SkUtAchc infanterie (linnen Qent Geallieerden thans niet meer numeriek de meerderen De toestand in Frankrijk en Engeland De strijd in Noorwegen De houding van. Amerika ZATERDAG 25 MEI 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 NA TWEE WEKEN OFFENSIEF HET DUITSCHE FRONTBERICHT. Het frontbericht van het D. N. B. luidt als volgt: Bij de beoordeeling van den militairen toestand, zooals deze zich voordoet in het Noord-Fransch-Belgische gebied, vallen twee dingen in het bijzonder op: de aan- valsprestatie der infanteriedivisies, die te gen een minstens even sterken tegenstan der in het veld geworpen zijn en de be wegelijke leiding der snelle Duitsche troe- pendeelen. In zware gevechten heeft de Duitsche infanterie den zich hardnekkig verwerenden tegenstander, die vertrouw de op een krachtig versterkte waterhinder nis, over de Scheldestelling teruggedron gen en is doorgedrongen in de stad Gent zelf. Na het overwinnen van de Schelde stelling ten Zuiden van Gent gelukte een aanval tot op den Westelijken oever van de Leye. In de sedert den aanvang van het Westelijk offensief verloopen veertien da gen heeft de infanterie juist aan den Noor delijken vleugel in de gevechten met de voornaamste krachten van den tegenstan der de superioriteit van de Duitsche op leiding en van den aanvalsgeest zelfs bo ven uitgelezen, numeriek sterkere vijan delijke strijdkrachten bewezen. Hetzelfde kan ook gezegd worden van de gevechten aan de Maas ten Oosten van Sedan, waar het de infanterie gelukte den tegenstander uit zijn sterke vestingsysteem te werpen, een pantserwerk te bestormen en door de zen aanval op een voor den tegenstander buitengewoon ongunstig punt de Duitsche positie belangrijk te verbeteren. Nadat al lereerst de grensposities van den vijand onder den voet waren geloopen en de doorbraak door de verdere verdedigings linies van den vijand tot staan was ge bracht, moest de strijd met de hoofdkrach ten van den tegenstander komen. De in fanterie heeft, zooals de laatste dagen too- nen, zich ook in deze zware worsteling op schitterende wijze doen kennen. De snelle eenheden, die eerst in Westelijke richting langs de Somme tot aan het Kanaal op rukten, vervolgens een afweerflank naar het Zuiden vormde, maar bijna tegelijker tijd reeds met sterke strijdkrachten naar het Noordenaanvielen, verdienen om_.de bewegelijke leiding ook bijzondere aan dacht. Zoo eenvoudig deze tactiek achter af ook lijkt, vooral wanneer zij tot volle dige successen leidt, zij eischt toch bijzon dere aandacht en besluitvaardigheid. Het zonder haperen functioneeren der berich- tenverbinding heeft ook hierbij een groo- te rol gespeeld. De gevechten, die zich aan den binnenkant van den om de vijandelij ke legers geslagen ring sedert den koenen opmarsch tot aan de Kanaalkust afspelen, stonden in het teeken van samenwerking vol opoffering tusschen de infanterie, de snelle eenheden en het luchtwapen. Alleen dank zij het gemeenschappelijk optreden van alle wapensoorten kon verhinderd worden, dat de tegenstander uitbrak. In de eerste dagen na de omsingeling van den vijand was hij numeriek in de meerderheid en had hij nog niets van zijn gevechts- waarde verloren. Ofschoon het luchtwapen de verbindingswegen en ravitailleerings- wegen tusschen de afzonderlijke eenheden van den vijand terstond fel had aangeval len, kon de vijandelijke leiding nog aan zienlijke strijdkrachten, vooral aan gemo toriseerde en gemechaniseerde eenheden in het gevecht werpen. Alle uitbraakpogingen zijn gestrand op de vastberaden verhou ding der Dpitsche troepen- Intusschen heeft zich daarop de krachtenverhouding ook in den naar het Westen vooruitge schoven wig ten gunste van de Duitschers gewijzigd. Door het nazenden van infan teriedivisies werd een evenwicht in de krachtenverhouding bereikt, die plaatselijk