Wxtp£ttó ütótatiddaad&L- handdmym DE NAMEN DER FRANSCHE ONDERHANDELAARS Ook besprekingen met Italië Oneenfgheid in Egypte Het lot der vluchte lingen Dultschland- Rusland Een coalitie-kabinet in Amerika VRIJDAG 21 JUNI 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 DE AFGEVAARDIGDEN. De Fransche regeering heeft aan de Duitsche regeering de namen bekend ge maakt van haar onderhandelaars voor de wapenstilstandsondcrhandelingeiu Het zijn de generaal van het leger Hunfziger, ambassadeur Noel, vice-admi- raal Lelu, de generaal van het luchtwa- pen Bergeret. In verband met de moeilijke verbindin gen voor het overbrengen van berichten, welke over Spanje loopen, is deze mcde- deeling der Fransche regeering eerst in den nacht van Woensdag op Donderdag om 1 uur door de Rijksregeering ontvan gen. Zij kon den Führer gistermorgen om 4 uur ter kennis worden gebracht. Het Duitsche opperbevel der weermacht heeft daarop, zonder verwijl de noodige instructies gegeven en maatregelen getrof fen om de Fransche wapenstilstandsdele gatie te ontvangen. Ambassadeur Leon Noel, lid der Fran sche wapenstilstandscommissie, is 53 jaar. Van opleiding is hij jurist. Tijdens de be zetting van het Rijnland was hij als alge meen gedelegeerde bij den oppercommis- saris in het Rijnland werkzaam. Later werd hij prefect in Colmar. In Januari 1932 benoemde Laval hem tot secretaris generaal van het ministerie van binnen- landsche zaken en leider der staatspolitie. In Juni van hetzelfde jaar werd hij be noemd tot gezant in Praag en in Januari 1935 tot leider van het bureau van den minister-president. Sinds Februari 1935 was hij ambassadeur in Polen. Generaal Huntziger is 60 jaar. Hij is vooral bekend door zijn optreden als op perbevelhebber van de Fransche troepen in Syrië en door de rol, die hij in Ankara heeft gespeeld bij de onderhandelingen over het militaire pact tusschen Turkije, Engeland en Frankrijk. Generaal Huntzi ger is lid van den oppersten krijgsraad. Ook een Fransche stap bij Italië. De Fransche regeering heeft zich gister morgen tot de Italiaanschè regeering ge wend, door tusschenkomst van de Spaan- sche regeering, met het verzoek te onder handelen over een wapenstilstand. De Ita liaanschè regeering heeft door tusschen komst derzelfde regeering geantwoord in termen, gelijkluidend aan het antwoord der Duitsche regeering, n.l. dat zij de na men der Fransche gevolmachtigden ver wacht, wien dan plaats en tijd voor een ontmoeting bekend zullen worden ge maakt. PéTAIN OVER FRANKRIJK'S LOT. In een radiorede heeft minister-presi dent Pétain gistermiddag gezegd, dat de regeering de gevolmachtigden heeft be noemd met de opdracht de voorwaarden van den tegenstander in ontvangst te ne men. Hij heeft dit besluit genomen met het bittere hart van een soldaat omdat de militaire toestand hem daartoe heeft ge dwongen. Sedert 13 Juni is een verzoek om wapenstilstand onvermijdelijk ge weest. Als een van de redenen hiervoor zeide Pétain, dat op 1 Mei 1917, ondanks drie moorddadige oorlogsjaren, het Fran sche leger nog 3.280.000 man telde. Bij den aanvang van den jongsten slag waren er 500.000 man minder. In Mei 1918 stonden 85 Britsche divisies aan Fransche zijde, in Mei 1940 waren het er slechts 10. Het Fransche materiaal is verre in de minder heid. Frankrijk heeft thans minder vrien den, te weinig kinderen, te weinig wape nen en te weinig bondgenooten. „Laten wij uit den verloren slag een les trekken", al dus vervolgde Pétain. „Sedert den oorlog heeft de genotzucht den geest van offer vaardigheid overwoekerd. Men heeft elke inspanning willen vermijden. Thans treft het ongeluk ons. Ik was bij u in de dagen van roem, ook in