Jiatië Vcekt ten omlag, Inval in de Fransche Riviera %),e ao^ia^iuexMwdn^m DINSDAG 11 JUNI 1940 31ste Jaargang No. 9664 S)e &zid&eh£(Soii/fca/itt Bureau Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Poetbus 11. Gisterenmiddag te 16.30 uur heeft de Italiaansche minister van Bui- tenlandsche Zaken, graaf Ciano, in het Palazzo Chigi den ambassa deur van Frankrijk ontvangen. Hij legde tegenover hem de volgende verklaring af: „Z. M. de Koning-Keizer verklaart, dat Italië van morgen 11 Juni af zich in staat van oorlog met Frankrijk beschouwt". Om 16.45 uur ontbood Ciano den ambassadeur van Groot-Brittannié, wien hij in gelijkluidende termen mededeelde, dat Italië zich in staat van oorlog met Groot-Brittannië beschouwt". Van deze oorlogsverklaringen heeft Mussolini gisteravond mede- deeling gedaan vanaf het balcon van het Palazzo Venezia. Elders in dit nummer geven wij een verslag van deze rede. „Wij willen", aldus de Duce, „de territoriale en militaire ketenen verbreken, welke ons in onze zee verstikken, want een volk van 45 millioen zielen is niet waarlijk vrij. wanneer het geen vrijen weg naar den oceaan heeft". Mussolini zeide verder, dat hij plechtig wilde verkiaren, dat Italië niet het voornemen heeft andere volken, die te land en ter zee aan Italië grenzen, in het conflict mede te sleepen. „Mogen Zwitserland, Joegoslavië, Turkije, Egypte en Griekenland nota nemen van deze woorden". Volgens te New York uit Berlijn ontvangen berichten zijn de Italiaan sche troepen gisteravond om half acht (Ned. tijd) de Fransche Riviera binnengerukt. Als onmiddellijk gevolg van de Italiaansche oorlogsverklaring is de burgerbevolking van Zuid-Frankrijk in een wanordelijke vlucht naar het binnenland getrokken. Aan de Zuid-Oost grens werd gisteravond reeds een totale verduistering gelast. Verschillende steden aan de Cote d'Azur mochten in de afgeloopen maanden weer een gedeeltelijke verlichting branden. Uit enkele badplaatsen aan deze kust wordt ge meld, dat aldaar betoogingen tegen de Engelschen zijn gehouden. Een aantal rijke Engelschen was in de laatste maanden in deze badplaat sen verschenen. V Bij een Uitvaar! De duisternis van droefheid, die ons hart omsluit, als iemand, die ons dierbaar is, is gestorven, kan niet zijn zóó donker, dat er geen zonnelicht doorheen straalt en de pijn, die onze ziel doorpriemt, als de liefde een lief offer heeft moeten brengen aan den wreeden dood, kan niet zijn zóó diep, dat geen zalvende balsem ze verlicht en heelt, als wij bij een Uitvaart-Mis bidden en hoo- ren zingen en lezen in het Evangelie: Wie gelooft in Mij zal leven, al is hij ook gestorven; en al wie leeft en ge looft in Mij zal niet sterven in eeuwig heid. Gelooft gij dit? Zij zeide Hem (Martiha tot Christus): Ja, Heer; ik ge loof, dat Gij zijt de Christus, de Zoon van den levenden God, die in deze we reld is gekomen. De in droefheid neergezonken mensch richt zich óp, als hij deze woorden hoort, staat recht, heft het hoofd omhoog en ziet door zijn tranen heen blij naar het kruis het kruis van den goddelijk-triumpheeren- den Verlosser uit den dood! De dooden zijn ons ontrukt; maar: zij zijn niet gestorven, doch leven in eeuwigheid... Vanmorgen werden weer opnieuw deze Evangelie-woorden gezongen en gelezen in de Requiem-Mis voor drie gesneuvelde le den van de katholieke jeugdorganisaties te Leiden, welke plechtigheid plaats vond in de dekanale kerk, en weer opnieuw trof die troost-rijke, glorie-volle waarheid de velen, die ze met een in de ziel vast-gean- kerd geloof aanhoordende velen, oude ren en jongeren; de meelevende godsvrucht van zoo vele jongens en jongemannen was dezen morgen een blij-stemmend tee- ken voor de toekomst: