(Sm£ag,ó nieuwó, uit (iet
Perscommentaren over
de krijgsverrichtingen
(hütenland
De situatie in
Noorwegen
De slag in België
Wie wordt Lady
Letchford
DONDERDAG 16 MEI 1940
DE LEIDSCHE COURANT
PAG. 2
NEDERLANDSCHE MINISTERS IN
PARIJS.
De Nederlandsche minister van buiten-
Handsche zaken, de minister van defensie
en de minister van koloniën, voeren op het
©ogenblik, in aansluiting op hun verblyf
te Londen, besprekingen in Parijs, Woens
dagmiddag werden zij ontvangen door den
premier Reynaud.
DUITSCHE TROEPEN TE AMSTERDAM.
Waardige houding der bevolking.
Gistermiddag, Woensdag den 15en Mei,
te één uur is de intocht van Duitsche troe
peneenheden in de Nederlandsche hoofd
stad begonnen. Een schouwspel, dat door
duizenden langs de wegen, die de gemoto
riseerde eenheden volgden, met kalmte,
rust en groote waardigheid werd gadege
slagen. De Duitsche troepen gedroegen
zich zeer correct.
Tegen het middaguur had de waarne
mende burgemeester van Amsterdam, wet
houder G. C. J. D. Kropman, wien de taak
wachtte de Duitsche bezettingstroepen te
begroeten namens het gemeentebestuur
van de hoofdstad, post gevat bij de Dui-
vendrechtsche brug. Daar waren ook eeni-
ge commissarissen van politie en inspec
teurs, die met behulp van een sterke po
litiemacht het verkeer regelden.
Precies te één uur verschenen de eerste
motorrijders, weldra gevolgd door gemoto
riseerde troepen, mitrailleur-afdeelingen,
ammunitiewagens en veldgeschut uit de
richting Utrecht. Bij de brug hadden zich
opgesteld de Duitsche consul-generaal de
heer F. Benzier en zijn staf. Twee Duitsche
hooge officieren werden door den consul
begroet en voorgesteld aan wethouder
Kropman, die zich eenigen tijd met de mi
litairen onderhield.
De intocht van de voorhoede nam onge
veer drie kwartier in beslag. Onder de
toeschouwers bevonden zich vele leden van
de Duitsche kolonie, die de troepen toe
juichten en bloemen toewierpen.
De eerste kolonnes trokken Amsterdam
Zuid via de Berlage brug binnen om ver
volgens door te rijden in de richting Haar
lem.
In den namiddag was van de bezetting
van de hoofdstad nog weinig te bemerken,
hoewel op enkele punten Duitsche militai
ren hadden postgevat. Het eigenlijke be
zettingsleger volgde later.
De binnentrekkende troepen zagen er,
zoowel wat persoon als materiaal en uit
rusting betreft, uitstekend verzorgd uit.
De stemming onder de troepen was uit
stekend.
Heden heeft een ononderbroken door
tocht van gemotoriseerde troepen plaats
gevonden, welke uit de richting Haarlem
iri de richting Utrecht zich door Amster
dam voortbewoog. Het rij verkeer langs de
straten in Amsterdam, waar de troepen
doortrokken, was tot hedenavond 19.30 uur
stopgezet.
DE SCHOENENVERKOOP TE
AMSTERDAM.
De burgemeester van Amsterdam raadt
den schoenwinkeliers dringend aan, aan
eiken klant in geen geval meer dan één
paar schoenen tegelijk te verkoopen, en
zulks uitsluitend tegen afgifte van een
bewys, in duplo te schrijven, waarop voor
komen de naam en de voorletters van de(n)
gene, voor wie(n) de schoenen bestemd
zijn, de soort afgeleverde schoenen en de
verkoopwaarde daarvan. Ten einde zeker
heid te hebben, dat de juiste naam en de
juiste voorletters worden opgegeven, vrage
de winkelier de(n) klant, de distributie
stamkaart te toonen van de(n)gene, voor
wie(n) de schoenen bestemd zijn. De win
kelier behoude het duplicaat van het voor
noemde bewijs en levere dat op een nader
te bepalen tijdstip af aan het distributie
kantoor alhier, Amstel no. 1.
