Het laatste bedrijf in Vlaanderen Slappetfieid det Oielyen wa%dt exhend SXe capitulatie aan koning, £eepe£d WAT CHURCHILL EN REYNAUD ERVAN ZEIDEN 'sKonings motieven Rondom de Middel- landsche Zee KLEINE ANNIE WOENSDAG 29 MEI 1940 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 DE VLUCHT DER ENGELSCHEN HET DUITSCHE FRONTBERICHT Het frontbericht van het D.N.B. luidt als volgt: De capitulatie, die door den koning der Belgen is aangeboden en waarin de ge- eischte onvoorwaardelijke overgave werd aangenomen, trekt de slotstreep onder den Kngelschen oorlog op Belgischen bodem. De Engelschen hadden gehoopt de beslissing op het BelgischNederlandsche voorterrein tot stand te brengen, nadat hun voornemen om vandaar een aanval op het Duitsche Roergebied te ondernemen door den blik semsnellen Duitschen slag terug verijdeld was. Een beslissing is gevallen, maar zij brengt het tegendeel van datgene, wat de Britten hoopten. Zelfs met behulp van de bondge- nooten is het hun niet gelukt de Duitsche troepen belangrijk op te houden. Veeleer werden de Engelschen volkomen verslagen. De Britsche troepen, die over het Kanaal naar Engeland terug gebracht konden wor den, zijn voor het grootste deel hals over kop en met achterlating van hun wapens en hun tros ingescheept. Tijdens de Noorsche onderneming hebben de Engelschen het be grip der „succesvolle wederinscheping" een stempel gegeven. Voor de houding der En- gelsche troepen bestaat echter alleen het woord „vlucht". Op het vasteland laten zij, evenals in Noorwegen, behalve duizenden gevangenen, wapens en gereedschap, alleen gemengde gevoelens achter bij de troepen, die zij aan zjj met hen moesten strijden, en bij de be volking, die getuige moest zijn van de machtelooze vernielingswoede der naar de inschepingshavens stroomende Britsche co lonnes. De strijd tot den laatsten Belg heeft den Engelschen geenerlei nut gebracht. Het was de hoogste tijd, dat de Belgen er van af za gen zich volledig op te offeren voor de Wes telijke mogendheden. De Belgische troepen hebben dapper gestreden, in het algemeen gezien zelfs het dapperste van de ingeslo ten legers. De overwinning heeft van Duit sche zijde volledige krachtsinspanning ge kost. Steeds weer heeft de Duitsche infante rie aangevallen, tot de sterkste stellingen doorbroken en de vertwijfelde afweer be dwongen was. De korte constateering van het legerbericht van gisteren, dat Duitsche infanteristen acht vijandelijke batterijen hebben bestormd en in een strijd*van nabij genomen hebben, werpt een indrukwekkend licht op den heroieken strijd, dien de Duit sche infanteristen met doodsverachting tot aan de overwinning hebben doorstaan. In de Noord-FranschBelgische ruimte neemt de ontwikkeling van den militairen toestand thans een snel tempo aan. De ge beurtenissen volgen elkander snel op, de Duitsche troepen dringen op een breed front den tegenstander bijeen, het laatste bedrijf van deze worsteling zal wel spoedig ten einde zyn. Zonder effect blijven de pogingen der Franschen om door aanvallen op het Zui delijke front hun ingesloten landslieden verlichting te brengen. Deze aanvallen, waaruit geen groot opgezet plan blijkt, werden volkomen afgeslagen. Met de ver nietiging van 30 vijandelijke pantserwagens door weinige stuks afweergeschut is het vonnis geveld over de vijandelijke pantser wagens. RIJSSEL INGESLOTEN Van bevoegde Duitsche militaire zijde wordt over den toestand aan het front na de capitulatie van het Belgische leger o.m. het volgende gezegd: De capitulatie van het