STADS
NIEUWS
Wie wordt Lady
Letchford?
MAANDAG 20 MEI 1940
DE LE1DSCHE COURANi
TWEEDE BLAD - PAG. 5
PLECHTIGE EERSTE H. MIS
Van den weleerw. heer E. Duijm.
Na het Pinksterfeest, dat onder angstige
spanning werd doorgebracht, kwam het
feest der H. Drievuldigheid met weldadige
kalmte en in dubbele vreugde over de pa
rochie van O. L. Vrouw Hemelvaart en
St. Joseph. Immers, 't was gisteren feest in
de parochie aan den Heerensingel nu weer
een harer zonen de treden van het altaar
mocht bestrijgen en gisteren zijn plechtige
eerste H. Mis aan God opdroeg.
Deze neomist was de weleerw. heer E. A.
S. Duijm.
Het hoogaltaar was in feesttooi gestoken
van groen en bloemen en kaarsenlicht.
de jong-gewijde priester het altaar besteeg.
Bij het plechtig Misoffer verleenden as
sistentie de hoogeerw. heer deken A. H. J.
M. Homulle, als presbyter assistens en de
weleerw. heeren P. M. Verhoofstad en P.
Geven resp. als diaken en subdiaken.
Het zangkoor, onder bekwame leiding
van den weleerw. heer E .A. M. Paap, open
de de plechtigheden met het Veni Creator,
afwisselend in Gregoriaansch en driestem
mig gezongen.
Daarna werd uitgevoerd de drie-stemmi
ge Missa Pontificalis Secunda van Don Lo
renzo Perosi voor manned- en Jongens
koor. Het sterk bezette koor zette niet wei
nig luister bij aan deze schoone plechtig
heid.
De hoogeerw. heer deken A. Homulle,
pastoor der parochie, hield zelf de feest-
predicatie, naar aanleiding van den tekst
van St. Joannes XX:21: „Sicut misit me Pa
ter, et ego mitto vos: zooals de Vader Mij
gezonden heeft, zoo zend Ik u".
Toen Christus op den dag der Opstanding
bij zijn leerlingen binnenkwam en hun in
die droeve en angstige dagen den vrede had
toegewenscht, gaf hij hun Zijn zending en
sprak: „Zooals de Vader Mij gezonden
heeft, zoo zend Ik u".
Christus was hier gekomen als offeraar,
als leeraar en als uitdeeler van Gods ge
nadeschatten.
Zoo zijn deze woorden, op den Verrijze-
nisdag door Christus gesproken, ook ge
sproken tot eiken priester, als een Alter
Christus. Zoo zendt Hij ook dezen jongen
priester uit-als offeraar, als leeraar en uit
deeler van Gods genadegaven en mysterie
volle schatten.
Op den Goeden Vrijdag offerde Christus
zich op den Calvarieberg. Hij was uitge
gaan als leeraar en uitgever van Gods ge
naden. Hij had den menschen den weg ge
toond, dien zij moesten bewandelen en Hij
had zegeningen rondom zich uitgedeeld,
want Hij ging weldoende rond. Zieken ge
nas Hij, dooden wekte Hij ten leven op en
zondaren gaf Hij het leven der genade
terug.
Zoo zendt Christus zijn priesters uit en
zoo ook u, aldus wendde spr. zich tot den
neomyst. En iederen dag zult gij staan aan
het offeraltaar, om-vandaar Gods zegenin
gen af te vragen over de biddende en lij
dende menschtheid.
Hij zendt u uit als leeraar om Gods ge
boden te doen onderhouden. Kinderen wijst
ge den weg tot God en Maria; de op
groeiende jeugd reikt ge de hand om niet
te vallen in den strijd des levens; ouders
en opvoeders steunt ge met raad en daad;
degenen, die" strompelend voortgaan naar
het graf, zult ge bijstaan om hen te ge
leiden. En als de mensch gestorven is, zal
hij u nog vinden als hulp en steun. Dan
zult gij daar bidden, dat de eeuwige vreug
de hem geschonken zal worden.
Zoo zal de priester zijn een alter Christus.