GEEN TAPVERBOD VOOR DUITSCHE
MILITAIREN.
De Opperbevelheber van Land- en Zee
macht beveelt, dat van het algeheele door
het militair gezag gelegde^tapverbod moet
worden afgeweken voor het tappen van
bier ten behoeve van officieren en soldaten
der Duitsche weermacht, derhalve niet ten
behoeve van Duitsche burgers.
DE APOTHEKEN.
Alle apotheken zullen tot nader order
dag en nacht geopend moeten blijven on
der dezelfde voorwaarden als eerder ge
noemd.
CONTINENTALE MOTORSCHEEP
VAARTMAATSCHAPPIJ AMSTERDAM
ONDER DUITSCH TOEZICHT.
De Continentale Motorscheepvaart Maat
schappij Amsterdam, die het Nederland
sche scheepsverkeer op de Donau waar
neemt, heeft zich, na het bekend worden
van den oorlogstoestand met Nederland,
onder Duitsch toezicht gesteld en haar op
de Donau aanwezige schepen in Duitsch-
land en de overige Donaustaten opdracht
gegeven van vlag te veranderen. Sedert
14 Mei varen de schepen der Maatschappij
onder Duitsche vlag.
SCHEPEN MOGEN ROTTERDAM NIET
VERLATEN.
De burgemeester van Rotterdam brengt
op last van het Duitsche commando ter
kennis, dat het verboden is, dat eenig schip,
van welke nationaliteit ook, de Rotterdam-
sche havens .of den Waterweg verlaat. Po
gingen daartoe zullen met geweld worden
tegengegaan.
DE STRIJD BIJ NARVIK.
Onder de troepen, die de geallieerden
kortelings bij Narvik aan land hebben ge
zet, bevinden zich volgens een specialen
correspondent van „Hufvudstadsbladet" in
de eerste plaats Poolsche eenheden.
NOORSCHE OORLOGSBODEMS
BUIT GEMAAKT.
Van welingelichte zijde wordt medege
deeld, dat de Duitsche marine aan de
Noorsche kust rog onderdeelen van de
Noorsche marine heeft" buit gemaakt. De
schepen zullen met een Duitsche beman
ning in dienst worden genomen.
BERICHT OVER MOBILISATIE IN
HONGARIJE TEGENGESPROKEN.
De regeeringsbladen „Gueggetlenseg" en
„Uj Mayarsag" deelen met betrekking tot
de in het buitenland verspreide berichten
over een mobilisatie in Hongarije mede,
dat het heel eenvoudig het onder de wape
nen roepen van een bepaald aantal reser
visten betreft uit gebieden, die kort gele
den bij Hongarije zijn gevoegd. Aangezien
deze reservisten door Tsjecho-Slovaaksche
officieren met buitenlandschen inslag wa
ren afgericht, achtte men het noodzakelijk,
dat zij opnieuw volgens Hongaarsch-natio-
nale principes werden afgericht. De Slo-
vaaksche legatie te Boedapest dementeert
harerzijds het bericht, dat Slovakije zijn
grens met Hongarije heeft gesloten en re
servisten onder de wapenen heeft geroe
pen. Het communiqué verklaart, dat het
grensverkeer tusschen Slovakije en Hon
garije zijn gewonen gang gaat. Intusschen
leveren de Hongaarsche bladen met leven
dige belangstelling commentaar op de capi
tulatie van Nederland, hetgeen een buiten
gewoon harden slag voor de geallieerden
boteekent. De Pester Lloyd" merkt op,
dat deze groote Duitsche overwinning de
onweerstaanbare superioriteit van de Duit
sche oorlogsmethodes bewijst.
HET FRONTBERICHT OVER DEN
DUxTSCHEN OPMARSCH.
