(Sm£ag,ó nieuwó, uit (iet Perscommentaren over de krijgsverrichtingen (hütenland De situatie in Noorwegen De slag in België Wie wordt Lady Letchford DONDERDAG 16 MEI 1940 DE LEIDSCHE COURANT PAG. 2 NEDERLANDSCHE MINISTERS IN PARIJS. De Nederlandsche minister van buiten- Handsche zaken, de minister van defensie en de minister van koloniën, voeren op het ©ogenblik, in aansluiting op hun verblyf te Londen, besprekingen in Parijs, Woens dagmiddag werden zij ontvangen door den premier Reynaud. DUITSCHE TROEPEN TE AMSTERDAM. Waardige houding der bevolking. Gistermiddag, Woensdag den 15en Mei, te één uur is de intocht van Duitsche troe peneenheden in de Nederlandsche hoofd stad begonnen. Een schouwspel, dat door duizenden langs de wegen, die de gemoto riseerde eenheden volgden, met kalmte, rust en groote waardigheid werd gadege slagen. De Duitsche troepen gedroegen zich zeer correct. Tegen het middaguur had de waarne mende burgemeester van Amsterdam, wet houder G. C. J. D. Kropman, wien de taak wachtte de Duitsche bezettingstroepen te begroeten namens het gemeentebestuur van de hoofdstad, post gevat bij de Dui- vendrechtsche brug. Daar waren ook eeni- ge commissarissen van politie en inspec teurs, die met behulp van een sterke po litiemacht het verkeer regelden. Precies te één uur verschenen de eerste motorrijders, weldra gevolgd door gemoto riseerde troepen, mitrailleur-afdeelingen, ammunitiewagens en veldgeschut uit de richting Utrecht. Bij de brug hadden zich opgesteld de Duitsche consul-generaal de heer F. Benzier en zijn staf. Twee Duitsche hooge officieren werden door den consul begroet en voorgesteld aan wethouder Kropman, die zich eenigen tijd met de mi litairen onderhield. De intocht van de voorhoede nam onge veer drie kwartier in beslag. Onder de toeschouwers bevonden zich vele leden van de Duitsche kolonie, die de troepen toe juichten en bloemen toewierpen. De eerste kolonnes trokken Amsterdam Zuid via de Berlage brug binnen om ver volgens door te rijden in de richting Haar lem. In den namiddag was van de bezetting van de hoofdstad nog weinig te bemerken, hoewel op enkele punten Duitsche militai ren hadden postgevat. Het eigenlijke be zettingsleger volgde later. De binnentrekkende troepen zagen er, zoowel wat persoon als materiaal en uit rusting betreft, uitstekend verzorgd uit. De stemming onder de troepen was uit stekend. Heden heeft een ononderbroken door tocht van gemotoriseerde troepen plaats gevonden, welke uit de richting Haarlem iri de richting Utrecht zich door Amster dam voortbewoog. Het rij verkeer langs de straten in Amsterdam, waar de troepen doortrokken, was tot hedenavond 19.30 uur stopgezet. DE SCHOENENVERKOOP TE AMSTERDAM. De burgemeester van Amsterdam raadt den schoenwinkeliers dringend aan, aan eiken klant in geen geval meer dan één paar schoenen tegelijk te verkoopen, en zulks uitsluitend tegen afgifte van een bewys, in duplo te schrijven, waarop voor komen de naam en de voorletters van de(n) gene, voor wie(n) de schoenen bestemd zijn, de soort afgeleverde schoenen en de verkoopwaarde daarvan. Ten einde zeker heid te hebben, dat de juiste naam en de juiste voorletters worden opgegeven, vrage de winkelier de(n) klant, de distributie stamkaart te toonen van de(n)gene, voor wie(n) de schoenen bestemd zijn. De win kelier behoude het duplicaat van het voor noemde bewijs en levere dat op een nader te bepalen tijdstip af aan het distributie kantoor alhier, Amstel no. 1. GEEN TAPVERBOD VOOR DUITSCHE MILITAIREN. De Opperbevelheber van Land- en Zee macht beveelt, dat van het algeheele door het militair gezag gelegde^tapverbod moet worden afgeweken voor het tappen van bier ten behoeve van officieren en soldaten der Duitsche weermacht, derhalve niet ten behoeve van Duitsche burgers. DE