DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Britsche tegenslag lokt critiek uit Dc Paus over den oorlog BINNENLAND MAANDAG 6 MEI 1940 31ste Jaargang No. 9634 S)e £eid^lic6oti/tei/rit Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Adv. en Abonm-tarieven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. Dit nummer beslaat all vier bladen. De Interneering van 21 Nederlanders Ieder Nederlander moet instemmen met de radio-rede, Zaterdag door den minister president gehouden instemmen met den inhoud en met den vorm: zonder éénige hartstochtelijkheid, maar zakelijk-nuchter en waardig. Hier sprak een krachtig regeerder niet een dictator. In ons vrije Nederland kan men zijn voorstander, maar ook tegenstander van de democratie; men kan het vigeerende parle mentaire stelsel onvoorwaardelijk toejui chen, en men kan het ook absoluut verwer pen, of.... tussohen deze twee uitersten stelling nemen; men kan gaarne zijn ver trouwen schenken aan een staatsman als jhr. de Geer, en men kan ook aan een staatsman van een gansch andere politieke richting zijn voorkeur geven. In zijn mededeeling, dat er 21 peronen zijn gearresteerd, deelde de minister-presi dent dan ook mede, dat niemand dezer was geïnterneerd op grond „van eenig politiek inzicht"! In Nederland wordt niemand om zijn politieke overtuiging, als zoodanig, vervolgd. De regeering heeft met haar maatregelen niet willen treffen een partij, een beginsel of een overtuiging. Het optre den was gericht tegen personen, die door hun houding gevaarlijk waren gewor den voor het land. Hierop willen wij, op de eerste plaats, de aandacht vestigen. Op de tweede plaats willen wij er op wij zen, dat de regeering in de radio-rede van der minister-president ook nadrukkelijk heeft erkend de vrijheid van iederen Ne derlander, om gevoelens van sympathie te laten uitgaan hetzij naar de geallieerden, hetzijn naar het naburige Duitschland. Wij citeeren hier uit de rede: Dat gedurende een oorlog de e e n e burger van een neutraal land meer sympathie heeft voor deze en de an dere burger voor d i e belligerente mogendheid, is een normaal verschijn sel. In den wereldoorlog was het niet anders en gaf men daaraan in besloten kring ook ruimschoots uiting. Een gevaar voor ons land stak in dit alles niet en het geloof aan onze neu traliteit werd er nergens door aan het wankelen gebracht. Maar het onderscheid is, dat al die pro d i t of pro dat pleitende burgers toen bovenal waren: pro-Neder land s c h. Hun vaderlandsche gevoe lens waren buiten geding. Hun sym- pathiëen voor een strijdende partij la gen in een ander, in een lager vlak. Om het eens duidelijk te zeggen: wan neer de belligerent van hun voorkeur op een bepaalden dag onze neutraliteit geschonden zou hebben, dan zouden zij zioh bitterlijk ontgoocheld hebben ge voeld en de tevoren gekoesterde sym pathie geleid hebben tot een te feller afkeer. Thans is dit bij de personen, waar op ik doelde, anders. Zij zijn niet vóór alles: pro-Nederlandsch. Het criterium voor het gevaarlijke in de houding van bepaalde personen is niet, of dezen al dan niet pro-Duitsch of pro- Geallieerden zijn, maar of zij aldan niet bovenal pro-Nederlandsoh zijn! Wij meenden goed te doen, hier de kern uit de radio-rede van den minister-presi dent nog 'ns bloot te leggen. Er worden in de pers namen genoemd van eenigen der geïnterneerden. Wij zouden ons kunnen voorstellen, dat er bij de regeering motieven bestaan, om de publicatie van de namen der gearresteer den te verhinderen en te verbieden. Waar dit echter blijkbaar niet het geval is, zou het o.i. beter zijn geweest, als niet alleen het aantal, maar ook de namen der gearres teerden onmiddellijk waren gepubliceerd. Nu is een dergelijke publicatie overgelaten aan de pers en zal deze waarschijnlijk druppelsgewijze geschieden; met het gevolg, dat intusschen de phantasie van velen en de phantasie van hen, die niet voor las ter terugdeinzen, is zéér vruchtbaar! aan het