STADS GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG 7 MEI 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWF.ROF. K».*D - PAG. 6 SAMENSTELLING CONTACT-COMMISSIE DE GEMEENTE EN DE AANSCHAFFING VAN LUCHTAFWEERGESCHUT. EEN TERREIN AAN DE SPORTSTICHTING ONTTROKKEN. DEBAT OVER HET STELSEL VAN PREMIE VOOR VERBE TERING VAN WONINGEN. HET ONDERWIJS OP DE GE MEENTELIJKE I1.B.S. De Gemeenteraad vergaderde gistermid dag in het Gymnasium. 1. Benoeming van zeven leden van de noorder-Commissie en van zeven leden van de Zuider-Commissie tot Wering van Schoolverzuim. Benoemd worden d'e voorgestelde aftre dende leden. Contact-Commissies. 2. Benoeming van negen leden van de Contact-Commissie voor de groot-industrie. Benoemd worden de als no. 1 voorgedra gen candidaten, bijna allen met vrijwel aigemeene stemmen, nl. de heeren: ir. v. Hoek; G. Overduin (met 20 st. tegen 9 op no. 2 den heer J. Ter Haar); L. van Hoeken; ir. Gul jé; P. J. Miohels met 17 st. tegen 12 op no. 2, den heer J. A. E. Aalders); J. J. Groen; A. P van Bers; H. W. Wittenaar; G. Hordijfk. 3. Benoeming van negen leden van de Contact-Commissie voor de kleinindustrie en het winkelbedrijf. Benoemd wrden de als no. 1 voorgedra gen candidaten, bijna allen met vrijwel aigemeene stemmen, nl. de heeren; H. de Wilde: J. B. de Koning (de heer J. Th. Hermans, die no. 1 stond, had bericht, liever niet ge kozen te worden); W. Roodenburg; P. v. d. Tas; J. W. Harting; W. J. Lam an; P. Esderts; J. Brouwer; A. Warnau. 4. Voorstel tot het verlengen van de aan stelling van L. Otto als tijdelijk leeraar in het teekenen aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus. Aangenomen. 5. Voorstel tot het verlengen van de aan stelling van J. Tulleners als tijdelijk leeraar in de handelswetenschappen aan de Hoo gere Burgerschool met 5-jarigen cursus. Aamgienomen. 6. Prae-advies" op het verzoek van Prof. Dr. P. C. T. van der Hoeven om ontslag als stadsvroedmeester. Aangenomen. 7. Voorstel tot het wijzigen van de huur overeenkomst met mevr. de Wed. J. M. I. Ritman geb. Herst betreffende de boven woning Garenmarkt 6a. ('t Betreft hier slechts een wijziging van geringe beteeke- nis). Aangenomen. 8. Voorstel tot het opnieuw verhuren van het winkelhuis Nieuwe Rijn No. 20, met de bovenwoning van de v.m. Graan- beurs. aan H. C. van Leeuwen. Aangenomen. 9. Voorstel tot het opnieuw verhuren van de woning Langegracht No. 226 aan J. van Polanen. Aangenomen. 10. Voorstel tot het opnieuw verhuren van de speelplaats van de v.m. bewaar school aan de van der Werfstraat aan J. A. van der Reyden Jr. Aangenomen. 11. Voorstel tot het wederom verhuren van een tweetal lokalen in het Administra tiegebouw van het Openbaar Slachthuis aan den Staat der Nederlanden. Aangenomen. 12. Voorstel in zake het verpachten van het recht tot heffing van den weg- en wa- tertol c.a. tegenover den Rijnsburgschen Vliet, bij het „Leidsche Hek", aan P. Cig- gaar, le Oegstgeest. (Tijdsduur wortft voor- loopig verkort tot drie maanden in ver band met loopende onderhandelingen met de gemeente Voorhout inzake overname weg en tol). Wordt aangehouden. 13. Voorstel tot het verkoopen van een strookje grond, gelegen aan den Zoeter- woudsche Singel hoek Fruinlaan, aan M. C. van Straten, alhier, q.q. (Voor 350 gld. (35 M2.), terwijl de kooper 250 gld. betaalt voor bestrating enz.) Aangenomen. 14. Voorstel in zake het aankoopen van het perceel Noorderstraat no. 2. (Voor 550 gld. 30 M2). Aangenomen. 