STADS NIEUWS Wie wordt Lady Letchford? MAANDAG 20 MEI 1940 DE LE1DSCHE COURANi TWEEDE BLAD - PAG. 5 PLECHTIGE EERSTE H. MIS Van den weleerw. heer E. Duijm. Na het Pinksterfeest, dat onder angstige spanning werd doorgebracht, kwam het feest der H. Drievuldigheid met weldadige kalmte en in dubbele vreugde over de pa rochie van O. L. Vrouw Hemelvaart en St. Joseph. Immers, 't was gisteren feest in de parochie aan den Heerensingel nu weer een harer zonen de treden van het altaar mocht bestrijgen en gisteren zijn plechtige eerste H. Mis aan God opdroeg. Deze neomist was de weleerw. heer E. A. S. Duijm. Het hoogaltaar was in feesttooi gestoken van groen en bloemen en kaarsenlicht. de jong-gewijde priester het altaar besteeg. Bij het plechtig Misoffer verleenden as sistentie de hoogeerw. heer deken A. H. J. M. Homulle, als presbyter assistens en de weleerw. heeren P. M. Verhoofstad en P. Geven resp. als diaken en subdiaken. Het zangkoor, onder bekwame leiding van den weleerw. heer E .A. M. Paap, open de de plechtigheden met het Veni Creator, afwisselend in Gregoriaansch en driestem mig gezongen. Daarna werd uitgevoerd de drie-stemmi ge Missa Pontificalis Secunda van Don Lo renzo Perosi voor manned- en Jongens koor. Het sterk bezette koor zette niet wei nig luister bij aan deze schoone plechtig heid. De hoogeerw. heer deken A. Homulle, pastoor der parochie, hield zelf de feest- predicatie, naar aanleiding van den tekst van St. Joannes XX:21: „Sicut misit me Pa ter, et ego mitto vos: zooals de Vader Mij gezonden heeft, zoo zend Ik u". Toen Christus op den dag der Opstanding bij zijn leerlingen binnenkwam en hun in die droeve en angstige dagen den vrede had toegewenscht, gaf hij hun Zijn zending en sprak: „Zooals de Vader Mij gezonden heeft, zoo zend Ik u". Christus was hier gekomen als offeraar, als leeraar en als uitdeeler van Gods ge nadeschatten. Zoo zijn deze woorden, op den Verrijze- nisdag door Christus gesproken, ook ge sproken tot eiken priester, als een Alter Christus. Zoo zendt Hij ook dezen jongen priester uit-als offeraar, als leeraar en uit deeler van Gods genadegaven en mysterie volle schatten. Op den Goeden Vrijdag offerde Christus zich op den Calvarieberg. Hij was uitge gaan als leeraar en uitgever van Gods ge naden. Hij had den menschen den weg ge toond, dien zij moesten bewandelen en Hij had zegeningen rondom zich uitgedeeld, want Hij ging weldoende rond. Zieken ge nas Hij, dooden wekte Hij ten leven op en zondaren gaf Hij het leven der genade terug. Zoo zendt Christus zijn priesters uit en zoo ook u, aldus wendde spr. zich tot den neomyst. En iederen dag zult gij staan aan het offeraltaar, om-vandaar Gods zegenin gen af te vragen over de biddende en lij dende menschtheid. Hij zendt u uit als leeraar om Gods ge boden te doen onderhouden. Kinderen wijst ge den weg tot God en Maria; de op groeiende jeugd reikt ge de hand om niet te vallen in den strijd des levens; ouders en opvoeders steunt ge met raad en daad; degenen, die" strompelend voortgaan naar het graf, zult ge bijstaan om hen te ge leiden. En als de mensch gestorven is, zal hij u nog vinden als hulp en steun. Dan zult gij daar bidden, dat de eeuwige vreug de hem geschonken zal worden. Zoo zal de priester zijn een alter Christus. Heden is het ook een vreugdedag voor u en de uwen, aldus vervolgde spr. Een dag van glorie, waarnaar