Heden is het ook een vreugdedag voor
u en de uwen, aldus vervolgde spr. Een dag
van glorie, waarnaar jarenlang is uitge
zien en waarop jarenlang is gehoopt, on
danks offers en' zorgen. En in den hemel
dankt uw zalige moeder mede, dat zij het
was, die u het leven schonk. Precies 26 jaar
is het geleden, dat zij stierf, maar nu dankt
zij God in den hemel voor dit kind harer
zorgen en liefde.
Spr. besloot daarna met gelukwenschen
van alle parochianen tot den neomyst en
bidden voor hem, gelijk in de dagen van
voorbereiding, omdat zij weten, dat het
gebed zijn werk vruchtbaar moet maken.
Spr. wenschte tenslotte den jongen
priester een lang en vruchtbaar priesterle
ven tot heil van de zielen.
Na de feestpredicatie werd het H. Mis
offer voortgezet en de talrijke geloovigen
volgden met aandacht de zinrijke plechtig-
Deo" van Orlando Lassoplg;ciktank,wt-Dw
heid, welke besloten werd met den feest
zang „Jubilate Deo" van Orlando Lasso.
Des avonds werd een plechtig Lof ge
houden, een waardig besluit van een groot-
schen, God-gewijden dag. De neomyst werd
hierbij geassisteerd door de weleerw. hee
ren P. Hofstede en P. Verhoofstad.
VOOR DE GESNEUVELDE SOLDATEN
Morgenochtend te kwart voor 8 uur zal,
uitgaande van de R.K. Militairenvereeni-
ging, in de Harttbrugkerk een plechtige
Zielen-dienst voor de gesneuvelden worden
gehouden.
ONZE GEWONDEN
Er liggen thans in het Acad. Ziekenhuis,
evenals in andere ziekenhuizen alhier, tal
rijke gewonde Nederlandsche militairen,
dappere kerels, die hun plicht tegenover
het vaderland op flinke en moedige wijze
hebben vervuld. Zij verdienen den dank
van ons allen. Zij hebben thans behoefte
aan kleine versnaperingen, fruit, vooral
rookgerei. Zoolang geen comité is gevormd
wil ondergeteekeride, Rapenburg 49, deze
kleine gaven gaarne voor hen in ontvangst
nemen.
F. A. J. ALOFS,
Majoor, Commandant van het
10e Depot-Bataljon.
Leiden, 20 Mei 1940.
VALSCHE GERUCHTEN.
Het Leidsche duinwater is volkomen
betrouwbaar.
In verband met de omstandigheid, dat
hier ter stede allerlei geruchten de ron
de doen over vermeende verontreiniging
van het drinkwater, deelt de directeur
van den Gem. Geneeskundigen en Ge
zondheidsdienst, dr. M. D. Horst, ons
mede, dat daarvan geen sprake is. Het
Leidsche duinwater is volkomen be
trouwbaar.
Het verdient evenwel aanbeveling
groenten en fruit voor het gebruik
goed af te wasschen met drinkwater.
SPOEDEISCHENDE
RAADSVERGADERING.
De Raad der gemeente Leiden is in
spoedeischende vergadering bijeengeroe
pen op hedenmiddag te 4.30 uur in de aula
van het Stedelijk Gymnasium.
BEGRAFENIS PROF. DR. P. Th. L. KAN.
Hedenmorgen te 11 uur heeft op de be
graafplaats „Rhijnhof" de teraardebestel
ling plaats gehad van het stoffelijk over
schot van wijlen prof. dr. P. Th. L. Kan,
oud-hoogleeraar aan de Leidsche Universi
teit.
Verschillende colega's van den ontslape
ne alsmede vertegenwoordigers van de
Universiteit waren op de begraafplaats
aanwezig
Aan de groeve werd slechts het woord
gevoerd door prof. dr. J. van der Hoeve,
die names den Academische Senaat, de Me
dische faculteit, vrienden en oud-patiënten
van den overleden eenige welgemeende
woorden van afscheid sprak.
Hiermede was de eenvoudige plechtig
heid ten einde.
ZIEKENTRIDUUM.
Wegens de vervoersmceilijkheden zal
het ziekentriduum dit jaar niet doorgaan.