In het frontberioht van het D. N. B.
w ordt o.a. gezegd:
Onder den druk der Duitsche wapenen
heeft de Nederlandsche weermacht geca
pituleerd. Zelfs wanneer Engeland werke
lijk in ernst de Nederlanders had willen
helpen, zou een militaire hulpverleening
niet doeltreffend geweest zijn, daar snelle
Duitsche troepen en de luchtmacht den toe
gang naar Nederland van België en van de
zeezijde zeer snel versperden. In strategisch
opzicht beteekent de mogelijkheid de be
schikking te hebben over de Nederland-
scne kust, dat het Duitsche luchtwapen
naast Noorwegen thans andere gunstig ge
legen steunpunten tegen Engeland bezit.
De Nederlandsche kust is nog dichter bij
het hart van Engeland dan hst Noorsche
kustgebied.
Men kan aannemen, dat de tot dusver
door de Duitsche troepen behaalde succes
sen worden uitgebreid in de richting van
de Britsche kust.
Het doorbreken van de Maginotlinie door
de Duitsche troepen bewijst opnieuw, dat
ook moderne vestingwerken niets vermo
gen tegen een goed geschoolden en doel
matig uitgerusten tegenstander.
HOE TWAALF FRANSCHE STEUN
PUNTEN GENOMEN WERDEN.
Hoe het Duitschen infanteristen is gelukt,
in het voorterrein van de Maginotlinie
twaalf sterke Fransche steunpunten na een
harden strijd te veroveren en daarbij 92
Marokkanen gevangen te nemen blijkt dui
delijk uit een in de Duitsche pers gepu
bliceerd ooggetuigeverslag, waarin wordt
verteld:
De opdracht luidde: door een twee kilo
meter breed terrein te stooten en de tal
rijke Fransche nesten van verzet uit te
halen. De Duitsche soldaten wisten, dat zij
tegenover een sterken vijand zouden ko
men te staan. Een hevige strijd was te
wachten. Daar het- terrein in zijn geheele
breedte door den vijand werd waargeno
men, was het zaak de morgenschemering
te benutten om met deze bescherming zoo
ver mogelijk vooruit te komen. Precies om
10 uur was de met de artillerie afgesproken
uitgangsstelling bereikt. Om 10 uur 5 brak
een helsch lawaai los. Over de hoofden
van de Duitsche infanteristen heen, don
derde het op de Franschen neer.
De soldaten bliezen intusschen uit, tot
hun oogenblik was gekomen. Even plotse
ling als het begonnen was verstomde het
gedonder van het geschut.
Onder de werking van de Duitsche artil
lerie waren de Franschen in vlucht uit de
mitrailleurnesten aan den woudrand
naar hun woudversterkingen teruggesneld.
Nu volgde de volle inzet der compagnieën
die in het dichte kreupelhout slechts moei
zaam voorwaarts kwamen. Een wirwar van
prikkeldraad moest overwonnen worden;
ue uniformen kregen scheuren en de huid
werd op vele plaatren opengereten. Toen
de eerste draadscharen gingen knippen,
kwamen de Fransche geweersalvo's den
aanvallers tegemoet. Met handgranaten
sloegen de Duitschers een gat in de draad
versperring. Met behulp van machinepis
tolen en goed gemikte handgranaten werd
het vuur van de eerste Fransche nesten
tot zwijgen gebracht. Op alle hoeken van
het woud, dat meer versterkt was dan men
cangenomen had woedde thans de strijd.
Weliswaar werden de eerste dicht bij
elkaar liggende stellingen na harden strijd
genomen maar later moesten er andere
wapens aan te pas komen. De Franschman
bewees een moeilijk te overwinnen tegen
stander te zijn. Urenlang woedde de strijd.