15. Voorstel tot het aankoopen van een vijftal perceelen, begrepen in het sanee- ringsplan GeeregrachtKraaierstraat. Aangenomen. 16. Voorstel tot het verhoogen van ver schillende posten der gemeentebegrooting, dienst 1939. waarvan de raming te laag is gebleken, tot het toevoegen van eenige nieuwe posten aan die begrooting, alsmede tot het wijzigen van de begrooting, dienst 1940. De heer Huurman (C.H.) vraagt, of posten, voor Luchtbescherming uitgetrok ken, toereikend zijn. Hij mist b.v. een post voor kleeding brandweerlieden. De heer Idenburg (Chr. U.) merkt op, dat de inventaris van de Burcht door de gemeente diuur overgenomen is. De Raad kan daaraan echter niets meer doen. Spr. wil wel vragen, of de militaire autori teiten, die de Burcht hebben in beslag ge nomen, niet een gedeelte van de schade, door de gemeente geleden, moeten restitu- eeren. De Voorzitter antwoodt den heer Huurman, dat het bedrag voor Luchtbe scherming voorloopig voldoende is. Wethouder Wilbrink wijst op het contract, dat de verpachting van den Burcht regelde. In de huurprijs voor de militairen zal de gemeente de bedoelde schade opnemen. De onderhandelingen zijn nog loopende. 17. Voorstel inzake het vaststellen van de exploitatie-vergoeding en vergoeding voor vakonderwijzers, ex art. 101 (oud) der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1937. Aangeno ïen. 18. Voorstel tot het vaststellen en uit- keeren van de bijdrage in de kosten van het bijonder vervolgonderwijs over het jaar 19S7. Aangenomen. 19. a. Herstemming over onderdeel II van het voorstel tot het wijzigen van de veror dening van 9 Mei 1938, regelende de ran gen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging van de ambtenaren van politie der Ge-^ meente Leiden; b. nadere vaststelling van die verorde ning. Bij de herstemming over een onderdeel van de voorstellen van B. en W. inzake be zoldiging politie-agenten wordt bedoeld voorstel van B. en W. aangenomen met 17 tegen 15 st. Tegen de S.D.A.P. (behalve wethouder Verwey) en de heeren v. Weizen, Elker- -bout, v. Dijk en Wilmer. Bouw arbeiderswoningen. 20. Voortzetting van de interpellatie van den heer Schüller in zake den bouw van arbeiderswoningen, mede ter vervanging van krotwoningen. De heer Schüller (S.D.A.P.) repli ceert. Spr. constateert, dat er in Juni 1939 een tekort van 312 arbeiderswoningen was, blijkens het den Raad ingediende rapport. De wethouder heeft nu echter een nog grooter cijfer genoemd. Er zijn 46 wonin gen vermeld in het rapport,' die minder dan 6 gld. buur zouden opbrengen, maar die feitelijk voor een hoogere prijs wor den verhuurd. De wethouder heeft ook geschermd met het jaarlijksch huurverlies, dat de ge meente lijdt wegens leegstaande wonin gen. Zijn voorstelling van zaken is echter op de grens van de misleiding af. Volgens spr.'s berekening bedraagt het jaarlijksch huurverlies niet meer dan ongeweer ƒ37.000; de wethouder berekent 120.000. Spr. geeft eenige cijfers van leegstaande woningen gedurende de. laatste jaren, waaruit blijkt, dat de Stichtineen Werk manswoningen en de Goede Woning ab normaal veel leegstaande woningen heb ben, hetgeen spr. wijt aan het woning type. De woningbouwvereenigingen moeten hun woningen aanpassen aan de behoefte. Een aanwijzing, dat de gemeente niet op den ingeslagen weg moet voort gaan. De heer Huurman (C. H.) zegt. dat de heer Schüller de cijfers misbruikt, in