Het Rijksmuseum van Oudheden alhier
werd in het afgeloopen kwartaal bezocht
door 803 personen; het Rijksmuseum voor
Volkenkunde was voor het publiek geslo
ten.
Bioscopen
LEVEN IN DE BROUWERIJ.
Men zal er gaarne eenige uren „ver
duistering" voor over hebben om George
Formby te zien in de dwaze film „Leven
in de brouwerij". George Formby, de be
kende Engelsche komiek, is een aartslee-
lijke man. die apen-grimassen trekt en al
lerlei idiote streken uithaalt, ondertus-
schen zijn banjolele met bravour bespe
lend. In deze film speelt hij de rol van
een onnoozelen loopjongen op een kran
tenzetterij, die detective-neigingen krijgt,
en een misdaad na gaat speuren, die haar
knooppunt heeft in een brouwerij. Er komt
leven m de brouwerij! Hol- en draafpar-
tijen en massa's grappige verwikkelingen,
waarvan de laatste is, dat een troepje mis
dadigers in een bierkuip valt en er bizon
der vioolijk en sterk aangeschoten weer
uitkruipt Ook de voorfilm is een boeien
de ontknooping van een serie misdaden.
Een sprookjesachtig mooi kleurenflimpje
is de bekroning van dit vlette programma.
Luxor
„EERSTE LIEFDE".
Een dergelijk onderwerp als „Eerste
Liefde" ligt wel bijzonder in de lijn van
Deanne Durbin een frisch, vroolijk meis
je met een prachtige stem, die de Strauss-
muziek en Puccini's „Butterfly" klaterend
doet opklinken en daardoor vooral muzi
kaal genot verschaft.
Deanne speelt de rol van een ouderloos
kostschoolmeisje, die met groot verdriet in
het hart moet toezien hoe haar vriendin
nen na het examen worden afgehaald door
haar ouders, terwijl haar oom en tante
zich laten vervangen door een weliswaar
deftigen, maar koelen butler. Haar ver
blijf ten huize van de familie is al even
min gezellig. Oom, tante noch nichtje
hebben tyd voor haar over, terwijl laatst
genoemde bovendien nog in hooge mate
jaloersch op haar is. Gelukkig echter heeft
zij het personeel op haar hand en daar
door gelukt het haar een balavond bij te
wonen, waarvan zij door tante en nichtje
werd teruggehouden, terwijl het personeel
bovendien zorgt, dat de familie niet op het
bal komt. Op het bal maakt zij kennis
met haar „Eerste liefde", daar zingt zij en
brengt zij ieder onder de bekoring van
haar stem, maar de reactie hierop komt,
wanneer haar nièhtje zich door allerlei
leugens op haar tracht te wreken. Vol
verdriet keert zij naar de kostschool te
rug. Haar oom, door het vertrekkend per
soneel op de hoogte gebracht van de toe
standen in huis, maakt daar radicaal een
eind aan: het is of er een aardbeving in
huis woedt!
Toch komt alles natuurlijk terecht en de
jongeman, die het hart van het meisje stal,
weet ook wel tot de kostschool door te
dringen
In het voorprogramma een Ameri-
kaansch blijspel ,De zaak gaat met mu
ziek", met Constance Moor, Johnny Do-
wes en Mary Carlisle in de hoofdrollen.
Trianon
Trianon blijft deze week in stijl met de
gebeurtenissen in het buitenland. Het is een
compleet strijdprogramma. Op de eerste
plaats strijd van Poppeye u kent den
beroemden spinazie-man wel met een
stier in een regelrecht stierengevecht. Ver
volgens strijd met de Indianen in het Ver
re Westen van Amerika in de dagen van
president Grant. En ten slotte de strijd,
welke' dagelijks gestreden wordt in ieder
land en in ieder volk, onder alle rangen en
standen, n.l. de strijd om een hart te ver
overen.
