Qemenqde Olexicfiten SPORT CLcMex de Boóócfieti MAANDAG 1 JULI 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Twee Harlinger jongens vermist MET KANO DE WADDENZEE OPGEVAREN Men verkeert te Harlingen in ernsti ge ongerustheid omtrent het lot van twee Harlinger jongemannen, resp. 17 en 19 jaar oud, die Zaterdagmiddag met een kano de haven zijn uitgevaren. Toen de jongemannen in den laten avond nog niet teruggekeerd waren, ver moedde men een ongeluk. Des nachts te 2 uur voer de Harlinger reddingboot „Jhr. G. A. den Tex", onder leiding van schipper S. Wielenga, uit, om de vermisten te zoe ken. Zondagochtend te 5 uur en later op den ochtend te half 11, vertrok de red dingboot opnieuw, waarbij de geheele Waddenzee werd afgezocht, zonder dat eenig spoor van de jongens kon worden ontdekt. Men heeft de verschillende wachtposten rond de Waddenzee gewaarschuwd. Vier boerderijen te Rosmalen afgebrand Brandweer beschikte niet over voldoende materiaal Zaterdagmiddag heeft te Rosmalen een zware brand gewoed in vier boerderijen, waardoor groote materieele schade werd aangericht en 28 personen dakloos wer den. Omstreeks één uur ontdekte men, dat uit een hooimijt, gelegen bij de boerderij van den landbouwer H. van Herpen, rook kwam. De vlammen sloegen weldra over op het dak van de hoeve, welke met stroo was gedekt. Toegeschoten buurtbewoners probeerden in allerijl nog te redden wat te redden viel, maar spoedig moesten zij het veld ruimen, daar het vuur oversloeg naar de hoeve van E. van Pinksteren, wel ke eveneens een dakbedekking van stroo had. Ook hier viel slechts weinig te red den. Een der deelnemers aan het reddings werk kreeg brandwonden aan de handen en moest worden verbonden. De bewoners van de plaats namen inmid dels voorzorgen om het vijftig meter ver derop gelegen gebouw van den landbouwer J. v. Berg voor het vuur te sparen. Met emmers water poogde men de overslaande vlammen en vonken te dooven. Aanvanke lijk gelukte dit, doch door den sterken wind sloegen de vlammen steeds'hooger uit de twee reeds brandende gebouwen, zoodat tenslotte ook de woning van v. d. Berg moest worden opgegeven. Toen deze was ontruimd bleek het, dat de twintig meter daar vandaan liggende boerderij van den landbouwer A. van der Heyden eveneens niet voor het vuur kon worden gespaard. Men had den inboedel reeds in veiligheid gebracht. Het dak werd met water overgoten en overslaande von ken gebluscht, doch door de groote droog te der laatste dagen vatte het stroo ten slotte toch vlam. Weldra brandden de vier boerderijen met de daarbij gelegen hooi bergen als fakkels. De brandweer uit Rosmalen was met al haar materiaal uitgerukt, doch kon aan vankelijk wegens gebrek aan slangenmate riaal geen water uit de brandputten op- ppmpen. Ondertusschen begon ook de boerderij van den landbouwer Th. v. d. Berg, welke aan de andere zijde van een dijk was ge legen, ernstig gevaar te loopen door liet R.K. Ver. v. Kraamverzorging v. alle gezindten te Leiden en Omstreken Plaatsing-Bureau le Binnenvestgracht 30, voorheen Boerhaavestr. verleent hulp door gediplomeerde krachten Geopend eiken DINSDAG- en DONDER DAGMIDDAG van 24 uui tot het ver strekken van de gewenschte inlichtingen, aanmelden van contribueerende leden en aanvragen voor kraamhulp - Telef. 