jarenlang is uitge zien en waarop jarenlang is gehoopt, on danks offers en' zorgen. En in den hemel dankt uw zalige moeder mede, dat zij het was, die u het leven schonk. Precies 26 jaar is het geleden, dat zij stierf, maar nu dankt zij God in den hemel voor dit kind harer zorgen en liefde. Spr. besloot daarna met gelukwenschen van alle parochianen tot den neomyst en bidden voor hem, gelijk in de dagen van voorbereiding, omdat zij weten, dat het gebed zijn werk vruchtbaar moet maken. Spr. wenschte tenslotte den jongen priester een lang en vruchtbaar priesterle ven tot heil van de zielen. Na de feestpredicatie werd het H. Mis offer voortgezet en de talrijke geloovigen volgden met aandacht de zinrijke plechtig- Deo" van Orlando Lassoplg;ciktank,wt-Dw heid, welke besloten werd met den feest zang „Jubilate Deo" van Orlando Lasso. Des avonds werd een plechtig Lof ge houden, een waardig besluit van een groot- schen, God-gewijden dag. De neomyst werd hierbij geassisteerd door de weleerw. hee ren P. Hofstede en P. Verhoofstad. VOOR DE GESNEUVELDE SOLDATEN Morgenochtend te kwart voor 8 uur zal, uitgaande van de R.K. Militairenvereeni- ging, in de Harttbrugkerk een plechtige Zielen-dienst voor de gesneuvelden worden gehouden. ONZE GEWONDEN Er liggen thans in het Acad. Ziekenhuis, evenals in andere ziekenhuizen alhier, tal rijke gewonde Nederlandsche militairen, dappere kerels, die hun plicht tegenover het vaderland op flinke en moedige wijze hebben vervuld. Zij verdienen den dank van ons allen. Zij hebben thans behoefte aan kleine versnaperingen, fruit, vooral rookgerei. Zoolang geen comité is gevormd wil ondergeteekeride, Rapenburg 49, deze kleine gaven gaarne voor hen in ontvangst nemen. F. A. J. ALOFS, Majoor, Commandant van het 10e Depot-Bataljon. Leiden, 20 Mei 1940. VALSCHE GERUCHTEN. Het Leidsche duinwater is volkomen betrouwbaar. In verband met de omstandigheid, dat hier ter stede allerlei geruchten de ron de doen over vermeende verontreiniging van het drinkwater, deelt de directeur van den Gem. Geneeskundigen en Ge zondheidsdienst, dr. M. D. Horst, ons mede, dat daarvan geen sprake is. Het Leidsche duinwater is volkomen be trouwbaar. Het verdient evenwel aanbeveling groenten en fruit voor het gebruik goed af te wasschen met drinkwater. SPOEDEISCHENDE RAADSVERGADERING. De Raad der gemeente Leiden is in spoedeischende vergadering bijeengeroe pen op hedenmiddag te 4.30 uur in de aula van het Stedelijk Gymnasium. BEGRAFENIS PROF. DR. P. Th. L. KAN. Hedenmorgen te 11 uur heeft op de be graafplaats „Rhijnhof" de teraardebestel ling plaats gehad van het stoffelijk over schot van wijlen prof. dr. P. Th. L. Kan, oud-hoogleeraar aan de Leidsche Universi teit. Verschillende colega's van den ontslape ne alsmede vertegenwoordigers van de Universiteit waren op de begraafplaats aanwezig Aan de groeve werd slechts het woord gevoerd door prof. dr. J. van der Hoeve, die names den Academische Senaat, de Me dische faculteit, vrienden en oud-patiënten van den overleden eenige welgemeende woorden van afscheid sprak. Hiermede was de eenvoudige plechtig heid ten einde. ZIEKENTRIDUUM. Wegens de vervoersmceilijkheden zal het ziekentriduum dit jaar niet doorgaan. Het Rijksmuseum van Oudheden alhier werd in het afgeloopen kwartaal bezocht door 803 personen; het Rijksmuseum voor Volkenkunde was voor het publiek geslo