Zout uit Me&h&atuL's eig&ti &ode*nf
SPORT
zijn weer verkrijgbaar
tegen dezelfde lage prijzen!
Wie wordt Lady
Letchford
MAANDAG 17 JUNI 1940
DE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
Koning Leopold bracht
een nacht te Sluis door
Vrydag:
3.00-4.10 VAC—ULO IVa.
4.105.15 HBS IAmbachtsschool.
Qemengdeffi&acMen
ERNSTIG ONGEVAL BIJ
OPRUIMINGSWERK.
Drie arbeiders verdronken.
Bij de opruimingswerkzaamheden aan
de Waalbrug te Nijmegen had Zaterdag
middag omstreeks twaalf uur een ernstig
ongeval plaats. Naar „Vooruit" van de po
litie te Lent verneemt, was men aan de
Lentsche zijde van de Waal, bij de noor
delijke peiler van de voetbrug bezig, een,
bijna 200 ton zwaar, gedeelte van het weg
dek in zes takels, die gezamenlijk 280 ton
torsvermogen bezaten, omhoog te werken.
Waarschijnlijk door het springen van
een kabel, waarmede het stuk wegdek in
den takel hing, viel het gevaarte, waarop
zeven arbeiders werkzaam waren met het
bevestigen van hulptakels. De zeven men-
schen kwamen in het diepe Waal water te
recht. Vier van hen, t.w. W., P., C. en F.,
wisten zich zwemmende te houden, totdat
er hulp kwam opdagen. Drie der overige
arbeiders K. T., J. B. en de 29-jarige Nij-
megenaar H. K. kwamen om het leven. On
middellijk werden reddingspogingen in 't
werk gesteld door de rijkspolitie, rivierpo
litie en de gemeentepolitie, echter zonder
resultaat. Het reddingswerk werd bemoei
lijkt door de stukken ijzer welke zich ter
plaatse in het water bevinden. Ook een
duiker had met zijn reddingspogingen geen
succes.
VERDRONKEN.
Door de dichte duisternis, welke Zater
dagnacht heerschte, zijn op enkele plaatsen
te Amsterdam menschen te water geraakt
waarvan er één is verdronken. Dit ongeval
gebeurde aan de Stadhouderskade bij de
Ferdinand Bolstraat, Twee militairen kon
den daar den weg moeilyk vinden met ge
volg, dat een van hen te water liep en
naar de diepte verdween.
Hulp bieden bleek onmogelijk. Later
werd het stoffelijk overschot van den man
op het droge gebracht.
Een tweede ongeval speelde zich af op
de Heerengracht, waar een voorbijganger
te water raakte, maar gelukkig door voor
bijgangers kon worden gered.
Ten slotte liep op den Amstèl een man
te water die met behulp van een reddings-
haak kon worden gered. Hij werd naar het
Binnengasthuis vervoerd, doch kon latei-
weer naar zijn huis terugkeeren.
VIER KINDEREN DOOR HET VUUR
BEDREIGD.
Nachtelijke brand te Groningen.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
heeft in een woning aan den Westsingel
te Groningen, bewoond door den 48-jari-
gen H. D., een uitslaande brand gewoed,
waarbij vier kleine kinderen ternauwer
nood aan den dood zijn ontkomen.
H. D. was des avonds om negen uur uit
gegaan en had zijn vier kinderen, van drie
tot negen jaar oud, op de eerste verdie
ping in twee ledikantjes te slapen gelegd.
Het huis bleef verder onbewaakt, daar de
vrouw in het academisch ziekenhuis was
opgenomen. Tegen half een kwam de be
woner thuis en begaf zich met een bran
dend petroleumlampje naar boven, waar
hij zich in een der bedjes, waarin twee
kinderen sliepen, te ruste legde. Hij deed
het lampje niet uit maar zette het bran
dend dicht bij het bed op den grond.
Om een uur werd hij wakker en ontdek
te, dat de kamer in brand stond. Onmid
dellijk begreep hij het gevaar, waarin zijn
vier kinderen verkeerden. Hy haalde ze
uit de bedjes en liet ze langs een laddertje
van een hoogte van drie en een halve me
ter uit het raam naar beneden glijden, al
vorens zich zelf in veiligheid te brengen.