23420. h g. g. Inlicht. K 08. Aanvragen (schriftelijk) adres 1ste Bin nenvestgracht 30. MIJNEN IN DE RIVIER DE MARK. Twee schepen veroorzaken explosies. Vrijdagochtend 7 uur kwam de schipper R. van Nimwegen met zijn 120 ton me tend motorschip „Cornelia" uit Dinteloord uit de richting Stampersgat de Mark af varen toen zich bij het voorschip een krachtige explosie voordeed. Een groote water- en modderzuil spoot omhoog. Op het dek werden enkele zware voorwerpen, waarbij drie vaten stroop, weggeslagen. De schipper heeft geen letsel opgeloopen, evenmin als de andere opvarenden. Het onderzoek naar den omvang van de schade kon nog niet geheel worden uitge voerd. In verband met den grooten diepgang, die het zwaar met suiker geladen schip had, zijn verschillende klinkbouten losge slagen. Een verder onderzoek zal moeten uitmaken, of en in hoeverre het schip on klaar is geraakt. Een uur later heeft de sleepbootkapitein De Boer een gelijke ervaring opgedaan. Hoewel gewaarschuwd, dat er in de rivier gevaren verscholen lagen, voer hij toch door. Op een gegeven oogenblik deed zich toen eveneens een ontploffing voor, dit maal even achter het schip. Hierbij is ver moedelijk geen noemenswaardige schade aangericht. De boot zette hierna de reis naar en door het buitenwater vcort. Door de politie te Dinteloord is een on derzoek ingesteld. Men ontdekte daarbij tusschen Dinteloord en Stampersgat aan den Noordelijken oever van de rivier vier voorwerpen, die den vorm hadden van een beschuitbus en een middellijn van 25 cm. bij een lengte van 30 cm. Men veronder stelt dat het kleine drijvende mijnen zijn. Met deze mogelijkheid voor oogen is on middellijk de vaart op de rivier gestremd en zijn de autoriteiten op de hoogte ge steld. De politie brengt de vondst in ver band met de omstandigheid dat in den nacht van Donderdag op Vrijdag een vliegtuig laag boven de rivier heeft ge vlogen. Volgens de verklaring van schipper Van Nimwegen hebben deze bussen een groote explosieve kracht. Uiteraard heerscht er eenige bezorgdheid. Opgemerkt zij, dat de rivier geen enkele militaire beteekenis heeft. „Vad." vuur te worden aangetast, doch de hooge Canadaboomen om dit perceel vormden een flinke beschutting, terwijl burgers krachtdadig met emmers water tegen elk begin van brand optraden. Zoodoende.kon deze boerderij behouden blijven, en be perkte de schade zich hier slechts tot den inboedel, welke waterschade kreeg. Na drie kwartier was de brandweer zoo ver, dat zij water op de vuurzee kon spui ten. Zij heeft echter van de vier reeds brandende boerderijen niets kunnen be houden. Alles brandde tot den grond af. Nog vier uur was zij met het nablusschen bezig. De schade, welke zeer aanzienlijk is, wordt slechts gedeeltelijk door verzekering gedekt. Van den landbouwer Van der Hey den werden de landbouwinventaris en het huis vernield, van v .d. Berg gingen de pas binnengehaalde hooioogst, de inboedel, een aantal kippen en het huis in vlammen op, terwijl ook bij Van Herpen en Van Pinksteren vrijwel alles verloren ging. GROOTE HOEVEELHEID HOOI EN STROO VERBRAND. Zondagechtend omstreeks tien uur is door onbekende oorzaak brand uitgebroken in een der schuren van de familie Wouters en Meels te Swijkhuizen-Schinnen. Mede door de groote droogte van den laatsten tijd greep het vuur snel op zich heen. De schuren, waarin een groote hoeveelheid hooi en stroo lag opgeslagen, gingen ge heel verloren. Door het krachtige optreden van de brandweren van Swijkhuizen en Schinnen