APOTHEKEN. Alle apotheken zullen tot nader order dag en nacht geopend moeten blijven on der dezelfde voorwaarden als eerder ge noemd. CONTINENTALE MOTORSCHEEP VAARTMAATSCHAPPIJ AMSTERDAM ONDER DUITSCH TOEZICHT. De Continentale Motorscheepvaart Maat schappij Amsterdam, die het Nederland sche scheepsverkeer op de Donau waar neemt, heeft zich, na het bekend worden van den oorlogstoestand met Nederland, onder Duitsch toezicht gesteld en haar op de Donau aanwezige schepen in Duitsch- land en de overige Donaustaten opdracht gegeven van vlag te veranderen. Sedert 14 Mei varen de schepen der Maatschappij onder Duitsche vlag. SCHEPEN MOGEN ROTTERDAM NIET VERLATEN. De burgemeester van Rotterdam brengt op last van het Duitsche commando ter kennis, dat het verboden is, dat eenig schip, van welke nationaliteit ook, de Rotterdam- sche havens .of den Waterweg verlaat. Po gingen daartoe zullen met geweld worden tegengegaan. DE STRIJD BIJ NARVIK. Onder de troepen, die de geallieerden kortelings bij Narvik aan land hebben ge zet, bevinden zich volgens een specialen correspondent van „Hufvudstadsbladet" in de eerste plaats Poolsche eenheden. NOORSCHE OORLOGSBODEMS BUIT GEMAAKT. Van welingelichte zijde wordt medege deeld, dat de Duitsche marine aan de Noorsche kust rog onderdeelen van de Noorsche marine heeft" buit gemaakt. De schepen zullen met een Duitsche beman ning in dienst worden genomen. BERICHT OVER MOBILISATIE IN HONGARIJE TEGENGESPROKEN. De regeeringsbladen „Gueggetlenseg" en „Uj Mayarsag" deelen met betrekking tot de in het buitenland verspreide berichten over een mobilisatie in Hongarije mede, dat het heel eenvoudig het onder de wape nen roepen van een bepaald aantal reser visten betreft uit gebieden, die kort gele den bij Hongarije zijn gevoegd. Aangezien deze reservisten door Tsjecho-Slovaaksche officieren met buitenlandschen inslag wa ren afgericht, achtte men het noodzakelijk, dat zij opnieuw volgens Hongaarsch-natio- nale principes werden afgericht. De Slo- vaaksche legatie te Boedapest dementeert harerzijds het bericht, dat Slovakije zijn grens met Hongarije heeft gesloten en re servisten onder de wapenen heeft geroe pen. Het communiqué verklaart, dat het grensverkeer tusschen Slovakije en Hon garije zijn gewonen gang gaat. Intusschen leveren de Hongaarsche bladen met leven dige belangstelling commentaar op de capi tulatie van Nederland, hetgeen een buiten gewoon harden slag voor de geallieerden boteekent. De Pester Lloyd" merkt op, dat deze groote Duitsche overwinning de onweerstaanbare superioriteit van de Duit sche oorlogsmethodes bewijst. HET FRONTBERICHT OVER DEN DUxTSCHEN OPMARSCH. In het frontberioht van het D. N. B. w ordt o.a. gezegd: Onder den druk der Duitsche wapenen heeft de Nederlandsche weermacht geca pituleerd. Zelfs wanneer Engeland werke lijk in ernst de Nederlanders had willen helpen, zou een militaire hulpverleening niet doeltreffend geweest zijn, daar snelle Duitsche troepen en de luchtmacht den toe gang naar Nederland van België en van de zeezijde zeer snel versperden. In strategisch opzicht beteekent de mogelijkheid de be schikking te hebben over de Nederland- scne kust, dat het Duitsche luchtwapen naast Noorwegen thans andere gunstig ge legen steunpunten tegen Engeland bezit. De Nederlandsche kust is nog dichter bij het hart van Engeland dan hst Noorsche kustgebied. Men kan aannemen, dat de tot dusver door de Duitsche troepen behaalde succes sen worden uitgebreid in de richting van de Britsche kust. Het doorbreken van de Maginotlinie door de Duitsche troepen bewijst opnieuw, dat ook moderne vestingwerken niets vermo gen tegen een goed geschoolden en doel matig uitgerusten tegenstander. HOE TWAALF FRANSCHE STEUN PUNTEN GENOMEN WERDEN. Hoe het Duitschen infanteristen is