Zout uit Me&h&atuL's eig&ti &ode*nf SPORT zijn weer verkrijgbaar tegen dezelfde lage prijzen! Wie wordt Lady Letchford MAANDAG 17 JUNI 1940 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 Koning Leopold bracht een nacht te Sluis door Vrydag: 3.00-4.10 VAC—ULO IVa. 4.105.15 HBS IAmbachtsschool. Qemengdeffi&acMen ERNSTIG ONGEVAL BIJ OPRUIMINGSWERK. Drie arbeiders verdronken. Bij de opruimingswerkzaamheden aan de Waalbrug te Nijmegen had Zaterdag middag omstreeks twaalf uur een ernstig ongeval plaats. Naar „Vooruit" van de po litie te Lent verneemt, was men aan de Lentsche zijde van de Waal, bij de noor delijke peiler van de voetbrug bezig, een, bijna 200 ton zwaar, gedeelte van het weg dek in zes takels, die gezamenlijk 280 ton torsvermogen bezaten, omhoog te werken. Waarschijnlijk door het springen van een kabel, waarmede het stuk wegdek in den takel hing, viel het gevaarte, waarop zeven arbeiders werkzaam waren met het bevestigen van hulptakels. De zeven men- schen kwamen in het diepe Waal water te recht. Vier van hen, t.w. W., P., C. en F., wisten zich zwemmende te houden, totdat er hulp kwam opdagen. Drie der overige arbeiders K. T., J. B. en de 29-jarige Nij- megenaar H. K. kwamen om het leven. On middellijk werden reddingspogingen in 't werk gesteld door de rijkspolitie, rivierpo litie en de gemeentepolitie, echter zonder resultaat. Het reddingswerk werd bemoei lijkt door de stukken ijzer welke zich ter plaatse in het water bevinden. Ook een duiker had met zijn reddingspogingen geen succes. VERDRONKEN. Door de dichte duisternis, welke Zater dagnacht heerschte, zijn op enkele plaatsen te Amsterdam menschen te water geraakt waarvan er één is verdronken. Dit ongeval gebeurde aan de Stadhouderskade bij de Ferdinand Bolstraat, Twee militairen kon den daar den weg moeilyk vinden met ge volg, dat een van hen te water liep en naar de diepte verdween. Hulp bieden bleek onmogelijk. Later werd het stoffelijk overschot van den man op het droge gebracht. Een tweede ongeval speelde zich af op de Heerengracht, waar een voorbijganger te water raakte, maar gelukkig door voor bijgangers kon worden gered. Ten slotte liep op den Amstèl een man te water die met behulp van een reddings- haak kon worden gered. Hij werd naar het Binnengasthuis vervoerd, doch kon latei- weer naar zijn huis terugkeeren. VIER KINDEREN DOOR HET VUUR BEDREIGD. Nachtelijke brand te Groningen. In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft in een woning aan den Westsingel te Groningen, bewoond door den 48-jari- gen H. D., een uitslaande brand gewoed, waarbij vier kleine kinderen ternauwer nood aan den dood zijn ontkomen. H. D. was des avonds om negen uur uit gegaan en had zijn vier kinderen, van drie tot negen jaar oud, op de eerste verdie ping in twee ledikantjes te slapen gelegd. Het huis bleef verder onbewaakt, daar de vrouw in het academisch ziekenhuis was opgenomen. Tegen half een kwam de be woner thuis en begaf zich met een bran dend petroleumlampje naar boven, waar hij zich in een der bedjes, waarin twee kinderen sliepen, te ruste legde. Hij deed het lampje niet uit maar zette het bran dend dicht bij het bed op den grond. Om een uur werd hij wakker en ontdek te, dat de kamer in brand stond. Onmid dellijk begreep hij het gevaar, waarin zijn vier kinderen verkeerden. Hy haalde ze uit de bedjes en liet ze langs een laddertje van een hoogte van drie en een halve me ter uit het raam naar beneden