Het vuur was inmiddels doorgeslagen
naar de eerste verdieping van een aan
grenzend perceel, bewoond door de fami
lie van den Berg, waar vijf kinderen slie
pen van vijf tot zestien jaar. De kamers
waren slechts gescheiden door een houten
schot, zoodat ook deze étage ernstig door
het vuur werd bedreigd. Ook de kinderen
van der. Berg werden in allerijl in veilig
heid gebracht en met de andere vier bij
buren opgenomen.
De Groningsche brandweer tastte het
vuur met twee stralen aan en slaagde er
in, ondanks de sterke duisternis, het spoe
dig te bedwingen. De bovenwoning van D.
brandde totaal uit, terwijl de aangrenzen
de perceelen benevens de benedenverdie
pingen ernstige waterschade kregen.
Op vermoeden, dat D. onder invloed van
sterken drank thuis was gekomen en daar
door onvoorzichtig met de petroleumlamp
was omgegaan, heeft de politie hem aan
gehouden en naar het bureau gebracht.
Tegen den middag is hij, na verhoord te
zijn, weer vrij gelaten.
SCHOONZUSTER MET EEN BIJL
BEDREIGD.
De politie te Rotterdam heeft aange
houden en in het bureau Oostervantstra3t
in bewaring gesteld den 33-jarigen auto
monteur L. C. van D., die zijn schoonzus
ter met een bijl heeft bedreigd.
Nadat Van D. zijn woning had verlaten,
had hij met zijn vrouw onderdak gekregen
bij zijn schoonouders. Een deel van de
meubelen werd opgeslagen in den kelder
van dat huis. Dezer dagen zou de auto
monteur de woning van zijn vrouws ouders
weer verlaten en kwam met een wagen om
het meubilair te halen. Er ontstond ver
schil van meening met de familie of Van
D. wel recht had op die meubelen. Eerst
probeerde de man een raam van den kel
der te forceeren, doch toen hy daarin niet
slaagde, liep hij naar boven, waar zijn
schoonzuster hem spottend toevoegde, dat
hij de meubelen toch niet meekreeg. De
monteur ontstak daarover in woede, hief
den bijl, dien hij in de hand had op en
wilde daarmee zijn schoonzuster slaan. Ge
lukkig kon dat voorkomen worden, want
D.'s vader ontrukte hem den byl. De mon
teur nam daarop een stoel en wilde nu
zijn vader te lijf, doch opnieuw kon ver
hinderd worden, dat hij sloeg. Intusschen
was de polite er aan te pas gekomen en
deze rekende Van D. toen in.
MIJN OP HET STRAND.
Gistermorgen spoelde in alle vroegte
omstreeks half vijf ter hoogte van de
watertoren te Zandvoort een mijn aan, die
reeds Zaterdag op zee werd gesignaleerd.
De politie en de leden van den luchtbe
schermingsdienst bewaakten dit gevaar
lijke voorwerp en niemand mocht het
strand betreden. Later op den ochtend
werd besloten den Strandweg en groote
stukken van de boulevard voor het pu
bliek af te zetten, daar het wassende wa
ter de mijn, die van Hollandsche herkomst
bleek te zijn, weer liet drijven. Op de ter
rassen van de café's en restaurants mocht
niemand plaats nemen. Te ongeveer drie
uur hebben drie Duitsche officieren en
twee Hollandsche monteurs de mijn gede
monteerd, waarna het strand en de wegen
weer werden vrijgegeven. De belangstel
ling van het publiek was zeer groot.
Naar het „Dagblad van Noord-Brabant
en Zeeland" bericht, heeft koning Leopold
met zijn broeder, Prins Karei, vóór de ca
pitulatie van het Belgische leger een nacht
verblijf gehouden in een werkmanswoning
in de Nieuwstraat te Sluis (Zeeuwsch-
Vlaanderen), bewoond door zekeren J.
Dhont.
De huishoudster van Dhont deelde daar
omtrent aan het dagblad het volgende
mede:
„Het was hi?r op 23 Mei druk met Belgi
sche soldaten, 's Nachts om een uur of
twaalf kwam hier een soldaat, die in 1914
tijdens de vlucht in Sluis geboren was. Hy
vroeg of hier een paar officieren konden
slapen. Door de ^/erduistering kon ik niet
zien wie die heeren waren. Zij kwamen
met hun Vieren, maar twee er van stap
ten weer in een auto, die voor de deur
stond. Vlakbij stopte ook een vrachtwagen
met acht soldaten, die de wacht hielden. Ik
ging op de sofa in de benedenkamer slapen
en de twee heeren, die erg vermoeid wa
ren boven.