gelukt, in het voorterrein van de Maginotlinie twaalf sterke Fransche steunpunten na een harden strijd te veroveren en daarbij 92 Marokkanen gevangen te nemen blijkt dui delijk uit een in de Duitsche pers gepu bliceerd ooggetuigeverslag, waarin wordt verteld: De opdracht luidde: door een twee kilo meter breed terrein te stooten en de tal rijke Fransche nesten van verzet uit te halen. De Duitsche soldaten wisten, dat zij tegenover een sterken vijand zouden ko men te staan. Een hevige strijd was te wachten. Daar het- terrein in zijn geheele breedte door den vijand werd waargeno men, was het zaak de morgenschemering te benutten om met deze bescherming zoo ver mogelijk vooruit te komen. Precies om 10 uur was de met de artillerie afgesproken uitgangsstelling bereikt. Om 10 uur 5 brak een helsch lawaai los. Over de hoofden van de Duitsche infanteristen heen, don derde het op de Franschen neer. De soldaten bliezen intusschen uit, tot hun oogenblik was gekomen. Even plotse ling als het begonnen was verstomde het gedonder van het geschut. Onder de werking van de Duitsche artil lerie waren de Franschen in vlucht uit de mitrailleurnesten aan den woudrand naar hun woudversterkingen teruggesneld. Nu volgde de volle inzet der compagnieën die in het dichte kreupelhout slechts moei zaam voorwaarts kwamen. Een wirwar van prikkeldraad moest overwonnen worden; ue uniformen kregen scheuren en de huid werd op vele plaatren opengereten. Toen de eerste draadscharen gingen knippen, kwamen de Fransche geweersalvo's den aanvallers tegemoet. Met handgranaten sloegen de Duitschers een gat in de draad versperring. Met behulp van machinepis tolen en goed gemikte handgranaten werd het vuur van de eerste Fransche nesten tot zwijgen gebracht. Op alle hoeken van het woud, dat meer versterkt was dan men cangenomen had woedde thans de strijd. Weliswaar werden de eerste dicht bij elkaar liggende stellingen na harden strijd genomen maar later moesten er andere wapens aan te pas komen. De Franschman bewees een moeilijk te overwinnen tegen stander te zijn. Urenlang woedde de strijd. De Fransche artillerie loste spervuur. Maar ce Duitschers drongen zonder ophouden naar voren. Na een harden strijd verover den zij twaalf sterke vijandelijke steun punten. Twee-en-negentig Marokkanen en twee Fransche officieren geraakten in Duitsche gevangenschap. De vijand ver- loor talrijke dooden en gewonden. De opdracht werd zonder mankeeren vervuld. Het versterkte woud werd van den vijand gezuiverd en de Duitsche stellingen in het voorterrein kwamen eenige kilometers meer naar voren. (D. N. B.). EEN GEMECHANISEERDE FRANSCHE DIVISIE VERNIETIGD. Van bevoegde militaire zijde wordt me degedeeld: Bij den eergisteren gemelden gro'oten strijd tusschen Duitsche en Fransche ge pantserde strijdkrachten ten Noordoosten van Namen, waarbij de Franschen versla gen werden, is volgens verklaringen van gevangenen de gemechar iseerde Fransche divisie, die daaraan heeft deelgenomen, door het gemeenschappelijke optreden van het Duitsche luchtwapen en de pantser strijdkrachten uiteengeslagen en in de pan gehakt. BEWEGINGSOORLOG BIJ SEDAN. In verantwoordelijke Fransche kringen merkt men volgens Stefani op, dat rond om Sedan een bewegingsoorlog is begon nen. De minister van Verkeer, Snezen, heeft medegedeeld, dat met ingang van heden alle express- en locaaltreinen in Zuidoost-Frankrijk zullen uitvallen. WAARSCHUWING AAN BRUSSEL. Het opperbevel der Duitsche weermacht deelt mede: De Belgische regeering heeft op 10 Mei door haar minister van Buiteniandsche Zaken te Brussel en tevens door bemidde ling van de Vereenigde Staten, die haar belangen in Berlijn waarnemen, verklaard, dat Brussel een open stad is, dat zich geen troepen in Brussel bevinden en ook geen troepen door de stad