Qemenqde Olexicfiten
SPORT
CLcMex de Boóócfieti
MAANDAG 1 JULI 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Twee Harlinger jongens
vermist
MET KANO DE WADDENZEE
OPGEVAREN
Men verkeert te Harlingen in ernsti
ge ongerustheid omtrent het lot van
twee Harlinger jongemannen, resp. 17 en
19 jaar oud, die Zaterdagmiddag met een
kano de haven zijn uitgevaren.
Toen de jongemannen in den laten
avond nog niet teruggekeerd waren, ver
moedde men een ongeluk. Des nachts te 2
uur voer de Harlinger reddingboot „Jhr.
G. A. den Tex", onder leiding van schipper
S. Wielenga, uit, om de vermisten te zoe
ken. Zondagochtend te 5 uur en later op
den ochtend te half 11, vertrok de red
dingboot opnieuw, waarbij de geheele
Waddenzee werd afgezocht, zonder dat
eenig spoor van de jongens kon worden
ontdekt.
Men heeft de verschillende wachtposten
rond de Waddenzee gewaarschuwd.
Vier boerderijen te
Rosmalen afgebrand
Brandweer beschikte niet over
voldoende materiaal
Zaterdagmiddag heeft te Rosmalen een
zware brand gewoed in vier boerderijen,
waardoor groote materieele schade werd
aangericht en 28 personen dakloos wer
den.
Omstreeks één uur ontdekte men, dat uit
een hooimijt, gelegen bij de boerderij van
den landbouwer H. van Herpen, rook
kwam. De vlammen sloegen weldra over
op het dak van de hoeve, welke met stroo
was gedekt. Toegeschoten buurtbewoners
probeerden in allerijl nog te redden wat
te redden viel, maar spoedig moesten zij
het veld ruimen, daar het vuur oversloeg
naar de hoeve van E. van Pinksteren, wel
ke eveneens een dakbedekking van stroo
had. Ook hier viel slechts weinig te red
den. Een der deelnemers aan het reddings
werk kreeg brandwonden aan de handen
en moest worden verbonden.
De bewoners van de plaats namen inmid
dels voorzorgen om het vijftig meter ver
derop gelegen gebouw van den landbouwer
J. v. Berg voor het vuur te sparen. Met
emmers water poogde men de overslaande
vlammen en vonken te dooven. Aanvanke
lijk gelukte dit, doch door den sterken
wind sloegen de vlammen steeds'hooger
uit de twee reeds brandende gebouwen,
zoodat tenslotte ook de woning van v. d.
Berg moest worden opgegeven.
Toen deze was ontruimd bleek het, dat
de twintig meter daar vandaan liggende
boerderij van den landbouwer A. van der
Heyden eveneens niet voor het vuur kon
worden gespaard. Men had den inboedel
reeds in veiligheid gebracht. Het dak werd
met water overgoten en overslaande von
ken gebluscht, doch door de groote droog
te der laatste dagen vatte het stroo ten
slotte toch vlam. Weldra brandden de vier
boerderijen met de daarbij gelegen hooi
bergen als fakkels.
De brandweer uit Rosmalen was met al
haar materiaal uitgerukt, doch kon aan
vankelijk wegens gebrek aan slangenmate
riaal geen water uit de brandputten op-
ppmpen.
Ondertusschen begon ook de boerderij
van den landbouwer Th. v. d. Berg, welke
aan de andere zijde van een dijk was ge
legen, ernstig gevaar te loopen door liet
R.K. Ver. v. Kraamverzorging v. alle
gezindten te Leiden en Omstreken
Plaatsing-Bureau le Binnenvestgracht 30,
voorheen Boerhaavestr.
verleent hulp door gediplomeerde krachten
Geopend eiken DINSDAG- en DONDER
DAGMIDDAG van 24 uui tot het ver
strekken van de gewenschte inlichtingen,
aanmelden van contribueerende leden en
aanvragen voor kraamhulp - Telef. 23420.
h g. g. Inlicht. K 08.
Aanvragen (schriftelijk) adres 1ste Bin
nenvestgracht 30.
MIJNEN IN DE RIVIER DE MARK.
Twee schepen veroorzaken explosies.