Eén wilde den wekker meenemen, omdat
zij om vier uur weer vertrekken moesten.
Ze gingen daarom gekleed rusten. Koning
Leopold maar dat wist ik veel later pas
vroeg nog om een stuk papier, dat hij
over het bed spreidde, omdat hy zijn laar
zen aan moest houden.
Ik zei, dat ze gerust konden zyn en dat ik
hen zeker om vier uur zou wekken. Ik
wist echter niet wie ik in huis had. Wel
kwam er om vier uur een soldaat aantik
ken, dien ik hoorde zeggen: „Sire, het is
tyd". Maar wie denkt er aan zooiets? In
de keuken zette ik een waschkom met wa
ter en een handdoek met zeep gereed.
Ik had koffie gezet en voor allen een
koppel eieren gekookt. Ik had niet anders
meer in huis dan bruin brood. De solda
ten. die buiten stonden, wilde ik ook binnen
laten komen om koffie te drinken, maar
dat mocht pas toen de officieren in de ka
mer gegeten hadden!
In de keuken ben ik toen toch geschrok
ken. Het was wat lichter geworden. „Maar
mijnheer", zeg ik ineens „is u niet de Bel
gische koning?"
„Hm, Hm, Hm' antwoordde de koning
alleen.
Ik spoelde de waschkom uit om ook wa
ter klaar te zeittn voor Prins Karei,
De koning liep met een briefje naar bui
ten en, toen ging hij ontbijten.
Prins Karei bleef 's nachts en 's morgens
steeds vlak bij den koning. Ze waren alle
twee erg kalm en bedankten mij heel
vriendelijk, toen ze vertrokken. Maar ze
zeiden bijna r.iets.
Dienzelfden dag zijn ook Dhont en ik
moeten gaan vluchten. De Koning kon na
tuurlijk niet zeggen wie hij was, maar al
zei hij geen ja of neen, ik kan mij niet ver
gist hebben, al ken ik ook mijn eigen oogen
niet gelooven."
Koning Leopold, zoo besluit het blad, was
dus een nacht de gast van een eenvoudigen
Sluischen burgerman. Ook anderen hebben
hem daar herkend.
(Jlt het katholieke kamp
SCHOOLWEDSTRIJDEN.
R. K. LEIDSCHE VOETBALBOND.
Het- zeer goede weer op Zaterdagmiddag
was den jeugdigen sporters wel gunstig,
en er is van geprofiteerd.
Afd. C. begon met het programma van
den dag, waarbij Os- en Paardelaan II
ULO Ia elkaar bekampten. Met een over
winning voor de Os- en Paardelaan II
stormden de overwinnaars juichend het
veld af, terwijl nieuwe strijders weer het
veld betraden.
De spanning werd groot tusschen Roe-
lofarendsveen en Rapenburg II. Dc laatsten
maakten echter een doelpin.meer, dus
wonnen den stryd. Daarna gaven Os- en
Paardelaan I en Leonardos elkaar niets
toe, en de spanning steeg ten top, toen
scheidsrechter in gelijken stand het einde
blies (11). Hier werd met penalty's be
sloten. Leonardus had hier de beste pa
pieren, dus won don wedstrijd.
Voor de tweede ronde van afd. C werd
hierna gespeeld Os- en Paardelaan IIRa
penburg II, welke door Os- en Paardelaan
II werd gewonnen.
Hier volgen de uitslagen:
Afd. C.: Os- en Paardelaan IIULO Ia
3—1.
Afd. C.: Roelofarendsveen—Rapenburg
II 1—2.
Afd. C.: Os- en Paardelaan ILeonardus
I—2.
Afd. B.: ULO lila—ULO IIc 4—0.
Afd. A.: VACAmbachtsschool 50.
Afd. C.: 2de ronde: Os- en Paardelaan
IIRapenburg II 40.
Afd. B.: ULO lila—ULO IIc was voor
lila, alhoewel moet worden gezegd, dat
ULO Ila wel iets teveel van zijn kracht
gebruik maakte, VAC won van Ambachts
school met groote cijfers, wat bepaalt een
vergissing is geweest van de toch beter
kunnende spelen Ambachtsschool-ploeg.