de katholieke jeugd organisaties hebben niet te vergeefs ge werkt, zij hebben voor de toekomst, hoe deze ook zij, een stevig fundament gelegd! Hoe schoon zingt de Kerk in de Requiem- Mis verder in de praefatie: Voor Uw geloovigen, o Heer, wordt het leven wel verwisseld, maar niet uit gedoofd, en wordt, na de ontbinding van dit aardsche woonhuis, in den hemel een eeuwige woning bereid. En daarom zingen wij met de enge len en aartsengelen, met de tronen en heerschappijen, en met geheel het he- melsche heerschaar het loflied Uwer heerlijkheid en roepen zonder ophou den: Heilig, heilig, heilig is de Heer, God der heerscharen, hemelen en aarde zijn vol van Uw glorie. Hosanna ir. den hooge. Gezegend Hij, die komt in den naam des Heeren, Hosanna in den hooge. Moeder de Kerk is zoo goed, zoo lief voor ons, als wij bedroefd zijn, als wij lijden. Onuitputtelijk is zij in haar troost-rede- nen in de heerlijke liturgie bij uitvaart en begrafenis. „Wie gelooft in Mij zal leven, al is hij ook gestorven". De familie en dierbaren van onze gesneuvelde militairen zij deze waarheid een krachtdadige troost. Hun overledenen zijn uit deze wereld gescheiden in het geloof en in de moedige vervulling van een plicht. In hun leven is bewaarheid, wat wij op het bidprentje van een hunner lezen en wat zij als 't ware aan heel de ka tholieke jeugdorganisatie voorhouden als lichtend devies: Alles voor Nederland en Nederland voor Christus! KONING HAAKON IN ENGELAND. Naar thans officieel wordt bekend ge maakt, bevinden ziioh de koning van Noor wegen en de vroegere Noorsche regeering in Engeland. PRINSES IRENE GEDOOPT Uit Londen is naar „De Heraut" meldt, het bericht gekomen, dat Prinses Irene daar is gedoopt. Prof H. H. Kuyper voegt hieraan toe: „Dit is een verblijdende tijding. Het lange uitstellen van den doop der Prinses heeft velen verwonderd en smart gedaan, vooral in deze zorgelijke tijden. Des te meer verheugt het ons, dat thans deze doopsbediening heeft plaats gevonden. Moge Gods genade de verbondsbelofte in den doop haar bezegeld bij haar opwassen tot rijke vrucht voor haar doen zijn." ITALIANEN BRENGEN TWEE SCHEPEN TOT ZINKEN. Aan de Spaansche kust bij Gibraltar zijn in reddingsbooten en deels zwemmend tal rijke zeelui aangekomen van de Italiaan sche vrachtschepen „Numbolia" en ,,Che- lina" (2.000 en 10.000 ton). Zij vertelden, dat beide schepen bij het bekend worden van de oorlogsverklaring in de haven van Gibraltar lagen. Terstond lieten de gezag voerders de reddingsbooten neer en brach ten zij hun schepen tot zinken. Het groot ste deel van de bemanning heeft de Spaan sche kust weten te bereiken, terwijl ande ren door Britsche patrouillebooten aan de grens van het Spaansche rechtsgebied zijn opgebracht en geinterneerd. AMERIKAANSCHE NEUTRALITEITSWET OOK VAN TOEPASSING OP ITALIë. President Roosevelt heeft een decreet af gekondigd, waarbij de bepalingen van de Amerikaansche neutraliteitswet ook op Ita lië van toepassing worden verklaard. Hij liet echter achterwege om de oorlogszone, welke Amerikaansche schepen niet mogen betreden, overeenkomstig de nieuwe om standigheden uit te breiden. Het decreet verbiedt automatisch aan Amerikaansche schepen Italiaansche havens aan te doen, onderwerpt den handel met Italië aan de clausule van „cash and carry", verbiedt Amerikaansche burgers op Italiaansche schepen te reizen en beperkt Amerikaan sche geldinzamelingen voor Italië tot lief dadige doeleinden. AAN DE FRANSCH ITALIAANSCHE GRENS. De „Gazette del Popoio" meldt van de Fransch-Italiaansche grens: De laatste trei nen hebben Maandagavond tusschen 19.00 en 23.00 uur de grens gepasseerd. Hierin reisden eenige diplomaten en als laatste