Vrijdagochtend 7 uur kwam de schipper
R. van Nimwegen met zijn 120 ton me
tend motorschip „Cornelia" uit Dinteloord
uit de richting Stampersgat de Mark af
varen toen zich bij het voorschip een
krachtige explosie voordeed. Een groote
water- en modderzuil spoot omhoog. Op het
dek werden enkele zware voorwerpen,
waarbij drie vaten stroop, weggeslagen.
De schipper heeft geen letsel opgeloopen,
evenmin als de andere opvarenden.
Het onderzoek naar den omvang van de
schade kon nog niet geheel worden uitge
voerd.
In verband met den grooten diepgang,
die het zwaar met suiker geladen schip
had, zijn verschillende klinkbouten losge
slagen. Een verder onderzoek zal moeten
uitmaken, of en in hoeverre het schip on
klaar is geraakt.
Een uur later heeft de sleepbootkapitein
De Boer een gelijke ervaring opgedaan.
Hoewel gewaarschuwd, dat er in de rivier
gevaren verscholen lagen, voer hij toch
door. Op een gegeven oogenblik deed zich
toen eveneens een ontploffing voor, dit
maal even achter het schip. Hierbij is ver
moedelijk geen noemenswaardige schade
aangericht.
De boot zette hierna de reis naar en door
het buitenwater vcort.
Door de politie te Dinteloord is een on
derzoek ingesteld. Men ontdekte daarbij
tusschen Dinteloord en Stampersgat aan
den Noordelijken oever van de rivier vier
voorwerpen, die den vorm hadden van een
beschuitbus en een middellijn van 25 cm.
bij een lengte van 30 cm. Men veronder
stelt dat het kleine drijvende mijnen zijn.
Met deze mogelijkheid voor oogen is on
middellijk de vaart op de rivier gestremd
en zijn de autoriteiten op de hoogte ge
steld. De politie brengt de vondst in ver
band met de omstandigheid dat in den
nacht van Donderdag op Vrijdag een
vliegtuig laag boven de rivier heeft ge
vlogen.
Volgens de verklaring van schipper Van
Nimwegen hebben deze bussen een groote
explosieve kracht. Uiteraard heerscht er
eenige bezorgdheid. Opgemerkt zij, dat de
rivier geen enkele militaire beteekenis
heeft. „Vad."
vuur te worden aangetast, doch de hooge
Canadaboomen om dit perceel vormden
een flinke beschutting, terwijl burgers
krachtdadig met emmers water tegen elk
begin van brand optraden. Zoodoende.kon
deze boerderij behouden blijven, en be
perkte de schade zich hier slechts tot den
inboedel, welke waterschade kreeg.
Na drie kwartier was de brandweer zoo
ver, dat zij water op de vuurzee kon spui
ten. Zij heeft echter van de vier reeds
brandende boerderijen niets kunnen be
houden. Alles brandde tot den grond af.
Nog vier uur was zij met het nablusschen
bezig.
De schade, welke zeer aanzienlijk is,
wordt slechts gedeeltelijk door verzekering
gedekt. Van den landbouwer Van der Hey
den werden de landbouwinventaris en het
huis vernield, van v .d. Berg gingen de
pas binnengehaalde hooioogst, de inboedel,
een aantal kippen en het huis in vlammen
op, terwijl ook bij Van Herpen en Van
Pinksteren vrijwel alles verloren ging.
GROOTE HOEVEELHEID HOOI EN
STROO VERBRAND.
Zondagechtend omstreeks tien uur is
door onbekende oorzaak brand uitgebroken
in een der schuren van de familie Wouters
en Meels te Swijkhuizen-Schinnen. Mede
door de groote droogte van den laatsten
tijd greep het vuur snel op zich heen. De
schuren, waarin een groote hoeveelheid
hooi en stroo lag opgeslagen, gingen ge
heel verloren. Door het krachtige optreden
van de brandweren van Swijkhuizen en
Schinnen kon de vernielzucht van het vuur
ten deele beperkt worden tot de schuren.
Een der nabijgelegen woningen liep eenige
brandschade op. De inboedel kon tijdig in
veiligheid gebracht worden. Van den land
bouwer Meels kwamen twee varkens in de
vlammen om. Verzekering dekt de schade.
DOOR EEN VRACHTAUTO OVERREDEN
Jongen aan de gevolgen overleden.