vervoerd worden. Deze verklaring der Belgische regeering is niet in overeenstemming met de feiten. De Duitsche luchtverkenning heeft gedu rende de laatste dagen onomstootelijk het doortrekken van militaire colonnes van allerlei aard door Brussel en militaire transporten door dit spoorwegknooppunt geconstateerd. Het Duitsche opperbevel der weermacht kan daarom Brussel niet langer als onver dedigde stad erkennen. Indien de Belgische regeering het met het sparen der stad Brussel voor de verschrikking van den oorlog werkelijk err.stig meent, moeten onverwijld alle militaire transporten en marschbewegingen door de stad gestaakt worden en versterkingswerken uitblijven. De aanvallen der Duitsche luchtmacht zijn in overeenstemming met de verklaring der rijksregeering uitsluitend op militaire doelwitten gericht. Indien van thans af aan nog militaire doelwitten te Brussel ge constateerd zouden worden, dan zullen zij door de Duitsche luchtmacht aangevallen worden. Alle gevolgen, die daaruit voor de stad Brussel voortvloeien, komen ten laste van hen, die in strijd met de verklaring der Belgische regeering hun stad voor mi litaire doeleinden misbruiken. LONDEN WORDT WEER GEëVACUEERD. Het bericht over de capitulatie der Ne derlanders heeft in Londen een volkomen sombere stemming gewekt, zoo wordt uit de Engelsche hoofdstad aan „Nya Dagligt Allehanda" gemeld. Algemeen verwacht men, aldus gaat het blad verder, een direc- ten aanval op Engeland. „Aftonbladet" meldt uit Londen, dat de stad thans weer wordt geëvacueerd. Duizenden gezinnen zijn uit Londen vertrokken. Alle openbare gelegenheden zijn vroeg in den avond ge sloten. BRITSCHE TORPEDOJAGER VERLOREN Het officieele communiqué, dat gisteren door de Britsche Admiraliteit is uitgege ven, meldt, dat de torpedoboot jager „Va lentine" tijdens de Duitsche luchtaanval len van gisteren op Engelsche scheepseen- heden aan de Nederlandsche kust geheel verloren is gegaan. NIEUWE DUITSCHE AANVALS WAPENS. Vijandelijke kanonnen weigerden plotseling. Van deskundige Duitsche militaire zijde werd gisteren naar aanleiding van een bui teniandsche vraag ingegaan op het in de „Deutsche Allgemeine Zeitung" versche nen artikel, ,,De groote operatie", uit de pen van overste dr. Hesse, die zich in den staf van den opperbevelhebber van het le ger, generaal von Brauchitsch, aan het Westfront midden in het strijdtooneel be vindt. In dit artikel staat in een alinea woorde lijk: De inneming van het fort Eben Emael zal waarschijnlijk eens als een keerpunt in de ontwikkeling van de krijgskunde geken merkt worden. Men moet dit vestingcomplex met eigen oogen gezien hebben, om het succes juist te kunnen waardeerên. Hier zijn de nieuwe Duitsche strijdmiddelen beproefd. Leger en luchtwapen hebben op prachtige wijze sa mengewerkt. De duikbommenwerper heeft den pionier en den infanterist den weg be reid. De meer dan 20 afzonderlijke verster kingen, waarvan de meeste van geschut voorzien waren en vaak als geschutstorens met eenige schietgaten waren aangelegd, moesten zich na een strijd van minder dan 24 uur overgeven. Gevangenen, die ik ge sproken heb, verklaarden, dat allen ver lamd van ontzetting waren over de uitwer king der Duitsche wapens. „We waren niet in staat ons geschut en onze mitrailleurs te bedienen", zei een gewonde Belgische offi cier. Een onderofficier verklaarde: We moes ten constateeren, dat onze kanonnen plotse ling weigerden. Speciaal op dezen laatsten zin had de bui teniandsche vraag betrekking. De deskun dige militaire instantie verklaarde: Het is bekend, dat de Duitsche weermacht over nieuwe aanvalswapens beschikt. Over hun werking en aard kan op het oogenblik niets gezegd worden. DE FÜHRER HULDIGT DUITSCHE TROEPEN IN NEDERLAND. De Führer heeft den in Nederland strij denden soldaten van het leger, het lucht wapen en S.S.