ten. Bioscopen LEVEN IN DE BROUWERIJ. Men zal er gaarne eenige uren „ver duistering" voor over hebben om George Formby te zien in de dwaze film „Leven in de brouwerij". George Formby, de be kende Engelsche komiek, is een aartslee- lijke man. die apen-grimassen trekt en al lerlei idiote streken uithaalt, ondertus- schen zijn banjolele met bravour bespe lend. In deze film speelt hij de rol van een onnoozelen loopjongen op een kran tenzetterij, die detective-neigingen krijgt, en een misdaad na gaat speuren, die haar knooppunt heeft in een brouwerij. Er komt leven m de brouwerij! Hol- en draafpar- tijen en massa's grappige verwikkelingen, waarvan de laatste is, dat een troepje mis dadigers in een bierkuip valt en er bizon der vioolijk en sterk aangeschoten weer uitkruipt Ook de voorfilm is een boeien de ontknooping van een serie misdaden. Een sprookjesachtig mooi kleurenflimpje is de bekroning van dit vlette programma. Luxor „EERSTE LIEFDE". Een dergelijk onderwerp als „Eerste Liefde" ligt wel bijzonder in de lijn van Deanne Durbin een frisch, vroolijk meis je met een prachtige stem, die de Strauss- muziek en Puccini's „Butterfly" klaterend doet opklinken en daardoor vooral muzi kaal genot verschaft. Deanne speelt de rol van een ouderloos kostschoolmeisje, die met groot verdriet in het hart moet toezien hoe haar vriendin nen na het examen worden afgehaald door haar ouders, terwijl haar oom en tante zich laten vervangen door een weliswaar deftigen, maar koelen butler. Haar ver blijf ten huize van de familie is al even min gezellig. Oom, tante noch nichtje hebben tyd voor haar over, terwijl laatst genoemde bovendien nog in hooge mate jaloersch op haar is. Gelukkig echter heeft zij het personeel op haar hand en daar door gelukt het haar een balavond bij te wonen, waarvan zij door tante en nichtje werd teruggehouden, terwijl het personeel bovendien zorgt, dat de familie niet op het bal komt. Op het bal maakt zij kennis met haar „Eerste liefde", daar zingt zij en brengt zij ieder onder de bekoring van haar stem, maar de reactie hierop komt, wanneer haar nièhtje zich door allerlei leugens op haar tracht te wreken. Vol verdriet keert zij naar de kostschool te rug. Haar oom, door het vertrekkend per soneel op de hoogte gebracht van de toe standen in huis, maakt daar radicaal een eind aan: het is of er een aardbeving in huis woedt! Toch komt alles natuurlijk terecht en de jongeman, die het hart van het meisje stal, weet ook wel tot de kostschool door te dringen In het voorprogramma een Ameri- kaansch blijspel ,De zaak gaat met mu ziek", met Constance Moor, Johnny Do- wes en Mary Carlisle in de hoofdrollen. Trianon Trianon blijft deze week in stijl met de gebeurtenissen in het buitenland. Het is een compleet strijdprogramma. Op de eerste plaats strijd van Poppeye u kent den beroemden spinazie-man wel met een stier in een regelrecht stierengevecht. Ver volgens strijd met de Indianen in het Ver re Westen van Amerika in de dagen van president Grant. En ten slotte de strijd, welke' dagelijks gestreden wordt in ieder land en in ieder volk, onder alle rangen en standen, n.l. de strijd om een hart te ver overen. Den strijd met de Indianen kan men gemakkelijk gezeten in z'n fauteuil en aangenaam rillend van de sensatie mee beleven in de film „Geronimo", de vergel der. Deze Geranimo is een Apachen-opper hoofd, die gezworen