Wxtp£ttó ütótatiddaad&L-
handdmym
DE NAMEN DER FRANSCHE
ONDERHANDELAARS
Ook besprekingen
met Italië
Oneenfgheid in
Egypte
Het lot der vluchte
lingen
Dultschland-
Rusland
Een coalitie-kabinet
in Amerika
VRIJDAG 21 JUNI 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
DE AFGEVAARDIGDEN.
De Fransche regeering heeft aan de
Duitsche regeering de namen bekend ge
maakt van haar onderhandelaars voor de
wapenstilstandsondcrhandelingeiu
Het zijn de generaal van het leger
Hunfziger, ambassadeur Noel, vice-admi-
raal Lelu, de generaal van het luchtwa-
pen Bergeret.
In verband met de moeilijke verbindin
gen voor het overbrengen van berichten,
welke over Spanje loopen, is deze mcde-
deeling der Fransche regeering eerst in
den nacht van Woensdag op Donderdag
om 1 uur door de Rijksregeering ontvan
gen. Zij kon den Führer gistermorgen om
4 uur ter kennis worden gebracht.
Het Duitsche opperbevel der weermacht
heeft daarop, zonder verwijl de noodige
instructies gegeven en maatregelen getrof
fen om de Fransche wapenstilstandsdele
gatie te ontvangen.
Ambassadeur Leon Noel, lid der Fran
sche wapenstilstandscommissie, is 53 jaar.
Van opleiding is hij jurist. Tijdens de be
zetting van het Rijnland was hij als alge
meen gedelegeerde bij den oppercommis-
saris in het Rijnland werkzaam. Later
werd hij prefect in Colmar. In Januari
1932 benoemde Laval hem tot secretaris
generaal van het ministerie van binnen-
landsche zaken en leider der staatspolitie.
In Juni van hetzelfde jaar werd hij be
noemd tot gezant in Praag en in Januari
1935 tot leider van het bureau van den
minister-president. Sinds Februari 1935
was hij ambassadeur in Polen.
Generaal Huntziger is 60 jaar. Hij is
vooral bekend door zijn optreden als op
perbevelhebber van de Fransche troepen
in Syrië en door de rol, die hij in Ankara
heeft gespeeld bij de onderhandelingen
over het militaire pact tusschen Turkije,
Engeland en Frankrijk. Generaal Huntzi
ger is lid van den oppersten krijgsraad.
Ook een Fransche stap bij Italië.
De Fransche regeering heeft zich gister
morgen tot de Italiaanschè regeering ge
wend, door tusschenkomst van de Spaan-
sche regeering, met het verzoek te onder
handelen over een wapenstilstand. De Ita
liaanschè regeering heeft door tusschen
komst derzelfde regeering geantwoord in
termen, gelijkluidend aan het antwoord
der Duitsche regeering, n.l. dat zij de na
men der Fransche gevolmachtigden ver
wacht, wien dan plaats en tijd voor een
ontmoeting bekend zullen worden ge
maakt.
PéTAIN OVER FRANKRIJK'S LOT.
In een radiorede heeft minister-presi
dent Pétain gistermiddag gezegd, dat de
regeering de gevolmachtigden heeft be
noemd met de opdracht de voorwaarden
van den tegenstander in ontvangst te ne
men.
Hij heeft dit besluit genomen met het
bittere hart van een soldaat omdat de
militaire toestand hem daartoe heeft ge
dwongen. Sedert 13 Juni is een verzoek
om wapenstilstand onvermijdelijk ge
weest. Als een van de redenen hiervoor
zeide Pétain, dat op 1 Mei 1917, ondanks
drie moorddadige oorlogsjaren, het Fran
sche leger nog 3.280.000 man telde. Bij den
aanvang van den jongsten slag waren er
500.000 man minder. In Mei 1918 stonden
85 Britsche divisies aan Fransche zijde, in
Mei 1940 waren het er slechts 10. Het
Fransche materiaal is verre in de minder
heid. Frankrijk heeft thans minder vrien
den, te weinig kinderen, te weinig wape
nen en te weinig bondgenooten. „Laten wij
uit den verloren slag een les trekken", al
dus vervolgde Pétain. „Sedert den oorlog
heeft de genotzucht den geest van offer
vaardigheid overwoekerd. Men heeft elke
inspanning willen vermijden. Thans treft
het ongeluk ons. Ik was bij u in de dagen
van roem, ook in deze donkere dagen wil
ik bij u blijven".
