Taak van generaal Winkelman: de geleidelijke demobilisatie Duitsche troepen in Parijs VRIJDAG 14 JUNI 1940 31ste Jaargang No. 9667 S)e Gcid&ehc Sou/fco/nt Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11. V Karaktervolle plichtsbetrachting 't Is een goed woord, dat de burgemees ter van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, heeft gesproken bij de opening van een te Am sterdam gehouden korte raadszitting. Wij hebben het gisteren reeds vermeld, doch willen nog even de bijzondere atten tie trekken naar een bepaalde zinsnede. De burgemeester wees op de taak, het belang der gemeente met alle kracht te dienen. En, zoo ging hij voort: „die taak hopen wij in staat te zijn, te blijven vervul len", om dan te vervolgen: „Nietdoor een karakteriooze servi liteit (slaaschheid) te toonen, waar voor niemand achting heeft, maar door een vastberaden plichtsbetrachtirtg, die zich ook kenmerkt door stipte en ge trouwe nakoming van hetgeen in de verordeningen van de Duitsche autori teiten en in onze wet en verordenin gen is voorgeschreven of vastgelegd". Aan de hier gegeven richtlijn moeten zich allen houden; in 't bijzonder echter zij, die een of andere positie van invloed bekleeden. Serviliteit, waaraan b.v. plotseling „be keeringen" kunnen doen denken, kan in een volk, in een enkeling niet worden ge waardeerd, door niemand integen deel; zij openbaart slapte van karakter en wijst op onbetrouwbaarheid. Stipte en getrouwe nakoming van wat wettige gezagsdragers voorschrijven is echter natuurlijk geen serviliteit, maar een karaktervolle plichtsbetrachting, waardoor men het algemeen be lang dient; wat misschien gepaard gaat met het offeren van een of ander persoon lijk belang. Wat de burgemeester van Amsterdam als richtlijn' heeft gegeven voor het vervul len van de taak van het gemeentebestuur, is óók richtlijn voor het vervullen van de taak van de pers. 't Is natuurlijk, dat de inhoud van een courant, speciaal wat het nieuws betreft, in dezen oorlogstijd niet van .eenzelfden aèrd is, als in een tijd van vrede, zooals die geweest is en komen zal. Tot op zekere hoogte is die inhoud afhankelijk van vel schillende omstandigheden Ieder móet dit begrijpen. Wij hopen echter ook in dezen tijd onze taak te blijven vervullen, „niet door een karakteriooze serviliteit te toonen, maar door een vastberaden plichtsbetrachting, die zich ook kenmerkt door stipte en ge trouwe nakoming van hetgeen in de ver ordeningen van de Duitsche autoriteiten en in onze wet en verordeningen is voor geschreven of vastgdlegd". In hetgeen wij tot op heden dagelijks hebben geschreven zal niemand eenige te genspraak zien met liet hier aangeduide streven. Aldus willen wij, zoo goed mogelijk, die nen het algemeen belang, naar katholieke beginselen en goede vaderlandsche zeden. Het sympathieke meeleven van onze le zers staat ons borg, dat dit streven resul taten kan hebben, vruchten kan afwerpen. HOOFDKWARTIER van den FUEHRER, 14 Juni (D.N.B.) - Het opperbevel van de Duitsche weermacht deelt mede- De volledige ineenstorting van het ge- heele Fransche front tusschen het Kanaal en de IMaginotlinie bij Montmedy heeft de Fransche leiding ertoe gebracht, haar oor spronkelijke voornemen, de hoofdstad van Frankrijk, te verdedigen, te laten varen. Parijs is derhalve tot open stad verklaard Zooeven zijn de zegevierende Duitsche troepen Parijs binnengerukt. HET ERGSTE VAN ALLES. Blijkens een A.N.P.