Een tocht naar Grebbe en IJssellinie DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Een algemeen informatie-bureau DINSDAG 21 MEI 1940 31ste Jaargang No. 964f S)e Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. De Duitsche legerleiding in Nederland heeft de pers in de gelegenheid gesteld, zich te overtuigen van den omvang van de verwoestingen op het gebied van de ge vechtshandelingen en van de verliezen, die hier hebben plaats gehad, daar hierover bij de bevolking een ongemotiveerd groote ongerustheid bestaat. Vooral thans, nu de communicatiemiddelen nog slechts een zeer beperkt terrein bestrijken, is het goed, dat ■men zich met eigen oogen kan overtuigen, wat de waarheid is van de geruchten, die gaan over de gevechtshandelingen in ver schillende deelen van ons land. Reeds bij den aanvang van de route die met twee autobussen van Den Haag over Utrecht naar Rhenen leidde, bleek, dat alom hard gewerkt wordt aan het herstel der telefoonverbindingen: op den weg wer den verschillende wagens van den techni- schen dienst der P. T. T. ontmoet. In het vredige, zonnige landschap blonk van paal tot paal het koper der nieuwe tele foonleidingen. Tot de Bilt behield het landschap ?ijn vredige karakter: koeien en schapen graas den in de weide, de landman verzorgde zyn jonge groenten en de kinderen speel den vroolijk op het erf. De stad Utrecht bleek geheel onbescha digd, daar de commandant haar had over gegeven, toen de Duitschers den toegang tot de vesting Holland bij den Grebbeberg hadden geforceerd. Bij het fort de Bilt waren Nederlandsche militairen hard aan het werk met'de op ruiming van uitgestrekte prikkeldraadver sperringen. Men kan zeggen, dat deze streek, tusschen Utrecht en Eist, op enkele huizen na, die vlak voor de vuurmonden van het fort de Bilt gelegen zijn, geheel ongedeerd is gebleven. In Eist ondervindt men, dat men het terrein van den strijd nadert. Na den val van den Grebbeberg in den nacht van den 13den op den 14den Mei, hebben de onzen zich door Rhenen en Eist teruggetrokken, hun positie van huis tót huis langs den hoofdweg, met groote dappérheid en vast houdendheid verdedigend. Natuurlijk heeft dit, vooral in Rhenen zijn sporen na gelaten, de zijstraten in de bebouwde kom van die plaats echter zijn vrijwel intact gebleven, evenals de kerk met den be roemden Guneratoren, waarop, naar kapi tein von der Decken, die den tocht leidde, mededeelde, een waarnemingspost geplaatst was, die de artillerie op den Grebbeberg leidde. Niettemin hebben de Duitschers, die hierdoor in het nadeel waren, het prach tige bouwwerk gespaard. De spoorbrug en het viaduct in Rhenen zijn, evenals de brug gen bij Arnhem, Westervoort, Doesburg en Zutphen en over het Aoeldoorn-Dierensche Kanaal, die wy op onzen tocht aanschouw den, door de onzen vernield. TREFFENDE PLECHTIGHEID. De Grebbeberg, die even buiten Rhenen ligt, is de hoekpijler van de verdedigings linie der vesting Holland. Zooals bekend mag worden verondersteld, bezit de Ne derlandsche verdediging benoorden de groote rivieren drie linies: de IJssellinie, de Grebbeliriie en de nieuwe Waterlinie. De eerste hééft tot doel den opmarsch van den vijand te vertragen, doch de Grebbe- nnie diende te worden behouden. Fel is er gestreden bij de verschillende accessen dezer linie, het felst bij den Grebbeberg, waar de Duitsche troepen reeds den elfden Mei aankwamen. Onze verdediging had van den berg een ware fortificatie gemaakt waarbij alle natuurlijke hindernissen en hulpmiddelen waren uitgebuit. Aan de flank is de berg gedekt door den Rijn, ter wijl het land aan de voorzijde was geïnun deerd, de Nederlandsche artillerie was bo vendien goed opgesteld en bestreek het geheele acces. Na feilen strijd felleren strijd dan elders in den lande viel in den nacht van den 13den op den léden de Grebbeberg, na heldhaftige verdediging door de Nederlandsche soldaten. Op den top van den berg zijn de geval lenen begraven, de mannen, Duitschers en Nederlanders, die in eerlijken en dappe ren strijd, hun plichten jegens hun vader land getrouw, in dit schoone landschap zijn gesneuveld. In zes graven, twee voor de