reeds in superioriteit is veranderd. Door de versterking van deze spil komt nu de snelle opmarsch naar Boulogne en Calais beter tot uitwerking. DUITSCHE PERSSTEMMEN. Over het legerbericht van gisteren schrij ven de Duitsche bladen, dat de door dit bericht aangegeven stand van den gröoten slag in Frankrijk en België gekenmerkt wordt door een aanzienlijke inkrimping van het gebied, dat de Engelsche, Fran- sche en Belgische legers nog als strijdge bied ter beschikking staat. Het groote suc ces van de doorbraak der Schelde-stelling en den opmarsch van de Duitsche gepant serde strijdkrachten naar de Kanaalkust worden met groote opschriften vermeld. De „Lokalanzeiger" noemt het vermetel en kortzichtig, indien men in de vijande lijke hoofdsteden de geringe veranderingen in het kaleidoscopische beeld van den oor log, wiar de vernietiging van een groote groep der Belgische, Engelsche en Fran- sche strijdkrachten voltrokken wordt, be nut voor een uiterlijke verbetering van de stemming, als ware de oorlog tot stilstand gekomen. Er zal, zoo zegt het blad, weer een ontstellende schrik volgen, want de slag is niet tot stilstand gekomen, hy gaat verder. Het „Hamburger Fremdenblatt" herinnert eraan, dat er vandaag pas veer tien dagen verloopen zijn sedert het groo te Duitsche afweeroffensief in het Westen. Hoewel de slag in Noord-Frankrijk nog niet isbeëindigd, zoo merkt het blad op, grenzen de resultaten, welke thans reeds zijn vast te stellen, aan het wonderbaar lijke. Het bl^d ziet de resultaten voorna melijk als volgt: 1. Twee eeuwen van militair denken in Frankrijk zijn alle bases onttrokken. Duitschland staat in den rug van dien ge weldigen verdedigingswap waarmede de Fransche generale staf de vruchten van de overwinning van 1919 voor alle tijden be veiligd dacht te hebben. Frankrijk is ge dwongen een open veldslag te leveren te gen den midden in het eigen land staanden vijand. 2. Tusschen de verbonden legers in Noord-Frankrijk en het overige deel van het Fransche leger is een hechte wig ge dreven 3. Het bezit van de Kanaalkust, welke in Holland, in een gedeelte van België en in het gebied van de monding der Somme reeds voor de Duitsche weermacht is ver zekerd, heeft den oorlog in een sprookjes achtig korten tijd tot voor de Engelsche kust en het Britsche rijk gebracht. 4. De omsingelingsslag aan de Kanaal kust, welke slag met doelbewuste juist heid door Duitschland tot een overwin nend eind wordt gevoerd, heeft in Parijs en Londen een catastrophale stemming ver oorzaakt. Engeland heeft zijn democratie, resp. zijn staatsorde ten grave gedragen. OVERZICHT VAN HET OFFENSIEF IN HET WESTEN. Aan het einde van de tweede week van het groote Duitsche offensief in het Wes ten wordt de toestand van welingelichte Duitsche zijde als volgt samengevat: 1. De oorlog is naar Frankrijk overge bracht en de Duitsche troepen zijn tot de kust van het Kanaal doorgedrongen. 2. Het in Noord-Frankrijk en België ge concentreerde geallieerde leger, dat zich reeds door België óp weg naar Duitschland bevond, is teruggeslagen, heeft zware ver liezen 'geleden en is tenslotte in een groote tang gekneld. Alle pogingen om hieruit te breken hebben schipbreuk geleden. 3. De vestingen Luik, Namen en Mau- beuge, welke een eventueelen stoot van Duitschland moesten opvangen, zijn onder den voet geloopen. 4. De Duitsche luchtmacht heeft een groot aandeel in de overwinning. Sedert het begin van het offensief zijn ongeveer 2400 vliegtuigen van den vijand vernield. 