Zaterdagnamiddag om vier uur werden
de tienjarige J. Roelfsema en de zesjarige
K. Kuipers, die per fiets de St. Walburg-
brug te Groningen passeerden, aangereden
door een vrachtauto uit Leens. Eerstge
noemde jongen kwam onder den vracht
auto terecht en werd er met ernstige in
wendige kneuzingen onder vandaan ge
haald. Tijdens het transport naar het aca
demisch ziekenhuis is de jongen overleden.
De andere jongen kreeg slechts lichte
verwondingen en kon na verbonden te zijn
naar huis worden vervoerd.
HOOIWAGEN OMGEVALLEN.
Voerman gedood.
Zatei'dagmiddag is onder Goedereede op
Ouddorp's grondgebied een ernstig onge
luk gebeurd. In een bocht van den weg
reed een hooiwagen met luchtbanden, met
twee paarden bespannen. De trekdieren
werden schichtig van het belletje van een
ijscokarretje en liepen achteruit. Daardoor
kwam het onderstel dwars te staan en de
wagen, hoog opgetast met hooi, kantelde,
voerman en paarden meesleurend en be
delvend. Spoedig toegeschoten hulp haal
de den voerman, den 35-jarigen A., woon
achtig te Ouddc-rp, onder de vooras van
den wagen vandaan; de man was op slag
gedood. De paarden zijn naar het abat
toir in Dirksland vervoerd.
JONGETJE TUSSCHEN MESTKAR EN
SCHUUR BEKNELD.
Tengevolge van het plotseling schichtig
worden van zijn paard raakte het twee
jarig zoontje van den landbouwer E. B. te
Ede, die aan het mestrijden was, bekneld
tusschen den mestkar en een schiyar. Toen
het den vader gelukte het paard weder in
bedwang te krijgen zag hij tot zijn ontstel
tenis, dat zijn kind tusschen den kar en
de schuur was bekneld geraakt. De le
vensgeesten waren geweken.
IN ZEE VERDRONKEN.
Badgast uit Utrecht slachtoffer.
De heer J. Slagter, uit Utrecht was Don
derdagavond te Egmond aan Zee in zee
gaan zwemmen. Waarschijnlijk is hij daar
bij in een mui geraakt. Hij werd door de
sterke strooming van de zee meegesleurd.
Alles ging zoo plotseling in z'n werk, dat
zijn metgezellen geen gelegenheid meer
hadden hem te hulp te komen.
Enkele uren later is het stoffelijk over
schot aan het Egmondsche strand aange
spoeld.
KNAAPJE VERDRONKEN.
Zaterdagmiddag omstreeks drie uur is
een negenjarige jongen uit de von Zesen
straat te Amsterdam bij het spelen op een
schuit in de Singelgracht tegenover het
Koloniaal Instituut door onbekende oor
zaak te water geraakt. Het duurde gerui-
men tijd voordat men den jongen aan den
wal had. Een dokter van den g.g. en g.d.
heeft hem nog behandeld, doch het was
reeds te laat.
KINDJE IN TEIL VERDRONKEN.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
is er in de woning van de familie Z. aan
den Crooswijkscheweg te Rotterdam een
treurig ongeval gebeurd. Een meisje van
10 1/2 maand, dat in een ledikantje sliep,
is omstreeks het middernachtelijk uur door
de onderlagen gezakt en in een teil met
water, die onder het bedje stond terecht
gekomen. Het kindje verdronk jammerlijk.
MET Z'N EIGEN OOR NAAR HET
ZIEKENHUIS.
Demonstratie van Spartaansche mentaliteit
In dezen wonderlijken tijd ziet men let
terlijk van alles gebeuren, zelfs dat per
sonen met hun eigen oor naar het zieken
huis loopen. Deze demonstratie van Spar
taansche mentaliteit had naar dè „N. H.
Crt." meldt, gisterochtend te Den Haag
plaats, toen om 7 uur op den hoek van
de Koninginnegracht en den Leidsche-
straatweg een militaire vrachtauto in bot
sing was geweest met een tramwagen van
Lijn 1. Oorzaak was, dat de bestuurder
van de auto met zijn voet van de rempe
daal gleed, waardoor het voertuig plotse
ling met groote kracht tegen de tram op
vloog. De chauffeur kwam daarbij zooda
nig in verdrukking, dat het grootste deel
van een zijner ooren werd afgescheurd.