FRANSCHE MINISTERIES NAAR
BIARRITZ.
Uit Frankrijk te Irun aankomende vluch
telingen, waaronder zich talrijke Fran
sche voormalige ministers, zooals Bonnet,
bevinden, hebben medegedeeld, dat de
Fransche ministeries van Bordeaux naar
Biarritz zij nverplaatst.
HET FRONTBERICHT.
Het frontbericht van het D.N.B. luidt
als volgt:
Den negentienden Juni bracht ook in
den Elzas en in Lotharingen, waar de
Fransche eenheden nog in de laatste dagen
taaien tegenstand boden, een merkbare
verslapping van de vijandelijke strijd
kracht. Door de verovering van Epinal,
Toul en- Luneville, is de bewegingsmoge
lijkheid voor de Fransche formaties ver
der verminderd. Aan beide zijden van
Diedenhofen wordt evenals voorheen om
de Maginot-linie hardnekkig gevochten.
Door de bezetting van Brest is practisch
geheel Bretagne bezet. In totaal is onge
veer de helft van Frankrijk vast in Duit
sche hand. Wat de acties van het lucht-
wapen betreft, is voornamelijk de aanval
op de stikstoffenfabriek Billingham be
langrijk.
Deze fabriek is voor de Britsche bewa
peningsindustrie van groote beteekenis.
Ook de succesvolle aanval op de petro-
leum-opslagplaatsen van Hull is bedang-
rijk. Hierdoor is het middengedeelte van
de Engelsche Oostkust opnieuw een oor-
logstooneel geworden.
LUCHTAANVALLEN OP 'ENGELAND.
Naar van bevoegde militaire zijde wordt
medegedeeld hebben Duitsche gevechts
groepen in den loop van gisternacht in de
streek van Bristol en Southampton wer
ven en haveninstallaties en inrichtingen
van de Engelsche vliegtuigindustrie met
bommen aangevallen. Daarbij braken op
vele plaatsen branden uit en felle ontplof
fingen verlichtten den nacht. Ook de ha
veninstallaties van Loriënt, La Rochelle,
Bordeaux en Saint Nazaire werden met
bommen bestookt. Branden, die van ver
zichtbaar waren, teekenden den weg af,
dien de Duitsche toestellen hadden afge
legd. Een kruiser en verscheidene koop
vaardijschepen met ongeveer 23.000 ton
inhoud werden door bommen getroffen en
voor een deel zwaar beschadigd.
LUCHTAANVALLEN OP MANNHEIM
EN LUDWIGSHAVEN.
In den nacht op Donderdag werden de
steden Mannheim en Ludwigshaven op
nieuw dcor vijandelijke vliegtuigen aange
vallen. De vijand moest zonder zijn doel
te kunnen bereiken, weer omdraaien. Zoo
als in alle andere gevallen, werden ook
ditmaal de bommen lukraak uitgeworpen
en richtten, daar zij uitsluitend buiten de
grenzen der stad neervielen, slechts gerin
ge materieele schade aan.
Tusschen koning Faroek
en Londen
DE ENGELSCHE EISCHEN.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt van
de Egyptische grens:
Tusschen den Egyptischen koning en den
Britschen ambassadeur, Lampson, schijnt
een rechtstreeksch conflict aanstaande te
zijn. Het zwaartepunt van de meeningsver-
schillen is de uitlegging van het Engelsch-
Egyptisch verdrag. Dit verdrag verplicht
Engeland, Egypte te helpen wanneer het
aangevallen wordt, verplicht daarentegen
Egypte niet Engeland te ondersteunen,
wanneer dit land oorlog voert. Alle overige
Egyptische verplichtingen voortvloeiende
uit dit verdrag beperken zich tot het recht
van doortocht van Engelsche troepen. Deze
mogen uitsluitend aan het Suezkanaal ge
legerd worden. Het overige gebied mag
slechts door hen betreden worden tijdens
hun doortocht. De vliegvelden mogen door
de Engelschen eveneens slechts gebruikt
worden als doorgangsstations. De Engel
sche ambassadeur en het Britsche opperbe
vel gaan thans, naar verluidt, met hun
eischen veel verder dan den grondslag van
dit verdrag.