de redeneering, dat er altijd wel iets van blijft hangen. Spr. constateert, dat slechts het percentage van het overschot iets beneden normaal is. De voorzichtige politiek van B. en W. juich* spr. toe. Het stimuleeren van de particuliere woning bouw acht spr. ook de overweging waard. De heer Schüller is niet tevreden over het type; de overheid moet echter zorgen voor goede woningen, do meer luxe moet zij overlaten aan de particuliere bouwers. Spr. wijst er op, dat van de woningvoor raad slechts 17 1/2 pet. Woningwetwonin gen zijn; de aandacht mag ook wel eens gevestigd worden op die andere 821/2 pet. Wethouder Wilbrink (C,-H.) consta teert, dat men van alles kan concludee- ren uit cijfers, als men ze maar handig groepeert. Bovendien gaat het om cijfers van toekomstige schattingen, waarbij men zich altijd vergissen kan. Omtrent het wo ningtype merkt. spr. op, dat de woning bouwvereenigingen zeer zeker wel ver stand van bouwen hebben, maar dat Den Haag ook nog een woordje meespreekt. Wij doen ons best, om de volkshuisvesting zoo goed mogelyk te bevorderen. De heer Schüller heeft spr.'s cijfers aangevallen, doch geheel ten onrechte. Spr. heeft een huurverlies van 120.000 aangehaald; dat was over één bepaald jaar, toen de heer Schüller nog aandrong op den bouw van meerdere woningen. Er hebben vele wo ningen leeggestaan, maar percentsgewijze v/as het aantal particuliere leegstaande woningen grooter. De heer Schüller be licht het vraagstuk uitsluitend subjectief en eenzijdig. Het college is overtuigd, dat er thans zoo spoedig mogelijk moet wor den gebouwd. Als men nu nog weer den aard en de inrichting der te bouwen wo ningen rader wil gaan wijzigen, komt er ongetwijfeld groote vertraging. De heer Schüller (S. D. A. P.) con stateert, dat de wethouder thans erkent, dat er geen waar is te hechten aan de schattingen der rapporten. Dat heeft hij altijd beweerd. Wethouder Wilbrink (C. H.): „Geen waarde" is niet juist; natuurlijk kan nie mand de juiste waarde van schattingen garandeeren. Een motie-Sc h 11 e r wordt ver worpen met 17 tegen 16 stemmen. Vóór: de S. D. A. P. en de heeren van Weizen, Key, Riedel en Eikerbout. Deze motie luidde: „De Raad van oordeel, dat alvorens het Rijk medewerking zal worden verzocht om tot den bouw van een aantal arbeiderswo ningen te geraken, de Raad in principe over aantal en het te bouwen type een be slissing wenscht te nemen; noodigt Burgemeester en Wethouders uit, indien tot den bouw van arbeiderswoningen wordt overgegaan, een voorstel bij den Raad in te dienen betreffende aantal en het type van de te bouwen woningen en na het desbetreffende Raadsbesluit de noodige medewerking aan het Rijk te vra gen". Duurtetoeslag in Werkverschaffing. 21. Interpellatie van den heer van Weizen met betrekking tot het niet verstrekken can den 5pct. duurtetoeslag aan ien gedeel te van de bij de Leidsche werkverschaf- fmgsobjecten tewerkgestelde arbeiders. De heer v. Weizen (C. P.) leest de volgende vragen voor; le. Is het aan Uw college bekend, dat sommige in de werkverschaffingsobjec ten van Leiden tewerkgestelde arbeiders, niet in aanmerking komen voor 5 pet. duurtetoeslag, welke aan werkloozen, die ondersteuning ontvangen, wel wordt ver strekt? 2e. Kan het College mededeelen, wel ke maatstaf geldend is t.a.v. de betrokke nen voor het al of niet in aanmerking ko men van de 5 pet. duurtetoeslag, behou dens de aigemeene aanwijgingen, vervat in de circulaire van den Minister van So- dale Zaken van 19 December 1939? 