De Fransche artillerie loste spervuur. Maar
ce Duitschers drongen zonder ophouden
naar voren. Na een harden strijd verover
den zij twaalf sterke vijandelijke steun
punten. Twee-en-negentig Marokkanen en
twee Fransche officieren geraakten in
Duitsche gevangenschap. De vijand ver-
loor talrijke dooden en gewonden. De
opdracht werd zonder mankeeren vervuld.
Het versterkte woud werd van den vijand
gezuiverd en de Duitsche stellingen in het
voorterrein kwamen eenige kilometers
meer naar voren. (D. N. B.).
EEN GEMECHANISEERDE FRANSCHE
DIVISIE VERNIETIGD.
Van bevoegde militaire zijde wordt me
degedeeld:
Bij den eergisteren gemelden gro'oten
strijd tusschen Duitsche en Fransche ge
pantserde strijdkrachten ten Noordoosten
van Namen, waarbij de Franschen versla
gen werden, is volgens verklaringen van
gevangenen de gemechar iseerde Fransche
divisie, die daaraan heeft deelgenomen,
door het gemeenschappelijke optreden van
het Duitsche luchtwapen en de pantser
strijdkrachten uiteengeslagen en in de pan
gehakt.
BEWEGINGSOORLOG BIJ SEDAN.
In verantwoordelijke Fransche kringen
merkt men volgens Stefani op, dat rond
om Sedan een bewegingsoorlog is begon
nen. De minister van Verkeer, Snezen,
heeft medegedeeld, dat met ingang van
heden alle express- en locaaltreinen in
Zuidoost-Frankrijk zullen uitvallen.
WAARSCHUWING AAN BRUSSEL.
Het opperbevel der Duitsche weermacht
deelt mede:
De Belgische regeering heeft op 10 Mei
door haar minister van Buiteniandsche
Zaken te Brussel en tevens door bemidde
ling van de Vereenigde Staten, die haar
belangen in Berlijn waarnemen, verklaard,
dat Brussel een open stad is, dat zich geen
troepen in Brussel bevinden en ook geen
troepen door de stad vervoerd worden.
Deze verklaring der Belgische regeering
is niet in overeenstemming met de feiten.
De Duitsche luchtverkenning heeft gedu
rende de laatste dagen onomstootelijk het
doortrekken van militaire colonnes van
allerlei aard door Brussel en militaire
transporten door dit spoorwegknooppunt
geconstateerd.
Het Duitsche opperbevel der weermacht
kan daarom Brussel niet langer als onver
dedigde stad erkennen. Indien de Belgische
regeering het met het sparen der stad
Brussel voor de verschrikking van den
oorlog werkelijk err.stig meent, moeten
onverwijld alle militaire transporten en
marschbewegingen door de stad gestaakt
worden en versterkingswerken uitblijven.
De aanvallen der Duitsche luchtmacht zijn
in overeenstemming met de verklaring
der rijksregeering uitsluitend op militaire
doelwitten gericht. Indien van thans af
aan nog militaire doelwitten te Brussel ge
constateerd zouden worden, dan zullen zij
door de Duitsche luchtmacht aangevallen
worden. Alle gevolgen, die daaruit voor de
stad Brussel voortvloeien, komen ten laste
van hen, die in strijd met de verklaring
der Belgische regeering hun stad voor mi
litaire doeleinden misbruiken.
LONDEN WORDT WEER
GEëVACUEERD.
Het bericht over de capitulatie der Ne
derlanders heeft in Londen een volkomen
sombere stemming gewekt, zoo wordt uit
de Engelsche hoofdstad aan „Nya Dagligt
Allehanda" gemeld. Algemeen verwacht
men, aldus gaat het blad verder, een direc-
ten aanval op Engeland. „Aftonbladet"
meldt uit Londen, dat de stad thans weer
wordt geëvacueerd. Duizenden gezinnen
zijn uit Londen vertrokken. Alle openbare
gelegenheden zijn vroeg in den avond ge
sloten.