Den strijd met de Indianen kan men
gemakkelijk gezeten in z'n fauteuil en
aangenaam rillend van de sensatie mee
beleven in de film „Geronimo", de vergel
der. Deze Geranimo is een Apachen-opper
hoofd, die gezworen heeft duizend blar.ken
te zullen dooden als vergelding voor zijn
vrouw en kinderen, die door de blanken
waren vermoord. Hij wordt geholpen door
een blanken verrader, die uit winstbejag
geweren en munitie aan de Indianen ver
kocht en ze tevens aanspoorde tot verzet
en oorlog. Blanke kolonisten ziet men trek
ken door de prairiën van het lar.d, waarvan
wij als jongens reeds zooveel gelezen heb
ben in de befaamde Indianenboeken, wel
ke wij verslonden. Plotseling klinkt het
krijgsgehuil der roode krijgers en zij over
vallen de trekkende karavaan.-Ook solda
ten worden overvallen en staaltjes van
moed en behendigheid worden te zien ge
geven. Waarlijk Karl May en hoe die an
deren nu reeds weer vergeten auteurs
van de vroegere Irdianenboeken ook mo
gen heeten, zijn er niets bij.
„Het pensionaat voor heeren" zooals de
tweede film luidt, laat ons de lotgevallen
van eenige heeren zien, die op een soort
school, als kleine jongens, Fransch komen
leeren. Het is evenwel g*en pensionaat voor
louter heeren, want er komt ook een jonce
dame uit Amerika, Diana geheeten, als
een bom binnenvallen en zij begirt direct
met het veroveringswerk. Bij sommiren
van de heeren gaat het al zeer gemakke
lijk, maar bij anderen weer niet. Drie van
hen sluiten zelfs een defensief verbond, om
elkander niet in den steek te laten tegen
de aanvallen, welke de bekoorlijke Diana
op hen richt. Op een gegeven moment heeft
zij haar voornaamsten tegenstander toch
zoo in 't nauw gekregen, dat deze capitu
leert. En het slot is een tocht naar het al
taar
OMGFVIIvr,
HULPVERLEENING AAN
VALKENBURG.
Teneinde den in Valkenburg heerschen-
den nood te lenigen heeft zich in ieder der
gemeenten Katwijk, Leiden, Noordwijk,
Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnsburg,
Sassenheim, Voorschoten en Wassenaar een
commissie gevormd voor de inzameling van
gelden en goederen.
Daarnevens is een kerncommissie aange
wezen, die met de directe leiding zal wor
den belast. Deze commissie bestaat uit de
heeren J. J. C. van Dijk, Oegstgeest, voorz.,
ds. D. Veldkamp, Valkenburg, A. v. d.
Berg, Valkenburg, G. Zandbergen Wzn.,
Valkenburg, H. G. Jonker, Oegstgeest.
Het bureau is gevestigd te Valkenburg,
tel. Katwijk 96 (bij geen gehoor tel. Kat
wijk 8).
De burgemeesters van opgemelde ge
meenten zullen het contact vormen tusschen
de in hun gemeenten gevestigde commissie
en de kerncommissie te Valkenburg, met
uitzondering van de gemeente Leiden, voor
welke mr. P. E. Briët en Oegstgeest, voor
welke weth. v. Egmond zal optreden.
LEIDSCHENDAM
EERSTE PLECHTIGE H. MIS
Zondagmorgen om 10 uur droeg de wel
eerw. heer J. de Bouvère, die Dinsdag j.l.
uit de handen van Mgr. Huibers de H.
Priesterwijding mocht ontvangen, in de
parochiekerk van de H.H. Petrus en Pau-
lus zijn eerste plechtige H. Mis op. In ver
band met den toestand kon van een feeste
lijke ontvangst of anderzins geen sprake
zijn. De neomist werd door een stoet van
misdienaars het kerkgebouw binnengeleid.
Langzaam ging de stoet waarbij zich de
Pastoor en kapelaans en de ouders en
broer en zusters hadden aangesloten, naar
het feestelijk versierde altaar, terwijl de
Gemeentel. Aankondiging
DRINGENpE OPROEP
De burgemeesterj
gend allen, die
gemeenten huisv
te stellen met
neeskundigen e
alhier.
A. VAN rèANtedfAKHUYZEN,
Burgemeester.
geloovigen, die het kerkgebouw vulden,
hem een welkomstlied toezongen.