deze donkere dagen wil ik bij u blijven". FRANSCHE MINISTERIES NAAR BIARRITZ. Uit Frankrijk te Irun aankomende vluch telingen, waaronder zich talrijke Fran sche voormalige ministers, zooals Bonnet, bevinden, hebben medegedeeld, dat de Fransche ministeries van Bordeaux naar Biarritz zij nverplaatst. HET FRONTBERICHT. Het frontbericht van het D.N.B. luidt als volgt: Den negentienden Juni bracht ook in den Elzas en in Lotharingen, waar de Fransche eenheden nog in de laatste dagen taaien tegenstand boden, een merkbare verslapping van de vijandelijke strijd kracht. Door de verovering van Epinal, Toul en- Luneville, is de bewegingsmoge lijkheid voor de Fransche formaties ver der verminderd. Aan beide zijden van Diedenhofen wordt evenals voorheen om de Maginot-linie hardnekkig gevochten. Door de bezetting van Brest is practisch geheel Bretagne bezet. In totaal is onge veer de helft van Frankrijk vast in Duit sche hand. Wat de acties van het lucht- wapen betreft, is voornamelijk de aanval op de stikstoffenfabriek Billingham be langrijk. Deze fabriek is voor de Britsche bewa peningsindustrie van groote beteekenis. Ook de succesvolle aanval op de petro- leum-opslagplaatsen van Hull is bedang- rijk. Hierdoor is het middengedeelte van de Engelsche Oostkust opnieuw een oor- logstooneel geworden. LUCHTAANVALLEN OP 'ENGELAND. Naar van bevoegde militaire zijde wordt medegedeeld hebben Duitsche gevechts groepen in den loop van gisternacht in de streek van Bristol en Southampton wer ven en haveninstallaties en inrichtingen van de Engelsche vliegtuigindustrie met bommen aangevallen. Daarbij braken op vele plaatsen branden uit en felle ontplof fingen verlichtten den nacht. Ook de ha veninstallaties van Loriënt, La Rochelle, Bordeaux en Saint Nazaire werden met bommen bestookt. Branden, die van ver zichtbaar waren, teekenden den weg af, dien de Duitsche toestellen hadden afge legd. Een kruiser en verscheidene koop vaardijschepen met ongeveer 23.000 ton inhoud werden door bommen getroffen en voor een deel zwaar beschadigd. LUCHTAANVALLEN OP MANNHEIM EN LUDWIGSHAVEN. In den nacht op Donderdag werden de steden Mannheim en Ludwigshaven op nieuw dcor vijandelijke vliegtuigen aange vallen. De vijand moest zonder zijn doel te kunnen bereiken, weer omdraaien. Zoo als in alle andere gevallen, werden ook ditmaal de bommen lukraak uitgeworpen en richtten, daar zij uitsluitend buiten de grenzen der stad neervielen, slechts gerin ge materieele schade aan. Tusschen koning Faroek en Londen DE ENGELSCHE EISCHEN. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt van de Egyptische grens: Tusschen den Egyptischen koning en den Britschen ambassadeur, Lampson, schijnt een rechtstreeksch conflict aanstaande te zijn. Het zwaartepunt van de meeningsver- schillen is de uitlegging van het Engelsch- Egyptisch verdrag. Dit verdrag verplicht Engeland, Egypte te helpen wanneer het aangevallen wordt, verplicht daarentegen Egypte niet Engeland te ondersteunen, wanneer dit land oorlog voert. Alle overige Egyptische verplichtingen voortvloeiende uit dit verdrag beperken zich tot het recht van doortocht van Engelsche troepen. Deze mogen uitsluitend aan het Suezkanaal ge legerd worden. Het overige gebied mag slechts door hen betreden worden tijdens hun doortocht. De vliegvelden mogen door de Engelschen eveneens slechts gebruikt worden als doorgangsstations. De Engel sche ambassadeur en het Britsche opperbe vel gaan thans, naar verluidt, met hun eischen veel verder dan den grondslag van dit verdrag. Zij weigeren Kaïro militair te ontruimen en daardoor tot open stad te maken, hou den alle vliegvelden bezet en eischen ver der de actieve