Door reglementair ongerechtigde spelers
is voor afd. C. een elftal uitgesloten voor
verdere deelname wegens te oude spelers,
en een elftal uitgesloten voor de winnaars-
ïonde wegens te jonge spelers.
Het programma voor deze weck is als
volgt vastgesteld:
Dinsdag:
Afd. C.: 6.006.40- Rapenburg IWas
senaar; Afd. C. 6.457.25 NoordwijkLeo
nardus.
De Junioren-Competitie.
De uitslagen.
A. UDO aDocos a 11; VVSB aFo-
reholte 52.
B.: Lisse bDOS b geen uitslag; Teylin-
gen b—SMC b 2—1.
C: UDO b—VVSB d geen uitslag; KRV b
Teylingen c 23; Docos cVVSB c 31.
Clubnieuws der
Kath. Sportvereenigingen
R.K.V.V. „St. Bavo".
VVSB 4 werd door SMC I met 2—10 ge
kraakt. Door 't groote overwicht van SMC
I is deze wedstrijd vrij eentonig verloo-
pen. Reeds spoedig was het 20 voor SMC
door aarzelend optreden van de VVSB-
achterhoede De ruststand kwam met 41
in 't voordeel van SMC. Ook na de rust
hetzelfde beeld. Ofschoon VVSB zich taai
verweerde, vergrootte SMC haar voor
sprong tot 101, waarna VVSB uit een
penalty, keurig door Holst genomen, den
achterstand tot 102 reduceerde. Een ver
diende, maar gefatteerdc zege van SMC I.
WSB n verloor van Teylingen II met
45. De wedstrijd stond op goed peil. Er
werd van beide zijden enthousiast ge
speeld en om beurten waren de elftallen
in de meerderheid.
Reeds spoedig nam Teylingen de leiding
door 'n ferm schot van den mid voor, welk
voorbeeld spoedig door den linksbuiten ge
volgd werd, die een talmen van den kee
per afstrafte (02). VVSB nam daarna
het initiatief en de rechtsbinnen plaatste
spoedig een treffer door een corner ineens
in te schieten (12). Over en weer golfde
de strijd, die het aankijken ten volle waard
was. Teylingen vergrootte haar voorsprong
welk doelpunt prompt door VVSB met een
tegengoal van den midvoor beantwoord
werd (23). Kort voor de rust was het
weer Teylingen die 'n nuttigen voorsprong
nam, doordat de midvoor een duel met
den keeper won en de bal tergend lang
zaam in het doel draaide.
Na de rust pakte VVSB de zaak energiek
aan en in het half uur direct na de rusi
wist ze door twee doelpunten, van den
linksbuiten en den rechtsbinnen zoowaar
den stand gelijk te maken (44). We had
den ons reeds met het gelijke spel ver
heugd, toen de linksbuiten met een formi
dabel schot via de lat het beslissende doel
punt scoorde (45).
Woensdag:
Afd. B. 5.00—5.55: ULO lib—ULO lila.
Afd. B. 6.00—6.55: HBS II—ULO 3
Afd. A.: 7.00—8.10: HBS I-ULO IVa.
N.B. Diegenen, die kleedingstukken of
onderdeden van voetbaltenue vermissen,
doen goed eens navraag te doen tijdens de
wedstrijden. Er is veel gevonden.
Donderdag:
6.006.45: Winnaars afd. C van Dinsdag.
6.45—7.25 Os- en Paardelaan II—HBS IV.
R.K. Sportver, „Foreholte".
Vry onverwachts voetbalden de a-Jumo-
ren op eigen terrein tegen VVSB a, in
plaats van te Noordwijkerhout. Het voor
deel van eigen home was een nederlaag
(25), hoewel deze tegen de St. Bavo-
Junioren niet te verwonderen viel.
Ook Foreholte I leed een nederlaag in
Zoeterwoude tegen Meerburg I (62). Dc
gastheeren waren volledig en dan valt er
niet met hen te spotten.
VER
N.V. KON. NED. ZOUTINDUSTRIE - BOEKELO - HENGELO
FEUILLETON
door
CHARLES GAR VICE.
(Nadruk verboden).