Zij weigeren Kaïro militair te ontruimen
en daardoor tot open stad te maken, hou
den alle vliegvelden bezet en eischen ver
der de actieve deelneming van Egypte aan
den oorlog, alsmede het lijdelijk dulden
van de Engelsche militaire maatregelen in
de door hen krachtens het verdrag gesloten
Egyptische gebiedsdeelen. Verder eischen
zij het ontslag van den chef van den Egyp
tischen generaal staf, Nasri pasja, en trek
ken zij de Egyptische troepen uit haar
grensgarnizoenen terug. Ten slotte wordt
met een staatsgreep gedreigd, ten einde
een militaire dictatuur te vestigen.
Het is geheel onzeker, hoe lang het den
Egyptischen koning nog gelukken zal, zich
tegen deze Engelsche eischen en den En
gelschen militairen druk te verzetten. Alle
teekenen duiden er echter op, dat de tegen
stand van den koning als een sein werkt
op het Arabische naburige Oosten en dat,
wanneer de verhoudingen zich verder toe
spitsen, het geheele gebouw der Engelsche
heerschappij in Voor-Azië een gemeen-
schappelijken stormloop te verduren zal
krijgen.
DE HERTOG VAN WINDSOR
IN BARCELONA
Met zijn gemalin, zijn secretaris en nog
zes andere petsonen, is de hertog van Wind
sor gisteravond tegen 11 uur te Barcelona
aangekomen. Bij La Junquera was hij over
de FranschSpaansche grens gekomen.
Zijn secretaris vertelde, dat de hertog Vrij
dag in Barcelona zal blijven om Zaterdag
naar Madrid door te reizen, waar hij richt
lijnen uit Londen verwacht. De terugreis
naar Engeland zal via Lissabon geschieden.
Spaansche correspondenten hebben in
Bordeaux vernomen, dat de voorzitter van
de Fransche Kamer, Herriot, naar Zwitser
land is gevlucht. Voor zijn vlucht zou hij in
Lyon geld en geldswaardige papleren van
de bank hebben gehaald. In Lyon zijn, vol
gens deze correspondenten, vijandelijke
betoogingen gehouden tegen den burge
meester Herriot.
Officieel wordt te Bern medegedeeld, dat
in den afgeloppen nacht in de streek van
St. Ursanne geallieerde troepen ter sterkte
van 28.000 man, onder wie 16.000 Polen en
12.000 Franschen, met 7800 paarden over de
Zwitsersche grens zijn getrokken. De troe
pen werden ontwapend en in het binnen
land geinterneerd.
Het Zwitsersche telegraafagentschap pre
ciseert, dat tot dusverre 40.000 Fransche
soldaten naar Zwitserland zijn gekomen.
Hun aantal neemt nog steeds toe.
BORDEAUX VOL WANHOPIGE
MENSCHEN
Schokkende verslagen van ooggetuigen
uit Bordeaux worden gepubiceerd in de
Spaansche bladen ABC en Ya. Menschen
en voertuigen stroomen in dichte rijen doel
loos in de gloeiende zonnehitte door de
stiaten. Reusachtige menschenmenigten
belegeren de banken en de consulaten van
Spanje en Engeland. Op alle gezichten .tee
kent zich diepe vermoeidheid af. Ieder
tracht ergens te slapen, vooral in wacht
kamers van stations. Ministers slapen op
stoelen of sofa's in bescheiden dakkamer
tjes van restaurants.
Duizenden militaire voertuigen uit alle
deelen van Frankrijk, Engelsche, Fransche
en Belgische Roodkruiswagens staan in bon
te rijen door elkander op straten en plei
nen.
Onder de burgers bewegen zich werkloos
en zonder doel duizenden soldaten van de
verslagen legers.
DE UITWISSELING VAN DIPLOMATEN
De leden van de Engelsche ambassade te
Rome, die zich reeds 8 dagen geleden te
Ancona op het luxe schip' „Conté Rosso"
hadden ingescheept, bevinden zich nog
steeds te Ancona. Als reden hiervoor wordt
opgegeven, dat het vrijgeleide van het mi
nisterie van Marine, dat voor een veiligen
overtocht noodzakelijk is, nog niet is ont
vangen. Om dezelfde reden hebben ook de
leden van de Itlaiaansche ambassade te
Londen Engeland nog niet kunnen verla
ten. De Engelschen genieten op de „Conto
Rosso" vérgaande vrijheid.