3e. Is het College v.an meening, dat be doelde ministerieele circulaire geen ruim te laat voor de mogelijkheid om alle'Leid sche tewerkgestelden in aanmerking te doen komen voor uitbetaling van 5 pet. duurtetoeslag? 4e. Wanneer het in vraag 3 gestelde, bevestigend moet worden beantwoord, kan het College dan mededeelen of het bereid is, zich tot den Minister te wonden met het verzoek, het daarheen te leiden, dat wel aan alle tewerkgestelde de duur tetoeslag kan worden uitbetaald?- Wethouder V. Stralen (S. D. A. P.) antwoordt; Op vraag 1: bevestigend. Op vraag 2: Als maatstaf is van toepas sing een nadere circulaire van den minis ter d.d. 15 Jan. 1940, waarin beperkende bepalingen zijn opgenomen.* Op vraag 3: bevestigend. Op vraag 4: Het 'college is inmiddels mét den minister in overleg getreden, als gevolg van het feit, dat de betrokkenen de beperkende bepalingen als een onbil lijkheid aanvoelen. De heer v. Wel zen (C. P.) erkent, dat de betrokken afdeeling van de regeling gemaakt heeft wat er van te maken was. Maar het feit blijft bestaan, dat er een hiaat is, welke tot onbillijkheden aanlei ding geeft. Speciaal door de stijging der prijzen. Spr. zal alvorens een nieuwe po ging te wagen, eerst het resultaat van het overleg afwachten. Wethouder v. Stralen (S. D. A. P.) erkent, dat er onbillijkheden ontstaan, ten gevolge van de bestaande regeling. Maar aan den anderen kant -blijkt, dat er op .het oogenblik 43 personen geen toeslag krijgen, waarvan de meesten vroeger in het vrije bedrijf veel minder verdienden dan thans in de werkverschaffing, zoodat zij toch een niet-onbelangrijk voordeel ge nieten. De interpellatie wordt gesloten. 22. Praeadvies op het voorstel van de heeren Wilmer, Beekenkamp en Bosch van Rosenthal om het aantal leden van de Com missie voor de Strafverordeningen te bren gen op 5. (B. en W. adviseeren tot aan vaarding). Goedgekeurd. 23. Voorstel tot het opnieuw vaststellen van een verordening tot aanwijzing van een plaats voor het oprichten, hebben of gebruiken van tapljtklopperijen binnen de gemeente Leiden. (Stadshulpwerf). Goedgekeurd. Wilde dieren. 24. Voorstel tot het vaststellen van een verordening op het hebben van wilde die ren. De heer Eskens (Gem. Bel.) stelt een redactie-wijziging voor; hij wil het hou den van wilde dieren in 't algemeen -ver bieden behoudens toestemming. Hij wil de tusschenvoeging „als zfj gevaar voor de omgeving kunen opleveren" schrap pen. De voorz. raadt niet aan, dezen zin te schrappen. Deze terminologie is in over eenstemming met die van de verordenin gen in andere gemeenten. De heer v. Bemmelen (Lib.) onder steunt de opmerking van den heer Es kens. Hij beveelt aan te lezen: „wilde^die ren, die gevaar kunnen opleveren". Daar de heer v. Bemmelen de gelegen heid om een amendement had laten voorbij gaan, vraagt hij hoofdelijke stemming. De verordening wordt aangenomen met 18 tegen 10 stemmen. Tegen de heeren v. Bemmelen, Donders, Eskens, Snel, Tobé, Riedel, Jongeleen, Pie- na, Bergers en Groeneveld. Afweergeschut. 