kon de vernielzucht van het vuur ten deele beperkt worden tot de schuren. Een der nabijgelegen woningen liep eenige brandschade op. De inboedel kon tijdig in veiligheid gebracht worden. Van den land bouwer Meels kwamen twee varkens in de vlammen om. Verzekering dekt de schade. DOOR EEN VRACHTAUTO OVERREDEN Jongen aan de gevolgen overleden. Zaterdagnamiddag om vier uur werden de tienjarige J. Roelfsema en de zesjarige K. Kuipers, die per fiets de St. Walburg- brug te Groningen passeerden, aangereden door een vrachtauto uit Leens. Eerstge noemde jongen kwam onder den vracht auto terecht en werd er met ernstige in wendige kneuzingen onder vandaan ge haald. Tijdens het transport naar het aca demisch ziekenhuis is de jongen overleden. De andere jongen kreeg slechts lichte verwondingen en kon na verbonden te zijn naar huis worden vervoerd. HOOIWAGEN OMGEVALLEN. Voerman gedood. Zatei'dagmiddag is onder Goedereede op Ouddorp's grondgebied een ernstig onge luk gebeurd. In een bocht van den weg reed een hooiwagen met luchtbanden, met twee paarden bespannen. De trekdieren werden schichtig van het belletje van een ijscokarretje en liepen achteruit. Daardoor kwam het onderstel dwars te staan en de wagen, hoog opgetast met hooi, kantelde, voerman en paarden meesleurend en be delvend. Spoedig toegeschoten hulp haal de den voerman, den 35-jarigen A., woon achtig te Ouddc-rp, onder de vooras van den wagen vandaan; de man was op slag gedood. De paarden zijn naar het abat toir in Dirksland vervoerd. JONGETJE TUSSCHEN MESTKAR EN SCHUUR BEKNELD. Tengevolge van het plotseling schichtig worden van zijn paard raakte het twee jarig zoontje van den landbouwer E. B. te Ede, die aan het mestrijden was, bekneld tusschen den mestkar en een schiyar. Toen het den vader gelukte het paard weder in bedwang te krijgen zag hij tot zijn ontstel tenis, dat zijn kind tusschen den kar en de schuur was bekneld geraakt. De le vensgeesten waren geweken. IN ZEE VERDRONKEN. Badgast uit Utrecht slachtoffer. De heer J. Slagter, uit Utrecht was Don derdagavond te Egmond aan Zee in zee gaan zwemmen. Waarschijnlijk is hij daar bij in een mui geraakt. Hij werd door de sterke strooming van de zee meegesleurd. Alles ging zoo plotseling in z'n werk, dat zijn metgezellen geen gelegenheid meer hadden hem te hulp te komen. Enkele uren later is het stoffelijk over schot aan het Egmondsche strand aange spoeld. KNAAPJE VERDRONKEN. Zaterdagmiddag omstreeks drie uur is een negenjarige jongen uit de von Zesen straat te Amsterdam bij het spelen op een schuit in de Singelgracht tegenover het Koloniaal Instituut door onbekende oor zaak te water geraakt. Het duurde gerui- men tijd voordat men den jongen aan den wal had. Een dokter van den g.g. en g.d. heeft hem nog behandeld, doch het was reeds te laat. KINDJE IN TEIL VERDRONKEN. In den nacht van Zaterdag op Zondag is er in de woning van de familie Z. aan den Crooswijkscheweg te Rotterdam een treurig ongeval gebeurd. Een meisje van 10 1/2 maand, dat in een ledikantje sliep, is omstreeks het middernachtelijk uur door de onderlagen gezakt en in een teil met water, die onder het bedje stond terecht gekomen. Het kindje verdronk jammerlijk. MET Z'N EIGEN OOR NAAR HET ZIEKENHUIS. Demonstratie van Spartaansche mentaliteit In dezen wonderlijken tijd ziet men let terlijk van alles gebeuren, zelfs dat per sonen met hun eigen oor naar