Belgische leger be- teekent een zwaren slag voor de ingesloten Engelsche en Fransche troepen en een on gemeen voelbare verlichting voor de Duit sche eenheden. De laatste acte van het dramatische tooneel van den grooten slag van Mei 1940 is begonnen. Opmerkelijk is het feit, dat de Duitsche troepen ten Noorden van Valenciennes op een zeer breed front door de sterke Fran sche grens-forticicaties heen gebroken zijn en ten Westen van Valenciennes over het Scheldekanaal zijn getrokken. Het front nadert thans van het Zuiden de groote industriestad RijsseL Ook uit het Westen werd de vijand aan het geheele front teruggeworpen. Orchies en La Bassée liggen ongeveer 20 K.M. ten Zuidwesten van Rysscl. Merville ligt 30 K.M. ten Westen van die stad. Aangezien in het Oosten van Rijssel reeds voor eenige dagen het front tot op 10 K.M. bij de stad was gebracht en aan gezien in het Noorden de capitulatie der Belgische troepen waarschijnlijk een on- houdbaren toestand in het leven roept, is de totale situatie voor den tegenstander in dezen sector hopeloos geworden. Toch constateert het legerbericht van gisteren uitdrukkelijk, dat de strijd tegen de ingesloten Engelschen en Franschen voortgaat en zal voortgaan tot zij volledig vonderworpen zijn. SLECHTE BEHANDELING VAN KRIJGSGEVANGENE DUITSCHE VLIEGERS. De Duitsche kolonel van het luchtwapen en eskader-commandant Lackner, die tijde lijk in Fransche gevangenschap was ge raakt, heeft daarover een rapport uitge bracht, waarin hij een relaas geeft van de behandeling, die hem is wedervaren. 0.m. werd hij beschoten, toen hij per valscherm uit zijn in brand geschoten toestel sprong. Na zijn landing werd hij door Marokkanen overvallen, die hem beroofden en zwaar mishandelden. Hij werd slechts gered door dat Fransche gendarmes ingrepen, die hem echter in de boeien sloten. Aangezien op grond van dit rapport en talrijke andere berichten de in strijd met het Volkenrecht zijnde behandeling van Duitsche vliegers door de Franschen vol doende bewezen is, heeft generaal-veld- maarschalk Goering per 28 Mei bevel gege ven, dat de tot dusver uitgevaardige groot moedige bepalingen ten aanzien van de be handeling van vijandelijke, gevangen vlie gers zóó beperkt worden, dat alle krijgs gevangenen van het Fransche luchtwapen principieel behandeld moeten worden zoo als de Franschen Duitsche vliegers plegen te behandelen. In het vervolg zullen alle Fransche gevangen vliegers naar Fransch voorbeeld onmiddellijk bij hun gevangen neming in de boeien geslagen worden en met uitschakeling van alle tot dusver ver leende faciliteiten afzonderlijk onderge bracht worden. De opperbevelhebber van het luchtwapen heeft zich tot deze strenge maatregelen ge dwongen gezien, aangezien dagelijks de be richten over de onmenschelijke, wreede behandeling van gevangen Duitsche vliegers door de Franschen veelvuldiger worden. De generaal-veldmaarschalk zal in het vervolg telkens, wanneer hem een moord op Duitsche vliegers wordt gemeld, voor iederen vermoorden Duitschen vlieger vijf gevangen Fransche vliegers doen doodschie ten. Hetzelfde geldt ook voor het geval, dat wederom in luchtnood zijnde, met valscherm neerspringende Duitsche vliegers werden beschoten, echter met dit onderscheid, dat in dat geval vijftig vijandelijke gevange nen doodgeschoten worden. Op de ge vangen Engelsche vliegers worden deze maatregelen niet toegepast, aangezien de Engelschen tot dusverre geen aanleiding hebben gegeven tot dergelijke tegenmaat regelen. SLACHTOFFERS ONDER DE BURGERBEVOLKING