BRITSCHE TORPEDOJAGER VERLOREN
Het officieele communiqué, dat gisteren
door de Britsche Admiraliteit is uitgege
ven, meldt, dat de torpedoboot jager „Va
lentine" tijdens de Duitsche luchtaanval
len van gisteren op Engelsche scheepseen-
heden aan de Nederlandsche kust geheel
verloren is gegaan.
NIEUWE DUITSCHE AANVALS
WAPENS.
Vijandelijke kanonnen weigerden
plotseling.
Van deskundige Duitsche militaire zijde
werd gisteren naar aanleiding van een bui
teniandsche vraag ingegaan op het in de
„Deutsche Allgemeine Zeitung" versche
nen artikel, ,,De groote operatie", uit de
pen van overste dr. Hesse, die zich in den
staf van den opperbevelhebber van het le
ger, generaal von Brauchitsch, aan het
Westfront midden in het strijdtooneel be
vindt.
In dit artikel staat in een alinea woorde
lijk: De inneming van het fort Eben Emael
zal waarschijnlijk eens als een keerpunt in
de ontwikkeling van de krijgskunde geken
merkt worden.
Men moet dit vestingcomplex met eigen
oogen gezien hebben, om het succes juist te
kunnen waardeerên. Hier zijn de nieuwe
Duitsche strijdmiddelen beproefd. Leger en
luchtwapen hebben op prachtige wijze sa
mengewerkt. De duikbommenwerper heeft
den pionier en den infanterist den weg be
reid. De meer dan 20 afzonderlijke verster
kingen, waarvan de meeste van geschut
voorzien waren en vaak als geschutstorens
met eenige schietgaten waren aangelegd,
moesten zich na een strijd van minder dan
24 uur overgeven. Gevangenen, die ik ge
sproken heb, verklaarden, dat allen ver
lamd van ontzetting waren over de uitwer
king der Duitsche wapens. „We waren niet
in staat ons geschut en onze mitrailleurs te
bedienen", zei een gewonde Belgische offi
cier.
Een onderofficier verklaarde: We moes
ten constateeren, dat onze kanonnen plotse
ling weigerden.
Speciaal op dezen laatsten zin had de bui
teniandsche vraag betrekking. De deskun
dige militaire instantie verklaarde: Het is
bekend, dat de Duitsche weermacht over
nieuwe aanvalswapens beschikt. Over hun
werking en aard kan op het oogenblik niets
gezegd worden.
DE FÜHRER HULDIGT DUITSCHE
TROEPEN IN NEDERLAND.
De Führer heeft den in Nederland strij
denden soldaten van het leger, het lucht
wapen en S.S.-Verfügungstruppen op de
volgende wijze zijn erkentelijkheid uitge
sproken:
„Soldaten van het Nederlandsche oor-
logstooneel. In vijf dagen hebt gij een
sterk, welvoorbereid leger, dat zich achter
bijna onoverwinnelijk lijkende hindernis-
sëh en militaire versterkingen taai verde
digde, aangevallen, zijn luchtwapen uitge-
FEUILLETON
door
CHARLES GARVICE.
(Nadruk verboden)
26)
„Ja ik begrijp natuurlijk wat je be
doelt. Maar moet je nu ter wille van de kil
heid van twee vrouwen
„Eén er van is je moeder", herinnerde zij
hem.
„Eén er van is mijn moeder met al de
zwakheden van een moeder haar trots,
haar eerzucht, En daaraan zou je mij
willen opofferen? Je ziet hoe kalm ik ben.
Ik voel dat ik vecht voor 't geluk van mijn
leven."
„Of de ellende! Veronderstel zei
brak af.
„Ga doorl"
„Veronderstel eens", zei ze, en het heete
bloed steeg haar naar de wangen, dat ik
dat ik ja zou zeggen
„Zeg het!" zei hij, en greep haar hand,
die hij vast in de zijne gekneld hield.
„Hoe zouden ze je dan ontvangen, wan
neer je met dat nieuw thuis kwam? Me
dunkt dat ik hun gezichten duidelijk vóór
me zie?!"