Duitschers en vier voor de Nederlanders zijn ongeveer 425 gesneuvelden ter aarde besteld'. Nederlandsche en Duitsche helmen hangen aan de kruisen en paaltjes vredig naast elkaar op het eerste Nederlandsche oorlogskerkhof, onder de ruischende, hoo rnen van den Grebbeberg. Een eenvoudige, doch daardoor te meer treffende plechtigheid had hier gistermor gen plaats. In het bijzijn van de persver tegenwoordigers, van de mannen, die het begraven verzorgen en van enkele Neder landsche en Duitsche militairen, eerde de Duitsche weermacht bij monde van kapi tein von der Decken de gevallenen van beide weermachten. Toen wij den tocht door uw schoone land aanvaardden, aldus de kapitein, om de sporen van den strijd in oogenschouw te nemen, voelde men het als een plicht, dat de eerste groet onzen gevallen kameraden moest gelden. Dit was ook de wensch van den opperbevelhebber. Wij gedenken mef droefheid de mannen, die hier een week geleden hun leven hebben gelaten, doch wij zijn trotsch te behooren tot de weermacht, waartoe zii behóórden. De jonge Duitsche weermacht heeft niet alleen de eeuwen oude tradities voortgezet, doch zij is bo vendien bezield met den voortstuwenden geest, die het Derde Rijk eigen is. De Grebbeberg is een sterke, natuurlijke vesting, bijna ongenaakbaar door de inun daties en de hindernissen, bezet door ster ke en dappere vijanden, die ons den arbeid niet lichter hebben gemaakt. Alle wape nen hebben samengewerkt met de onver gelijke infanterie om deze vesting te be stermen, aldus spr., die voorts herinnerde aan de jonge kameraden van de S.S., die hier hebben stormgeloopen. Na eeuwen zal men nog de helden van den Grebbeberg gedenken, aldus vervol de kapitein von der Decken, doch wij ge denken ook den tegenstander, hem was bevolen te strijden, dus streed hij, dapper en ridderlijk. Hij heeft zijn stelling zoo lang behouden tot dit eenvoudig niet meer mogelijk was. Dit be teekent tegenover de Duitsche weermacht, aldus spr., geen schande. Op deze plaats zal nu vrede zijn, de te genstanders zullen hier in vrede naast elkander rusten. Als bewijs van de Duitsche achting voor de onzen verleende de kapitein vervolgens het woord aan den ros. eerste luitenant dr. Wiardi Beekman, die als officier van spe ciale diensten op het algemeen hoofdkwar tier werkzaam is. Hij sprak als volgt: De Operbevelhebber van de Neder landsche Land- en Zeemacht heeft mjj op gedragen, een laatsten groet te brengen aan de Nederlandsche soldaten, die hier begraven zijn. Een laatsten groet namens Bij de foto's 1. Op den Grebbeberg, waar zich vele graven van Duitsche en Nederlandsche ge sneuvelden bevinden,, werden namens de Duitsche en de Nederlandsche weermacht verschillende kransen, gelegd. Op den voor grond luitenant Wiardi Beckmann, die namens den opperbevelhebber van Land en Zeemacht een toespraak hield. 2. Kapitan von Decke, vertegenwoordi ger van het Duitsche hoofdkwartier, brengt een laatsten groet aan hen, die vielen voor hun land. 3. Zooals de brug over den IJssel bij Zut phen er thans uitziet. Een overzicht van de twee deelen, zooals ze in de rivier zijn gestort. 4. Bij een kazemat te Westervoort. 5. Het gezelschap bekijkt de vernielde brug bij Westervoort. 6. Ook van de brug by Dieren over den IJssel is niet veel meer over. Op den ach tergrond passeert juist een autobus. het Nederlandsche leger aan strijdmak kers, die bij de verdediging van het vader land hun leven hebben verloren, een laat sten groet namens Nederland, dat den moed en de trouw, door zijn zonen in de dagen van den oorlog betoond, nooit zal verge ten. In de strijdmakkers, die hier hun laatste rustplaats vinden, eeren wij alle officieren, onderofficieren en minderen, die hun leven voor Nederland hebben gegeven. De Ne derlandsche weermacht weet den moed en de organisatie van den tegenstanders te respecteeren. Doch aan dit graf van Neder landsche soldaten is het mijn taak, hulde te brengen aan het taaiè verweer van de Nederlandsche verdedigers, aan de geest kracht en moed, die zij hebben getoond bij de verdediging van hun vaderland. Zij, die vielen, hebben hun bloed niet tevergeefs geofferd. Zij