Gisteren is in de nabijheid van Bruchsal een burger, die geheel alleen op een hoog te stond en geen vijandelijke handelingen verrichtte, door een Franschen vlieger met machinegeweervuur beschoten. Hij kon zich in veiligheid stellen. In het district Loerrah zijn door het Fransche artillerie vuur zes burgers gedood en vier gewond. DE INDRUK IN AMERIKA. De capitulatie van België, die slechts weinig Amerikanen verwacht hadden, heeft in de Vereenigde Staten een gewel dige verrassing gewekt. Ook in de kringen dergenen, die de zaak der Westelijke mo gendheden voorstaan, worden de groote gevolgen van dit feit toegegeven. De „New York Post" spreekt van een ware cata strofe voor de Westelijke mogendheden. Het blad noemt de herhaalde Britsche waarschuwing aan Frankrijk tegen een af zonderlijke vrede hoogst verdacht qn schrijft, dat deze gedachte als een nacht merrie op de Engelschen schijnt te druk ken. Ongetwijfeld, aldus dit blad, moet Duff Cooper reden gehad hebben, toen hij deze waarschuwing publiceerde. Buftenlandsctie Berichten DE AARDBEVING IN PERU. De door de aardbeving aangerichte schade is grooter dan men aanvankelijk dacht Vele huizen dreigden in te storten. In Chorillos zyn nog slechts zes huizen be woonbaar. De opruimingsarbeid, die door het gebruik van ontplofbare 6toffen be spoedigd wordt, zal nog geruimen tijd ver gen. De regeering heeft 20 millioen sol voor den herbouw beschikbaar gesteld. GROOTE BRAND IN VANCOUVER. Door een grooten brand zijn te Vancou ver in Britsch Columbië alle etablissemen ten van de „Union Boatworks" een scheeps werf en twee fabrieken voor scheepsmoto ren geheel verwoest. Op een andere werf is schade aangericht Het vuur, dat in de Union Boat Works was uitgebroken greep zeer snel om zich heen. SCHEEPSBRAND IN HAVEN VAN GIBRALTAR. Op een in de haven van Gibraltar liggen- den Oceaanstoomer is brand uitgebroken. De blusschingspogingen bleven zonder re sultaat. Het schip staat nog steeds in lich ter laaie. REDEVOERING VAN CHURCHILL. Churchill heeft gisteren in het Lagerhuis zijn aangekondigde redevoering uitgespro ken. Allereerst deelde hij de capitulatie van het Belgische leger door koning Leo pold mede. Hij vervolgde toen: De Brit sche en de Fransche regeeringen hebben daartegenover hun generaals onmiddellijk bevolen zich verre te houden van dit op treden en de operaties voort te zetten. Het Duitsche opperbevel heeft toegestemd in de Belgische capitulatie. Het Belgische leger heeft sedert hedenochtend vier uur opgehouden den Duitschers tegenstand te bieden. De Belgische regeering heeft zich niet solidair verklaard met deze handeling van kening Leopold en heeft in allen vorm bekend gemaakt, dat zij vastbesloten is den oorlog voort te zetten aan den kant van de geallieerden. De toestand der Brit sche en Fransche legers, die in een der heftigste veldslagen gewikkeld zijn, en van drie kanten, benevens uit de lucht inge sloten zijn, is duidelijk buitengewoon ern stig. De overgave van bet Belgische leger vergroot het ernstige gevaar. Maai* de En gelsche troepen hebben een goede stem ming en vechten. Vloot en luchtvloot ver- leenen dezen legers krachtige ondersteu ning. Hij (Churchill) wil het Huis dan een verklaring afleggen over den alge- meenen toestand, wanneer het resultaat van den ontzaggelijken strijd, die thans geleverd wordt, bekend is en overzien kan worden. Dit zal waarschijnlijk niet vóór het begin van de volgende week zijn. In middels zal het Huis er goed aan doen zich voor te bereiden op harde en zware tijden. DE