het zieken huis loopen. Deze demonstratie van Spar taansche mentaliteit had naar dè „N. H. Crt." meldt, gisterochtend te Den Haag plaats, toen om 7 uur op den hoek van de Koninginnegracht en den Leidsche- straatweg een militaire vrachtauto in bot sing was geweest met een tramwagen van Lijn 1. Oorzaak was, dat de bestuurder van de auto met zijn voet van de rempe daal gleed, waardoor het voertuig plotse ling met groote kracht tegen de tram op vloog. De chauffeur kwam daarbij zooda nig in verdrukking, dat het grootste deel van een zijner ooren werd afgescheurd. Hij pakte het op, deed het in een lucifers doosje en begaf zich onmiddellijk naar het zoekenhuis. Twee andere militairen, die op de auto zaten, moesten eveneens naar het zieken huis worden gebracht, respect, voor een hersenschudding en wonden aan het ge laat. Het achterbalcon van de tram werd in gedeukt, terwijl een zijruit brak. WIELRENNEN. S WIFT-COMBIN ATIE. Gisteren werd de return wedstrijd tegen de Spartaan uit den Haag gehouden. Er vertrokken in totaal 45 renners, waarvan den Haag alleen er reeds 30 leverde. De wedstrijd ging over 75 K.M. Deze heeft ons niet gebracht wat wij er van verwacht hadden. Noch de A-, nocfy de B-klasse heeft het tot de eerste plaats kunnen bren gen. In tegenstelling met verleden week zijn de Leidenaars nu eens verschoond ge bleven van pech, uitgezonderd Fr. van den Berg, die kwam te vallen. Mcoyman, wel de sterkste man bij de Hageneezen, was van de partij en het was zaak in diens nabijheid te blijven, wat Rijsbergen uitste kend gelukt is. Even voor de finish schoten Mooyman en v. d. Graaf weg en wisten in deze volgorde ook aan te komen. Om de derde en vierde plaats werd door Rijs bergen en v. d. Star gekampt en Rijsber gen wist zich in deze sprint eerste te plaat sen. Vijfde werd Houtman en de zesde plaats was voor Alb. Lodewijks. In de B-klasse was het resultaat al niet veel beter. Het kleine aantal renners, dat Leiden tegenover de Haagsche ploeg kon plaatsen, waar Fr. van der Berg nog van uitviel, deed geen beteren uitslag verwach ten. Keer op keer werd er door de Ooie vaars gedemarreerd -om de Leidenaars kwijt te raken. Bcske en Sleyser hielden echter moedig stand. Eenige kilometers voor het einde moest ook Sleyser den strijd opgeven en zat Boske met een kop pel Hagenaars in den eindstrijd, waar hij zich vierde wist te plaatsen. WEDSTRIJDEN OP DE KREEKBAAN. Gisteren werden op de Kreekbaan te Rotterdam verschillende interessante wed strijden gehouden, welke evenwel door tal van valpartijen onderbroken werden door dat menig bandje tengevolge van de warmte sprong. De uitslagen luiden: Omnium voor Amateurs en Onafhanke- lijken. Sprint over 5 baanronden: 1. Hof stede 5 p.; 2. Westerveld 3 p.; 3. Jac. van Vliet 2 p.; 4. van Krimpen 1 p. Puntenrace over 25 ronden met 5 klas sementen: 1. Hofstede 25 p.; 2. Westerveld 13 p.; 3. Jac. van Vliet 10 p.; 4. van Krim pen 7 p. Austr. achtervolging over maximum 25 ronden: 1. Westerveld 5 p.; 2. Jac. van Vliet 3p.; 3. Hofstede 2 p.; 4. van Krim pen 1 p. Eindstand Omnium: 1. Hofstede 12 p.; 2. Westerveld 11 p.; 3. Jac. van Vliet 7 p.; 4. van Krimpen 3 p. Omnium voor Nieuwelingen: 5 Km. race voor Nieuwelingen (30 ronden): 1. Harm- sen 9 p.; 2. Balkenstein 8 p.; 3. Steehouwer 7 p.; 4. Merks 6 p.; 5. Visser 5 p. Afvalrace voor Nieuwelingen, elke 3 ron den valt een renner af: 1. Balkestein 9 p.; 2. Harmsen 8 p.; 3. Merks, 4. Steehouwer. Eindstand: 1. Harmsen 17 p.; 2. Balke stein 17 p (Na overrijden) 3. Steehouwer 13 p.; 4. Merks 13 p., (na overrijden). 