CACAO ALS OORLOGSSLACHTOFFER
Volgens een bericht van de „Manchester
Guardian" heeft de Britsche regeering moe
ten besluiten tot vernietiging van het groot
ste deel van de West-Afrikaansche cacao-
oogst, daar zij niet in de gelegenheid is,
hiervoor op de weinig markten, die haar
nog overgebleven zijn, afzet te vinden.
Het gaat hier om een totalen oogst van
ongeveer 400.000 ton, waarvan Engeland
voor eigen gebruik in geen geval meer dan
100.000 ^on noodig heeft. Daar nog slechts
enkele markten voor den afzet beschikbaar
zijn en bovendien de noodzakelijkheid van
de grootst mogelijke zuinigheid met de
scheepsruimte het vervoer van deze hoe
veelheden cacao verbiedt, blijft als eenige
uitweg de vernietiging over.
LOOZE GERUCHTEN OVER
VERWIKKELINGEN.
Nadat er de laatste dagen in de Engel
sche pers steeds weer berichten waren op
gedoken over de samentrekking van bui
tengewoon sterke Russische strijdkrachten
aan de Oostgrens van Duitschland, als ver
volg op de Russische actie tegen Littauen,
meldde Reuter op 19 Juni uit Kaunas, dat
er Duitsche troepenbewegingen plaats
vonden in Oost-Pruisen.
Van officieele Duitsche zijde wordt ten
aanzien hiervan met stelligheid verklaard,
dat er geen Duitsche troepenbewegingen
aan de Duitsch-Littausche grens hebben
plaats gehad. Het is steeds weer hetzelfde
liedje, zoo zegt men in Duitsche poiWeke
kringen. Daar blijkbaar de verwijzing naar
de Amerikaansche hulp niet meer trekt,
probeert Reuter thans het Engelsche volk
in deze ernstige dagen, nu het uur van de
afrekening nadert, voor te spiegelen, dat er
verwikkelingen tusschen Duitschland en
Rusland te verwachten zijn.
TWEE NIEUWE MINISTERS.
President Roosevelt heeft volgens Asso
ciated Press, stappen ondernomen voor de
vorming van een coalitiekabinet. Hij heeft
n.l. den Senaat de benoeming van den re
publikein Knox tot minister van marine
en de benoeming van Stimson tot minister
van oorlog ter goedkeuring voorgelegd.
Knox was in 1934 republikeinsch candidaat
voor het vice-presidentschap. Stimson was
tijdens den ambtsduur van president Hoo
ver minister van bultenlandsche zaken.
Deze benoemingen hebben in politieke
kringen te Washington groot opzien ge
baard.
De benoeming van deze beide interven-
tlonisten, zoo verklaarde senator Wheeler,
beteekent, dat de regeering-Roosevelt zich
van haar liberale politiek afkeert en in
plaats van de belangen te behartigen van
de ondervoeden, de slecht gekleeden en de
slecht gehuisvesten, zich bezig houdt met
den toestand in Europa.
De voorzitter van de republikeinsche
partij, Hamilton, legde te Philadelphia een
officieele verklaring af, waarin hij zeide,
dat de wensch van Stimson en Knox naar
een interventie der Ver. Staten in de Euro-
peesche aangelegenheden zóó bekend is,
dat hun benoemingen voor zich zelf spre
ken.
Inmiddels heeft president Roosevelt door
zijn secretaris Early de volgende commen
taar op de benoeming van Knox en Stim
son aan de pers gegeven: „De benoemingen
staan in verband met het overheerschende
gevoel van het land naar nationale solida
riteit in een tijd van wereldcrisis. Zij zijn
ten nutte van de landsverdediging. Dat is
alles".
Het nieuwe raadhuis
te
Leidschendam
Onthulling van een
gedenksteen
Onthulling Gedenksteen nieuwe Raad
huis. Gisterenmiddag had de onthulling
plaats van een gedenksteen in het nieuwe
raadhuis te Leidschendam, waarvan de
bouw snel en gestadig vordert.
Onder de aanwezigen merkten wij o.m.
op den loco-burgemeester L. C. de Koning,
wethouder Smits, den gemeente-secretaris,
den heer H. J. van Delft, den^ architect
A. J. Kropholler, den aannemer den heer
G. A. Baaten, den gemeente-architect, den
heer G. de Regt, alle raadsleden, het ge
heele secretarie-personeel en het personeel
van het gemeentebedrijf.