5. De Duitsche weermacht staat vlak voor de voor Engeland zeer gewichtige havens aan het Kanaal. Het optreden van de Duit sche luchtmacht hier is een groot gevaar voor de Britsche kusten. Aan het einde van de tweede week van het offensief staat het Duitsche leger voor het tot stand brengen van het eerste deel der opdracht Deze opdracht zal zijn ver vuld wanneer de kust van het Kanaal tot aan de monding van de Somme in Duit sche handen is. BOMMEN OP ROODE KRUIS- INRICHTINGEN. De vijandelijke luchtstrijdkrachten heb ben, naar het D. N. B. van bevoegde mili taire zijde verneemt, in verscheidene ge vallen bomaanvallen ondernomen op ob jecten, welke duidelijk voorzien waren van het Roode Kruis-teeken. Zoo meldt de ver- plegingscompagnie van een par.tserafdee ling, dat zij op 14 Mei te Givonne, ondanks de duidelijke kenteekening van het Roode Kruis, van een hoogte van 150 meter door vijandelijke vliegtuigen is aangevallen. Vier mannen werden door bommen ge dood en acht licht gewond. Voorts werden alle verplegingsvoertuigen vernield. ONDERSCHEIDINGEN. De Fuehrer en opperste bevelhebber der weermacht neeft op voorstel van generaal veldmaarschalk Goering aan een aantal officieren van het luchtwapen het ridder kruis van het IJzeren Kruis verleend. Ook aan een aantal officieren van het leger is het ridderkruis verleend. DEENSCHE VISSCHERS VERMIST. Het Deensche Telegraaf Agentschap be richt uit Esbjerg, dat het Deensche vis- schersvaartuig „Grethe" de haven binnen is geloopen met het Deensche visschers- vaartuig „Terje Vigen" op sleeptouw. Dit schip was 50 zeemijl benoordwesten Thy- boroen drijvend gevonden, door de beman ning verlaten. Alles wees er op, dat schip tot zinken gebracht had moeten worden. De kotter „Emanuel", welke tezamen met de „Terje Vigen" vischte, is verdwenen. De kapitein van den vischkotter „Gadus" heeft medegedeeld, dat hij door een Brit- schen onderzeeër is aangehouden. Van de bemanning van dit Britsche schip had hij vernomen, dat men kan verwachten dat nog verscheidene visschersvaartqigen tot zinken zullen worden gebracht. Men hecht hieraan in Deensche kringen veel waarde, aangezien reeds Deensche vaartuigen door een Fransch vliegtuig zijn aangevallen. Voorts is een te Esbjerg thuis hoorende vischkotter de haven aldaar binnengeloo- pen met geheel doorboorde stuurhut. De schipper vertelde, dat hij eerst door een Franschen vlieger met vier bommen was aangevallen, die echter als door een won der, ondanks de geringe hoogte van het vliegtuig, geen doel troffen. Daarop had de vlieger den kotter zoo onder machine geweervuur genomen, dat de stuurhut ge heel doorboord werd. Van de bemanning werd niemand gewond. SCHAARSCHTE AAN KOLEN EN PAPIER IN FRANKRIJK Reeds in de eerste dagen van den slag in het Noorden hebben de Fransche spoor wegen hun verkeer buitengewoon beperkt. Nadat de belangrijke steenkoolmijnen van Noord-Frankrijk door de Duitsche troepen operaties van het overige Frankrijk waren afgesneden, is de Fransche industrie en ook het spoorwegwezen in de grootste moeilijkheden geraakt, vooral daar de hoop tenminste geringe hoeveelheden steenkool uit Engeland te krijgen bij den stand van zaken definitief opgegeven moest worden. De regeering heeft thans voor het ver keerswezen een eerste consequentie in de ze situatie moeten trekken. Zij bestaat in een vergaande verplaatsing van het zwaar tepunt op de binnenscheepvaart. Er is be volen dat in de toekomst de scheepvaart op de rivieren datgene op zich moest ne men, wat de spoorwegen niet meer kun nen presteeren. Het tempo der riviervaart zal opgevoerd worden en alle beschikbare en nog op eenigerlei wijze bruikbare sche pen moeten in bedrijf worden genomen. De bond van syndicaten van Fransche tijdschriften heeft op voorbeeld van de Fransche dagbladpers besloten tot nader order het formaat en bladzijdenaantal van alle Fransche periodieke drukkersproduc ten met 50 pet. te verlagen. LEDEN DER COMMUNISTISCHE PARTIJ IN HET CONCENTRATIEKAMP Naar uit Avignon gemeld wordt, zijn veertig leden van de communistische partij, welke in den laatsten tijd hun werkzaam heden weer hadden hervat, in een speciaal voor