60 km. koppel wedstrijd met drie klasse menten. Eerste klassement: 1. Westerveld 5 p.; 2. de Ruiter 3 p.; 3. Hofstede 2 p.; 4. Riethoven 1 p. Tweede klassement: 1. Hellemons 5 p.; 2. Hofstede 3 p.; 3. Westerveld 2 p.; 4. de Ruiter 1 p.; derde klassement: 1. Hofstede 5 p.; 2. Hellemons 3 p.; 3. de Ruiter 2 p.; 4. Westerveld 1 punt. Eindstand: 1. HofstedeVan Vliet, Gou da 10 p.; 2. HellemonsKlippel, R'dam 8 p.; 3. Westerveldden Otter, R'dam 8 p.; 4. Duyvenbodede Ruiter, R'dam 6 p.; 5. RiethovenSchuller, Leiden 1 p.; 6. Hor dijkScholtens. R'damPoortugaal 0 p.; op 7 ronden: 7. MasseursLuiten, Klundert 9 p. Tijd over 60 km. 1 uur 36 min. 29,8 sec. WEDSTRIJDEN OP DE VEKABAAN. Op de Vekabaan te Amsterdam werd gis termiddag een uitgebreid wielerprogram- ma verreden. Zoowel Van Vliet als Derksen hebben bovendien een aanval gedaan op het re cord over de kwart mijl, staande start, dat tot nu toe nog steeds op naam staat van Van der Linden in den tijd van 28.2 sec. Zij slaagden er niet in een beteren tijd te maken. Derksen noteerde nog den besten tijd, n.L 30 seconden, zich daarmede op nieuw sneller toonend dan Van Vliet, die dezen afstand in 30,2 sec. aflegde. Doch ook in de sprint over vijf ronden toonde Derksen zich wederom de meer dere van Van Vliet door zijn rivaal .in twee ritten te slaan. De uitslagen luiden: Omnium: Eerste rit: sprint over vijf ron den: 1. WalsPellenaars, 8 punten; 2. Van der VoortBakker, 4 pnt. Tweede rit: Klassementswedstrijd over 5 km.: 1. WalsPellenaars, 8 pnt.; 2. Van der VoortBakker, 3 pnt. Derde rit: Achtervolging der ploeg zon der aflossing over 4 km.: 1. WalsPelle naars 10 pnt.; 2. Van der VoortBakker, 5 pnt. Totaal uitslag: 1. WalsPellenaars, 25 pnt.; 2. Van der VoortBakker, 12 pnt. Sprint over vijf ronden tusschen Derk sen en Van Vliet: le rit: 1. Derksen, tijd 200 m. 12,8 sec.; 2. Van Vliet op een wiel- lengte. 2e rit: 1. Derksen, 12 sec.; 2. Van Vliet op een wiellengte. Achtervolging over 5 km. tusschen Bos- land en Groenewegen: 1. Groenewegen na 7 1/2 ronde, tijd 3 min. 20 sec. Ploegachtervolging, max. 4 km. tusschen de ploegen ZwartepoorteRoesBosland en DemmingMartensKremer. Winnaar werd de ploeg ZwartepoorteRoesBos land na 7 1/2 ronde in den tijd van 7 min. 14.8 sec. Achtervolging over 3 km. tusschen Schulte en Klink. Winnaar werd Klink in 3 min. 56,6 sec. Schulte volgde op 5 m. Koppel wedstrijd over 50 km.: 1. Zwarte- poortRoes 11 pnt. tijd 1 uur 8 min.; 2. WalsPellenaars 4 pnt. Op een ronde: 3. SchulteVan der Voort 5 pnt. Op twee ronden: 4. KremerBosland 9 pnt.; 5. Demming—Martens 2 pnt.; 6. KlinkGroenewegen 1 pnt. FEUILLETON Een roman uit Siberië, door Fr. ENSKAT. 7) Het ontbrak hem aan behoorlijk voedsel. De mannen achter wie hij aantrok, leef den waarschijnlijk hoofdzakelijk van con serven, maar daar zijn voorraad blikjes bit ter klein was, zag hij zich genoodzaakt van tijd tot tijd wat klein wild te strikken. Vroeger toen het op geen dag aankwam, was dat geen bezwaar geweest, maar wan neer hij het spoor van Lansky en de zijnen niet wilde verliezen, mocht hij niet te ver achter komen en derhalve bleef hem voor de jacht vrijwel geen tijd over. De afge- loopen veertien dagen had hij pas twee maal een stuk wild weten