Hij pakte het op, deed het in een lucifers
doosje en begaf zich onmiddellijk naar het
zoekenhuis.
Twee andere militairen, die op de auto
zaten, moesten eveneens naar het zieken
huis worden gebracht, respect, voor een
hersenschudding en wonden aan het ge
laat.
Het achterbalcon van de tram werd in
gedeukt, terwijl een zijruit brak.
WIELRENNEN.
S WIFT-COMBIN ATIE.
Gisteren werd de return wedstrijd tegen
de Spartaan uit den Haag gehouden. Er
vertrokken in totaal 45 renners, waarvan
den Haag alleen er reeds 30 leverde. De
wedstrijd ging over 75 K.M. Deze heeft
ons niet gebracht wat wij er van verwacht
hadden. Noch de A-, nocfy de B-klasse
heeft het tot de eerste plaats kunnen bren
gen. In tegenstelling met verleden week
zijn de Leidenaars nu eens verschoond ge
bleven van pech, uitgezonderd Fr. van den
Berg, die kwam te vallen. Mcoyman, wel
de sterkste man bij de Hageneezen, was
van de partij en het was zaak in diens
nabijheid te blijven, wat Rijsbergen uitste
kend gelukt is. Even voor de finish schoten
Mooyman en v. d. Graaf weg en wisten
in deze volgorde ook aan te komen. Om
de derde en vierde plaats werd door Rijs
bergen en v. d. Star gekampt en Rijsber
gen wist zich in deze sprint eerste te plaat
sen. Vijfde werd Houtman en de zesde
plaats was voor Alb. Lodewijks.
In de B-klasse was het resultaat al niet
veel beter. Het kleine aantal renners, dat
Leiden tegenover de Haagsche ploeg kon
plaatsen, waar Fr. van der Berg nog van
uitviel, deed geen beteren uitslag verwach
ten. Keer op keer werd er door de Ooie
vaars gedemarreerd -om de Leidenaars
kwijt te raken. Bcske en Sleyser hielden
echter moedig stand. Eenige kilometers
voor het einde moest ook Sleyser den
strijd opgeven en zat Boske met een kop
pel Hagenaars in den eindstrijd, waar hij
zich vierde wist te plaatsen.
WEDSTRIJDEN OP DE KREEKBAAN.
Gisteren werden op de Kreekbaan te
Rotterdam verschillende interessante wed
strijden gehouden, welke evenwel door tal
van valpartijen onderbroken werden door
dat menig bandje tengevolge van de
warmte sprong.
De uitslagen luiden:
Omnium voor Amateurs en Onafhanke-
lijken. Sprint over 5 baanronden: 1. Hof
stede 5 p.; 2. Westerveld 3 p.; 3. Jac. van
Vliet 2 p.; 4. van Krimpen 1 p.
Puntenrace over 25 ronden met 5 klas
sementen: 1. Hofstede 25 p.; 2. Westerveld
13 p.; 3. Jac. van Vliet 10 p.; 4. van Krim
pen 7 p.
Austr. achtervolging over maximum
25 ronden: 1. Westerveld 5 p.; 2. Jac. van
Vliet 3p.; 3. Hofstede 2 p.; 4. van Krim
pen 1 p.
Eindstand Omnium: 1. Hofstede 12 p.; 2.
Westerveld 11 p.; 3. Jac. van Vliet 7 p.;
4. van Krimpen 3 p.
Omnium voor Nieuwelingen: 5 Km. race
voor Nieuwelingen (30 ronden): 1. Harm-
sen 9 p.; 2. Balkenstein 8 p.; 3. Steehouwer
7 p.; 4. Merks 6 p.; 5. Visser 5 p.
Afvalrace voor Nieuwelingen, elke 3 ron
den valt een renner af: 1. Balkestein 9 p.;
2. Harmsen 8 p.; 3. Merks, 4. Steehouwer.
Eindstand: 1. Harmsen 17 p.; 2. Balke
stein 17 p (Na overrijden) 3. Steehouwer
13 p.; 4. Merks 13 p., (na overrijden).
60 km. koppel wedstrijd met drie klasse
menten. Eerste klassement: 1. Westerveld
5 p.; 2. de Ruiter 3 p.; 3. Hofstede 2 p.; 4.