Aan het altaar werd de feesteling geas
sisteerd door Pastoor M. Kammers als
presbyter-assistens, door Pater J. van Hei
ningen, van de Congregatie van Mill-Hill,
zoon der parochie, als diaken, kapelaan
Kok, als sub-diaken, terwijl de eerw. Fra
ter K. de Bouvère, broer van den neomist,
fungeerde als ceremoniarius.
Het zangkoor, onder leiding van den heer
H. van Beek, voerde op zeer verdienstelijke
wijze een driestemmige Mis van Van 't
Kruis uit. Onder het offertorium werd ge
zongen „Jesu Dulcis" van Koote en onder
de H. Communie „Adoro Te", eveneens
van Koote, terwijl na de H. Mis de pries
tercantate van Dobbelsteen werd gezongen.
Na het Evangelie beklom Pastoor Kam
mers den kansel voor het houden van een
feestpredikatie, waarin spr. de hooge ver
hevenheid van het priesterschap tot uit
drukking bracht en het groote voorrecht
schilderde, door God aan dezen jongen
priester en zijn ouders en familie geschon
ken. Laten wij, aldus de gewijde spreker,
God danken, maar hem ook smeeken, dat
Hij hem zijn hulp schcnke om met groote
ijver en succes in Zijnen wijngaard te kun
nen arbeiden.
Van half 3 tot 4 uur had in het R.K. Ver-
eenigingsgebouw aan de Damlaan een re
ceptie plaats waarvan een druk gebruik
werd gemaakt en waar zeer velen den neo
mist en zijn familie kwamen complimentee
ren terwijl verder vele schriftelijke geluk
wenschen, bloemen, enz. waren binnenge
komen.
Als besluit van dezen dag werd des na
middags om 7 uur door den feesteling een
plechtig danklof opgedragen. Thans werd
de neomist geassisteerd door Pastoor Kam
mers en kapelaan Kok, kapelaan der pa
rochie.
Ofschoon alles in allen eenvoud ge-
sc..iedde, zal deze mooie dag én voor den
neomist en zijn familie en voor Leidschen-
dam een onvergetelijke blijven.
LISSE
DRIE EERSTE PLECHTIGE H. MISSEN
IN ST. AGATHA
Gisteren hebben wederom een drietal
zonen van de St. Agatha-parochie welke
Dinsdag j.l. de H. Priesterwijding hadden
ontvangen, hun eerste plechtige H. Mis in
onze parochiekerk opgedragen, nadat zij
Zaterdagavond een plechtig lof hadden ge
celebreerd wat door vele parochiaanen
werd bijgewoond.
Behalve de parochiegeestelijken waren
aanwezig rector A. W. Kok uit Amsterdam,
pater De Mooy uit Kaatsheuvel en kape
laan J. F. M. Zegers uit Amsterdam.
De tijdsomstandigheden lieten niet toe
dit voor onze parochie belangrijke gebeu
ren op de gewone luisterrijke wijze te vie
ren.
De weleerw neomist Th. Rosier droeg
zijn eerste pl. H. Mis op te 8 uur, de wel-
eerd neomist C. Hageman te 9.15 uur en
de weleerw. neomist J. van Kesteren te
11 uur.
Een zeer groot aantal geloovigen vulde
de kerk tijdens deze H. Missen, welke alle
gezongen waren.
Ook van den gisternamiddag gehouden
receptie werd druk gebruik gemaakt.
Met een plechtig lof, gecelebreerd door
de drie neomisten, tijdens welk Lof een
predicatie werd gehouden door kapelaan
Zegers, werd dit drievoudige feest ge
sloten.
FEUILLETON
door
CHARLES GAR VICE.
(Nadruk verboden).
30,
HOOFDSTUK XIV.
Het bezoek.
0, May, wat lief van haar wat echt
lief en fijngevoelig! Ze komt je dadelijk ge
lukwenschen!" riep Carrie uit.
Een glimlachje, niet bl(j-verrast, maar
ongeloovig en 'n beetje wrang, vloog over
May's gezicht.
„Prijs jij den dag maar niet vóór den
avond, Carrie", zei ze. „Als ik haar lady
schap goed ken, komt ze niet met een feli
citatie, maar met een oorlogsverklaring.