te verschalken. Het gevolg hiervan was, dat hij zich op rantsoen had moeten stellen en dat zyn psysieke gesteldheid dar op den duur on der moest lijden, was vanzelfsprekend. In geen geval mocht hij al te ver achter blijven. Volgens zijn schatting scheidde hem nu nog slechts een flinke dagmarsch van de mannen, die hij zoo hardnekkig ach tervolgde. Er moest nu zeer binnenkort echter iets gebeuren! Zonder behoorlijke krachtige voe ding dreigde Hal zijn vorm te zullen verlie zen en zonder zijn vorm zou hij de achter volging niet 'op de juiste wijze kunnen voortzetten. Maar wat moest hij doen? Piekerend liep hij verder. Hij maakte plan nen om deze daarna als onuitvoerbaar weer te verwerpen. Sinds eenige dagen plaagde hem ook de gedachte, dat hij totaal niets van de ande ren afwist. Omtrent het doel van hun tocht en hun voornemens verkeerde hij ten eenenmale in het onzekere, want de aan duidingen van den man, dien hij stervend had gevonden, v/aren zoo vaag geweest, dat zij geen ruimte lieten voor eenigszins be trouwbare conclusies. Wanneer hij slechts een kleine aanwijzing had gehad, dan zou hij misschien een of andere tactiek hebben kunnen toepassen, maar nu bleef hem niets anders over dan den troep voortdurend op de hielen te blijven. Ook dit feit begon Hal meer en meer te hinderen. De eene dag na den anderen ging voorbij zonder dat zich iets bijzonders voordeed. Het weer bleef bestendig: koud en helder. De avond viel. Voor het eerst sinds we ken kwamen aan den horizon wolken op zetten. Tegelijkertijd werd het iets minder koud. Hal verwachtte sneeuw. Alles wees daarop. Het vooruitzicht was aller minst pleizierig. Versche sneeuw zou de voetsporen weldra uitwisschen. Hoe zou hij dan den weg moeten vinden. Terwijl hij nog overlegde, wat hem in dat geval te doen stond, naderde hij een dicht kreupelhout. .Hier moesten den vori- gen dag de anderen gekampeerd hebben, v/ant hij vond de overblijfselen van twee groote vuren. Met den dikken tak, welken hij voor wandelstok gebruikte, porde hij wat in de asch. Tot zijn blijdschap bemerk te hij, dat eenige verkoolde stukken hout nog gloeiden. Onmiddellijk wierp hij zijn bagage af en daarna bracht hij het vuur weer op gang. In een groot conservenblik liet hij wat sneeuw ontdooien en op een speciaal voor dit doel verbogen plaat bak te hij van meel een soort brood, dat in zijn vorm meer van een groote pannenkoek had. De thee was in een minimum van tijd ge zet. Van den vorigen dag bezat hij nog eeni- gen happen vleesch. Zoo was hij weldra met zijn maaltijd gereed. De onafscheidelijke pijp na het eten bleef ditmaal achterwege. Tijdens het sobere maal was hij plotseling op een idee geko men. Zonder zich een oogenblik rust te gunnen pakte hij zijn hebben en houden haastig bijeen. Sedert zijn aankomst op deze plaats was nauwelijks een half uur verloopen en het volgende oogenblik be vond hij zich weer op weg. Lansky en zijn metgezellen hadden hun kamp opgeslagen. De mannen zaten of la gen rondom de tent. De avondmaaltijd was reeds achter den rug en waarschijnlijk nog onder den invloed daarvan werd er weinig gesproken. Lansky bukte zich bij het vuur om den brand in zijn pijp te steken. Schier ge- ruischloos sloop Nanglu naderbij. „Heer, wij worden achtervolgd.Man achter ons." Verrast keerde Lansky zich om: „Je droomt Nanglu Wie zou ons ach tervolgen hier in deze verlatenheid en