Riethoven 1 p.
Tweede klassement: 1. Hellemons 5 p.; 2.
Hofstede 3 p.; 3. Westerveld 2 p.; 4. de
Ruiter 1 p.; derde klassement: 1. Hofstede
5 p.; 2. Hellemons 3 p.; 3. de Ruiter 2 p.;
4. Westerveld 1 punt.
Eindstand: 1. HofstedeVan Vliet, Gou
da 10 p.; 2. HellemonsKlippel, R'dam 8
p.; 3. Westerveldden Otter, R'dam 8 p.;
4. Duyvenbodede Ruiter, R'dam 6 p.; 5.
RiethovenSchuller, Leiden 1 p.; 6. Hor
dijkScholtens. R'damPoortugaal 0 p.;
op 7 ronden: 7. MasseursLuiten, Klundert
9 p. Tijd over 60 km. 1 uur 36 min. 29,8 sec.
WEDSTRIJDEN OP DE VEKABAAN.
Op de Vekabaan te Amsterdam werd gis
termiddag een uitgebreid wielerprogram-
ma verreden.
Zoowel Van Vliet als Derksen hebben
bovendien een aanval gedaan op het re
cord over de kwart mijl, staande start, dat
tot nu toe nog steeds op naam staat van
Van der Linden in den tijd van 28.2 sec.
Zij slaagden er niet in een beteren tijd te
maken. Derksen noteerde nog den besten
tijd, n.L 30 seconden, zich daarmede op
nieuw sneller toonend dan Van Vliet, die
dezen afstand in 30,2 sec. aflegde.
Doch ook in de sprint over vijf ronden
toonde Derksen zich wederom de meer
dere van Van Vliet door zijn rivaal .in
twee ritten te slaan.
De uitslagen luiden:
Omnium: Eerste rit: sprint over vijf ron
den: 1. WalsPellenaars, 8 punten; 2. Van
der VoortBakker, 4 pnt.
Tweede rit: Klassementswedstrijd over
5 km.: 1. WalsPellenaars, 8 pnt.; 2. Van
der VoortBakker, 3 pnt.
Derde rit: Achtervolging der ploeg zon
der aflossing over 4 km.: 1. WalsPelle
naars 10 pnt.; 2. Van der VoortBakker,
5 pnt.
Totaal uitslag: 1. WalsPellenaars, 25
pnt.; 2. Van der VoortBakker, 12 pnt.
Sprint over vijf ronden tusschen Derk
sen en Van Vliet: le rit: 1. Derksen, tijd
200 m. 12,8 sec.; 2. Van Vliet op een wiel-
lengte.
2e rit: 1. Derksen, 12 sec.; 2. Van Vliet op
een wiellengte.
Achtervolging over 5 km. tusschen Bos-
land en Groenewegen: 1. Groenewegen na
7 1/2 ronde, tijd 3 min. 20 sec.
Ploegachtervolging, max. 4 km. tusschen
de ploegen ZwartepoorteRoesBosland
en DemmingMartensKremer. Winnaar
werd de ploeg ZwartepoorteRoesBos
land na 7 1/2 ronde in den tijd van 7 min.
14.8 sec.
Achtervolging over 3 km. tusschen
Schulte en Klink. Winnaar werd Klink in
3 min. 56,6 sec. Schulte volgde op 5 m.
Koppel wedstrijd over 50 km.: 1. Zwarte-
poortRoes 11 pnt. tijd 1 uur 8 min.; 2.
WalsPellenaars 4 pnt.
Op een ronde: 3. SchulteVan der
Voort 5 pnt.
Op twee ronden: 4. KremerBosland 9
pnt.; 5. Demming—Martens 2 pnt.; 6.
KlinkGroenewegen 1 pnt.
FEUILLETON
Een roman uit Siberië,
door
Fr. ENSKAT.
7)
Het ontbrak hem aan behoorlijk voedsel.
De mannen achter wie hij aantrok, leef
den waarschijnlijk hoofdzakelijk van con
serven, maar daar zijn voorraad blikjes bit
ter klein was, zag hij zich genoodzaakt van
tijd tot tijd wat klein wild te strikken.