Sst! Zeg er niets van aan Papa. Ik hoor
hem en" Sir Heron en Dalton kwamen
de kamer binnen, de laatste rood en blijk
baar eenigszins in de war, maar toch niet
onvoldaan; de eerste met een gretigen, ver
langenden blik in zijn oogen, die snel doof
de toen May's jurk haastig door de tegen
overgestelde deur verdween.
Lady Letchford stond op toen het jonge
meisje binnenkwam. Eén oogenblik 6cheen
de harde uitdrukking van haar gezicht zich
even te verzachten; het was zelfs voor deze
ongenaakbaar-trotsche moeder, die geko
men was om haar zoon te „redden", on
mogelijk, te ontkomen aan den invloed van
die frissche, onschuldige liefelijkheid. Een
seconde lang aarzelde ze, en wenschte dat
Rose haar maar niet op het idee van een
persoonlijk onderhoud had gebracht. Toen
dacht ze aan Heron, aan alles wat op het
spel stond, en verhardde zich. Met een ijs
koud glimlachje stak ze het meisje twee
vingers van hhaar dikgehandschoende hand
toe.
„Goeden morgen, lieve kind", zei ze, met
een stem die verbazend veel leek op die,
waarmee goede sprookjesvertellers den
wolf Roodkapje laten aanspreken. „Ik hoef
wel niet te vragen of de hoofdpijn van gis
teren over is. U ziet re uit als de verper
soonlijkte gezondheid."
„Ik voel me weer heel goed, dank u", ant
woordde May. Toen gingen ze tegenover el-
kaar zitten, en May wachtte wijselijk af
tot de ander partij het vuur zou openen.
„Ik ben blij, dat te hooren", zei haar
ladyschap. „Maar," en ze liet haar stem
dalen „het is niet uitsluitend om naar
uw gezondheid te informeeren, dat ik zoo
vroeg in den morgen naar u toe kom, juf
frouw Dalton. Eigenlijk moest ik me excu-
seeren, dat ik u op zoo'n ongewoon uur
kom lastig vallen."
„Het is me een groot genoegen, u hier
te zien", mompelde May; waarschünlijic
had ze nooit van haar leven zóó schaamte
loos gelogen!
Lady Letchford lachte grimmig. „Ia
vrees, dat het genoegen niet meer zoo groot
zal zijn, wanneer u het doel van mijn be
zoek kent", zei ze.
May sloeg de oogen op en keek haar
vast aan, met een kalmte, die niet zonder
uitwerking bleef.
„Ik ben hier gekomen, mijn beste jonge
dame", ging Lady Letchford voort, „om
eens rustig een en ander met u te bepra
ten. Mijn zoon Sir Heron die natuur
lijk geen geheimen voor me heeft, is me van
morgen dadelijk komen vertellen, wat er
gisteravond tusschen u en hem is voor
gevallen."
Stilte.
„Ik overdrijf werkelijk niet, wanneer ik
zeg dat ik ten diepste gegriefd en geschokt
was, toen ik hoorde dat hij zich voorstelde
een stap te doen. die noodzakelijk zijn po
sitie, zijn vooruitzichten en zijn toekomst
mc.et verwoesten, en niet alleen zijn toe
komst, maar ook de uwe, mijn beste juf
frouw Dalton."
May keek op.
.,Het was heel vriendelijk van u, ook aan
mij te denken, Lady Letchford", zei ze; er
er was iets in den klank van haar heldere
stem, dat een zwak blosje op de gepoederde
wanden der oude dame bracht.
„Het is waar", zei Lady Letchford, „dat
ik ook aan u heb gedacht. Natuurlijk had
ik op de eerste plaats het welzijn van mijn
zoon voor oogen. Daarvoor ben ik zijn moe
der. Maar ook voor u speet het me op-
reent, dat u, zij het dan ook slechts voor
een oogenblik, in den waan v aart gel racht,
dat een huwelijk tusschen u en Sir Heron
m-gclijk zou zijn. Maar het was n;ct
mijn Udoeling, de tr> toon aan te slv en
de zaak zóó streng te behar-leien. Tk ver
flouw, c'at de rus'ige nacht u al wal toi
nadenken heeft gebracht en dat u ze.f *>1
:rz:et oe ongerrim en on.-u voerbaar een
drrge.ijk voornemm zou zijn"
Een iéchje speelde om Ma* V lippen, h'.l?
v. eemcec'ig, half na.ef.