RADIO-REDE VAN REYNAUD. De Fransche minister-president Reynaud heeft in zijn radiotoespraak van gisteren naar men te Berlijn opmerkt, beleedigende aanvallen gericht, op den Belgischen ko ning en het Belgische leger. Zoo beweer de hy o.a., dat koning Leopold, zonder re kening te houden met de Britsche en Fransche soldaten den strijd heeft ge staakt. In politieke kringen te Berlijn wordt deze voorstelling geheel en al on rechtvaardig, ja zelfs een verdraaiing der feiten genoemd. Men herinnert er aan, dat de bereidwilligheid van België om in den oorlog te gaan tegen Duitschland door de Engelsche en Fransche regeering alleen verkregen werd door groote beloften met betrekking tot de door de Westelijke mo gendheden te verleen en hulp. Wanneer België door de Duitsche wapenen gedwon gen werd den kansloozen strijd op te ge ven, is het evenzeer niet ter zake dienende als unfair, het Belgische leger schuldig te verklaren aan deze ineenstorting van den geallieerden tegenstand. Want dat het Belgische leger in een toestand kwam, die koning Leopold tot zijn besluit dwong, is alleen en uitsluitend veroorzaakt door het feit, dat het Fransche leger en het Britsche expeditiecorps niet in staat waren België voor den oorlogsramp te bewaren. Wan neer koning Leopold thans van de zijde der Westelijke mogendheden voor zijn ze ker niet gemakkelijk besluit, voor de red ding van zijn volk en land onvoorwaarde lijk te kapituleeren, wordt beleedigd, dan oogst hij daarmede van Londen en Parijs denzelfden dank als de Noren en de Hol landers ontvingen voor hun gewapende hulp. FRANSCHE PERS CONTRA KONING LEOPOLD. Het bericht van de capitulatie van het Belgische leger heeft in de politieke en journalistieke kringen te Parijs groote verontrusting en neerslachtigheid veroor zaakt. Men verheelt zich niet, dat Frank rijk en Engeland zich na hef neerleggen der wapenen door het Belgische leger in een veel ernstiger positie bevinden dan ooit te voren. Zelfs Weygand zou, naar men vertelt, de situatie voor Frankrijk ais hoogst gevaarlijk gekenschetst hebben. Alle avondbladen keeren zich met onge hoorde felheid tegen koning Leopold van België, dien zij onder alle mogelijke be- leedigingen en beschimpingen bedelven. De bladen verklaren, dat de afzetting van koning Leopold door de in Parijs zetelen de, geëmigreerde Belgische regeermg nog slechts een kwestie van uren is en eischen de vorming van een voorloopig bewind. De „Intransigeant" zet als opschrift boven haar commentaar op de gebeurtenissen: „De verrader". DRIE MOTIEVEN VOOR KONING LEOPOLDS BESLUIT. Het „Giornale d'Italia" noemt de han delwijze van den koning der Belgen een „daad van groot politiek en menschelijk verstand". Drie motieven hebben den ko ning tot zijn besluit gebracht, zoo meent het blad: 1. de wil om zijn volk in een doelloozen strijd verder bloedvergieten en verdere offers te besparen; 2. de groote reeds geleden verliezen der Belgische na tie; 3. het inzicht, dat de geallieerden niet zoozeer streefden naar de verdediging van de onafhankelijkheid en het lot van Bel gië, maar veeleer alle middelen van Bel gië aan menschen, wapens en financiën trachtten uit te buiten voor het behoud en de verdediging van hun eigen gebieden en hun eigen imperia. Er kan geen twijfel over bestaan, zoo gaat het bald verder, dat de koning de houding der Britsche troe pen op haar juiste waarde heeft geschat. De Engelschen hebben duidelijk hun voor nemen te kennen gegeven, naar huis terug te keeren, terwijl de Belgen voor hen moesten vechten en hun terugtocht