Vroeger toen het op geen dag aankwam,
was dat geen bezwaar geweest, maar wan
neer hij het spoor van Lansky en de zijnen
niet wilde verliezen, mocht hij niet te ver
achter komen en derhalve bleef hem voor
de jacht vrijwel geen tijd over. De afge-
loopen veertien dagen had hij pas twee
maal een stuk wild weten te verschalken.
Het gevolg hiervan was, dat hij zich op
rantsoen had moeten stellen en dat zyn
psysieke gesteldheid dar op den duur on
der moest lijden, was vanzelfsprekend.
In geen geval mocht hij al te ver achter
blijven. Volgens zijn schatting scheidde
hem nu nog slechts een flinke dagmarsch
van de mannen, die hij zoo hardnekkig ach
tervolgde.
Er moest nu zeer binnenkort echter iets
gebeuren! Zonder behoorlijke krachtige voe
ding dreigde Hal zijn vorm te zullen verlie
zen en zonder zijn vorm zou hij de achter
volging niet 'op de juiste wijze kunnen
voortzetten. Maar wat moest hij doen?
Piekerend liep hij verder. Hij maakte plan
nen om deze daarna als onuitvoerbaar
weer te verwerpen.
Sinds eenige dagen plaagde hem ook de
gedachte, dat hij totaal niets van de ande
ren afwist. Omtrent het doel van hun tocht
en hun voornemens verkeerde hij ten
eenenmale in het onzekere, want de aan
duidingen van den man, dien hij stervend
had gevonden, v/aren zoo vaag geweest, dat
zij geen ruimte lieten voor eenigszins be
trouwbare conclusies. Wanneer hij slechts
een kleine aanwijzing had gehad, dan zou
hij misschien een of andere tactiek hebben
kunnen toepassen, maar nu bleef hem niets
anders over dan den troep voortdurend op
de hielen te blijven. Ook dit feit begon Hal
meer en meer te hinderen.
De eene dag na den anderen ging voorbij
zonder dat zich iets bijzonders voordeed.
Het weer bleef bestendig: koud en helder.
De avond viel. Voor het eerst sinds we
ken kwamen aan den horizon wolken op
zetten. Tegelijkertijd werd het iets minder
koud. Hal verwachtte sneeuw. Alles
wees daarop. Het vooruitzicht was aller
minst pleizierig. Versche sneeuw zou de
voetsporen weldra uitwisschen. Hoe zou hij
dan den weg moeten vinden.
Terwijl hij nog overlegde, wat hem in
dat geval te doen stond, naderde hij een
dicht kreupelhout. .Hier moesten den vori-
gen dag de anderen gekampeerd hebben,
v/ant hij vond de overblijfselen van twee
groote vuren. Met den dikken tak, welken
hij voor wandelstok gebruikte, porde hij
wat in de asch. Tot zijn blijdschap bemerk
te hij, dat eenige verkoolde stukken hout
nog gloeiden. Onmiddellijk wierp hij zijn
bagage af en daarna bracht hij het vuur
weer op gang. In een groot conservenblik
liet hij wat sneeuw ontdooien en op een
speciaal voor dit doel verbogen plaat bak
te hij van meel een soort brood, dat in zijn
vorm meer van een groote pannenkoek had.
De thee was in een minimum van tijd ge
zet. Van den vorigen dag bezat hij nog eeni-
gen happen vleesch. Zoo was hij weldra
met zijn maaltijd gereed.
De onafscheidelijke pijp na het eten bleef
ditmaal achterwege. Tijdens het sobere
maal was hij plotseling op een idee geko
men. Zonder zich een oogenblik rust te
gunnen pakte hij zijn hebben en houden
haastig bijeen. Sedert zijn aankomst op
deze plaats was nauwelijks een half uur
verloopen en het volgende oogenblik be
vond hij zich weer op weg.
Lansky en zijn metgezellen hadden hun
kamp opgeslagen. De mannen zaten of la
gen rondom de tent. De avondmaaltijd was
reeds achter den rug en waarschijnlijk nog
onder den invloed daarvan werd er weinig
gesproken.
Lansky bukte zich bij het vuur om den
brand in zijn pijp te steken. Schier ge-
ruischloos sloop Nanglu naderbij.
„Heer, wij worden achtervolgd.Man
achter ons."
Verrast keerde Lansky zich om:
„Je droomt Nanglu Wie zou ons ach
tervolgen hier in deze verlatenheid en
waarom?"