-bericht uit Brugge was diep-tragisch het oogenblik, toen Ko ning Leopold kort na de capitulatie, die een uitroeiing van de bloem der Belgische jeugd voorkwam, tegen de weinige getrou wen, die hem nog omringden, verklaarde, dat hij het ergste van alles nóg vond, dat zijn kinderen, die nu in Frankrijk vertoe ven, zal worden Verteld, dat. htm vader een verrader is. Duitsche Commissaris voor uitvoering De Opperbevelhebber van de Duitsche Weermacht in Nederland deelt mede, dat de taak van den Opperbevelhebber van de in staat van. demobilisatie zijnde Neder- landsche land- en zeemacht, generaal Win kelman, zich uitsluitend uitstrekt tot de demobilisatie van de Nederlandsche weer macht. In verband hiermede wordt de volgen de verklaring van generaal Winkelman van 12 Juni 1940 gepubliceerd: „In opdracht van de Duitsche regeering in het bezette gebied, deel ik u mede, dat verscheidene bevelen en instructies, die ik u na 3 Juni 1940 heb doen toekomen, niet behooren tot de taak, die mij van dien dag af is opgedragen. Deze taak omvat uitslui tend geleidelijke militaire demobilisatie van de Nederlandsche weermacht volgens de instructies van den Opperbevelhebber der Duitsche weermacht in Nederland. Met het oog hierop trek ik de bevelen en in structies, die betrekking hebben op de werkwijze van de industrieele bedrijven, overeenkomstig art. 52 van het Haagsche Reglement in". Voorts wordt er op gewezen, dat de Op perbevelhebber van de Duitsche Weer macht in Nederland als Duitsch commis saris voor de ten uitvoerlegging van de demobilisatie der Nederlandsche land- en zeemacht heeft aangewezen kolonel I. G. Schwabedissen, chef van den staf van den opperbevelhebber van de Duitsche Weer macht in Nederland. Van de zijde van het Rijkscommissariaat wordt voorts medegedeeld, dat de aangele genheden van het ministerie voor de Landsverdediging, voor zoover zij betrek king hebben op de demobilisatie van de Nederlandsche land- en zeemacht, zullen ressorteeren onder den Duitschen bevel hebber der Weermacht in Nederland. De secretaris-generaal, de heer C. Rin geling, wordt in verband hièrmedé uit zijn functie ontheven. Verordening werkbeperking Ter vervanging /an een besluit van den Opperbevelhebber heeft de secretaris-ge neraal van Sociale Zaken gemachtigd door een verordening van den Rijkscommis saris in een uitvoeringsbesluit nieuwe maatiegelen getroffen betreffende het stil leggen van ondernemingen, de invoering van den verkorten werktijd en het ontslaan van werknemers. Ingevolge deze regeling blijft het leiders van ondernemingen verboden het werk tij delijk of voor goed stop te zetten of den werktijd tot minder dan 36 uur per week te bekorten. Voorts is het verboden werk nemers te ontslaan, tenzij artikel 1639 p van het Burgerlijk Wetboek toepasselijk is. (Art. 1639 p somt de zoogenaamde „drin gende redenen" op, op grond waarvan een werknemer terstond ontslagen kan wor den). De na 9 Mei 1940 gegeven ontslagen moeten terstond weer worden ingetrok ken, tenzij de directeur-generaal van den Arbeid ze heeft goedgekeurd. De directeur- generaal of gemachtigde organen kunnen ten aanzien van het verbod om werkne mers te ontslaan, uitzonderingen toelaten. De secretaris-generaal is tot deze beslui ten gemachtigd door een in het Verorde ningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied verschenen verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied betreffende het beperken van werk. Deze verordening luidt als volgt: Op grond van paragraaf 5 van het De creet van den Führer betreffende de uit oefening van de regeeringsbevoegdheden in Nederland van 18 Mei 1940 (Rijkswet blad 1. blz. 778), bepaal ik: ART. 1. I. De secretaris-generaal van het depar tement van Sociale Zaken wordt gemach tigd voorschriften betreffende het stilleg gen van ondernemingen, de invoering van den verkorten werktijd en het ontslaan van werknemers uit te vaardigen. II. Voorschriften, welke de secretaris generaal van het ministerie van Sociale Zaken op grond van alinea I uitvaardigt, mogen strafbedreigingen bevatten. ART. 2. Deze verordening treedt in werking op den dag van afkondiging. 