glijden, al vorens zich zelf in veiligheid te brengen. Het vuur was inmiddels doorgeslagen naar de eerste verdieping van een aan grenzend perceel, bewoond door de fami lie van den Berg, waar vijf kinderen slie pen van vijf tot zestien jaar. De kamers waren slechts gescheiden door een houten schot, zoodat ook deze étage ernstig door het vuur werd bedreigd. Ook de kinderen van der. Berg werden in allerijl in veilig heid gebracht en met de andere vier bij buren opgenomen. De Groningsche brandweer tastte het vuur met twee stralen aan en slaagde er in, ondanks de sterke duisternis, het spoe dig te bedwingen. De bovenwoning van D. brandde totaal uit, terwijl de aangrenzen de perceelen benevens de benedenverdie pingen ernstige waterschade kregen. Op vermoeden, dat D. onder invloed van sterken drank thuis was gekomen en daar door onvoorzichtig met de petroleumlamp was omgegaan, heeft de politie hem aan gehouden en naar het bureau gebracht. Tegen den middag is hij, na verhoord te zijn, weer vrij gelaten. SCHOONZUSTER MET EEN BIJL BEDREIGD. De politie te Rotterdam heeft aange houden en in het bureau Oostervantstra3t in bewaring gesteld den 33-jarigen auto monteur L. C. van D., die zijn schoonzus ter met een bijl heeft bedreigd. Nadat Van D. zijn woning had verlaten, had hij met zijn vrouw onderdak gekregen bij zijn schoonouders. Een deel van de meubelen werd opgeslagen in den kelder van dat huis. Dezer dagen zou de auto monteur de woning van zijn vrouws ouders weer verlaten en kwam met een wagen om het meubilair te halen. Er ontstond ver schil van meening met de familie of Van D. wel recht had op die meubelen. Eerst probeerde de man een raam van den kel der te forceeren, doch toen hy daarin niet slaagde, liep hij naar boven, waar zijn schoonzuster hem spottend toevoegde, dat hij de meubelen toch niet meekreeg. De monteur ontstak daarover in woede, hief den bijl, dien hij in de hand had op en wilde daarmee zijn schoonzuster slaan. Ge lukkig kon dat voorkomen worden, want D.'s vader ontrukte hem den byl. De mon teur nam daarop een stoel en wilde nu zijn vader te lijf, doch opnieuw kon ver hinderd worden, dat hij sloeg. Intusschen was de polite er aan te pas gekomen en deze rekende Van D. toen in. MIJN OP HET STRAND. Gistermorgen spoelde in alle vroegte omstreeks half vijf ter hoogte van de watertoren te Zandvoort een mijn aan, die reeds Zaterdag op zee werd gesignaleerd. De politie en de leden van den luchtbe schermingsdienst bewaakten dit gevaar lijke voorwerp en niemand mocht het strand betreden. Later op den ochtend werd besloten den Strandweg en groote stukken van de boulevard voor het pu bliek af te zetten, daar het wassende wa ter de mijn, die van Hollandsche herkomst bleek te zijn, weer liet drijven. Op de ter rassen van de café's en restaurants mocht niemand plaats nemen. Te ongeveer drie uur hebben drie Duitsche officieren en twee Hollandsche monteurs de mijn gede monteerd, waarna het strand en de wegen weer werden vrijgegeven. De belangstel ling van het publiek was zeer groot. Naar het „Dagblad van Noord-Brabant en Zeeland" bericht, heeft koning Leopold met zijn broeder, Prins Karei, vóór de ca pitulatie van het Belgische leger een nacht verblijf gehouden in een werkmanswoning in de Nieuwstraat te Sluis (Zeeuwsch- Vlaanderen), bewoond door zekeren J. Dhont. De huishoudster van Dhont deelde daar omtrent aan het dagblad het volgende mede: „Het was hi?r op 23 Mei druk met Belgi sche