25. Voorstel om ten behoeve van de aan schaffing van luchtafweergeschut; Ia. een bedrag ad f 125.000.beschikbaar te stellen; b. een garantie te verleenen voor het thans nog ontbrekende gedeelte van de aanschaffingskosten tot ten hoogste ƒ14.000. De heer Eskens (Gem. Bel.) vraagt stukken van zwaarder kaliber. Een be zwaar acht spr. het, dat het nog zoo lang duurt voordat deze stukken er komen en eveneens voordat men voldoende geoefend is om er mee om te kunnen gaan. De heer v. Eek (S. D. A. P.) verklaart zich tegen de garantie van 14.000. Het doet er weinig toe, of men wat meer of wat minder geschut aanschaft, afdoende be scherming wordt toch nie* verkregen. Spr. zal stemmen tegen het voorstel sub b. De heer O o s t v e e n (9. D. A. P.) blijft zijn bezwaar handhaven, dat hij het aan te schaffen geschut absoluut onvoldoende acht. Hij zal tegen stemmen. De voorzitter merkt op, dat ieder een er van overtuigd is, dat geschut van zwaarder kaliber beter is. Maar dat wordt ons te duur. Spr. kan geen garantie geven over den leveringstyd, doch spr. hoopt, dat het niet al te lang zal duren. De trainings- tüd behoeft geen vertraging mee te bren gen. Er wordt direct begonnen met de trai ning. Spr. kan niet meegaan met de redenee ring van den heer v. Eek. Een batterij van' 6 stukken geschut is het minimum, waarop moet men niet gaan beknibbelen. Het voorstel sub a wordt z.h.st. aangeno men.' Het voorstel sub b. wordt aangeno men met 22 tegen 10 stemmen. - Tegen de dames de Cler en Braggaar en de heeren Oostveen, v. Eek, Riedel, v. Dijk, Jongeleen, Piena, Kooien en Key. Sportvelden. 26. Voorstel in zake het aan het beheer dii de exploitatie van de Sportstichting ont. cekken van het terrein, gelegen achter „Pomona". De heer Donders (R.-K.) merkt op, dat een van de argumenten voor de oprich ting van de Sportstichting was, dat er een heid moest zijn van exploitatie. Die een heid gaat men thans weer verbreken. De redenen voor onttrekking van dit ob ject aan de Sportstichting aangevoerd, acht spr. onjuist. Dat het terrein voor bouwterrein is bestemd, wist men reeds bij den inbreng; terwijl voorloopig zeker niet tot bebouwing zal worden overgegaan. Dat is dus geen argument voor onttrekking. Het tweede argument is de nadeelige ex ploitatie. Men moet niet denken, dat de exploitatie van sportterreinen over 't alge meen een winstgevende zaak is. Dat mag ook nooit de opzet zijn. Heeft de Sport stichting deze terreinen commercieel een doelmatig geëxploiteerd? Spr. leest de ex- ploitatiecijfers voor en begrijpt niet, hoe B. en W. kunnen komen tot een nadeelig verschil van pl.m. f 700 per jaar, ver gelijking met vroeger. De grootste post voor onderhoud is nog het maai- loon.aan de gemeente, welke de Stich ting te hoog achtte en zal worden terug gebracht. De heer Oostveen (S. D. A. P.) is ge neigd zich bij het voorstel van B. en W. neer te leggen, omdat hij geen kennis heeft gedragen van de cijfers, welke de heer Don ders, de secretaris van de Sportstichting, heeft gegeven, ofschoon hij lid is van de Sportstiching. Wethouder Wilbrink (C. H.) wijst er op, dat de gewenschte eenheid niet mee brengt, dat alles bij de Sportstichting wordt ingebracht. Het gaat hier om een terrein, dat niet blijvend voor sportterrein is be stemd. De heer Donders geeft wel eeni ge cijfers, maar hij vergeet, dat er in de begrooting voor 1939 een bedrag van 800 was opgenomen voor onderhoud van deze terreinen. Dat was niet verantwoord, om dat er slechts 600 aan ontvangsten te genover stonden. Dat heeft er toe geleid, om de vraag te stellen of het niet beter is aan de Sportstichting slechts die velden te exploiteeren, welke blijvend voor spórtter- ïem bestemd zijn. De begrooting voor 1939 is niet goedgekeurd en daarom is de exploi tatierekening zoo laag geworden als de heer Drndors aangeeft. De heer Donders (R.