Nanglu vergist zich niet heer! Man volgt
ons reeds sinds dagen."
„Hoe kan jij dat nu weten? Niemand van
ons heeft er nog iets van gemerkt. On
zin, Nanglu. Geen sterveling weet iets van
onze onderneming. Waaruit maak je op,
dat er iemand achter ons aanzit?"
Nanglu aarzelde even, voor hij begon:
„Drie dagen geleden heeft Nanglu 's mid
dags een handschoen verloren, 's Avonds
ging Nanglu een deel van denzelfden weg
terug om handschoen te zoeken. Heeft hem
ook gevonden. Maar van een kleinen berg
af zag Nanglu vuur achter zich."
Lansky greep den Osseet haastig bij den
arm. „Heb je je niet vergist?"
„Nanglu scherpe oogen. Nanglu al twee
nachten teruggegaan. Telkens vuur achter
ons gezien."
„En je vermoedt, dat hij maar alleen is?"
„Ja, heer! Vuur kleiner dan het onze...
eenmansvuur. Hij ook stil. Meer mannen
maken lawaai, maken grootere vuren, schie
ten wild. Hij alleen en stil. Achtervol
ger"
,,Maar wie dan?"
„Mertens.
„Je bent gek! Dat is onmogelijk. Ik heb
hem toch zelf.... Hij isMertens komt
niet meer terug.... Uitgesloten!"
Onwillekeurig keerde lansky zich af om
naar de tent terug te keeren, maar Nanglu
hield hem aan zijn mouw vast.
„Heer er komt sneeuw. Sneeuwnachten
gevaarlijk, wanneer achtervolger op spoor".
Met een ongeduldig gebaar rukte Lansky
zich los. „Hou op met dat gedaas! Ik ge
loof er niets van. En al was het zoo waar
voor hebben we anders 's nachts onze
wachtposten?"
Nanglu had voor zijn chef, die haastig
de tent binnen ging, slechts een medelij
denden blik over.
IX.
De sneeuw liet nog steeds op zich wach
ten. Hal haastte zich zooveel mogelijk. Zijn
bontjas stond wijd open, daar het hem an
ders te warm werd. Alles hing nu van zijn
snelheid af, zoomede van de vraag of de
sneeuw nog vier vijf uren zou uitblij
ven.
Hoewel de hemel zwaar bewolkt was,
heerschte er genoeg licht om de naaste om
geving te verkennen. Het verblindende wit
van het sneeuwdek droeg daartoe in niet
geringe mate bij. Zonder veel inspanning
gelukte het Hal het breede spoor, dat de
anderen hadden achtergelaten te volgen.
Geen moment vertraagde hij zijn stap. Nu
hij een vast omlijnd plan had, voelde hij
het vertrouwen in zich zelf terug keeren.
Intusschen werd het steeds minder koud.
Elke meter, dien hij aflegde ,voor de
sneeuw, die onvermijdelijk moest komen,
begon te vallen, was gewonnen.
Zoo verliepen ongeveer drie uren. Naar
de diepe duisternis te oordeelen moest het
allang nacht zijn. Het werd steeds moeilij
ker het spoor niet uit het oog te verliezen;
maar het ging nog. Tijdens het loopen be
merkte Hal, dat de grond langzaam begon
te stijgen. Tusschen tal van boomen door
ging zijn weg. Nu scheen hij het hoogste
punt van den heuvel te hebben bereikt,
want de volgende stappen gingen veel ge
makkelijker. Scherp tuurde hij in de duis
ternis.
Op hetzelfde moment bleef hij staan.
Daar! Heel in de verte zag hij dicht naast
elkaar twee lichtpuntjes. Hal was reeds
vertrouwd met de gewoc/ite van de achter
volgden om eiken avond twee vuren te ont
steken, want reeds dagen achtereen had hij
de overblijfselen daarvan gevonden. Nu
echter zag hij het vuur met eigen oogen
en onwillekèurig ontsnapte hem daarbij
een zucht van verlichting. Nu zouden zij
hem niet meer kunnen ontloopen. Hij wist
waar hij hen moest zoeken. De beide vu
ren zouden hem den weg wijzen. Nu kon
de sneeuw gerust komen.
(Wordt vervolgd).