soldaten, 's Nachts om een uur of twaalf kwam hier een soldaat, die in 1914 tijdens de vlucht in Sluis geboren was. Hy vroeg of hier een paar officieren konden slapen. Door de ^/erduistering kon ik niet zien wie die heeren waren. Zij kwamen met hun Vieren, maar twee er van stap ten weer in een auto, die voor de deur stond. Vlakbij stopte ook een vrachtwagen met acht soldaten, die de wacht hielden. Ik ging op de sofa in de benedenkamer slapen en de twee heeren, die erg vermoeid wa ren boven. Eén wilde den wekker meenemen, omdat zij om vier uur weer vertrekken moesten. Ze gingen daarom gekleed rusten. Koning Leopold maar dat wist ik veel later pas vroeg nog om een stuk papier, dat hij over het bed spreidde, omdat hy zijn laar zen aan moest houden. Ik zei, dat ze gerust konden zyn en dat ik hen zeker om vier uur zou wekken. Ik wist echter niet wie ik in huis had. Wel kwam er om vier uur een soldaat aantik ken, dien ik hoorde zeggen: „Sire, het is tyd". Maar wie denkt er aan zooiets? In de keuken zette ik een waschkom met wa ter en een handdoek met zeep gereed. Ik had koffie gezet en voor allen een koppel eieren gekookt. Ik had niet anders meer in huis dan bruin brood. De solda ten. die buiten stonden, wilde ik ook binnen laten komen om koffie te drinken, maar dat mocht pas toen de officieren in de ka mer gegeten hadden! In de keuken ben ik toen toch geschrok ken. Het was wat lichter geworden. „Maar mijnheer", zeg ik ineens „is u niet de Bel gische koning?" „Hm, Hm, Hm' antwoordde de koning alleen. Ik spoelde de waschkom uit om ook wa ter klaar te zeittn voor Prins Karei, De koning liep met een briefje naar bui ten en, toen ging hij ontbijten. Prins Karei bleef 's nachts en 's morgens steeds vlak bij den koning. Ze waren alle twee erg kalm en bedankten mij heel vriendelijk, toen ze vertrokken. Maar ze zeiden bijna r.iets. Dienzelfden dag zijn ook Dhont en ik moeten gaan vluchten. De Koning kon na tuurlijk niet zeggen wie hij was, maar al zei hij geen ja of neen, ik kan mij niet ver gist hebben, al ken ik ook mijn eigen oogen niet gelooven." Koning Leopold, zoo besluit het blad, was dus een nacht de gast van een eenvoudigen Sluischen burgerman. Ook anderen hebben hem daar herkend. (Jlt het katholieke kamp SCHOOLWEDSTRIJDEN. R. K. LEIDSCHE VOETBALBOND. Het- zeer goede weer op Zaterdagmiddag was den jeugdigen sporters wel gunstig, en er is van geprofiteerd. Afd. C. begon met het programma van den dag, waarbij Os- en Paardelaan II ULO Ia elkaar bekampten. Met een over winning voor de Os- en Paardelaan II stormden de overwinnaars juichend het veld af, terwijl nieuwe strijders weer het veld betraden. De spanning werd groot tusschen Roe- lofarendsveen en Rapenburg II. Dc laatsten maakten echter een doelpin.meer, dus wonnen den stryd. Daarna gaven Os- en Paardelaan I en Leonardos elkaar niets toe, en de spanning steeg ten top, toen scheidsrechter in gelijken stand het einde blies (11). Hier werd met penalty's be sloten. Leonardus had hier de beste pa pieren, dus won don wedstrijd. Voor de tweede ronde van afd. C werd hierna gespeeld Os- en Paardelaan IIRa penburg II, welke door Os- en Paardelaan II werd gewonnen. Hier volgen de uitslagen: Afd. C.: Os- en Paardelaan IIULO Ia 3—1. Afd. C.: Roelofarendsveen—Rapenburg II 1—2. Afd. C.: Os- en Paardelaan ILeonardus I—2. Afd. B.: ULO lila—ULO IIc 4—0. Afd. A.: VACAmbachtsschool 50. Afd. C.: 2de ronde: Os- en Paardelaan IIRapenburg II 40. Afd. B.: ULO lila—ULO IIc was voor lila, alhoewel moet worden gezegd, dat ULO Ila wel iets teveel van zijn kracht gebruik maakte, VAC won van Ambachts school met groote cijfers, wat bepaalt een vergissing is geweest van de toch beter kunnende spelen Ambachtsschool-ploeg. Door reglementair ongerechtigde spelers is voor afd. C. een elftal uitgesloten voor verdere deelname wegens te oude spelers, en een elftal uitgesloten voor de winnaars- ïonde wegens te jonge spelers. Het programma voor deze weck is als volgt vastgesteld: Dinsdag: Afd. C.: 6.006.40- Rapenburg IWas senaar; Afd. C. 6.457.25 NoordwijkLeo nardus. De Junioren-Competitie. De uitslagen. A. UDO aDocos a 11; VVSB aFo- reholte 52. B.: Lisse bDOS b geen uitslag; Teylin- gen b—SMC b 2—1. C: UDO b—VVSB d geen uitslag; KRV b Teylingen c 23; Docos cVVSB c 31. Clubnieuws der Kath. Sportvereenigingen R.K.V.V. „St. Bavo". VVSB 4 werd door SMC I met 2—10 ge kraakt. Door 't groote overwicht van SMC I is deze wedstrijd vrij eentonig verloo- pen. Reeds spoedig was het 20 voor SMC door aarzelend optreden van de VVSB- achterhoede De ruststand kwam met 41 in 't voordeel van SMC. Ook na de rust hetzelfde beeld. Ofschoon VVSB zich taai verweerde, vergrootte SMC haar voor sprong tot 101, waarna VVSB uit een penalty, keurig door Holst genomen, den achterstand tot 102 reduceerde. Een ver diende, maar gefatteerdc zege van SMC I. WSB n verloor van Teylingen II met 45. De wedstrijd stond op goed peil. Er werd van beide zijden enthousiast ge speeld en om beurten waren de elftallen in de meerderheid. Reeds spoedig nam Teylingen de leiding door 'n ferm schot van den mid voor, welk voorbeeld spoedig door den linksbuiten ge volgd werd, die een talmen van den kee per afstrafte (02). VVSB nam daarna het initiatief en de rechtsbinnen plaatste spoedig een treffer door een corner ineens in te schieten (12). Over en weer golfde de strijd, die het aankijken ten volle waard was. Teylingen vergrootte haar voorsprong welk doelpunt prompt door VVSB met een tegengoal van den midvoor beantwoord werd (23). Kort voor de rust was het weer Teylingen die 'n nuttigen voorsprong nam, doordat de midvoor een duel met den keeper won en de bal tergend lang zaam in het doel draaide. Na de rust pakte VVSB de zaak energiek aan en in het half uur direct na de rusi wist ze door twee doelpunten, van den linksbuiten en den rechtsbinnen zoowaar den stand gelijk te maken (44). We had den ons reeds met het gelijke spel ver heugd, toen de linksbuiten met een formi dabel schot via de lat het beslissende doel punt scoorde (45). Woensdag: Afd. B. 5.00—5.55: ULO lib—ULO lila. Afd. B. 6.00—6.55: HBS II—ULO 3 Afd. A.: 7.00—8.10: HBS I-ULO IVa. N.B. Diegenen, die kleedingstukken of onderdeden van voetbaltenue vermissen, doen goed eens navraag te doen tijdens de wedstrijden. Er is veel gevonden. Donderdag: 6.006.45: Winnaars afd. C van Dinsdag. 6.45—7.25 Os- en Paardelaan II—HBS IV. R.K. Sportver, „Foreholte". Vry onverwachts voetbalden de a-Jumo- ren op eigen terrein tegen VVSB a, in plaats van te Noordwijkerhout. Het voor deel van eigen home was een nederlaag (25), hoewel deze tegen de St. Bavo- Junioren niet te verwonderen viel. Ook Foreholte I leed een nederlaag in Zoeterwoude tegen Meerburg I (62). Dc gastheeren waren volledig en dan valt er niet met hen te spotten. VER N.V. KON. NED. ZOUTINDUSTRIE - BOEKELO - HENGELO FEUILLETON door CHARLES GAR VICE. (Nadruk verboden). .DT7 HOOFDSTUK