werk gaat! En dat is afschuwelijk. Het optreden tegen gevaarlijk geachte personen WIE GEARRESTEERD WERDEN Nader vernemen wij, dat onder de 21 personen, die in den nacht van Vrijdag op Zaterdag op grond van de oorlogswet zijn geïnterneerd, zich geen vreemdelin gen bevinden. Zooals de minister-president Zater dagmiddag in zijn radio-rede mede deelde, is slechts op grond van per- scoonlijke gedragingen tegen de be trokkenen opgetreden. Uit het feit, dat de geïnterneerden, voor zoover zij al een politieke overtuiging hebben, tot verschillende richtingen behooren, blijkt, dat de genomen maatregel niet gericht was tegen één (of eenige) po litieke partij of bewegingen (en), maar tegen individueel gevaarlijk geachte personen. Onder de geïnterneerden bevindt zich één Kamerlid, n.L mr. M. M. Rost van Ton ningen. Duiten hem zijn geen vooraan staande figuren van de N.S.B. geïnter neerd. De arrestatie van Rost van Tonningen. „Het Nationale Dagblad" van Zaterdag meldt: „Naar wij vernemen, is onze hoofdop steller, het lid der Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal, mr. M. M Rost van Tonnin gen, gisteren in den namiddag op bevel van het militair gezag geïnterneerd. Bij zonderheden omtrent de reden van dezen uitzonderlijken maatregel of omtrent de verblijfplaats van onzen hoofdopsteller konden wij te bevoegder plaatse niet krij gen. Wij ontvingen na informatie bij de Haagsche gemeentepolitie en bij het de partement van Defensie slechts ten ant woord, dat wij ons tor zake schriftelijk tot den opperbevelhebber van Land- en Zee macht kunnen wenden. Slechts konden wij ervaren, dat de hoofdcommissaris van po litie te 's Gravenhage, de heer v. d. Mey, zich Zaterdag ten huize van kameraad Rost van Tonningen heeft vervoegd, ten einde een koffertje met kleeren en toilet gerei te halen. Voorts vernemen wij, dat ook kameraad Kröller, kringleider der N.S.B. op de Ve- luwe, geïnterneerd moet zijn. Gedurende de afwezigheid van den hoofdopsteller heeft de leider den plaatsvervangenden hoofdop steller, kameraad Reydon, met de leiding van de redactie van het „Nationale Dag blad" belast. Toen kameraad Rost van Tonningen Zaterdagmiddag per auto thuis kwam, werd zijn auto voor zijn woning plotseling ingesloten door twee andere auto's. Hij werd gevangen genomen en weggevoerd, zonder bekendmaking van zijn bestemming. Zijn raadsman, mr. Nijgh, trachte vergeefs Zaterdagmorgen met hem in verbinding te komen". Andere aanhoudingen. De „Tel." verneemt, dat onder de gear resteerde personen zich nog bevonden de heer Van Oort te 's-Gravenhage, wiens naam genoemd is in verband met het uit geven van „De Misthoorn", een anti-semie- tisch tijdschrift, en de heer Fey uit Rotter dam. De heer Van Oort heeft reeds verschillende malen terechtgestaan wegens beleediging van volksgroepen. De heer W N. A. Kröller, iemand van ongeveer 50-jarigen leeftijd, is kringleider van den kring Nieuwe Waterweg der N.S. B. Hij was tot 1934 verbonden aan de N.V. Wm. Müller Co., sinds genoemd jaar maakte hii deel uit van een groote expe diteursfirma te Rotterdam. Omtrent den gearresteerden Fey, die in den nacht van Vrijdag op Zaterdag in zijn woning aan den linker Maasoever te Rot terdam van zijn bed is gelicht, meldt de „Tel.": „De 45-jarige A. J. Fey staat bekend als een verwoed aanhanger van de communis tische leer, doch naar zijn zeggen, maakt hij thans geen deel meer uit van de Com munistische Partij Nederland. Het is gebleken, dat deze Fey dezelfde man is, die omstreeks drie jaar geleden op heeterdaad werd betrapt, toen hij trachtte een hoeveelheid springstoffen en verdoo- vende middelen van het Zuiden uit over de Nederlandsche grens te smokkelen". Verder werd ook aangehouden de koop man F. E. H. Jelinger. Deze stond in Rot terdam ingeschreven, maar hield zich den laatsten tijd in Haarlem op. Daar is hij ook aangehouden en vervolgens naar Rotter dam gebracht. Ook de kunstschilder Jan Proost van de Boompjes te Rotterdam, de