„Als ik thuis kwam om mijn moeder te
vertellen, dat een prinses me haar hand be
loofd had, zou ze zuchten en zeggen, dat
het verbazend jammer was, dat het geen
keizerin had mogen zijn."
„Zie je wel! En ik ben geen prinses. Ik
ben een doodgewone schooljuffrouw, wier
vader geluk heeft gehad met speculeeren."
„Wel", zei hij levendig, „ik wil alles toe
geven wat je zegt. Een dame kan onmoge
lijk méér zijn dan een dame. En jijHij
brak af met een kort, ongeduldig lachje.
„Hemel, wat is dat allemaal bespottelijk!
Je zult toch waarachtig om zooiets mijn le
ven niet willen verknoeien! Maar je hebt
mijn vraag met dat al nog niet beantwoord.
Misschien zou dat alle verdere discussies
overbodig maken. May, je hebt me nog niet
gezegd dat je van me hield; dat is wat
ik weten wil. Al de rest laat me koud. Zeg
dat je me liefhefct en ik zal je laten zien
hoeveel waarde ik hecht aan de onzinnige
vooroordeelen van mijn familie. Groote he
mel, als de heele wereld neen zei, terwijl
jij ja zei, dan zou ik je nemen ondanks je
zelf. May, ik hou van je ik houd van
je!" Zonder nog een gedachte te wijden
aan haar vader en zusje, bleef hij staan en
trok haar naar zich toe.
Er was iets in de wilde kracht van zijn
hartstocht, in zijn trotsche, sterke manne
lijkheid, dat al May's argumenten wegvaag
de als kaf voor den kir.d. Bevend zocht ze
naar woorden, niet in staat zich te bewe
gen of een protest uit te brengen. Vaag zag
ze de twee donkere gedaanten die hen tot
nog toe gevolgd hadden opdoemen en ar-
.geloos voorbijgaan.
„Laat me gaan!" smeekte ze, bijna kla
gend want ze voelde dat haar kracht
haar begaf en dat ze het volgend oogen
blik zou bezwijken. „Laat me gaan! Oh, Sir
Heron! Laat me gaan!"
„Neen!" zei hij, bjjna^ieftig, en zijn arm
hield haar als in een schroef. „Er moet een
eind aan komen nu, oogenblikkelijk. Zeg
hier nu, dadelijk, zonder eenige bijge
dachten, „ik houd van je, óf", zijn stem
werd schor, „of stuur me weg, voorgoed."
May beefde over al haar leden. Zou ze
hem redden tegen wil en dank? Ze hoefde
alleen maar koud en onverschillig te zeg
gen, „ik houd niet van je", om hem een
toekomst vol leed en strijd te besparen. Ze
trachtte al haar moed bijeen te rapen
de woorden zweefden haar op' de lippen.
„Ik ik en toen .'iet ze met een plot-
selingen snik haar hoofd op zijn borst zin
ken en stiet uit: „ik houd zoo van je!"
Hij sprak geen woord, maar ze voelde
hoe hij diep adem haalde toen hij haar
dichter naar zich toe trok. Met beide han
den hief hij haar gezicht op; een vloed van
hartstochtelijke kussen regende op haar
lippen, haar oogen, haar haren. Hijgend en
trillend, als een wilde ree die in een strik
gevangen is, liet ze hem begaan. Eindelijk
kreunde ze:
„O, nee nee, je doet me pijn!"
„Vergeef me, lieveling", fluisterde hij.
„Het is je eigen schuld. Je hebt me gek
gemaakt; ik dacht dat ik je zou moeten
verliezen. Ik dacht dat je trots het toch
nog winnen zou van mijn liefde. May, als
ik' je verloren had Hij hijgde naar
adem.
„O, maar je familie jammerde ze
weer. „En je weet nog niet eens alles
Ze dacht aan haar ongelukkigen broer, van
wiens bestaan hij zelfs nog geen vermoeden
had.