's-Gravenhage, 11 Juni 1940. De Rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied: SEYSS-ÏNQUART. Deze verordening in het Verordeningen blad wordt gevolgd door het onderstaande uitvoeringsbesluit van den secretaris-gene raal van het departement van Sociale Za ken ingevolge de verordening van den Rijkscommissaris betreffende het beperken van werk. Op grond van art 1 van de verordening nr. 8/1940 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betref fende het beperken van werk en in over eenstemming met art. 2 en 3 van de veror dening nr. 3/1940 van den Rijkscommissaris betreffende de uitoefening der regeerings- bevoegdheden in Nederland bepaal ik als volgt: ART. 1. Het is den leiders van ondernemingen of hun plaatsvervangers verboden: I. Het werk in de onderneming tijdelijk of voorgoed stop te zetten; II. Deri werktijd in de onderneming tot minder dan 36 uur in de'week in te kor ten; III. Werknemers te ontslaan, tenzij art. 1639 p van het Burgerlijk Wetboek toepas selijk is. De na 9 Mei 1940 gegeven ontsla gen moeten terstond weer worden inge trokken, tenzij deze door den directeur- generaal van den Arbeid goedgekeurd zijn. ART. 2. I. De directeur-generaal van' den Arbeid of de door hem hiertoe gemachtigde orga nen kunnen uitzonderingen op den regel van paragraaf I vaststellen, de toestemming hiertoe kan afhankelijk gemaakt worden van bet nakomen van bijzondere voor waarden. II. Verzoeken tot toepassing van alinea I moeten aan het bevoegde districtshoofd der Arbeidsinspectie worden gericht. De verr zoeken moeten gemotiveerd zijn. Zij moe ten aantal en soort der werknemers ver melden, die ontslagen zijn of zullen wor den of die met korteren werktijd te werk zullen worden gestold. Ifl. Op de verzöeken moet zoo spoedig mogelijk worden beslist. Bij de beslissing moeten in het bijzonder de belangen der gedemobiliseerden in acht worden geno men. ART. 3. I. Wie het verbod, in art. 1 genoemd, overtreedt, wordt met hechtenis van ten hoogste drie maanden of met een geldboete van ten hoogste 3000 gulden gestraft. II. Met het onderzoek naar een bij alinea 1 strafbaar gestelde handeling zijn, behal ve, de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde personen, ook de ambtenaren der Arbeidsinspectie belast. III. Bij dit besluit strafbaar gestelde fei ten worden beschouwd als overtredingen. ART. 4. Het besluit van den Opperbevelh.ebber van Land- en Zeemacht van 27 Mei 1940 (Staatsblad nr. O. 801) treedt buiten wer king. Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op den dag van afkondiging. 's-Gravenhage, 11 Juni 1940. De .secretaris-generaal van het de partement van Sociale Zaken, SCHOLTENS. Bevoegdheid der Duitsche krijgsraden DELICTEN VALLENDE ONDER HUN OORDEEL. Het Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied bevat een verorde ning van den Rijkscommissaris betreffen de de bevoegdheid van den Duitschen Krijgsraad. In deze verordening heeft de Rijkscom missaris op grond van art. 5 van het de creet van den Führer betreffende de uit oefening van de regeeringsbevoegdheden in Nederland bepaald, dat burgers van niet-Duitsche nationaliteit onderworpen zijn aan het oordeel van den (Duitschen) Krijgsraad ten aanzien van delicten, welke zich richten tegen de Duitsche weermacht, haar leden of tegen degenen, die op een of andere wijze bij haar werkzaam zijn, of in gebouwen, lokaliteiten of inrichtingen ten behoeve van de Duitsche weermacht v/orden begaan. Wanneer de commandant van het leger onderdeel, waartoe de betrokken (Duit sche) krijgsraad behoort, verklaart, dat hij van zijn bevoegdheid ingevolge deze bepa ling geeh gebruik maakt, gaat het- recht tot vervolging en veroordeeling over op de gewoonlijk tot strafvervolging bevoegde autoriteiten. De verordening treedt in wer king op den dag harer afkondiging. Deze is 8 Juni 1940. Bestrijding van de werkloosheid Arbeiders-vrijwilligers naar Duitschland HET WERKLOOSHEIDSVRAAGSTUK IN NEDERLAND. STRAATCOLLECTE NATIONAAL HULPCOMITé UITGESTELD. De openbare straatcollecte ten behoeve van het Nationaal Hulpcomité 1940, welke morgen gehouden zou worden, is om tech nische redenen uitgesteld. De collecte zal een volgende weck ge