waarom?" Nanglu vergist zich niet heer! Man volgt ons reeds sinds dagen." „Hoe kan jij dat nu weten? Niemand van ons heeft er nog iets van gemerkt. On zin, Nanglu. Geen sterveling weet iets van onze onderneming. Waaruit maak je op, dat er iemand achter ons aanzit?" Nanglu aarzelde even, voor hij begon: „Drie dagen geleden heeft Nanglu 's mid dags een handschoen verloren, 's Avonds ging Nanglu een deel van denzelfden weg terug om handschoen te zoeken. Heeft hem ook gevonden. Maar van een kleinen berg af zag Nanglu vuur achter zich." Lansky greep den Osseet haastig bij den arm. „Heb je je niet vergist?" „Nanglu scherpe oogen. Nanglu al twee nachten teruggegaan. Telkens vuur achter ons gezien." „En je vermoedt, dat hij maar alleen is?" „Ja, heer! Vuur kleiner dan het onze... eenmansvuur. Hij ook stil. Meer mannen maken lawaai, maken grootere vuren, schie ten wild. Hij alleen en stil. Achtervol ger" ,,Maar wie dan?" „Mertens. „Je bent gek! Dat is onmogelijk. Ik heb hem toch zelf.... Hij isMertens komt niet meer terug.... Uitgesloten!" Onwillekeurig keerde lansky zich af om naar de tent terug te keeren, maar Nanglu hield hem aan zijn mouw vast. „Heer er komt sneeuw. Sneeuwnachten gevaarlijk, wanneer achtervolger op spoor". Met een ongeduldig gebaar rukte Lansky zich los. „Hou op met dat gedaas! Ik ge loof er niets van. En al was het zoo waar voor hebben we anders 's nachts onze wachtposten?" Nanglu had voor zijn chef, die haastig de tent binnen ging, slechts een medelij denden blik over. IX. De sneeuw liet nog steeds op zich wach ten. Hal haastte zich zooveel mogelijk. Zijn bontjas stond wijd open, daar het hem an ders te warm werd. Alles hing nu van zijn snelheid af, zoomede van de vraag of de sneeuw nog vier vijf uren zou uitblij ven. Hoewel de hemel zwaar bewolkt was, heerschte er genoeg licht om de naaste om geving te verkennen. Het verblindende wit van het sneeuwdek droeg daartoe in niet geringe mate bij. Zonder veel inspanning gelukte het Hal het breede spoor, dat de anderen hadden achtergelaten te volgen. Geen moment vertraagde hij zijn stap. Nu hij een vast omlijnd plan had, voelde hij het vertrouwen in zich zelf terug keeren. Intusschen werd het steeds minder koud. Elke meter, dien hij aflegde ,voor de sneeuw, die onvermijdelijk moest komen, begon te vallen, was gewonnen. Zoo verliepen ongeveer drie uren. Naar de diepe duisternis te oordeelen moest het allang nacht zijn. Het werd steeds moeilij ker het spoor niet uit het oog te verliezen; maar het ging nog. Tijdens het loopen be merkte Hal, dat de grond langzaam begon te stijgen. Tusschen tal van boomen door ging zijn weg. Nu scheen hij het hoogste punt van den heuvel te hebben bereikt, want de volgende stappen gingen veel ge makkelijker. Scherp tuurde hij in de duis ternis. Op hetzelfde moment bleef hij staan. Daar! Heel in de verte zag hij dicht naast elkaar twee lichtpuntjes. Hal was reeds vertrouwd met de gewoc/ite van de achter volgden om eiken avond twee vuren te ont steken, want reeds dagen achtereen had hij de overblijfselen daarvan gevonden. Nu echter zag hij het vuur met eigen oogen en onwillekèurig ontsnapte hem daarbij een zucht van verlichting. Nu zouden zij hem niet meer kunnen ontloopen. Hij wist waar hij hen moest zoeken. De beide vu ren zouden hem den weg wijzen. Nu kon de sneeuw gerust komen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6