hebben de eer van de Nederlandsche weermacht zij heb ben de eer van hun land hoog gehouden. Voor de gezinnen en voor de ouders moge het een troost zijn, te weten, dat zij als goed-Nederlandsche mannen hun plicht hebben gedaan in den strijd. Toen de loop der omstandigheden den oorlog over den Nederlandschen grond bracht, hebben zij met opgewektheid alles gegeven, omdat nun land hen riep. De weermacht en het Nederlandsche volk bidden, dat God hun nabestaanden de kracht moge geven om hun zware smart tc dragen, wy zijn met hen, zooals wij in onze gedachten steeds zijn bij de strijd makkers, die den dood vonden. Kracht putten wij uit de zekerheid, dat wy trouw zijn geweest aan onzen Neder landschen plicht. Spr. besloot zijn afscheidsgroet met een couplet van het Nederlandsche volkslied. Vervolgens werden namens de Duitsche weermacht twee groote kransen van spar- retakken en Aronskelken met een lint in de Duitsche kleuren neergelegd op de gra ven: een krans op een Duitsche en een kans op het Nederlandsche graf. Nadat de officieren van b-ide weer machten elkander de hand hadden gedrukt, was deze treffende plechtigheid ten einde. LANGS DE IJSSELLINIE. De tocht voerde ons vervolgens via Wa- geningen, dat de sporen van den strijd nog draagt, naar Arnhem. Toen de Duitsche troepen hier waren aangekomen, na by Westervoort een pontonbrug te hebben ge slagen, hadden zij de overgave van Utrecht geëischt, na den val van den Greb beberg is deze inderdaad gevolgd. Hoewel de bruggen bij Westervoort wa ren opgeblazen, hebben de Duitsche troe pen, na het geschut van het fort tot zwij gen te hebben gebracht, hier weinig op onthoud gehad. De tocht ging vervolgens langs den IJs sel, waar talrijke, al dan niet gecamou fleerde, bunkers werden waargenomen, Alle bruggen over deze rivier zyn door de onzen vernield om den Duitschen op marsch zooveel mogelijk te vertragen. Op den verderen tocht, van Zutphen naar De Generaal, Opperbevelhebber van Land. en Zeemacht, deelt, in overeen stemming met het Duitsche opperbevel in Nederland, aao de Nederlandsche bevolking het volgende mede: Tallooi.en in den lande wachten thans in groote spanning op berichten betref fende het lot van familieleden, die tot de weermacht behooren, en velen ver dringen zich voor het informatiebureau van het Nederlandschte Roode Kruis. Om aan de behoefte betreffende be richt tegemoet te komen is met ingang van 20 Mei een algemeen informatie bureau opgericht. Tot dit bureau kan men zich eiken dag van 8.0022.00 uitsluitend telefo nisch wenden, en wel: interlocaal let ter K. P. en voor ingezetenen van 's-Gravenhage en Wassenaar no. 30111L Teneinde de meest belanghebbenden zoo spoedig mogelijk te kunnen inlich ten, wordt een ieder verzocht alleen na vraag te doen naar direct nabestaan den. De officicele bekendmaking aan de familie door de zorg van het Neder landsche Roode Kruis blijft ongewij zigd. INFORMATIEBUREAU VOOR PROV. EN GEMEENTEBESTUREN OPGERICHT. Aan het departement van binnenlarid- sche zaken, is in samenwerking met de Ver. van Nederlandsche Gemeenten, een informatiebureau ingesteld ter voorlichting van de provinciale- en gemeentebestu ren. Aan dit bureau kunnen alle vragen worden voorgelegd, Verband houdende met de gewijzigde omstandigheden. Het bureau is gevestigd: Binnenhof 19, 's Gravenhage. Amersfoort, was van sporen van gevechts handelingen geen sprake: het leven gaat hier zijn gewonen gang en het landschap is vredig. Slechts by Amersfoort ontwaart men versperringen en versterkingen, doch kennelijk zijn deze niet gebruikt behoeven te worden. De eindindruk van den tocht is deze, dat op slechts weinig plaatsen in het betrok ken gebied gestreden is. Waar gestreden is, draagt het landschap natuurlijk daar van de sporen, daar tot eer van beide weermachten met groote felheid is ge streden, doch de Verwoestingen vallen, evenals de verliezen, mede. Een groote druk zal hiermede zyn afge wend van de bevolking, die uit de geruch ten moest afleiden, dat de vernielingen en de verliezen zeer groot waren. 3 iT- "jj - - i III'IIIW minnaar inn i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1