houden worden. Ten einde versnippering te voorkomen heeft Z. II. Exc. de Bisschop ook de op Zondag a.s. in dc Katholieke kerken en kapellen van ons Bisdom voorgenomen collecte afgelast. Maatregelen tot opheffing hiervan. In de gisteren gehouden persconfe rentie te 's-Gravenhgae heeft de gene raal-commissaris, minister dr. Fish- boeck, een belangrijke uiteenzetting ge geven van de wijze, waarop het nieuwe bewind zich voorstelt het werkloos heidsvraagstuk in Nederland op te los sen. De rijkscommissaris zoo zette dr. Fish- boeck uiteen acht het een van de meest dringende aangelegenheden om de in Ne derland bestaande werkloosheid op te hef fen. Vólgens het bureau voor de statistiek heeft Nederland buiten de weermacht 2Ö5.000 werkloozen. Om te vermijden, dat door de demobili seering van het leger plotseling een groot aantal werkzoekenden op de arbeidsmarkt verschijnt, voor wie niet dadelijk arbeids gelegenheid geschapen kan worden, wordt ingevolge een regeling, die door den Ne- derlandschen opperbevelhebber van land en zeemacht in overeenstemming met den rijkscommissaris getroffen is, de verdere demobilisatie slechts in overeenstemming met de bestaande arbeidsgelegenheden doorgevoerd. De voorloopig niet tot afzwaaien komende soldaten worden voor noodzakelijken en nuttigen arbeid ge bruikt. Hierdoor wordt bereikt, dat de op de openbare geldmiddelen nog sterk druk kende kosten voor het Nederlandsche le ger nu in den vorm van een meer nuttige arbeidsprestatie worden omgezet. Een andere maatregel, die eveneens door dezelfde grondgedachte is ingegeven, be- tx-eft een verbod aan werkgevers hun be drijven tijdelijk of duurzaam stil te leggen, arbeiders of eihployé's te ontslaan, of den arbeidstijd op minder dan 36 uren in de week terug te brengen. De generaal-secre- taris voor sociale aangelegenheden heeft déze verordening uitgevaardigd op grond van een hem door den Rijkscommissaris gegeven wettelijke machtiging. Voor zoo ver na 9 Mei reeds ontslagen zonder toe stemming van de betreffende overheid zijn gegeven, bestaat de verplichting de arbei ders en employé's weer aan te nemen. Van de werkgevers wordt Verwacht, dat zij met goed inzicht in den tegenwoordigen toe stand vrijwillig alles zullen doen om te beletten, dat de in hun dienst staande ar beiders en employé's hun functies verliezen en eventueel hen, die sinds 9 Mei ontsla gen werden, weer aannemen. Op deze ver plichting zal slechts dan een uitzondeling worden toegestaan, wanneer werkelijk dwingende gronden het ontslag noodig ma ken. Zoo ver echter hierdoor nog steeds een aantal werkwilligen niet aan arbeid en brood geholpen kunnen worden, zal de Ne- dexiar.dsche en Duitsche lotsvei'bondenheid er toe leiden, deze werkzoekende Neder landers onmiddellijk onder passende voor waarden aan arbeid en brood in het Duit sche rijk te helpen zoo ging spr. verder. Op grond van een verordening van den Rijkscomnxissaris is er zorg voor gedragen, dat ieder in het Duitsche rijk werkende Nederlander het door hem verdiende ar beidsloon, voor .zoover hij het niet voor .zij-u eigen behoeften in het Duitsche rijk noodig heeft, tot elke hoogte en zonder eenigerlei beperking naar Nederland zen den kar waar de uitbetaling aan zijn fa milie o andere door hem gemachtigde per sonen. onmiddellijk volgen kan. Het over sturen van de loonoverschotten is van nu af aan aan geen enkele beperking in de hoogte van het bedrag, nog ten aanzien van het deel van het loon, dat de arbeider ontvangt, gebonden. Iedere werkwillige, die zich aanmeldt voor wei'k in Duitschland krijgt nog een week steun,- vrije reis naar de plaats, waar hij te werk gesteld kan worden en de ge huwde kan na drie maanden met verlof naar zijn familie reizen; de ongehuwde krijgt na zes maanden een korte vacantie voor bezoek aan zijn verwanten. De ar beidsvoorwaarden zullen bier algemeen bekend worden gemaakt. Minister Fischböck sprak de verwach ting