deelneming van Egypte aan den oorlog, alsmede het lijdelijk dulden van de Engelsche militaire maatregelen in de door hen krachtens het verdrag gesloten Egyptische gebiedsdeelen. Verder eischen zij het ontslag van den chef van den Egyp tischen generaal staf, Nasri pasja, en trek ken zij de Egyptische troepen uit haar grensgarnizoenen terug. Ten slotte wordt met een staatsgreep gedreigd, ten einde een militaire dictatuur te vestigen. Het is geheel onzeker, hoe lang het den Egyptischen koning nog gelukken zal, zich tegen deze Engelsche eischen en den En gelschen militairen druk te verzetten. Alle teekenen duiden er echter op, dat de tegen stand van den koning als een sein werkt op het Arabische naburige Oosten en dat, wanneer de verhoudingen zich verder toe spitsen, het geheele gebouw der Engelsche heerschappij in Voor-Azië een gemeen- schappelijken stormloop te verduren zal krijgen. DE HERTOG VAN WINDSOR IN BARCELONA Met zijn gemalin, zijn secretaris en nog zes andere petsonen, is de hertog van Wind sor gisteravond tegen 11 uur te Barcelona aangekomen. Bij La Junquera was hij over de FranschSpaansche grens gekomen. Zijn secretaris vertelde, dat de hertog Vrij dag in Barcelona zal blijven om Zaterdag naar Madrid door te reizen, waar hij richt lijnen uit Londen verwacht. De terugreis naar Engeland zal via Lissabon geschieden. Spaansche correspondenten hebben in Bordeaux vernomen, dat de voorzitter van de Fransche Kamer, Herriot, naar Zwitser land is gevlucht. Voor zijn vlucht zou hij in Lyon geld en geldswaardige papleren van de bank hebben gehaald. In Lyon zijn, vol gens deze correspondenten, vijandelijke betoogingen gehouden tegen den burge meester Herriot. Officieel wordt te Bern medegedeeld, dat in den afgeloppen nacht in de streek van St. Ursanne geallieerde troepen ter sterkte van 28.000 man, onder wie 16.000 Polen en 12.000 Franschen, met 7800 paarden over de Zwitsersche grens zijn getrokken. De troe pen werden ontwapend en in het binnen land geinterneerd. Het Zwitsersche telegraafagentschap pre ciseert, dat tot dusverre 40.000 Fransche soldaten naar Zwitserland zijn gekomen. Hun aantal neemt nog steeds toe. BORDEAUX VOL WANHOPIGE MENSCHEN Schokkende verslagen van ooggetuigen uit Bordeaux worden gepubiceerd in de Spaansche bladen ABC en Ya. Menschen en voertuigen stroomen in dichte rijen doel loos in de gloeiende zonnehitte door de stiaten. Reusachtige menschenmenigten belegeren de banken en de consulaten van Spanje en Engeland. Op alle gezichten .tee kent zich diepe vermoeidheid af. Ieder tracht ergens te slapen, vooral in wacht kamers van stations. Ministers slapen op stoelen of sofa's in bescheiden dakkamer tjes van restaurants. Duizenden militaire voertuigen uit alle deelen van Frankrijk, Engelsche, Fransche en Belgische Roodkruiswagens staan in bon te rijen door elkander op straten en plei nen. Onder de burgers bewegen zich werkloos en zonder doel duizenden soldaten van de verslagen legers. DE UITWISSELING VAN DIPLOMATEN De leden van de Engelsche ambassade te Rome, die zich reeds 8 dagen geleden te Ancona op het luxe schip' „Conté Rosso" hadden ingescheept, bevinden zich nog steeds te Ancona. Als reden hiervoor wordt opgegeven, dat het vrijgeleide van het mi nisterie van Marine, dat voor een veiligen overtocht noodzakelijk is, nog niet is ont vangen. Om dezelfde reden hebben ook de leden van de Itlaiaansche ambassade te Londen Engeland nog niet kunnen verla ten. De Engelschen genieten op de „Conto Rosso" vérgaande vrijheid. CACAO ALS OORLOGSSLACHTOFFER Volgens een bericht van de „Manchester Guardian" heeft de Britsche regeering moe ten besluiten tot vernietiging van het groot