de Fransche communisten gevormd concentratiekamp in het departement Vaü- cluse opgesloten DRINGEND BEROEP OP ENGELSCHE MIJNWERKERS Vooraanstaande personen uit de Britsche mijnwerkersorganisaties hebben, naar de „Daily Telegraph" meldt, een dringend be roep gedaan op de mijnwerkers, alles in het werk te stellen om de productie van steenkool te verhoogen. In een circulaire van den bond van mijnwerkers yan Dur ham wordt den arbeiders aangeraden zich in alle omstandigheden eiken dag naar het werk te begeven. Voorts wordt verklaard, dat stakingen of andere stagnatiesvan den arbeid achterwege moeten blijven. Ten slotte wordt van de arbeiders geëisoht, dat zij ook op feestdagen zullen werken. Deze ductie voortaan aan Duitschland ten goede komt en niet meer ter beschikking staat van de geallieerden. ARRESTATIE IN LONDEN Een onbekend persoon, die het uniform van officier van het Britsche leger droeg, is in Downingslreet gearresteerd, omdat hy verscheidene malen nadrukkelijk ver zocht met Churchill te mogen spreken. DE STRIJD IN NOORWEGEN Successen van de Duitsche luchtmacht Nabij Narvik heeft de Duitsche lucht macht op 23 Mei aanzienlijke successen ge boekt. Een vijandelijke kruiser werd door twee zware bommen getroffen en een andere kruiser kreeg vijf zware bomtref- fers. Men kan erop rekenen dat beide sche pen verloren zijn. Een slagschip en een kruiser of een torpedojager werden ge troffen door bommen van kleiner kaliber en werden zwaar aan het voorschip be schadigd. HET WERK VAN DEN WEDEROPBOUW De Noorsche krijgsgevangenen zijn bijna allen vrijgelaten. Binnen veertien dagen zal de laatste zijn vrijheid hebben her kregen. De Duitsche bevelhebber te Brandbu, benoorden Oslo, heeft de plaatselijke auto riteiten medegedeeld, dat hij honderd paar den van het Duitsche leger ter beschikking stelt voor het in orde brengen van de vel den voor den landbouw. Deze paarden die nen in het bijzonder om de kleine boeren te helpen, die niet over tractoren beschikken. DE HOUDING VAN AMERIKA. JAPAN EN DE VLOOT BIJ HAWAIL De „Japan Times" houdt zich bezig met de positie der Vereenigde Staten tegen over den oorlog in Europa. Het blad vraagt, waarom de Amerikaansche vloot .bij Hawaii wordt vastgehouden voor een onduidelijke taak. Deze vraag beantwoordt het blad met te schrijven, dat Amerika in onzekerheid verkeert over de Japansche bedoelingen. In den wereldoorlog heeft Ja pan toezeggingen gedaan, die het Amerika mogelijk hebben gemaakt in den oorlog in te grijpen. Het zou thans niet in over eenstemming zijn met de Japansche politiek om eenigerlei waarborgen aan te bieden, teneinde den Vereenigden Staten een deelneming aan den oorlog of een directe of indirecte ondersteuning der oorlogvoe renden mogelijk te maken. Echter zou, al dus de „Japan Times" verder, een over eenstemming met Japan onnoodige span ningen in den Stillen Oceaan kunnen ver lichten. Het verblijf der Amerikaansche vloot in den Stillen Oceaan roept onnoodige onze kerheid op, terwijl rust op den grondslag van wederzijdsch vertrouwen zoo noodza kelijk is. Het blad besluit als volgt: Ter wijl een overeenstemming over den status quo van Nederlandsch Indië tusschen Ja pan, Duitschland, Frankrijk, Engeland en Nederland bestaat, is het verwonderlijk, dat Amerika alleen niet overtuigd zou blijven. DE VERSTERKING VAN HET AMERIKAANSCHE LEGER. Het Huis van Afgevaardigden heeft met 391 tegen een stem zijn goedkeuring ge hecht aan het wetsvoorstel tot versterking van de defensie, op voorwaarde, dat de bestaande beperking van de luchtvloot tot 6000 vliegtuigen zal worden uitgesteld tot Juni 1941 en dat in het kader van het spe ciale defensieprogram de onbeperkte aan bouw van vliegtuigen zal worden toege staan. Het ontwerp gaat thans naar den Senaat terug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5