uit, dat de Nederlandsche arbeiders van deze geboden gelegenheid vrijwillig gebruik willen maken, zoodat binnen vier weken hier geen werkloosheid meer be staat. INT MARÏA-CONGRES UITGESTELD. Het Internationaal Maria-congres, dat in -looA *ct 'uapnoqaH uapjoM noz snisnSny loopig -uitgesteld. GAS VOOR MOTORAANDRIJVING. Verklaring omtrent deugdelijkheid vereisfcht. De Staatscourant van Donderdag 13 Juni bevat een besluit, waarbij bepaald is, dat voor het gebruik van flesschen, trans port- en voorx-aad-reservoirs, tijdelijk of blijvend bevestigd aan motorvaar- en voertuigen en gevuld met gas onder druk in samengepex-slen of vloeibai'en toestand, dienende voor de voortbeweging van die motorvaart- en voertuigen, een verklaring van deugdelijkheid is vex'eischt, afgegeven door het Rijkstoezicht op het Stoomwezen onder door dien dienst te stellen voor waarden. Deze verklaring moet te allen tijde bij het motorvaartuig aanwezig zijn. REIZEN NAAR IIET BUITENLAND. BSj wie men aanvragen behoort in te dienen. Zooals reeds eerder is gemeld, bestaat in bijzondere uitzonderingsgevallen de moge lijkheid van reizen naar het buitenland. Aanvragen van gegadigden, wonende in de provincies Noord-Holland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Di-ente en Gronin gen, benevens in de provincie Zuid-Hol land benoorden de lijn AlphenLeiden Katwijk en aanvragen uit 's-Hertogen- bosch en Boxtel moeten gericht worden aan het adres: Driekoningenstraat 4, Am sterdam, telefoon 44016, Aanvragen van hen, die wonen in de provincies Zuid-Holland ten zuiden van de lijn AlphenLeidenKatwijk en niet in Den Haag en omstx-eken, vei'der wonende in Zeeland en Noord-Bi*abant, uitgezonderd te 's-Hertogenbosch en Boxtel, moeten ge richt wox'den aan het adres: Weslplein 12, Rotterdam, telefoon 34647. Aanvragen van hen, die wonen in Den Haag, Scheveningen, Vooi'burg, Rijswijk, Loosduinen en Wassenaai', moeten gericht worden aan het adres: Juliana van Stol berglaan 45, Den Haag, telefoon 771916. Aanvragen van hen, die wonen in de provincie Limburg, moeten worden ge richt aan het adres: Stationstraat 10. Maas tricht, telefoon 4510. De aanvragexi moeten gelicht zijn aan: dem Beauftragten vom hohen Polizei und S.S. Fühx-er". KERKNIEUWS MGR. J. VRAKKING. Nederlandsch missionaris benoemd tot bisschop van Surigao. Tot Bisschip van Surigao op de Philippij- nen is benoeXnd de Hoogeerwaarde pater J. Vrakking van de Missionarissen van het H. Hart te Tilburg. Sinds eenigen tijd was Mgr. Vrakking overste van de missie te Surigao, Over deze benoeming meldt men uit Naarden aan de „Tijd": Tot zeer groote vreugde van de familie en van de geheele Naardenschc parochie werd telegrafisch bericht ontvangen van het Missiehuis van de Congregatie der Mis sionarissen van het H. Hart, dat tot Bis schop van Surigao (Philippijnen) is be noemd Z.H.E. Joh. Vx-akking. Mgr. Vrakking werd geboren te Naarden 27 Februari 1886. Na het gewoon lager on derwijs in de plaats zijner geboorte te heb ben gevolgd, vertrok Z.H.E. naar het Mis siehuis te Tilbui'g voor de voorbex'eidende studies voor het H. Priesterschap, waarvan de H. Wijding plaats had 13 Augustus 1911 te Leuven. De plechtige eerste H. Mis had plaats in de parochiekerk te Naarden 15 Aug. d-a.v. Pater Vrakking toog 19 September 1912 naar de Missie op de Philippijnen. Den 15den Februari 1940 werd Pater Vrakking benoemd tot overste der Philip- pijnsche Missie, nadat Z. H.E. enkele jaren pastoor te Gigiquit was geweest. De onderscheiding van de benoeming tot missie-overste is thans door een aanzien lijk hoogere en belangrijkere gevolgd, nu Pater Vrakking door Z.H. den Paus tot Prins der Kerk is verheven. Van uit de verte roepen wij Mgr. J. Vrakking met deze hooge uitverkiezing een hartelijk proficiat toe. Moge O. L. H. de zware taak, die Z.H.E. thans is opgelegd, (genen tot in lengte van dagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1