passagier de kardinaal-primaat van Po len naar Frankrijk. De troepen hebben in Ponte San Luigi de bergdalen aan de grens bezet. Met re laatste treinen uit Nizza zijn eenige Italiaansche staatsburgers uit Frank rijk aangekomen. Daarop bezetten de pio niers de ondermijnde bruggen aan de grens. Afdeelingen der mobiele garde hand haven in de steden in het Oosten, Zuiden en Zuid-Westen zooveel mogelijk de orde en regelen den vluchtelingenstroom. Talrijke telefoonverbindingen tusschen de hoofdstad en de departementen zijn ver broken. De treinen komen met zeer groo- te vertragingen binnen. Het autoverkeer ligt bijna geheel stil. Gisteren overdag ver toonden Nizza, Marseille en Toulon nog het gewone beeld, dat echter bij het inval len der duisternis geheel veranderde. In Frankrijk heerscht groote bezorgdheid over dei steeds grooter wordenden ononderbro ken vluchtelingenstroom en over de l^vens- mid lelenvoorziening. De etalages van bijna alle luxe winkels in Nizza en Cannes wa ren in de laatste uren voor de oorlogsver klaring geheel leeg. Marseille biedt het zelfde beeld. Het verkeer ligt geheel stil. Een groote stroom vluchtelingen trekt in de richting van de Spaansche grens. De kos ten van levensonderhoud zijn in de laatste dagen enorm gestegen. De prijzen zijn met 150 procent gestegen. Het staken van ieder economisch verkeer heeft in de laatste da gen geieid tot een gebrek aan geld, daar dit door de bevolking met het vooruitzicht van nog ernstiger tijden wordt opgepot. KONINGIN ELISABETH TE MAASTRICHT Naar men gisteravond uit Maastricht meldde, heeft Koningin Elisabeth gisteren aldaar een bezoek gebracht aan de gewon de Belgische soldaten, die daar verpleegd worden. DE TREKKING DER STAATSLOTERIJ Naar wy vernemen is in de vandaag aangevangen trekkingen van de 5e klasse der staatsloterij eenige wijziging gebracht, ten gevolge waarvan deze trekking niet, zooals gebruikelijk, vier weken zullen duren, doch slechts drie weken. In verband hiermede zullen deze en de volgende week 5 trekkingen worden ge houden ieder van 1000 nummers, terwijl in de derde week vier trekkingen van 1000 nummers, een van 500 en een van 100 nummers zullen plaats vinden. DE SCHADE AAN KERKGEBOUWEN. Wat de Ned. Herv. kerk betreft op drie millioen geraamd. Naar het „Vad." vermeldt, is de oorlogs schade aan de kerkgebouwen in ons- land van de Nederlandsche Hervormde Kerk op 3 millioen geraamd. De Vischvoorziening DIT JAAR GEEN NIEUWE HARING Distributiesysteem voor zoelwatervisch in overweging. Wfj hebben ter bevoegder plaatse geïn formeerd naar de vischvoorziening van ons land. Men kon ons daarover aan de hand van de thans verkregen gegevens het volgende mededeelen. Bij het uitbre ken van den oorlog was de haringvloot ge reed om uit te varen ter visscherij en de „nieuwe" haring aan te voeren. Dit is door den loop der omstandigheden niet door gegaan en men mag verwachten dat wij dit jaar het bekende Hollandsche product „nieuwe haring" zullen moeten missen. Daarentegen is er wel „maatjesharing", van de vangst van vorige jaren in pakhui zen en koelhuizen bewaard, dat als ver vangingsproduct voor het binnenland voor de „nieuwe" haring dienst kan doen. Deze maatjesharing is tot dusverre al tijd voor de binnen landsche markt bestemd geweest, daar men in het buitenland meer gesteld was op de z.g. „volle" haring, die van Augustus tot December gevangen wordt, van welke wij bokking en gema- rioneerde haring fabriceeren. Een gedeelte van die „volle" haring is ook nu voor ex port bestemd, een ander gedeelte dient als grondstof voor rookerijen en inleggerijen. Op het oogenblik is nog niet te voorzien wanneer de haringvloot weer kan uitvaren. Ongeveer hetzelfde