met zware offers moesten dekken. Voorts heb ben de Engelschen, zonder rekening te houden met leven en eigendom der Belgi sche burgers, zich schuldig gemaakt aan zware verwoestingen. Het bewijs daarvoor levert Brussel, waar de Engelschen, of schoon het een erkend open stad betrof, bruggen in de lucht lieten vliegen, met springstoffen de huizen vernielden en bur gers doodden. De koning heeft, in tegen stelling tot de gevluchte ministers, op het slagveld den roep van zijn volk gehoord en er gevolg aan gegeven. Met onberaden woorden, zoo schrijft het blad verder, heeft Reynaud heden willen spreken van „verraad". De koning heeft niemand verraden, want België heeft niet den plicht zichzelf te vernielen voor de redding van Frankrijk en Engeland. We derom zijn de Engelschen en Franschen, die dezen Europeeschen oorlog wilden, ge dwongen slag te leveren met hun eigen menschen en hun eigen middelen, zonder inschakeling van vreemde naties of blok ken. DE DUITSCHE PERS OVER DE MISLUKKING DER ENGELSCHEN. De Duitsche pers richt zich heden scherp tegen de poging van Churchill in zijn La gerhuisrede van gisteren, de schuld aan de komende mislukking van het Engel sche expeditiekorps op België te schuiven. Ook in Noorwegen, zoo schrijft de „Ber liner Boersenzeitung", hebben de Engel schen eerst politiek en daarna militair de Noren als kogelvangers voor zich uit ge dreven. De Noren mochten de kastanjes uit het vuur halen, terwijl de Engelschen, na kennis te hebben gemaakt met de supe rioriteit der Duitsche soldaten, naar hun reddende transportschepen terugkeeren den en de Noren in den steek lieten. Zoo hebben zij thans ook met België ge daan. Ook de Belgen moesten voor de En gelschen als kogelvangers optrekken. Toen de Fuehrer en zijn weermacht dit plan verijdelde, kozen de Engelschen een methode, die in de geschiedenis zonder voorbeeld is. Als barbaren hebben zij huis gehouden. Goud, zilver en kunstvoorwer pen hebben zij gestolen, particulier bezit geplunderd, de bibliotheek van Leuven in brand gestoken, de Belgische hoofdstad in het grootste gevaar gebracht, en brug gen opgeblazen zonder de bewoners te waarschuwen. Zij waren alleen bedacht op de veiligheid vein hun eigen aftocht. Uit woede over het hopelooze van de vlucht, die hun door den opmarsch der Duitschers aan het Kanaal wordt afgesne den, schimpen zij thans op den koning der Belgen en beschuldigen zij hem en zijn soldaten, die dapper gestreden hebben, van verraad aan de zaak van Engeland. Nog meer te laken dan de houding van de Britsche regeering ten aanzien van de Belgische capitulatie acht men te Berlijn het optreden van de leden der Belgische regeering, die reeds lang de vlucht geno men heeft en nu van Londen uit in hun blinde hoorigheid aan Engeland uiting geeft aan haar ontstemming over het feit, dat de koning der Belgen de resten van het Belgische leger voor doodbloeden op Vlaamschen grond bewaard heeft. Dat deze zoogenaamde Belgische regeering in het geheel niet meer het recht heeft zich vertegenwoordigster van haar volk te ne men, zou, aldus zegt men te Berlijn, aan stonds blijken, wanneer zij het zou wa gen thans weer op Belgischen bodem te rug te keeren. Zij zou dan namelijk haar leven moeten redden voor de verbittering van het volk in België. SYMPTOOM VAN DIEPE MEENINGSVERSCH1LLEN. In welingelichte kringen te Bern wordt de capitulatie van het Belgische leger be schouwd als een zeer ernstig symptoom van diepwortelende meeningsverschillen tusschen de Westelijke mogendheden. Men gelooft, dat het