ste deel van de West-Afrikaansche cacao- oogst, daar zij niet in de gelegenheid is, hiervoor op de weinig markten, die haar nog overgebleven zijn, afzet te vinden. Het gaat hier om een totalen oogst van ongeveer 400.000 ton, waarvan Engeland voor eigen gebruik in geen geval meer dan 100.000 ^on noodig heeft. Daar nog slechts enkele markten voor den afzet beschikbaar zijn en bovendien de noodzakelijkheid van de grootst mogelijke zuinigheid met de scheepsruimte het vervoer van deze hoe veelheden cacao verbiedt, blijft als eenige uitweg de vernietiging over. LOOZE GERUCHTEN OVER VERWIKKELINGEN. Nadat er de laatste dagen in de Engel sche pers steeds weer berichten waren op gedoken over de samentrekking van bui tengewoon sterke Russische strijdkrachten aan de Oostgrens van Duitschland, als ver volg op de Russische actie tegen Littauen, meldde Reuter op 19 Juni uit Kaunas, dat er Duitsche troepenbewegingen plaats vonden in Oost-Pruisen. Van officieele Duitsche zijde wordt ten aanzien hiervan met stelligheid verklaard, dat er geen Duitsche troepenbewegingen aan de Duitsch-Littausche grens hebben plaats gehad. Het is steeds weer hetzelfde liedje, zoo zegt men in Duitsche poiWeke kringen. Daar blijkbaar de verwijzing naar de Amerikaansche hulp niet meer trekt, probeert Reuter thans het Engelsche volk in deze ernstige dagen, nu het uur van de afrekening nadert, voor te spiegelen, dat er verwikkelingen tusschen Duitschland en Rusland te verwachten zijn. TWEE NIEUWE MINISTERS. President Roosevelt heeft volgens Asso ciated Press, stappen ondernomen voor de vorming van een coalitiekabinet. Hij heeft n.l. den Senaat de benoeming van den re publikein Knox tot minister van marine en de benoeming van Stimson tot minister van oorlog ter goedkeuring voorgelegd. Knox was in 1934 republikeinsch candidaat voor het vice-presidentschap. Stimson was tijdens den ambtsduur van president Hoo ver minister van bultenlandsche zaken. Deze benoemingen hebben in politieke kringen te Washington groot opzien ge baard. De benoeming van deze beide interven- tlonisten, zoo verklaarde senator Wheeler, beteekent, dat de regeering-Roosevelt zich van haar liberale politiek afkeert en in plaats van de belangen te behartigen van de ondervoeden, de slecht gekleeden en de slecht gehuisvesten, zich bezig houdt met den toestand in Europa. De voorzitter van de republikeinsche partij, Hamilton, legde te Philadelphia een officieele verklaring af, waarin hij zeide, dat de wensch van Stimson en Knox naar een interventie der Ver. Staten in de Euro- peesche aangelegenheden zóó bekend is, dat hun benoemingen voor zich zelf spre ken. Inmiddels heeft president Roosevelt door zijn secretaris Early de volgende commen taar op de benoeming van Knox en Stim son aan de pers gegeven: „De benoemingen staan in verband met het overheerschende gevoel van het land naar nationale solida riteit in een tijd van wereldcrisis. Zij zijn ten nutte van de landsverdediging. Dat is alles". Het nieuwe raadhuis te Leidschendam Onthulling van een gedenksteen Onthulling Gedenksteen nieuwe Raad huis. Gisterenmiddag had de onthulling plaats van een gedenksteen in het nieuwe raadhuis te Leidschendam, waarvan de bouw snel en gestadig vordert. Onder de aanwezigen merkten wij o.m. op den loco-burgemeester L. C. de Koning, wethouder Smits, den gemeente-secretaris, den heer H. J. van Delft, den^ architect A. J. Kropholler, den aannemer den heer G. A. Baaten, den gemeente-architect, den heer G. de Regt, alle raadsleden, het ge heele secretarie-personeel en het personeel van het gemeentebedrijf. Toespraak loco-burgemeester L. C. de Koning. Nadat allen onder deskundige leiding een