-Verfügungstruppen op de volgende wijze zijn erkentelijkheid uitge sproken: „Soldaten van het Nederlandsche oor- logstooneel. In vijf dagen hebt gij een sterk, welvoorbereid leger, dat zich achter bijna onoverwinnelijk lijkende hindernis- sëh en militaire versterkingen taai verde digde, aangevallen, zijn luchtwapen uitge- FEUILLETON door CHARLES GARVICE. (Nadruk verboden) 26) „Ja ik begrijp natuurlijk wat je be doelt. Maar moet je nu ter wille van de kil heid van twee vrouwen „Eén er van is je moeder", herinnerde zij hem. „Eén er van is mijn moeder met al de zwakheden van een moeder haar trots, haar eerzucht, En daaraan zou je mij willen opofferen? Je ziet hoe kalm ik ben. Ik voel dat ik vecht voor 't geluk van mijn leven." „Of de ellende! Veronderstel zei brak af. „Ga doorl" „Veronderstel eens", zei ze, en het heete bloed steeg haar naar de wangen, dat ik dat ik ja zou zeggen „Zeg het!" zei hij, en greep haar hand, die hij vast in de zijne gekneld hield. „Hoe zouden ze je dan ontvangen, wan neer je met dat nieuw thuis kwam? Me dunkt dat ik hun gezichten duidelijk vóór me zie?!" „Als ik thuis kwam om mijn moeder te vertellen, dat een prinses me haar hand be loofd had, zou ze zuchten en zeggen, dat het verbazend jammer was, dat het geen keizerin had mogen zijn." „Zie je wel! En ik ben geen prinses. Ik ben een doodgewone schooljuffrouw, wier vader geluk heeft gehad met speculeeren." „Wel", zei hij levendig, „ik wil alles toe geven wat je zegt. Een dame kan onmoge lijk méér zijn dan een dame. En jijHij brak af met een kort, ongeduldig lachje. „Hemel, wat is dat allemaal bespottelijk! Je zult toch waarachtig om zooiets mijn le ven niet willen verknoeien! Maar je hebt mijn vraag met dat al nog niet beantwoord. Misschien zou dat alle verdere discussies overbodig maken. May, je hebt me nog niet gezegd dat je van me hield; dat is wat ik weten wil. Al de rest laat me koud. Zeg dat je me liefhefct en ik zal je laten zien hoeveel waarde ik hecht aan de onzinnige vooroordeelen van mijn familie. Groote he mel, als de heele wereld neen zei, terwijl jij ja zei, dan zou ik je nemen ondanks je zelf. May, ik hou van je ik houd van je!" Zonder nog een gedachte te wijden aan haar vader en zusje, bleef hij staan en trok haar naar zich toe. Er was iets in de wilde kracht van zijn hartstocht, in zijn trotsche, sterke manne lijkheid, dat al May's argumenten wegvaag de als kaf voor den kir.d. Bevend zocht ze naar woorden, niet in staat zich te bewe gen of een protest uit te brengen. Vaag zag ze de twee donkere gedaanten die hen tot nog toe gevolgd hadden opdoemen en ar- .geloos voorbijgaan. „Laat me gaan!" smeekte ze, bijna kla gend want ze voelde dat haar kracht haar begaf en dat ze het volgend oogen blik zou bezwijken. „Laat me gaan! Oh, Sir Heron! Laat me gaan!" „Neen!" zei hij, bjjna^ieftig, en zijn arm hield haar als in een schroef. „Er moet een eind aan komen nu, oogenblikkelijk. Zeg hier nu, dadelijk, zonder eenige bijge dachten, „ik houd van je, óf", zijn stem werd schor, „of stuur me weg, voorgoed." May beefde over al haar leden. Zou ze hem redden tegen wil en dank? Ze hoefde alleen maar koud en onverschillig te zeg gen, „ik houd niet van je", om hem een toekomst vol leed en strijd te besparen. Ze trachtte al haar moed bijeen te rapen de woorden zweefden haar op' de lippen. „Ik ik en toen .'iet ze met een plot- selingen snik haar hoofd op zijn borst zin ken en stiet uit: „ik houd zoo van je!" Hij sprak geen woord, maar ze voelde hoe hij diep adem haalde toen hij haar dichter naar zich toe trok. Met beide han den hief hij haar gezicht op; een vloed van hartstochtelijke kussen regende op haar lippen, haar oogen, haar haren. Hijgend en trillend, als een wilde ree die in