is de toestand ten opzichte van de z.g. groote zee visscherij, die uitgeoefend wordt o.m. op de Doggers- bank en in het gebied ten Noorden van Schotland. Er is visoh in de koelhuizen, o.m. tong, makreel, kabeljauw, tahbot, griet en schol, maar hiervan is de voorraad beperkt, hoe wel voorloopig in de vraag naar deze visdh- soorten kan voorzien worden. De zoctwatervisschcrij. De zoetwa tervisscherij wordt in de hui dige omstandigheden op den duur, als er wellicht minder vleesch en geen andere vischsoorten te krijgen zijn, van steeds grooter belang. Ook in den oorlog van 19141918 is het gebruik van zoetwatervisch sterk geste gen. De snoekbaars is thans het meest ge wild bij het publiek. Het vorige jaar heeft men van deze visch een geweldige vangst gehad en kon men van een zeer gunstig jaar spreken. De vangst wisselt echter zeer sterk en daar men thans eerst aan het be gin van de visscherij staat, kan voor dit seizoen nog geen prognose worden gedaan. In dit verband deelde men mede, dat juist doordat de zoetwatervissóherij op tal van plaatsen en tal van kleine riviertjes plaats heeft, een distributiesysteem wordt overwogen. Oestercultuur. Voor de oestercultuur is de situatie nog niet geheel duidelijk. De moeilijkheden van den strengen winter, die wij gehad heb ben, werken nog na. Voor deze cultuur zul len binnenkort enkele voorzieningen bor den getroffen. De z.g. pannencultuur zal worden bevorderd door de beschikbaar stelling van een bepaald bedrag voor dak pannen, waarop de oesterkweekers de dde- ren kunnen uitzetten. De mosselcultuur kan zeer belangrijk worden, vooral omdat mosselen zoo eiwitrijk zijn. De propaganda voor het eten van mosselen in den afgeloo pen winter heeft reeds belangrijke toe ne ming van het verbruik ten gevolge gehad en het ligt in het voornemen deze propa ganda voort te zetten, mede omdat door het eten van mosselen het publiek een zeer vitaminenrijk voedsel tot zich neemt. Vischconserven. Wal ten slotte de vischconserven Detreft, daar deze veelal uit Amerika en Portugal kwamen, is de voorraad slinkende. Alle vraagstukken op het gebied van de visscherij. die de bijzondere behartiging vragen, berusten ook thans bij de Ned. Visscherij Centrale, waar men in nauw contact met het bedrijf blijft en alles tracht te doen, wat maar mogelijk is om de vis scherij en dientengevolge ook de vischvoor ziening van ons land zoo goed mogelijk te doen verloopen. CONFERENTIE IN DE TEXTIEL INDUSTRIE De besturen van de samenwerkende tex tielarbeidersbonden „St. Lambertus", „Uni- tas" en „De Eendracht", hebben dezer da gen een schrijven gericht aan de grootste werkgevers-vereenigingen in de textiel industrie, waarin zij voorstellen zoo spoe dig mogelijk een conferentie te beleggen. De besturen der arbeidersorganisaties achten in de gewijzigde omstandigheden een bespreking, welke kan leiden tot veelvuldi- ger en beter geregeld overleg, betreffende aangelegenheden, de belangen van indus trie en arbeiders rakende, noodzakelijk. TRANSPORTEN KRIJGSGEVANGENEN UIT DUITSCIILAND IN NEDERLAND TERUG. Gistermorgen ruim 11 uur is te Olden- zaal wederom een extra-trein met 1600 Ne derlandsche krijgsgevangenen uit Duitsoh- land aangekomen. 