los-werkman J. v. d. Hoonaard uit Poortugaal en de journalist A. G. Bouten te Rotterdam, be hooren tot de aangehoudenen. En reorganisatie Ie Londen FELLE AANVAL VAN LLOYD GEORGE. In een zeer scherpe critiek, de scherpste wellicht, die.de Britsche regeering in deze dagen heeft vernomen, heeft Lloyd George het optreden der Britten in Noorwegen ge kenschetst als „een onherstelbaren slag voor het prestige der geallieerden in dezen oorlog, waarin alles afhangt van de hou ding, die de neutralen aannemen". Lloyd George heeft deze critiek geschre ven in een artikel in de „Sunday Pictorial". Hü betoogt daarin aldus meldt United Press dat het optreden der Britten „niet maar een blunder, doch een fiasco is ge weest". „Dit fiasco in Noorwegen", zoo ver klaart hij verder, „behoort tot de reeks van ongeloofelijke knoeierijen, die tot nu toe zijn begaan". Lloyd George eiscnt daarom dat „de oorlogsleiding onmiddellijk gewijzigd zal worden opdat een ramp nog zal kunnen worden vermeden". „De democratische leiders, zoo gaat Lloyd George voort, hebben hun eigen zaak verknoeid reeds toen Duitschland zich weer begon te bewapenen". De schrijver haalt daarvoor de volgende voorbeelden aan: „onze nalatigheid om doeltreffende maatregelen te nemen ten einde een krachtige luchtmacht te vormen, toen Duitschland duizenden millioenen uitgaf voor een machtig aanvalswapen; het feit, dat wij Tsjecho-Slowakije aan zijn lot overlieten en Rusland den rug toekeer den; de onstuimig verstrekte, krankzin nige garantie aan Polen zonder dat eerst werd nagegaan, aan welk® kant Rusland stond; vervolgens het zenden van een derde klas ambtenaar van het Foreign Of fice naar Rusland om te onderhandelen over een regeling met den eersten minister van een machtige natie als Rusland; de aanmoediging van Po"..:! om te strijden, zonder eerst na te gaan in welken toe stand zich de Poolsche défensie bevond; het feit, dat wij geen vliegtuigen hebben gezonden om Polen te helpen, toen het er om smeekte en ten doode toe verminkt werd. Daarna kwamen de fouten van de zen oorlog, die legio zijn". „De campagne in Noorwegen evenwel", zoo gaat Llyod George voort, „was de cli max van de blunders. De vernederende te rugtocht was het onvermijdelijke gevolg van het feit, dat Groot-Brittannië niet was voorbereid. Wij hadden den Durtschers voor moeten zijn, voor zij tot een snellen tegenzet overgingen, die volgde op ons be sluit om mijnen te leggen in de Noorsche wateren. Toen de Duitsche tegenzet kwam, waren wij volkomen onvoorbereid om deze af te weren. Wij zonden naar Noorwegen een haastig samengeflanst expeditieleger, dat van de meest noodzakelijke uitrusting verstoken was. De consequenties waren onvermijdelijk" „Het is een betreurenswaardige geschie denis van onbekwaamheid en domheid ge weest. De natie is tot elke offer bereid, maar wij allen zijn niet bij machte over winningen te boeken, wanneer de opper ste leiding niet alleen gebrekig, maar ook zwak en belachelijk is. Aan den buitenge wonen ernst van den toestand valt thans niet meer te twijfelen. Het kabinet is in opzienbarende wijze in gebreke gebleven om deze situatie aan te pakken. Thans rust op het parlement de taak de situatie onmiddellijk in handen te nemen. Indien het parlement dit nalaat, zal het zich schuldig maken aan hoogver raad jegens de natie. De oorlogsleiding moet op drastische wijze gewijzigd worden zoowel in haar organisatie als in haar le den, anders zal een ramp niet meer voor komen kunnen worden". UITGEBREIDER VOLMACHTEN VOOR CHURCHILL? Volgens de „Daily Telegraph" en „News Chronicle" zijn aan Winston Churchill", den minister van marine, uitgebreider vol machten verleend om de besluiten ten aanzien van de oorlogvoering te coördi- r en en ten uitvoer te leggen. Voortaan, aldus melde de „Daily Tele graph", zullen de leiders van den Brit- schen generalen staf de uitsluitende be voegdheid hebben tot het coördineeren van een actie. Churchill zal hun bijeenkomst