„Ik heb den geheelen nacht geslapen".
zei ze. „Neen, neen, ik wilde geen gekheid
maken. Wilt u alstublieft verder gaan. La
dy Letchford? Ik beloof u, dat ik geduldig
raar u zal luisteren."
„Dank u", zei Laly Letchford. „Ik ver
trouw, cat we el keu wel oegiijpen zJ.'-r
i< zou hier niet gekomen zijn, als ik geen
ernsüge hoop koesterde, a ie overtuigen
Ik weet ook zeker, dat u noch lichtzinnig
noch berekenend cent."
Een heete 6*os fueg May naar de wan
gen, en htar oogen vlam '.en
„U kunt het nut doen", ging de oud» da
me voort. „U kunt niet. Ik zy'n moeder
weec wel ie-* vai. zijn au. eg, en ik z g
u. dat die plotseli.'pe bevli-guigen. die hem
korten tijd geheel buiten zichzelf brengen,
zijn groote zwakheid zijn. Het gaat altijd
weer heel spoedig voorbij. Als mijn zoon u
trouwt zal hij u "binnen een maand moe
zijn Stil!" want May was opgesprongen
met een bleek gezicht en scheen haar in de
rede te willen vallen. „Ik moet u verzoe
ken, mij te laten uitspreken. Zooals ik zei,
hij zal u moe worden en u zult den dag
vervloeken, waarop u hem toestond, zich
zelf en u te misleiden. Juffrouw Dalton, ik
spreek openhartig met u, het ligt aller
minst in mijn bedoeling, u te kwetsen. Maar
als ik dat gedaan mocht hebben ik streed
voor de toekomst van mijn zoon; is dat niet
een volledige verontschuldiging? Ik ben
zijn moeder ik heb hem lief! En ik zou
elk woord, dat ik tegen u gezegd he£, nog
eens herhalen, als ik meende, dat het noo-
dig was. Maar ik zie, dat zulks niet het ge
val is. U begrijpt nu zelf wel, is 't niet, hoe
zoo'n ongelijk huwelijk terwille van een tij
delijke gril niets dan ongeluk kan bren
gen?"
May had haar hoofd afgewend en zat
zwijgend en roerloos, als een standbeeld.
Lady Letchford was overtuigd, dat zij die
pen indruk had gemaakt en veld begon te
winnen. Maar zij beging de fout, die men
dikwijls in zoo'n geval maakt; zij stelde
zich er niet mee tevreden, haar woorden
rustig te laten inwerken, maar bezweek
voor de verleiding, er nog een schepje op
te doen.
„Lieve kind", zei ze, „ik zal u altijd dank
baar zijn voor uw gewillig luisteren en voor
het offer, dat u bereid is te brengen voor
het welzijn van mijn zoon. Ik ben inder
daad zeer, zeer dankbaar. Ik zal maar lie
ver geen banaliteiten zeggen over spoedige
vergetelheid, maar het is mijn oprechte
overtuiging dat dit dit kleine incident
in uw leven spoedig zijn beteekenis zal ver
liezen. U hebt mijn zoon te kort gekend,
dan dat zoo'n gevoel diep wortel zou heb
ben kunnen schieten. En ik hoop dat u mc
wilt vergeven. Ik mag misschien nog als
excuus aanvoeren, dat ik niet zoo nadruk
kelijk over de bedreigde toekomst va*i myn
zoon zou gesproken hebben, als ik daarom
trent voorheen geen duidelijk-omlijnde en
gegronde verwachtingen had gekoesterd.
Vóór deze ongelukkige kwestie er tusschen
kwam, hoopte ik op goede gronden en
die hoop zal nu weer opleven dat hij zijn
keuze zou vestigen op een jonge dame,
v/ier positie in de maatschappij hem van
het grootste nut zal kunnen zijn en zijn
aanzien, indien dat mogelijk is, nog verhoo-
gen. Ik weet zeker, dat u, als u mijn jonge
bloedverwante juffrouw Vavasour
beter kende, u haar grootelijks zoudt ach
ten en waardeeren."
(Wordt vervolgd).