Toespraak loco-burgemeester
L. C. de Koning.
Nadat allen onder deskundige leiding
een rondgang hadden gemaakt, schaarden
zij zich rondom den gedenksteen, waarop
naast den naam van Burgemeester Keijzer
vermeld staan de namen der beide wet
houders, den gemeente-secretaris, de
raadsleden en den architect.
De loco-burgemeester sprak de volgende
rede uit:
Op dezen gedenkwaardigen dag, waarop
zqo aanstonds de onthulling van een ge
denksteen in het nieuwe raadhuis zal
plaats vinden, heet ik U allen har
telijk welkom Na de samenvoeging der
beide gemeenten was al direct het vraag
stuk van een nieuw raadhuis urgent. Geen
der beide raadhuizen voldeed ook maar
eenigszins aan de meest noodzakelijke
eischen. Bij het optreden van den nieuwen
raad was. dan ook de eerste bespreking,
onder leiding van wijlen burgemeester
Keijzer, gewijd aan den bouw van een
nieuw raadhuis. Een commissie uit den
raad werd benoemd, de noodige voorbe
reidingen werden getroffen en al spoedig
werden aan den raad voorstellen ge
daan. Wanneer wij elders zien, hoe lange
tijd met de voorbereiding gemoeid was,
kunnen wij zeggen, dat de tijd van voor
bereiding kort is geweest. De bouw werd
door den raad opgedragen aan den heer
A J. Kropholler, architect te Wassenaar.
Verschillende plaatsen kwamen in eerste
instantie voor den bouw in aanmerking,
o.a. de Damstraat, het open terrein achter
de Damstraat, twee perceelen aan den
Voorburgschenweg en 2 perceelen aan
den Prinses Juliana weg, waaronder de
O.L. School. Na veel bespreking werd het
terrein aan den Prinses Juliana weg, ge
legen langs de Kon. Wilhelminalaan door
den heer J. P. Hüner te Wassenaar aan
geboden en door den raad aanvaard. Hoe
wel dit terrein niet de algeheele instem
ming van den geheelen raad had, werd het
besluit tot aanvaarding met meérderheid
van stemmen genomen. Als ik vanaf den
Prinses Julianaweg een blik sla op dit
gebouw, of vanaf deze plaats het terrein
overzie, dan ben ik persoonlijk van mee
ning en wellicht nog vele anderen met mij,
dat deze keus goed is geweest. De uit
voering van den bouw werd opgedragen
aan den heer G. A. Baaten te Waspik. Wij
mogen verwachten, dat bouw en indeeling
zonder groote stoornis tot stand zullen
komen en wij kunnen thans met voldoe
ning constateeren, dat de bouw reeds be
langrijk is gevorderd. Het dagelyksch be
stuur en de architect meenden de ont
hulling van den gedenksteen niet achter
wege te mogen laten en het juiste oogen-
blik werd thans aanwezig geacht. Op de
gedenksteen zullen de namen van de per
sonen vermeld staan, die deel hebben uit
gemaakt van de vergadering, waarin tot
den bouw van het nieuwe, raadhuis werd
besloten. Mede zal dit dan tevens een her
innering blijven aan onzen nog zoo korte
lings overleden burgemeester Keijzer. Wat
den bouwstijl van het raadhuis betreft, zal
men van meening kunnen verschillen,
persoonlijke smaak en opvatting spelen
hierbij een groote rol. Met dit al vertrouw
ik, dat wanneer deze bouw voltooid zal
zijn, het raadhuis een monumentaal geheel
zal vormen in zijn rustige omgeving, om
ringd met boomen en plantsoenen. Mijn
overtuiging is, dat de inwoners van Leid
schendam met hun toekomstig raadhuis te
vreden zullen zijn.