-K.) erkent, dat het verschil maakt of men gelden besteedt .voor een blijvend dan wel voor een tijde lijk sportterrein. Maar de situatie is daar zoodanig, dat het nog wel een jaar of 10 duren zal, voordat deze terreinen inder daad bebouwd zullen worden. De stichting meende gerechtigd te zijn, het terrein be hoorlijk in orde te laten maken, maar toen er bezwaren tegen rezen, heeft de Stichting direct haar plannen laten varen. Wethouder Wilbrink (C. H.): Di rectdirect, de Stichting heeft daar uit alle macht tegen geprotesteerd en is voor 194 G weer met een begrooting van f 800.— gekomen. De heer Oostveen (S. D. A. P.) wijst er cp. dat er in 8 maanden tijd nog geen vergadering van de Sportstichting is ge weest. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen met 23 tegen 9 stemmen. Tegen de heeren Veenendaal, Oostveen, v. Weizen, Donders, Tobé, v. Dijk, Lombert, Bergers en Wilmer. Werkverruiming en werk verschaffing. 27. Voorstel inzake; a. het verleenen van medewerking aan het centrale werkverruimingsobject van de Stichting Inmaling Rijksdorp; b. het verleenen van machtiging aan Bur gemeester en Wethouders om voor den ver volge deze gemeente te doen medewerken aan centrale "werkverruimings-objecten. De heer Snel (S. D. A. P.) constateert met ontstemming dat thans alweer toe stemming wordt gevraagd voor iets waar aan ïeeds een begin van uitvoering is ge geven Wethouder Wilbrink had nog wel toegezegd, dat men den Raad niet meer voor een fait accompli zou zetten. Er zou hier een misverstand zijn geweest van de zijde van den Rijksdienst; maar het col lege had rekening moten houden met ge noemde toezegging. Ook t.o.v. het tariefloon Heeft spr. bezwaar. In de practijk blijkt n.l. c.at zc-er vele arbeiders in de werkverschaf fing niet het basis-uurloon halen. Waarom wordt hier niet gesproken van werkverschaffingsobject? Ten aanzien van de gevraagde machti ging zegt spr., dat h(j daar ernstige bezwa ren tegen heeft. Dan heeft de Raad heele- maal geen gelegenheid meer om zijn bezwa ren kenbaar te maken. De heer Idenburg (C. H.) acht het vermenen van een aigemeene machtiging eventens verkeerd. Wel is spr. genegen te gemoet te komen'aan het verlangen naar meer spoed en hij doet het tusschenvoor- Stel, dat de commissie voor de werkver schaffing zal worden ingeschakeld. De heer K e ij (V. D.) verzoekt den heer Idenburg een voorstel daartoe in te die nen. Wethouder v. Stralen (S. D. A. P.) merkt tegenover den heer Snel op, dat de gedane toezegging meer speciaal betrek king had op werkverschaffingsobjecten van de pemeente zelf. Het college erkent, dat de Raad eigenlijk beslissen moet over werkverschaffingszaken, maar in de prac tijk b'lijkt, dat spoedige beslissing dikwijls noodzakelijk is, wil men zich het werk niet zien ontglippen. Het is dan ook de bedoe ling, een eventueele machtiging slechts dan te gebruiken, als een spoedige beslissing noodzakelijk is. Het tusschenvoorstel-Iden- burg heeft spr.'s instemming. Het oordeel van de commissie wordt slechts bij hooge uitzondering niet gevraagd, n.l. wanneer de tijd zeer dringt, zooals in het onderha- ge geval. Spr; erkent het bezwaar van den heer Snel, maar 'het gemeentebestuur kan er zoo weinig aan doen. De arbeiders zijn overi gens ook weinig solidair ten opzichte van de zwakkere broeders. De vergadering wordt hierna