XXX. Ophelderingen. Er stond een glas druivensap op het kastje naast het bed, en Sidney Dalton slaagde er in, een paar druppels tusschen Heron's lippen te doen vloeien. Eindelijk kwam deze tot zichzelf en na een langen vragenden blik in het knappe jongensach tige gezicht, sloeg hij de oogen neer en zuchtte een zucht van bijna ondragelijke wroeging, berouw en zelfverwijt. Het was werkelijk niet noodig, bewijzen te vragen voor de bewering van den jongen man. Nu Heron hem goed aankeek, kon hij in elke trek de onmiskenbare verwantschap be speuren. Dat waren May's oogen, dat was May's weeke, bewegelijke mond, en in den vorm van het gezicht was zelfs iets, dat hem herinnerde aan Carrie, de kleine, goedlachsche Carrie! „Hemel!" riep hij uit, „wat ben ik blind geweest!" .Probeert u nog iets te drinken. Sir He ron. Wat gloeit u het zou me niets ver wonderen, als u zelf een aanval van ma- larie onder de leden had! Ze vertellen het natuurlijk niet aan de gasten, maar je moet het hier wel lirygen! Zoo gaat u nu eens rustig zitten zoo, hier." Heron luisterde r.aar zyn kalmeerend ge praat en het leek hem, of May's stem hem in de ocren klonk „Ken je me?" vroeg hij ten slotte. Sidney Dalton knikte. „Ik hoop, dat je me vergeven wilt", zei Sir Heron, en zijn diepe stem sad nog nooit Sir Heron, en zijn diepe stem had nog nooit klonken. „Met m'n neel kart", was het spontane antwoord; en Sidney nam de heete hand en drukte ze. „Njet, dat er eigenlijk van mijn kant iets te vergeven valt. Mij hebt u niets misdaan, Sir Heron." ..Neen, maar ;e zuster heb ik groot ver driet gedaan", zei hij. „En mijzelf. Ik heb mijn lever verwoest misschien ook het hare, terwille van een ellendige, stompzin nige vergissing! Je wist. dat ik met je zus ter verloofd was?" „Ja. Ze vertelde het my op dien avond, toen we elkaar in het bosch ontmoetten. Maar zeg me nu toch eens, Sir Heron, wie heeft u verteld, dat ik May's liefste was?" Heron kreeg een schok en zijn gezicht werd bleek. Wie had het hem verteld? Nie mand, ten minste niet met duidelijke woor den; maar toch was er iemand geweest, die zyn verdenking in die richting geleid had, en zij, de vrouw, die hem meegetroond had naar het bosch en naar de zoogenaamde ontmaskering van zyn verloofde, zou over korten tijd zyn vrouw worden! ,.En als u dan toch dacht, dat May u bedroog, Sir Heron waarom bent u dan toch in 's hemelsnaam niet op ons afge stormd! Ik gploof, dat ik in uw plaats geen oogenblik zou geaarzeld hebben! En dan zou alles op staanden voet opgehelderd zijn!" Heron steunde het hoofd in de handen, toen hij zich herinnerde, hoe Rose Vava sour's zachte drang hem had teruggehou den. „En hoe kwam u daar juist op die plek?" „Ik kwam toevallig Neen", zei hij schor „ik werd er door iemand naar toe gebracht naar de plaats waar jullie .Hemel! Ik wist het! Ik wist, dat cr iemand in de buurt rondsloop. Het was óók een vrouw een blond knap meisje. Ik zag haar toen ik verscholen zat en op May wachtte! Sir Heron, daar zit meer achter dan men zoo op 't eerste gezicht zou zeg gen! U hebt mijn zuster wel héél zwaar ge straft, als u haar hebt doen boeten voor uw eigen vergissing!" „Ik verdien al je verwijten. Je kunt me onmogelijk strenger veroordeelen dan ik 't mezelf doe." ,.Nu begrijp ik ook dien brief van het arme kind", zei Sidney Dalton, terwijl hij weer in bed ging liggen de opwinding had hem duizelig en moe gemaakt. „Ik had ook wel kunnen denken, dat myn vader's dood en