
derwijs, waardoor zij de bevoegdheid krij
gen les te geven in de lichamelijke opvoe
ding; in deze eischen vindt men o.a. aan
gegeven de kennis van de voornaamste
terrein- en zaalspelen. Van de terreinspe-
len worden o.a. genoemd veldbal, voetbal,
korfbal, kastie en slingerbal.
Hieruit volgt wel, dat de wetgever
eveneens het groote belang inziet, dat
schuilt in het aankweeken van de liefde
voor de kennis van verschillende takken
van sport bij de schoolgaande jeugd.
Tenslotte bracht de redacteur het ge
sprek op de noodzakelijkheid van een goe
de lichamelijk opvoeding der studenten.
Hiervoor verwees de heer de Ranitz naar
het standpunt van het Tijkscollege reeds
eerder vastgelegd, waarbij men o.a. het
voigei.de heeft meenen te moeten opmer
ken.
De oude waarheid in de Europeesche
universiteiten bijna verloren gegaan dat
de mensch een eenheid is, dat hooge gees
tescultuur gezonde en karaktervolle per
soonlijkheden eischt, dat lichamelijke op
voeding van den geest door het lichaam
beteekent, moet de grondslag zijn voor de
opvoeding aan de universiteit.
ITALIAANSCHE PERS OVER
GEBEURTENISSEN IN FRANKRIJK.
MILAAN, 13 Juli. (D. N. B.). De
Noord-Italiaansche pers beschouwt de ge
beurtenissep in Frankrijk met sterk wan
trouwen. De bladen wijzen er op, dat de in 't
nabuurland geënsceneerde koude revolutie
door dezelfde partijmannen geleid wordt,
wier oude politiek zoo jammerlijk schip
breuk heeft geleden.
De „Regime Fascista" verklaart: De ge
beurtenissen in Frankrijk zijn een nieuw
bewijs voor het Fransche gebrek aan be
grip tegenover de totalitaire politiek van
Duitschland en Italië. Men vergeet daar
heelemaal, dat deze beide staten uit een
revolutie zijn ontstaan, die uit de actieve
politiek alle oude mannen heeft verwij
derd, en dat de Duitsche en dq Italiaan-
sche revolutie twee werkelijke leiders, Hit-
Ier en Mussolini, gevonden heeft. Het is
kinderlijk de wereld te willen wijsmaken,
dat binnen een paar uren uit vijanden van
Italië en haters van Duitschland fascisten
gemaakt kunnen worden. De Joodsche ma
noeuvre valt duidelijk te ontmaskeren:
Redding van het prestige der synagogen en
der vrijmetselaarsloges en de poging tot be-
drogpleging ten nadeele van den overwin
naar.