geschorst. AVONDVERGADERING In de avondzitting deelt de voorzitter mede dat de heer Idenburg zijn amende ment heeft gepreciseerd. Daarin wordt thans uitgerukt, dat de commissie voor de werkverschaffing in elk geval, zonder uitzondering, moet worden gehoord en dat de commissie rapport uitbrengt aan den Raad. De heer van Eek (S.D.) dient een voorstel in om de machtiging aan B. en W. alleen in spoedeischende gevallen te verleenen en de beslissing verder aan den Raad te houden. B. en W. moeten inter- pellatief blijven over deze zaken. De heer Snel (S.D.) meent, dat het voorstel-Idenburg geen oplossing brengt. Met het voorstel-van Eek kan spr. zich vereenigen, mits niet de spoed van het werk beslist. De heer Idenburg (C.H.) wil de ge dachte van den heer v. Eek overnemen en zijn amendement aldus wijzigen, dat de Commissie van de Werkverschaffing wordt gehoord in spoedeischende gevallen en dat de raad dus de beslissing houdt als er ge legenheid is hem te hooren. De heer Wilmer (R.K.) zegt, dat het allerduidelijkst is, dat de heer van Eek in het voorstel-Idenburg thans bereikt alles wat hij wil en zelfs nog meer. Spr. vindt het wel wat vreemd, dat de heer Snel en wethouder van Stralen het eens zijn (gezien de toezegging van den wet houder), maar dat de heer Snel zijn wen- schen toch in éfen voorstel geformuleerd wil zien. Wethouder van Stralen wijst er op, dat uiteindelijk niet de raad, maar de Re geering het beslissingsrecht heeft. De ge meente verplicht aan de werkverrui mingsobjecten mee te werken, als de Regeering dat wenschc. De voorstellen- Idenburg en -v. Eek zijn overbodig maar spr. heeft er geen bezwaar tegen. Het college neemt het. voorstel-Idenburg over. Spr. zegt toe, dat zooveel mogelijk men- schen die physiek niet goed mee kunnen, niet zullen worden uitgezonden. Het voorstel van B. en W. geamendeerd door het voorstel-Idenburg wordt aange nomen. Morschsingel, Jan van Houtkade, da Costastraat. 28. Voorstel tot het in werkverschaffing doen verbeteren van de taluds c.a. van den Morschsingel en de Jan van Houtkade en tot het beschikbaarstellen van de daarvoor benoodigde gelden, zoomede tot het be schikbaarstellen van gelden voor het ver beteren van de bestrating van de Da Costastraat. De heer Snel (S.D.) merkt op, dat bij het vorige (verworpen) voorstel in zake de verbetering van de rioleering in de Da Costastraat een bepaalde maatregel als noodzakelijk werd voorgesteld, (de doortrekking der rioleering), terwijl thans deze maatregel plotseling niet noodzake lijk blijkt. Wethouder Wilbrink antwoordt, dat in het vorige voorstel de doortrekking dei' rioleering een werkschaffingsobject was. Als zoodanig was het dus niet noodzakelijk Voor uitvoering als gewoon werk kwam het niet in aanmerking, konden B. en W. althans niet voorstellen er gelden er voor beschikbaar te stellen. Het voorstel werd goedgekeurd. Het stelsel van premie voor verbetering van woningen. 29. Voorstel: a. tot het verleenen van medewerking aan het toekennen van een premie voor de verbetering van de woningen aan de Voorstraat nos. 1 tot en met 56; b. tot het overnemen in eigendom bij de gemeente van de Voorstraat; c. tot het ten laste van de gemeente bren gen van het onderhoud van de Voorstraat; d. tot het beschikbaarstellen van de voor het toekennen van de sub a bedoelde pre mie en de voor het verbeteren van de Voor straat benoodigde gelden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6