hun armoede haar onmogelijk zóó hadden kunnen verpletteren als er nog niet iets anders was geweest." „Armoede!" riep Heron, opspringend. „Wat bedoel je?" „Wilt u dan zeggen, dat u niet eens wist, dat mijn vader volkomen geruineerd stierf, en dat May en Carrie straatarm achterble ven met niemand om voor hen te zorgen dan een oude klerk van myn vader? Wel, de slag viel denzelfden avond. U moet haar dan wel onmiddellijk en zonder eenige ver- I klaringen verlaten hebben, Sir Heron". I „Ik wist er niets van! Ik .vist er niets van!" Hij knarste op zyn tanden toen hij bedacht, hoe handig zijn moeder en de rest alles voor hem verborgen hadden gehou den. „Als ik het geweten had denk je dan dat ik En ze zei er geen woord van, toen ik haar later nog eens ontmoette. Geen woord!" „May is er het meisje niet naar om over haar armoede te spreken tegen den rijken Sir Heron, die haar had laten schieten!" zei Dalton bitter. „Arm kind! Het liefste, onschuldigste meisje dat er op de wereld is! Ze weet hoe ze het dragen moet! Ze zou geen oogenblik geaarzeld hebben, u uw ring terug te sturen, als ze hem nog in haar bezit had gehad! Daar is ze veel te trotsch voor! Maar ze gaf hem per vergissing aan mij dien avond zooals ze me de kleeren zou gegeven hebben die ze aanhad, als ik daar iets mee had kunnen beginnen! Het is me een voldoening, dat ik u namens haar uw ring terug kan geven!" Met een moede loos gebaar wierp hij Heron het sieraad voor de voeten. „Ik neem hem aan. Maar alleen om hem weer aan haar vinger te kunnen steken! Ja!" riep hij uit, terwijl hij driftig de ka mer op en neer liep, „misschien is het nog niet te laat misschien heeft ze me nog niet vergeten. Ik zal haar smeeken, mij te vergeven. Met een heel leven van toewij ding zal ik haar vergoeden wat ik haar heb aangedaan! Ik zweer jou, haar broer, dat ik nooit een oogenblik heb opgehouden, haar lief te hebben! Maar er is geen tijd te verliezen. De hemel zij gedankt, dat ik ten minste weet, waar ik haar moet zoeken! Mijn lieve May! Arm en alleen! Maar het zal anders voor haar worden! Zoodra jij genoeg bent aangesterkt, gaan we op weg!" HOOFDSTUK XXXI. Graham Gordon. Lady Letchford begon zich ernstig on gerust te maken over haar zoon in den vreemde. Van het begin af aan had hij maar korte, schaarsche berichtjes gezon den 'n paar ansichten, een kort briefje aan Rose. Nu hadden ze sinds weken taal noch teeken van hem vernomen. De laat ste kaart kwam uit Napels; hij scheen toen op weg te zijn naar Zuid-Italië. Rose had geen oogenblik de toebereidse len voor het huwelijk onderbroken. Er werd druk gewerkt aan haar schitterende uitzet en in het huis in Wiltshire, dat Sir Heron op dien gedenkwaardigen dag ge ïnspecteerd. had, was een stoet van werklie den met allerlei moderniseeringen bezig. Wanneer iemand' een toespeling maakte op de afwezigheid van den bruidegom, ant woordde de blonde schoonheid met een glimlach: „Hij is op reis voor zijn gezondheid. We verwachten hem niet terug vóór het laatste oogenblik". Maar Lady Letchford was en bleef on gerust. „Wie zegt je, dat hy er geen we reldreis van maakt?" jammerde zij. „Je weet zelf, hoe vreemd hij den laatsten tijd was! Zal ik je eens wat zeggen ik ge loof nooit, dat hij nog aan dien heelen trouwdag denkt!" „U zult het zien!" zei Rose met een stra- lenden glimlach. „Hij zal terugkomen en dan zult u zich voor niets bezorgd ge maakt hebben!" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 7