.DT7
HOOFDSTUK XXX.
Ophelderingen.
Er stond een glas druivensap op het
kastje naast het bed, en Sidney Dalton
slaagde er in, een paar druppels tusschen
Heron's lippen te doen vloeien. Eindelijk
kwam deze tot zichzelf en na een langen
vragenden blik in het knappe jongensach
tige gezicht, sloeg hij de oogen neer en
zuchtte een zucht van bijna ondragelijke
wroeging, berouw en zelfverwijt. Het was
werkelijk niet noodig, bewijzen te vragen
voor de bewering van den jongen man. Nu
Heron hem goed aankeek, kon hij in elke
trek de onmiskenbare verwantschap be
speuren. Dat waren May's oogen, dat was
May's weeke, bewegelijke mond, en in den
vorm van het gezicht was zelfs iets, dat
hem herinnerde aan Carrie, de kleine,
goedlachsche Carrie!
„Hemel!" riep hij uit, „wat ben ik blind
geweest!"
.Probeert u nog iets te drinken. Sir He
ron. Wat gloeit u het zou me niets ver
wonderen, als u zelf een aanval van ma-
larie onder de leden had! Ze vertellen het
natuurlijk niet aan de gasten, maar je moet
het hier wel lirygen! Zoo gaat u nu eens
rustig zitten zoo, hier."
Heron luisterde r.aar zyn kalmeerend ge
praat en het leek hem, of May's stem hem
in de ocren klonk
„Ken je me?" vroeg hij ten slotte.
Sidney Dalton knikte.
„Ik hoop, dat je me vergeven wilt", zei
Sir Heron, en zijn diepe stem sad nog nooit
Sir Heron, en zijn diepe stem had nog nooit
klonken.
„Met m'n neel kart", was het spontane
antwoord; en Sidney nam de heete hand
en drukte ze. „Njet, dat er eigenlijk van
mijn kant iets te vergeven valt. Mij hebt
u niets misdaan, Sir Heron."
..Neen, maar ;e zuster heb ik groot ver
driet gedaan", zei hij. „En mijzelf. Ik heb
mijn lever verwoest misschien ook het
hare, terwille van een ellendige, stompzin
nige vergissing! Je wist. dat ik met je zus
ter verloofd was?"
„Ja. Ze vertelde het my op dien avond,
toen we elkaar in het bosch ontmoetten.
Maar zeg me nu toch eens, Sir Heron, wie
heeft u verteld, dat ik May's liefste was?"
Heron kreeg een schok en zijn gezicht
werd bleek. Wie had het hem verteld? Nie
mand, ten minste niet met duidelijke woor
den; maar toch was er iemand geweest, die
zyn verdenking in die richting geleid had,
en zij, de vrouw, die hem meegetroond had
naar het bosch en naar de zoogenaamde
ontmaskering van zyn verloofde, zou over
korten tijd zyn vrouw worden!
,.En als u dan toch dacht, dat May u
bedroog, Sir Heron waarom bent u dan
toch in 's hemelsnaam niet op ons afge
stormd! Ik gploof, dat ik in uw plaats geen
oogenblik zou geaarzeld hebben! En dan
zou alles op staanden voet opgehelderd
zijn!"
Heron steunde het hoofd in de handen,
toen hij zich herinnerde, hoe Rose Vava
sour's zachte drang hem had teruggehou
den.
„En hoe kwam u daar juist op die plek?"
„Ik kwam toevallig Neen", zei hij
schor „ik werd er door iemand naar toe
gebracht naar de plaats waar jullie
.Hemel! Ik wist het! Ik wist, dat cr
iemand in de buurt rondsloop. Het was óók
een vrouw een blond knap meisje. Ik
zag haar toen ik verscholen zat en op May
wachtte! Sir Heron, daar zit meer achter
dan men zoo op 't eerste gezicht zou zeg
gen! U hebt mijn zuster wel héél zwaar ge
straft, als u haar hebt doen boeten voor uw
eigen vergissing!"
„Ik verdien al je verwijten. Je kunt me
onmogelijk strenger veroordeelen dan ik 't
mezelf doe."
,.Nu begrijp ik ook dien brief van het
arme kind", zei Sidney Dalton, terwijl hij
weer in bed ging liggen de opwinding
had hem duizelig en moe gemaakt. „Ik had
ook wel kunnen denken, dat myn vader's
dood en hun armoede haar onmogelijk zóó
hadden kunnen verpletteren als er nog niet
iets anders was geweest."