Mijne heeren, gaarne hadden wij heden
op deze plaats onzen burgemeester, wijlen
den heer Keijzer zien staan. Bur
gemeester Keijzer, die moeite en tijd niet
gespaard heeft om den bouw van dit raad
huis in dezen stijl te bevorderen. Het heeft
helaas niet zoo mogen zijn. Gods raads
besluiten zijn ondoorgrondelijk, toch zal na
de onthulling van dezen steen zijn naam
als grondlegger van dit gebouw in eere
blijven voortleven. Alvorens tot de ont
hulling over te gaan, wil ik van deze plaats
dankzeggen de commissie van voorberei
ding, bestaande uit de heeren wethouder
H. A. Smits, de raadsleden: K. Vink en
A. J. Schrader, den gemeente-secretaris
H. J. van Delft en den gemeente-architect
G. de Regt, voor de vele werkzaamheden,
die aan deze bouw zijn voorafgegaan. Even
zoo een woord van dank aan den ontwer
per van dit gebouw, den heer A. J. Krop
holler, alsmede aan den uitvoerder, den
heer G. A Baaten, die tot volle tevreden
heid den bouw van het raadhuis doet vor
deren. Een bijzonder woord van dank is
zeker op zijn plaats aan den heer J. P.
Hüner, den schenker dezer terreinen.
Thans aan het eigenlijk doel van deze sa
menkomst gekomen, spreek ik de hoop uit,
dat onder Gods zegen de bouw voorspoedig
moge tot stand komen en ga ik over tot
de onthulling van deze gedenksteen.
(Applaus).
Wie het laatst lacht,
lacht het best
Nadat de onthulling had plaats gehad,
sprak de architect, de heer Kropholler, als
volgt:
Het is mij een genoegen hier den edel-
achtb, heer loco-burgemeester, den wet
houder en den gemeente-secretaris, die te
zamen het gemeente-bestuur vormen bij
deze gelegenheid te danken voor de vlotte
samenwerking bij het op touw zetten van
dit bouwwerk. Ik heb de stellige over
tuiging, dat bij een minder voortvarend en
energiek bestuur er wel veel gepraat zou
zijn over 'n nieuw raadhuis, maar er niets
tot stand zou zijn gekomen. Ons aller ge
dachten gaan daarbij ook met sympathie en
dankbaarheid terug naar het hoofd van
deze gemeente, wijlen burgemeester
Keijzer, wiens verscheiden hier nog lang
zal worden betreurd. Wij zijn dit bouw
werk hier begonnen onder de meest on
gunstige omstandigheden, toen andere ge
meentebesturen, die niet minder behoefte
hadden aan een nieuw raadhuis, het niet
aandurfden. Ik werk nu al jarenlang voor
vele gemeenten aan raadhuisbouw en weet
er dus wel een en ander van. Ik weet nu
ook, dat hier in Leidschendam een nieuw
raadhuis komt, omdat het gemeentebestuur
en de raad doorgetast hebben, terwijl
andere gemeentehuizen, die op denzelfden
tyd begonnen hadden kunnen worden, nu
wel in afzienbaren tijd niet tot stand zul
len komen, want de materialen worden al
schaarscher. Omdat wij dit zagen aan
komen en onmiddellijk gehandeld hebben,
daarom ziet U op dit terrein zulk een on
gewoon groote hoeveelheid van allerlei
bouwmaterialen liggen. Het hardsteen uit
België, de zandsteen uit Duitschland, het
hout uit Amerika en de Oostzeestaten en
de leien uit Noorwegen. Toen dit alles ver
leden jaar met den meest mogelijken spoed
werd aangeschaft, waren er die lachten,
maar gesteund door een even voortvaren
den gemeenteraad, gaf het gemeente
bestuur zijn orders en nu is het, wie het
laatst lacht, lacht het best. Niet alleen dat
Leidschendam nu een nieuw raadhuis
krijgt, maar het stichten daarvan geeft ook
arbeid in de gemeente en misschien nog
veel arbeid ook, want om het raadhuis
heen verrijzen nu al de woningen, die in
een groot plan tezamen met het raadhuis
één geheel zullen -uitmaken. De aanleg om
het raadhuis heen met de beplanting en de
huizen zijn ngmelijk tegelijk ontworpen,
zoodat Leidschendam hier een geheel
nieuw centrum krijgt. Op het oogenblik is
het nog een chaos, maar U ziet wel; de
ruimte is er en als straks de tuinarchitect,
die ons hierbij helpt, de heer Hüner, met
zijn beplantingen komt tegen den tijd, dat
het raadhuis klaar is, dan wordt het een
plaats, waar menig ingezetene voor zijn
plezier een wandeling zal maken. Dat er
dan weer arbeid en welvaart moge zijn
voor allen, dat geve God, Leve Leidschen
dam.
Hiermede was de plechtigheid ten einde 1
en begaven allen zich naar het gemeente
huis aan de Delftschekade, waar aan allen
thee en sigaren werden aangeboden
4