heeft duizend blar.ken te zullen dooden als vergelding voor zijn vrouw en kinderen, die door de blanken waren vermoord. Hij wordt geholpen door een blanken verrader, die uit winstbejag geweren en munitie aan de Indianen ver kocht en ze tevens aanspoorde tot verzet en oorlog. Blanke kolonisten ziet men trek ken door de prairiën van het lar.d, waarvan wij als jongens reeds zooveel gelezen heb ben in de befaamde Indianenboeken, wel ke wij verslonden. Plotseling klinkt het krijgsgehuil der roode krijgers en zij over vallen de trekkende karavaan.-Ook solda ten worden overvallen en staaltjes van moed en behendigheid worden te zien ge geven. Waarlijk Karl May en hoe die an deren nu reeds weer vergeten auteurs van de vroegere Irdianenboeken ook mo gen heeten, zijn er niets bij. „Het pensionaat voor heeren" zooals de tweede film luidt, laat ons de lotgevallen van eenige heeren zien, die op een soort school, als kleine jongens, Fransch komen leeren. Het is evenwel g*en pensionaat voor louter heeren, want er komt ook een jonce dame uit Amerika, Diana geheeten, als een bom binnenvallen en zij begirt direct met het veroveringswerk. Bij sommiren van de heeren gaat het al zeer gemakke lijk, maar bij anderen weer niet. Drie van hen sluiten zelfs een defensief verbond, om elkander niet in den steek te laten tegen de aanvallen, welke de bekoorlijke Diana op hen richt. Op een gegeven moment heeft zij haar voornaamsten tegenstander toch zoo in 't nauw gekregen, dat deze capitu leert. En het slot is een tocht naar het al taar OMGFVIIvr, HULPVERLEENING AAN VALKENBURG. Teneinde den in Valkenburg heerschen- den nood te lenigen heeft zich in ieder der gemeenten Katwijk, Leiden, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnsburg, Sassenheim, Voorschoten en Wassenaar een commissie gevormd voor de inzameling van gelden en goederen. Daarnevens is een kerncommissie aange wezen, die met de directe leiding zal wor den belast. Deze commissie bestaat uit de heeren J. J. C. van Dijk, Oegstgeest, voorz., ds. D. Veldkamp, Valkenburg, A. v. d. Berg, Valkenburg, G. Zandbergen Wzn., Valkenburg, H. G. Jonker, Oegstgeest. Het bureau is gevestigd te Valkenburg, tel. Katwijk 96 (bij geen gehoor tel. Kat wijk 8). De burgemeesters van opgemelde ge meenten zullen het contact vormen tusschen de in hun gemeenten gevestigde commissie en de kerncommissie te Valkenburg, met uitzondering van de gemeente Leiden, voor welke mr. P. E. Briët en Oegstgeest, voor welke weth. v. Egmond zal optreden. LEIDSCHENDAM EERSTE PLECHTIGE H. MIS Zondagmorgen om 10 uur droeg de wel eerw. heer J. de Bouvère, die Dinsdag j.l. uit de handen van Mgr. Huibers de H. Priesterwijding mocht ontvangen, in de parochiekerk van de H.H. Petrus en Pau- lus zijn eerste plechtige H. Mis op. In ver band met den toestand kon van een feeste lijke ontvangst of anderzins geen sprake zijn. De neomist werd door een stoet van misdienaars het kerkgebouw binnengeleid. Langzaam ging de stoet waarbij zich de Pastoor en kapelaans en de ouders en broer en zusters hadden aangesloten, naar het feestelijk versierde altaar, terwijl de Gemeentel. Aankondiging DRINGENpE OPROEP De burgemeesterj gend allen, die gemeenten huisv te stellen met neeskundigen e alhier. A. VAN rèANtedfAKHUYZEN, Burgemeester. geloovigen, die het kerkgebouw vulden, hem een welkomstlied toezongen. Aan het altaar werd