een strik gevangen is, liet ze hem begaan. Eindelijk kreunde ze: „O, nee nee, je doet me pijn!" „Vergeef me, lieveling", fluisterde hij. „Het is je eigen schuld. Je hebt me gek gemaakt; ik dacht dat ik je zou moeten verliezen. Ik dacht dat je trots het toch nog winnen zou van mijn liefde. May, als ik' je verloren had Hij hijgde naar adem. „O, maar je familie jammerde ze weer. „En je weet nog niet eens alles Ze dacht aan haar ongelukkigen broer, van wiens bestaan hij zelfs nog geen vermoeden had. „Ik weet één ding, en meer kan ik van avond onmogelijk verwerken", zei hij. „Ik weet dat je van me houdt! Dat is meer dan genoeg!" May keek weemoedig naar hem op en trachtte haar plicht te doen door hem te vertellen dat hij nog niet eens wist hoe erg hét was; dat hij behalve een poenigen, bluf- ferigen schoonvader nog een weggejaagden vagebond van een zwager zou krijgen; maar ze voelde er zich niet toe in staat. Ze zou het hem morgen vertellen. Arme Sid ney! Arm zwart schaap! Ze moest hem vanavond maar laten rusten. Ze liepen nu heel langzaam verder, zijn arm om haar heen geslagen, haar hoofd rustend aan zijn hart. Het was goed, dat hij met elk steentje van den weg ver trouwd was, anders had deze manier van voortwandelen opgetwijfeld tot ongeluk ken geleid! „Geef me je hand eens, liefste", fluis terde hij. „Die heb je toch vast", zei May naiief. „Ik bedoel, houd ze eens omhoog. Juist, ik dacht al, dat ik je een ring had zien dragen. Ik wil dien ring hebben, May. Kijk! ik zal je den mijne in de plaats ge ven." Hij trok langzaam en met een liefkozend gebaar het eenvoudige ringetje van haar vierden vinger en trachtte den zijne er voor in de plaats te schuiven. „Te groot!" zei hij lachend. „Je zult hem aan je duim moeten dragen! Doe'nu jouw ring aan mijn vinger!" Blozend en bevend nam May de sterke bruine hand en paste het ringetje aan alle vingers, tot ze ten laatste bij den pink be landde. „Dat is de eenige waar het aan past", zei ze. „Arm ringetje!" zuchtte hij; „het doet een slechten ruil; maai ik zal er meer van hou den dan jij ooit gedaan hebt Op hetzelfde oogenblik hoorde May Car rie's stem en kreeg een schokje van schrik. „May! May! Waar ben je?"' „In orde!" schreeuwde Sir Heron terug. „We waren verdwaald, net als Roodkapje." „Kom vlug!" riep Carrie lachend. „Het begint te regenen." Het was eigenlijk allang begonnen, maar ze merkten het nu pas en keken beiden ver rast naar de lucht. „Ga maar niet mee raar huis", fluisterde May. „Mag ik niet?" vroeg hij teleurgesteld. „Mag ik niet even binnenkomen, vijf mi nuutjes maar?" ,,ISfee", schudde ze; Ze kon de gedachte niet verdragen, dat hij juist vanavond ken nis zou maken met hun belachelijk inte rieur, met den overladen salon en de schreeuwende livreien. „Goeden nacht". Ze stak hem schuchter haar hand toe. Hij nam ze met geveinsde beleefdheid aan, glim lachte toen en trok haar in de schaduw der boomen. „Goeden nacht!" herhaalde hij verwij tend. „Wou je me soms wegsturen met een paar koele woorden en een handdruk, hè? Goeden nacht! Je kon wel een ietsje har telijker zijn tegen je verloofde, vind je zelf niet? Heb je er soms spijt van, dat je me zoo onzinnig-gelukkig gemaakt hebt, na dat ik wekenlang de ellendigste sterveling van heel Engeland geweest was? May!" er viel hem plotseling iets in, „a propos, je hebt me nog niet eens verteld, wat dat voor een portret, was dat me zoo'n misera belen tijd bezorgd heeft!" „Als je het graag weten wilt sta melde ze. „Neen", zei hij plotseling, „neen, zeg ook maar niets. Ik hoef het niet te weten." Zon der het zich goed bewust te zijn, vreesde hij te hooren dat, al was er op 't oogen blik ook geen reden meer tot jaloezie, die er toch in het verleden geweest was. „Je

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 2