rondgang hadden gemaakt, schaarden zij zich rondom den gedenksteen, waarop naast den naam van Burgemeester Keijzer vermeld staan de namen der beide wet houders, den gemeente-secretaris, de raadsleden en den architect. De loco-burgemeester sprak de volgende rede uit: Op dezen gedenkwaardigen dag, waarop zqo aanstonds de onthulling van een ge denksteen in het nieuwe raadhuis zal plaats vinden, heet ik U allen har telijk welkom Na de samenvoeging der beide gemeenten was al direct het vraag stuk van een nieuw raadhuis urgent. Geen der beide raadhuizen voldeed ook maar eenigszins aan de meest noodzakelijke eischen. Bij het optreden van den nieuwen raad was. dan ook de eerste bespreking, onder leiding van wijlen burgemeester Keijzer, gewijd aan den bouw van een nieuw raadhuis. Een commissie uit den raad werd benoemd, de noodige voorbe reidingen werden getroffen en al spoedig werden aan den raad voorstellen ge daan. Wanneer wij elders zien, hoe lange tijd met de voorbereiding gemoeid was, kunnen wij zeggen, dat de tijd van voor bereiding kort is geweest. De bouw werd door den raad opgedragen aan den heer A J. Kropholler, architect te Wassenaar. Verschillende plaatsen kwamen in eerste instantie voor den bouw in aanmerking, o.a. de Damstraat, het open terrein achter de Damstraat, twee perceelen aan den Voorburgschenweg en 2 perceelen aan den Prinses Juliana weg, waaronder de O.L. School. Na veel bespreking werd het terrein aan den Prinses Juliana weg, ge legen langs de Kon. Wilhelminalaan door den heer J. P. Hüner te Wassenaar aan geboden en door den raad aanvaard. Hoe wel dit terrein niet de algeheele instem ming van den geheelen raad had, werd het besluit tot aanvaarding met meérderheid van stemmen genomen. Als ik vanaf den Prinses Julianaweg een blik sla op dit gebouw, of vanaf deze plaats het terrein overzie, dan ben ik persoonlijk van mee ning en wellicht nog vele anderen met mij, dat deze keus goed is geweest. De uit voering van den bouw werd opgedragen aan den heer G. A. Baaten te Waspik. Wij mogen verwachten, dat bouw en indeeling zonder groote stoornis tot stand zullen komen en wij kunnen thans met voldoe ning constateeren, dat de bouw reeds be langrijk is gevorderd. Het dagelyksch be stuur en de architect meenden de ont hulling van den gedenksteen niet achter wege te mogen laten en het juiste oogen- blik werd thans aanwezig geacht. Op de gedenksteen zullen de namen van de per sonen vermeld staan, die deel hebben uit gemaakt van de vergadering, waarin tot den bouw van het nieuwe, raadhuis werd besloten. Mede zal dit dan tevens een her innering blijven aan onzen nog zoo korte lings overleden burgemeester Keijzer. Wat den bouwstijl van het raadhuis betreft, zal men van meening kunnen verschillen, persoonlijke smaak en opvatting spelen hierbij een groote rol. Met dit al vertrouw ik, dat wanneer deze bouw voltooid zal zijn, het raadhuis een monumentaal geheel zal vormen in zijn rustige omgeving, om ringd met boomen en plantsoenen. Mijn overtuiging is, dat de inwoners van Leid schendam met hun toekomstig raadhuis te vreden zullen zijn. Mijne heeren, gaarne hadden wij heden op deze plaats onzen burgemeester, wijlen den heer Keijzer zien staan. Bur gemeester Keijzer, die moeite en tijd niet gespaard heeft om den bouw van dit raad huis in dezen stijl te bevorderen. Het heeft helaas niet zoo mogen zijn. Gods raads besluiten zijn ondoorgrondelijk, toch zal na de onthulling van dezen steen zijn naam als grondlegger van dit gebouw in eere blijven voortleven. Alvorens tot de ont hulling over te gaan, wil ik van deze plaats dankzeggen de commissie van voorberei ding, bestaande uit de heeren wethouder