de feesteling geas sisteerd door Pastoor M. Kammers als presbyter-assistens, door Pater J. van Hei ningen, van de Congregatie van Mill-Hill, zoon der parochie, als diaken, kapelaan Kok, als sub-diaken, terwijl de eerw. Fra ter K. de Bouvère, broer van den neomist, fungeerde als ceremoniarius. Het zangkoor, onder leiding van den heer H. van Beek, voerde op zeer verdienstelijke wijze een driestemmige Mis van Van 't Kruis uit. Onder het offertorium werd ge zongen „Jesu Dulcis" van Koote en onder de H. Communie „Adoro Te", eveneens van Koote, terwijl na de H. Mis de pries tercantate van Dobbelsteen werd gezongen. Na het Evangelie beklom Pastoor Kam mers den kansel voor het houden van een feestpredikatie, waarin spr. de hooge ver hevenheid van het priesterschap tot uit drukking bracht en het groote voorrecht schilderde, door God aan dezen jongen priester en zijn ouders en familie geschon ken. Laten wij, aldus de gewijde spreker, God danken, maar hem ook smeeken, dat Hij hem zijn hulp schcnke om met groote ijver en succes in Zijnen wijngaard te kun nen arbeiden. Van half 3 tot 4 uur had in het R.K. Ver- eenigingsgebouw aan de Damlaan een re ceptie plaats waarvan een druk gebruik werd gemaakt en waar zeer velen den neo mist en zijn familie kwamen complimentee ren terwijl verder vele schriftelijke geluk wenschen, bloemen, enz. waren binnenge komen. Als besluit van dezen dag werd des na middags om 7 uur door den feesteling een plechtig danklof opgedragen. Thans werd de neomist geassisteerd door Pastoor Kam mers en kapelaan Kok, kapelaan der pa rochie. Ofschoon alles in allen eenvoud ge- sc..iedde, zal deze mooie dag én voor den neomist en zijn familie en voor Leidschen- dam een onvergetelijke blijven. LISSE DRIE EERSTE PLECHTIGE H. MISSEN IN ST. AGATHA Gisteren hebben wederom een drietal zonen van de St. Agatha-parochie welke Dinsdag j.l. de H. Priesterwijding hadden ontvangen, hun eerste plechtige H. Mis in onze parochiekerk opgedragen, nadat zij Zaterdagavond een plechtig lof hadden ge celebreerd wat door vele parochiaanen werd bijgewoond. Behalve de parochiegeestelijken waren aanwezig rector A. W. Kok uit Amsterdam, pater De Mooy uit Kaatsheuvel en kape laan J. F. M. Zegers uit Amsterdam. De tijdsomstandigheden lieten niet toe dit voor onze parochie belangrijke gebeu ren op de gewone luisterrijke wijze te vie ren. De weleerw neomist Th. Rosier droeg zijn eerste pl. H. Mis op te 8 uur, de wel- eerd neomist C. Hageman te 9.15 uur en de weleerw. neomist J. van Kesteren te 11 uur. Een zeer groot aantal geloovigen vulde de kerk tijdens deze H. Missen, welke alle gezongen waren. Ook van den gisternamiddag gehouden receptie werd druk gebruik gemaakt. Met een plechtig lof, gecelebreerd door de drie neomisten, tijdens welk Lof een predicatie werd gehouden door kapelaan Zegers, werd dit drievoudige feest ge sloten. FEUILLETON door CHARLES GAR VICE. (Nadruk verboden). 30, HOOFDSTUK XIV. Het bezoek. 