„Ik weet één ding, en meer kan ik van
avond onmogelijk verwerken", zei hij. „Ik
weet dat je van me houdt! Dat is meer dan
genoeg!"
May keek weemoedig naar hem op en
trachtte haar plicht te doen door hem te
vertellen dat hij nog niet eens wist hoe erg
hét was; dat hij behalve een poenigen, bluf-
ferigen schoonvader nog een weggejaagden
vagebond van een zwager zou krijgen;
maar ze voelde er zich niet toe in staat. Ze
zou het hem morgen vertellen. Arme Sid
ney! Arm zwart schaap! Ze moest hem
vanavond maar laten rusten.
Ze liepen nu heel langzaam verder, zijn
arm om haar heen geslagen, haar hoofd
rustend aan zijn hart. Het was goed, dat
hij met elk steentje van den weg ver
trouwd was, anders had deze manier van
voortwandelen opgetwijfeld tot ongeluk
ken geleid!
„Geef me je hand eens, liefste", fluis
terde hij.
„Die heb je toch vast", zei May naiief.
„Ik bedoel, houd ze eens omhoog. Juist,
ik dacht al, dat ik je een ring had zien
dragen. Ik wil dien ring hebben, May.
Kijk! ik zal je den mijne in de plaats ge
ven."
Hij trok langzaam en met een liefkozend
gebaar het eenvoudige ringetje van haar
vierden vinger en trachtte den zijne er
voor in de plaats te schuiven.
„Te groot!" zei hij lachend. „Je zult hem
aan je duim moeten dragen! Doe'nu jouw
ring aan mijn vinger!"
Blozend en bevend nam May de sterke
bruine hand en paste het ringetje aan alle
vingers, tot ze ten laatste bij den pink be
landde.
„Dat is de eenige waar het aan past",
zei ze.
„Arm ringetje!" zuchtte hij; „het doet een
slechten ruil; maai ik zal er meer van hou
den dan jij ooit gedaan hebt
Op hetzelfde oogenblik hoorde May Car
rie's stem en kreeg een schokje van schrik.
„May! May! Waar ben je?"'
„In orde!" schreeuwde Sir Heron terug.
„We waren verdwaald, net als Roodkapje."
„Kom vlug!" riep Carrie lachend. „Het
begint te regenen."
Het was eigenlijk allang begonnen, maar
ze merkten het nu pas en keken beiden ver
rast naar de lucht.
„Ga maar niet mee raar huis", fluisterde
May.
„Mag ik niet?" vroeg hij teleurgesteld.
„Mag ik niet even binnenkomen, vijf mi
nuutjes maar?"
,,ISfee", schudde ze; Ze kon de gedachte
niet verdragen, dat hij juist vanavond ken
nis zou maken met hun belachelijk inte
rieur, met den overladen salon en de
schreeuwende livreien. „Goeden nacht". Ze
stak hem schuchter haar hand toe. Hij nam
ze met geveinsde beleefdheid aan, glim
lachte toen en trok haar in de schaduw der
boomen.
„Goeden nacht!" herhaalde hij verwij
tend. „Wou je me soms wegsturen met een
paar koele woorden en een handdruk, hè?
Goeden nacht! Je kon wel een ietsje har
telijker zijn tegen je verloofde, vind je zelf
niet? Heb je er soms spijt van, dat je me
zoo onzinnig-gelukkig gemaakt hebt, na
dat ik wekenlang de ellendigste sterveling
van heel Engeland geweest was? May!" er
viel hem plotseling iets in, „a propos, je
hebt me nog niet eens verteld, wat dat
voor een portret, was dat me zoo'n misera
belen tijd bezorgd heeft!"
„Als je het graag weten wilt sta
melde ze.
„Neen", zei hij plotseling, „neen, zeg ook
maar niets. Ik hoef het niet te weten." Zon
der het zich goed bewust te zijn, vreesde
hij te hooren dat, al was er op 't oogen
blik ook geen reden meer tot jaloezie, die
er toch in het verleden geweest was. „Je