H. A. Smits, de raadsleden: K. Vink en A. J. Schrader, den gemeente-secretaris H. J. van Delft en den gemeente-architect G. de Regt, voor de vele werkzaamheden, die aan deze bouw zijn voorafgegaan. Even zoo een woord van dank aan den ontwer per van dit gebouw, den heer A. J. Krop holler, alsmede aan den uitvoerder, den heer G. A Baaten, die tot volle tevreden heid den bouw van het raadhuis doet vor deren. Een bijzonder woord van dank is zeker op zijn plaats aan den heer J. P. Hüner, den schenker dezer terreinen. Thans aan het eigenlijk doel van deze sa menkomst gekomen, spreek ik de hoop uit, dat onder Gods zegen de bouw voorspoedig moge tot stand komen en ga ik over tot de onthulling van deze gedenksteen. (Applaus). Wie het laatst lacht, lacht het best Nadat de onthulling had plaats gehad, sprak de architect, de heer Kropholler, als volgt: Het is mij een genoegen hier den edel- achtb, heer loco-burgemeester, den wet houder en den gemeente-secretaris, die te zamen het gemeente-bestuur vormen bij deze gelegenheid te danken voor de vlotte samenwerking bij het op touw zetten van dit bouwwerk. Ik heb de stellige over tuiging, dat bij een minder voortvarend en energiek bestuur er wel veel gepraat zou zijn over 'n nieuw raadhuis, maar er niets tot stand zou zijn gekomen. Ons aller ge dachten gaan daarbij ook met sympathie en dankbaarheid terug naar het hoofd van deze gemeente, wijlen burgemeester Keijzer, wiens verscheiden hier nog lang zal worden betreurd. Wij zijn dit bouw werk hier begonnen onder de meest on gunstige omstandigheden, toen andere ge meentebesturen, die niet minder behoefte hadden aan een nieuw raadhuis, het niet aandurfden. Ik werk nu al jarenlang voor vele gemeenten aan raadhuisbouw en weet er dus wel een en ander van. Ik weet nu ook, dat hier in Leidschendam een nieuw raadhuis komt, omdat het gemeentebestuur en de raad doorgetast hebben, terwijl andere gemeentehuizen, die op denzelfden tyd begonnen hadden kunnen worden, nu wel in afzienbaren tijd niet tot stand zul len komen, want de materialen worden al schaarscher. Omdat wij dit zagen aan komen en onmiddellijk gehandeld hebben, daarom ziet U op dit terrein zulk een on gewoon groote hoeveelheid van allerlei bouwmaterialen liggen. Het hardsteen uit België, de zandsteen uit Duitschland, het hout uit Amerika en de Oostzeestaten en de leien uit Noorwegen. Toen dit alles ver leden jaar met den meest mogelijken spoed werd aangeschaft, waren er die lachten, maar gesteund door een even voortvaren den gemeenteraad, gaf het gemeente bestuur zijn orders en nu is het, wie het laatst lacht, lacht het best. Niet alleen dat Leidschendam nu een nieuw raadhuis krijgt, maar het stichten daarvan geeft ook arbeid in de gemeente en misschien nog veel arbeid ook, want om het raadhuis heen verrijzen nu al de woningen, die in een groot plan tezamen met het raadhuis één geheel zullen -uitmaken. De aanleg om het raadhuis heen met de beplanting en de huizen zijn ngmelijk tegelijk ontworpen, zoodat Leidschendam hier een geheel nieuw centrum krijgt. Op het oogenblik is het nog een chaos, maar U ziet wel; de ruimte is er en als straks de tuinarchitect, die ons hierbij helpt, de heer Hüner, met zijn beplantingen komt tegen den tijd, dat het raadhuis klaar is, dan wordt het een plaats, waar menig ingezetene voor zijn plezier een wandeling zal maken. Dat er dan weer arbeid en welvaart moge zijn voor allen, dat geve God, Leve Leidschen dam. Hiermede was de plechtigheid ten einde 1 en begaven allen zich naar het gemeente huis aan de Delftschekade, waar aan allen thee en sigaren werden aangeboden 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6