0, May, wat lief van haar wat echt lief en fijngevoelig! Ze komt je dadelijk ge lukwenschen!" riep Carrie uit. Een glimlachje, niet bl(j-verrast, maar ongeloovig en 'n beetje wrang, vloog over May's gezicht. „Prijs jij den dag maar niet vóór den avond, Carrie", zei ze. „Als ik haar lady schap goed ken, komt ze niet met een feli citatie, maar met een oorlogsverklaring. Sst! Zeg er niets van aan Papa. Ik hoor hem en" Sir Heron en Dalton kwamen de kamer binnen, de laatste rood en blijk baar eenigszins in de war, maar toch niet onvoldaan; de eerste met een gretigen, ver langenden blik in zijn oogen, die snel doof de toen May's jurk haastig door de tegen overgestelde deur verdween. Lady Letchford stond op toen het jonge meisje binnenkwam. Eén oogenblik 6cheen de harde uitdrukking van haar gezicht zich even te verzachten; het was zelfs voor deze ongenaakbaar-trotsche moeder, die geko men was om haar zoon te „redden", on mogelijk, te ontkomen aan den invloed van die frissche, onschuldige liefelijkheid. Een seconde lang aarzelde ze, en wenschte dat Rose haar maar niet op het idee van een persoonlijk onderhoud had gebracht. Toen dacht ze aan Heron, aan alles wat op het spel stond, en verhardde zich. Met een ijs koud glimlachje stak ze het meisje twee vingers van hhaar dikgehandschoende hand toe. „Goeden morgen, lieve kind", zei ze, met een stem die verbazend veel leek op die, waarmee goede sprookjesvertellers den wolf Roodkapje laten aanspreken. „Ik hoef wel niet te vragen of de hoofdpijn van gis teren over is. U ziet re uit als de verper soonlijkte gezondheid." „Ik voel me weer heel goed, dank u", ant woordde May. Toen gingen ze tegenover el- kaar zitten, en May wachtte wijselijk af tot de ander partij het vuur zou openen. „Ik ben blij, dat te hooren", zei haar ladyschap. „Maar," en ze liet haar stem dalen „het is niet uitsluitend om naar uw gezondheid te informeeren, dat ik zoo vroeg in den morgen naar u toe kom, juf frouw Dalton. Eigenlijk moest ik me excu- seeren, dat ik u op zoo'n ongewoon uur kom lastig vallen." „Het is me een groot genoegen, u hier te zien", mompelde May; waarschünlijic had ze nooit van haar leven zóó schaamte loos gelogen! Lady Letchford lachte grimmig. „Ia vrees, dat het genoegen niet meer zoo groot zal zijn, wanneer u het doel van mijn be zoek kent", zei ze. May sloeg de oogen op en keek haar vast aan, met een kalmte, die niet zonder uitwerking bleef. „Ik ben hier gekomen, mijn beste jonge dame", ging Lady Letchford voort, „om eens rustig een en ander met u te bepra ten. Mijn zoon Sir Heron die natuur lijk geen geheimen voor me heeft, is me van morgen dadelijk komen vertellen, wat er gisteravond tusschen u en hem is voor gevallen." Stilte. „Ik overdrijf werkelijk niet, wanneer ik zeg dat ik ten diepste gegriefd en geschokt was, toen ik hoorde dat hij zich voorstelde een stap te doen. die noodzakelijk zijn po sitie, zijn vooruitzichten en zijn toekomst mc.et verwoesten, en niet alleen zijn toe komst, maar ook de uwe, mijn beste juf frouw Dalton." May keek op. .,Het was heel vriendelijk van u, ook aan mij te denken, Lady Letchford", zei ze; er er was iets in den klank van haar heldere stem, dat een zwak blosje op de gepoederde wanden der oude dame bracht. „Het is waar", zei Lady Letchford, „dat ik ook aan u heb gedacht. Natuurlijk had ik op de eerste plaats het welzijn van mijn zoon voor oogen. Daarvoor ben ik zijn moe der. Maar ook voor u speet het me op- reent, dat u, zij het dan ook slechts voor een oogenblik, in den waan v aart gel racht, dat een huwelijk tusschen u en Sir Heron m-gclijk zou zijn. Maar het was n;ct mijn Udoeling, de tr> toon aan te slv en de zaak zóó streng te behar-leien. Tk ver flouw, c'at de rus'ige nacht u al wal toi nadenken heeft gebracht en dat u ze.f *>1 :rz:et oe ongerrim en on.