„Armoede!" riep Heron, opspringend.
„Wat bedoel je?"
„Wilt u dan zeggen, dat u niet eens wist,
dat mijn vader volkomen geruineerd stierf,
en dat May en Carrie straatarm achterble
ven met niemand om voor hen te zorgen
dan een oude klerk van myn vader? Wel,
de slag viel denzelfden avond. U moet haar
dan wel onmiddellijk en zonder eenige ver-
I klaringen verlaten hebben, Sir Heron".
I „Ik wist er niets van! Ik .vist er niets
van!" Hij knarste op zyn tanden toen hij
bedacht, hoe handig zijn moeder en de rest
alles voor hem verborgen hadden gehou
den. „Als ik het geweten had denk je
dan dat ik En ze zei er geen woord van,
toen ik haar later nog eens ontmoette. Geen
woord!"
„May is er het meisje niet naar om over
haar armoede te spreken tegen den rijken
Sir Heron, die haar had laten schieten!"
zei Dalton bitter. „Arm kind! Het liefste,
onschuldigste meisje dat er op de wereld is!
Ze weet hoe ze het dragen moet! Ze zou
geen oogenblik geaarzeld hebben, u uw
ring terug te sturen, als ze hem nog in haar
bezit had gehad! Daar is ze veel te trotsch
voor! Maar ze gaf hem per vergissing aan
mij dien avond zooals ze me de kleeren
zou gegeven hebben die ze aanhad, als ik
daar iets mee had kunnen beginnen! Het is
me een voldoening, dat ik u namens haar
uw ring terug kan geven!" Met een moede
loos gebaar wierp hij Heron het sieraad
voor de voeten.
„Ik neem hem aan. Maar alleen om hem
weer aan haar vinger te kunnen steken!
Ja!" riep hij uit, terwijl hij driftig de ka
mer op en neer liep, „misschien is het nog
niet te laat misschien heeft ze me nog
niet vergeten. Ik zal haar smeeken, mij te
vergeven. Met een heel leven van toewij
ding zal ik haar vergoeden wat ik haar heb
aangedaan! Ik zweer jou, haar broer, dat
ik nooit een oogenblik heb opgehouden,
haar lief te hebben! Maar er is geen tijd te
verliezen. De hemel zij gedankt, dat ik ten
minste weet, waar ik haar moet zoeken!
Mijn lieve May! Arm en alleen! Maar het
zal anders voor haar worden! Zoodra jij
genoeg bent aangesterkt, gaan we op
weg!"
HOOFDSTUK XXXI.
Graham Gordon.
Lady Letchford begon zich ernstig on
gerust te maken over haar zoon in den
vreemde. Van het begin af aan had hij
maar korte, schaarsche berichtjes gezon
den 'n paar ansichten, een kort briefje
aan Rose. Nu hadden ze sinds weken taal
noch teeken van hem vernomen. De laat
ste kaart kwam uit Napels; hij scheen toen
op weg te zijn naar Zuid-Italië.
Rose had geen oogenblik de toebereidse
len voor het huwelijk onderbroken. Er
werd druk gewerkt aan haar schitterende
uitzet en in het huis in Wiltshire, dat Sir
Heron op dien gedenkwaardigen dag ge
ïnspecteerd. had, was een stoet van werklie
den met allerlei moderniseeringen bezig.
Wanneer iemand' een toespeling maakte
op de afwezigheid van den bruidegom, ant
woordde de blonde schoonheid met een
glimlach:
„Hij is op reis voor zijn gezondheid. We
verwachten hem niet terug vóór het laatste
oogenblik".
Maar Lady Letchford was en bleef on
gerust. „Wie zegt je, dat hy er geen we
reldreis van maakt?" jammerde zij. „Je
weet zelf, hoe vreemd hij den laatsten tijd
was! Zal ik je eens wat zeggen ik ge
loof nooit, dat hij nog aan dien heelen
trouwdag denkt!"
„U zult het zien!" zei Rose met een stra-
lenden glimlach. „Hij zal terugkomen en
dan zult u zich voor niets bezorgd ge
maakt hebben!"
(Wordt vervolgd).