voorzitten en indien vraagstukken door de regeering zullen moeten worden goed gekeurd, zal Churchill bij het oorlogskabi net de eenige woordvoerder zijn. Deze belangrijke hervorming zou het ge volg zijn van de critieken op het onnoodig tijdsverschil tusschen het plan van de commissie van den generalen staf en de goedkeuring en vervolgens de uitvoering door het oorlogskabinet. Van deze aan Churchill verleende vol machten zal deze week tijdens het twee- daagsche debat in het Lagerhuis over de oorlogsvoering melding worden gemaakt. PLECHTIGHEID IN DE BASILIEK VAN ST. MARIA SOPRA MINERVA. Zondagochtend heeft Z. H. de Paus deel genomen aan de plechtigheden in de basi liek van Santa Maria sopra Minerva ter eere van de beide patroonheiligen van Ita lië, de H. Catharina van Siena en Sint Franciscus van Assisië. De plechtigheid werd eveneens bijgewond door de prinses van Piemont aan het hoofd van de dames van het Italiaansche Roode Kruis. De Paus begaf zich in een open auto naar het Dominikanerklooster, waar hij zich in de liturgische gewaden kleedde. Vervol gens werd hij in de sedia gestatoria naar de basiliek gedragen. Tijdens de pontifi cale H. Mis heeft de Paus een predicatie gehouden, waarin hij de geloovigen op wekte de voorspraak in te roepen van de H. Catharina van Siena en van den H. Franciscus van Assisië voor den terugkeer van den vrede in de wereld. Allen, kleinen en grooten, gelukkigen en ongelukkigen, moeten thans bidden, en de hulp der heiligen aanroepen. Nu de oorlog woedt te land, ter zee en in de lucht, richt God de Heer, van wie de landen afhangen, en die alleen tronen verheft en neerwerpt en de plannen der volkeren verijdelt, zijn blikken naar omlaag, om te zien of er niet iemand is, die nadenkt over zooveel ver nietiging en de hand wil reiken aan de gerechtigheid van den vrede. De Paus be sloot zijn predicatie met een vurige bede tot het herstel van den vrede onder de volkeren. VISUM VOOR BELGIë NOODIG. MET INGANG VAN 10 MEL Met ingang van 10 Mei moeten alle Ne derlandsche onderdanen, die België wen- schen te bezoeken, daartoe voorzien zijn van een paspoort met een Belgisch visum. Om het toeristenverkeer uit Nederland te bevorderen, zullen bijzondere voorwaarden gesteld worden voor toeristen. De prijs van het visum zal voor deze bezoekers laag ge steld worden. Het visum zal vijftien dagen geldig zijn. BELGISCHE MINISTERS IN NEDERLAND Zaterdag hebben de Belgische ministers van economische zaken, de heer A. de Schrijver, en diens ambtgenoot van land bouw. Ch. graaf d'Aspremont Lynden, een bezoek gebracht aan mr. M. P. L. Steen- berghe, minister van economische zaken. Aan het noenmaal, dat de minister van economische zaken zijn Belgischen gasten na de ontvangst in kasteel Oud-Wassenaar heeft aangeboden, zaten van Belgische zijde aan dg Belgische gezant te 's-Gravenhage, de heer Lon Nemry, alsmede de heeren Vi- comte du Pare. Kelner, Verboomen en Baert en van Nederlandsche zijde de mi nisters van economische zaken en van bui- tenlandsche zaken zoomede oud-minister dr. F. E. Posthuma en verschillende hoofd ambtenaren van de departementen van economische zaken en buitenlandsche za ken. AANKOOP BRANDSTOFFEN. Zooals wy reeds meldden mogen op grond van de desbetreffende voorschriften van den directeur van het Rijkskolenbureau gedurende het tijdvak van 1 Mei tot en met 30 September 1940 handelaren aan hun afnemers niet meer vaste brandstoffen ver- koopen of leveren dan de helft van de door deze afnemers in de maanden April 1939 tot en met Maart 1940 van den betref- fenden handelaar ontvangen hoeveelheid. Met vaste brandstoffen worden hier be doeld steenkolen, steenkoolbriketten, cokes, bruinkolen, bruinkoolbriketten en petro- leum-cokes. Ter naleving van deze bepaling, zoo valt nader te melden, is de verbruiker verplicht een ontvangstbewijs te teekenen, waarop de naam en het adres van den verbruiker, als mede de leveringsdatum en de hoeveleheid en soort der geleverde brandstoffen zijn vermeld. Het publiek wordt verzocht aan de uit voering van deze voorschriften ten volle zijn medewerking te verleenen. RADIOLUISTERAARS. Het aantal radioluisteraars, dat blijkens aangifte een eigen ontvangtoestel bezit, be droeg einde Maart j.l. 1.065.042, het aantal aangeslotenen op radio-distributie-inrich tingen bedroeg op dien datum 411.873, zoo dat een totaal aantal van 1.476.915 luiste raars, of 167 op 1000 inwoners is geregis treerd. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland NA DEN TERUGTOCHT DER BRITTEN NEMEN DE DUITSCHERS HUN PLAATS IN. RöROS WEER IN DUITSCHE HAN DEN. (2de blad). FELLE CRITIEK VAN LLOYD GEORGE OP DE BRITSCHE OORLOGSLEIDING. (lste bladj. DE SPANNING ROND DE MIDDEL- LANDSCHE ZEE. (2de blad). Binnenland VISUM VOOR BELGIë NOODIG. (lsta blad). DE ARRESTATIE VAN GEVAARLIJK GEACHTE PERSONEN, (lste blad). NADERE BIJZONDERHEDEN OM TRENT DEN MOORD TE DELFT; DE DA DER NOG VOORTVLUCHTIG. (2de blad). ZIGEUNER TE TZUMMARUM STEEKT VROUW EN ZOON. (2de blad). Omgeving IN HET POLDERHUIS TE HOOFDDORP IS HEDEN HERDACHT, DAT HONDERD JAAR GELEDEN MET DE DROOGMA KING VAN DE HAARLEMMERMEER WERD BEGONNEN. (3de blad). Sport en Wedstrijden FEIJENOORD EN JULIANA AFDEE- LINGSKAMPIOEN VAN DEN K. N. V. B.; D.E.M. (BEVERWIJK) WINT HET KAM PIOENSCHAP VAN 2 A WEST II VAN DEN L V. C. B. (4de blad). LAGA WINT HET HOOFDNUMMER VAN DE VARSITY. (4de blad). DE HOCKEYWEDSTRIJD BELGIë—NE DERLAND MET 4—3 DOOR DE BELGEN GEWONNEN. (4de blad). JAARVERGADERING VAN „ST. CHRISTOFFEL". Aan de rede, waarmede de voorzitter van de Ver. van R. K. Handelsreizigers „St.* Christoffel" de jaarvergadering Zaterdag te Utrecht geopend heeft, ontleenen we het volgende: Uit het jaarverslag van den secretaris is gebleken, dat het eerste kwartaal van 1939 79 nieuwe leden bracht, het tweede kwar taal 67 nieuw leden. Het derde en vierde kwartaal onderging den terugslag van den mobilisatietoestand,, met als teleurstellend en helaas niet te keeren gevolg, een vrij aanzienlijken teruggang in de ledenwer ving, namelijk over het derde en vierde kwartaal samenè een ledenwinst van 58 nieuwe leden. Nu de situatie in den mobili satie-toestand een min of meer stabiel ka rakter heeft aangenomen, komt het het hoofdbestuur gewenscht voor, een woord van krachtige aanmoediging te doen hoo- ren aan de afdeelingsbesturen en haar staf van propaganda-commissies, de propagan da voor ledenwerving door huisbezoek we derom zoo intensief mogelijk ter hand te nemen. Gaarne hebben wij, aldus spr., onze zor gen besteed aan die leden, die dóór de mo bilisatie en haar economische gevolgen hun vaste bron van inkomsten verloren zagen gaan, of zonder werkkring kwamen. Het instituut „Arbeidsbemiddeling" heeft dit jaar zijn bestaansrecht wederom af doende bewezen: 5544 advertenties werden uitgestuurd aan werkzoekende leden; 374 werden doorgewonden. Van 19 leden moch ten wij bericht ontvangen, dat zij door be middeling van „St. Christoffel" met een behoorlijke betrekking waren geslaagd. De vakopleiding voor handelsreizigers en -agenten is een feit geworden, dank zij de Stichting van de Federatie op 21 Octo ber 1939. Het begin van een wettelijke be scherming van ons beroep is hiermede be reikt. Met groote voldoening vermeldde spr. de stichting van de Soc. Econ. Studieclub, in St. Christoffel, met als verblijdend resul taat, dat op heden in 30 afdeelingen een studieclub is opgericht. De aansluiting van „St. Christoffel" bil de Vakcentrale van het R.K.W.V., die per 1 Januari van dit jaar een feit werd, heeft, alhoewel deze aansluiting nauwelijks 4 maanden oud is, reeds effectieve resultiten voor „St. Christoffel" opgeleverd. Spr. memoreerde voorts de alleszins be vredigende oplossing van het geschil, het welk ontstaan was tusschen het hoofdbe stuur en enkele afdeelingen. In de meeste der afdeelingen is het ver- eenigingswerk krachtiger dan ooit ter hand genomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1