-u voerbaar een drrge.ijk voornemm zou zijn" Een iéchje speelde om Ma* V lippen, h'.l? v. eemcec'ig, half na.ef. „Ik heb den geheelen nacht geslapen". zei ze. „Neen, neen, ik wilde geen gekheid maken. Wilt u alstublieft verder gaan. La dy Letchford? Ik beloof u, dat ik geduldig raar u zal luisteren." „Dank u", zei Laly Letchford. „Ik ver trouw, cat we el keu wel oegiijpen zJ.'-r i< zou hier niet gekomen zijn, als ik geen ernsüge hoop koesterde, a ie overtuigen Ik weet ook zeker, dat u noch lichtzinnig noch berekenend cent." Een heete 6*os fueg May naar de wan gen, en htar oogen vlam '.en „U kunt het nut doen", ging de oud» da me voort. „U kunt niet. Ik zy'n moeder weec wel ie-* vai. zijn au. eg, en ik z g u. dat die plotseli.'pe bevli-guigen. die hem korten tijd geheel buiten zichzelf brengen, zijn groote zwakheid zijn. Het gaat altijd weer heel spoedig voorbij. Als mijn zoon u trouwt zal hij u "binnen een maand moe zijn Stil!" want May was opgesprongen met een bleek gezicht en scheen haar in de rede te willen vallen. „Ik moet u verzoe ken, mij te laten uitspreken. Zooals ik zei, hij zal u moe worden en u zult den dag vervloeken, waarop u hem toestond, zich zelf en u te misleiden. Juffrouw Dalton, ik spreek openhartig met u, het ligt aller minst in mijn bedoeling, u te kwetsen. Maar als ik dat gedaan mocht hebben ik streed voor de toekomst van mijn zoon; is dat niet een volledige verontschuldiging? Ik ben zijn moeder ik heb hem lief! En ik zou elk woord, dat ik tegen u gezegd he£, nog eens herhalen, als ik meende, dat het noo- dig was. Maar ik zie, dat zulks niet het ge val is. U begrijpt nu zelf wel, is 't niet, hoe zoo'n ongelijk huwelijk terwille van een tij delijke gril niets dan ongeluk kan bren gen?" May had haar hoofd afgewend en zat zwijgend en roerloos, als een standbeeld. Lady Letchford was overtuigd, dat zij die pen indruk had gemaakt en veld begon te winnen. Maar zij beging de fout, die men dikwijls in zoo'n geval maakt; zij stelde zich er niet mee tevreden, haar woorden rustig te laten inwerken, maar bezweek voor de verleiding, er nog een schepje op te doen. „Lieve kind", zei ze, „ik zal u altijd dank baar zijn voor uw gewillig luisteren en voor het offer, dat u bereid is te brengen voor het welzijn van mijn zoon. Ik ben inder daad zeer, zeer dankbaar. Ik zal maar lie ver geen banaliteiten zeggen over spoedige vergetelheid, maar het is mijn oprechte overtuiging dat dit dit kleine incident in uw leven spoedig zijn beteekenis zal ver liezen. U hebt mijn zoon te kort gekend, dan dat zoo'n gevoel diep wortel zou heb ben kunnen schieten. En ik hoop dat u mc wilt vergeven. Ik mag misschien nog als excuus aanvoeren, dat ik niet zoo nadruk kelijk over de bedreigde toekomst va*i myn zoon zou gesproken hebben, als ik daarom trent voorheen geen duidelijk-omlijnde en gegronde verwachtingen had gekoesterd. Vóór deze ongelukkige kwestie er tusschen kwam, hoopte ik op goede gronden en die hoop zal nu weer opleven dat hij zijn keuze zou vestigen op een jonge dame, v/ier positie in de maatschappij hem van het grootste nut zal kunnen zijn en zijn aanzien, indien dat mogelijk is, nog verhoo- gen. Ik weet zeker, dat u, als u mijn jonge bloedverwante juffrouw Vavasour beter kende, u haar grootelijks zoudt ach ten en waardeeren." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5