800 stapten te OLdenzaal uit. De anderen vertrokken om 12 uur 15 naar Hengelo. A. N. P. meldt uit Enschedé d.d. heden: Vanochtend is in Enschedé weer een transport Nederlandsche krijgsgevangenen aangekomen. De ongeveer 1700 soldaten wa ren gistermiddag met een goederentrein uit Neubrandenburg in Mecklenburg vertrok ken, waarna zij via Hamburg naar Ensche dé waren gereisd. Ongeveer 800 soldaten bleven in Enschedé, de rest werd direct doorgezonden naar Almelo. In Enschedé was de ontvangst door de bevolking weer buitengewoon geestdriftig. Na de medische keuring gebruikten de mi litairen in het Volkspark een maaltijd. Ver volgens werden zij naar de badhuizen ge bracht, waar zij van schoone onderkleeding werden voorzien. Vervolgens zijn zij bij dc burgerbevolking ingekwartierd. Allen za gen er zeer goed uit. Zij waren vol lof over de ondervonden behandeling. Behalve de militairen bevonden zich ook vier burgers bij het transport, die eveneens in het kamp van Neubranderburg hebben vertoefd. On der hen bevond zich de Amsterdamsche sportjournalist M. J. Adriani Engels, die zich bij het uitbreken van den oorlog in Luxemburg bevond. HACHELIJKE TOCHT VAN GROEP VLUCHTELINGEN. NA BIJNA VIER WEKEN TE BREDA TERUG Zaterdagavond is weer een groep van on geveer twintig Bredanaars na een zeer dra matische vlucht van bijkans vier weken uit Noord Frankrijk te Breda teruggekeerd. De groep heeft één doode moeten achterla ten en bracht één gewonde mee. De vluchtelingen hebben bijna drie volle weken in de vuurlinie gezeten en bevon den zich steeds daar. waar het zwaarst ge bombardeerd werd. Op Eersten Pinksterdag vluchtte de groenteboer A. Gommers uit de Koninginnestraat te Breda met vrouw en negen kinderen van wie de uodste twaalf jaar is, met een door een paard getrokken platten brandstoffenwagen, in de richting Hoogstraten. Hij nam bovendien op zijn wa gen enkele bejaarde menschen uit de buurt mede, terwijl enkele andere buurtbewo ners zich per rijwiel bij hem aansloten. Via Hoogstraten en Westmale werd Ant werpen bereikt en van daar trok men ver der naar Zeeuwsch-Vlaanderen, waar nog gevochten werd en waar men tusschen de terugtrekkende Fransche troepen verzeild geraakte. Noodgedwongen is dc groep toen met de ze troepen de geheel Belgische Noordzee kust langs getrokken. Zij was in Ostende toen deze plaats gebombardeerd werd en in La Panne toen dit plaatsje in brand ge schoten werd. Eindelijk kwam men terecht in Zegers- cappel in Noord-Frankrijk, waar men niet verder kon, omdat de Duitschers den ring om de Fransche troepen hadden gesloten. De tijd daar is vreeselijk geweest. Dag in dag uit werd de plaats gebombardeerd, waarbij ook het patronaat waar de vluch telingen verbleven, werd getroffen. Dc be jaarde mevrouw Desmet uit de Koningin nestraat werd daarbij op slag gedood, ter wijl mevrouw Myzer, de weduwe van den vroegeren commissaris van politie te Bre da, door een granaatscherf aan het been werd gewond. Ook het paard van Gommers vond bij een bombardement den dood. Eten was er vrij wel niet te krijgen en dagen achtereen leef de men op alleen in water gekookte witte boonen. Het was dan ook een verademing voor de vluchtelingen toen de Duitschers einde lijk het plaatsje binnenrukten en dus de terugweg naar bet vaderland zou kunnen worden aanvaard. De vraag was echter hoe, want het trou we paard was dood en de kleine kinderen en de zich bij het gezelschap bevindende oude menschen konden niet loopen. Van de Duitsche militaire heeft Gom mers toen een paard ten geschenke gekre gen, dat voor den legerdienst niet meer ge schikt was. Met dit paard heeft de groep daarop den terugweg aangevangen, welke Zaterdagavond halfelf te Breda eindigde, op twaalf uur na, vier weken nadat men de stad had verlaten. „Telegraaf". AUTOBUSDIENST NAAR VEILING VAN AALSMEER HERVAT Met ingang van heden is de speciale vei- lingsdienst op Aalsmeer hervat. In aanslui ting op den vroegen trein uit Rotterdam en den Haag vertrekt 's morgens om 6.10 uur weer een autobus naar Aalsmeer. Deze bus komt om 7.20 of wel tien minuten voor het begin der centrale Aalsmeersche veiling in het bloemendorp aan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1