ontwaken van den Belgi schen drang tot zelfbehoud niet zonder in vloed op Frankrijk kan blijven, vooral, omdat het Fransche volk van het uitbre ken van den oorlog af nooit geheel een drachtig achter zijn regeering heeft ge staan. De binnenlandsche toestand van Frankrijk is, aldus zegt men, door de ver bloemingstactiek der regeering onder den verpletterenden indruk der plotseling ont hulde waarheid veel dreigender geworden, dan uit de rigoureuze maatregelen van Mandel kon worden opgemaakt. Men mag daarom aannemen, dat Mandeis „schare der afgedankten" het gezonde verstand vertegenwoordigt. Tot de „verstandige" Franschen hebben ook Daladier en de met hem bevriende Gamelin behoord. Daarom heeft Churchill als de hoofdexpo nent der Engelschen oorlogszucht indertijd ook Daladier „afgedankt", toen hij hem naar het ministerie van builenlandsche za ken liet overplaatsen en hem door Rey naud liet vervangen. De oorlogstoestand heeft zijn tegenwoor- digen, voor de Westelijke mogendheden catastrofalen, aanblik gekregen tengevolge van de nieuwe Duitsche strijdopvatting. Daartegenover hebben de Westelijke mo gendheden acht maanden lang haar heil gezocht in den oorlog op grooten afstand, de uitbreiding van den oorlog en de pas sieve grensverdediging. Die opvatting zal wel van den Britschen generalen staf af komstig zijn. Engeland heeft nog nooit een veldheer voortgebracht. Het heeft echter, evenals in den werldoorlog, ook thans steeds willen bevelen en door de op zijn ageeren tot stand gekomen samenvoeging der BelgischFranschEngelsche strijd krachten in België, die strijdkrachten in de Duitsche tang gebracht. Dat kan tot gevolg hebben, dat Frankrijk, dat ook niet meer door generaal Weygand geholpen kan worden, besluit van Engeland af te vallen, voor het te laat is. EVACUATIE VAN BURGERS UIT GIBRALTAR VOORBEREID. Naar uit Gibraltar gemeld wordt, heeft de Engelsche overheid gelast, een schip van 7000 ton ter beschikking te stellen, dat uitsluitend moet dienen voor de ont ruiming van Gibraltar door de burgerbe volking. De gouverneur van Gibraltar heeft in het officieele blad geëischt, dat de passieve luchtbescherming, de hulppolitie en andere vrijwillige organisaties geen ac ties zullen ondernemen, waarvan de mili taire commandant geen kennis draagt. VERTREK VISUM VOOR VREEMDE LINGEN IN ITALIë. Een speciaal „vertrekvisum" is volgens een officieele mededeeling voor alle in Italië, de Italiaansche koloniën en de Aegeische bezittingen woonachtige vreem delingen voorgeschreven voor zoover zy onderdanen zijn van buitenlandsche staten, die reeds een dergelijken maatregel heb ben genomen ten aanzien van de in hun landen wonende vreemdelingen. DE HAVENS VAN SUEZ EN PORT SAID. Met ingang van 1 Juni is het burgers verboden, zonder speciale vergunning de havens van Suez en Port Said te betreden. Dit verbod, dat uitgaat van den militairen gouverneur der Kanaalzone, geldt in het bijzonder ook voor de kanaaloevers, de ka den, de petroleum- en benzinereservoirs en de petroleumraffinaderijen. ALBAANSCHE BETUIGING VAN TROUW De Albaneesche minister-president, Ver- laci, heeft gisteren in een telegram aan den Italiaanschen minister van buitenlandsche zaken, graaf Ciano, verklaard, dat #,het Albaansche volk bereid is om op zijn be vel en voor den hoogeren roem van den koning en keizer en van het fascistische Imperium als één man op te staan". Ver- laci verzocht graaf Ciano deze houding van het Albaansche volk ter kennis van Mussolini te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 2