HEDEN DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bidden Dc Sch. 61 „Willie" vergaan WOENSDAG 1 MEI 194U 31ste Jaargang No. 9631 3)<z Ceid^eh^Soii/fcatit Bureaux Papeagracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Adv. en Abomu-tarieven zie pag I. Giro 103003. Postbus 11. DE HEMELVAART VAN CHRISTUS Zooalt. het geheele leven van den Verlos ser is geweest, was ook Zijn Hemelvaart. Welk oogenblik wij ook uit het leven van Christus overwegen, steeds spreekt daar tot ons de eeuwigheid, de alles doordringende gedachte, dat wij slechts pelgrims zijn op aarde, en dat ons einddoel bij den Vader is, Wiens kinderen wij zijn. Droefheid en vreugde heerschen tegelij kertijd in onze kerken en vullen de litur gie. Uiterlijk wellicht een tegenstrijdigheid van woorden, maar innerlijk toch een die pe eenheid. Want, terwijl wij treuren om het afscheid van Christus, komt over ons toch de diepe blijdschap over Zijn woor den: „Ik zal u niet als wezen achterlaten". Hoe zou dat ook mogelijk zijn? Hoe zou Hij, Die Zijn liefde voor ons met een ver- schrikkelijken kruisdood heeft bezegeld, ons kunnen verlaten? Hij kent onze zwakheden beter dan wij ze kennen: die tragische zwakheid van het menschelijk geslacht is aan den Verlosser voorbijgegaan, toen Hij in den Hof der Olijven in den geest nog méér om onze zonden geleden heeft, dat Hij lichamelijk lijden zou in de uren, die op deze drama tische oogenblikken zouden volgen, de uren van Zijn geeseling en doornenkroning, van Zijn kruisdraging en kruisdood. Hij kon ons niet overlaten aan ons lot, en daarom klonk bij Zijn afscheid aan apos telen en leerlingen de plechtige, nooit ge schonden belofte: Ik zal u niet alleen laten. Tweeduizend jaar zijn voorbijgegaan sinds het afscheid van Christus, maar deze lange periode heeft de beteekenis van dit tafereel niet kunnen verminderen. Nóg denken wij aan Zijn afscheid, nog scharen wij ons rondom Hem, nog luiste ren wij naar de laatste woorden uit Zijn mond. Drie en dertig jaar is de wereld oogge tuige geweest van Zijn daden, van Zijn lief de. En droefheid bevangt ons, als Hij ons verlaat. Maar terwijl de Christus omhoog stijgt en door de wolken aan ons gezicht onttrokken wordt, klinken triomfantelijk de woorden in onze herinnering: „Ik zal u niet verlaten". Het is een eeuwig wonder. Christus ver laat ons, maar tóch blijft Hij bij ons. Eiken dag en elk uur van den dag kun nen wij Hem vinden in elke kerk dezer aarde. Wij vinden Hem daar, zooals Maria en Jozef Hem eens gevonden hebben in den tempel te midden der leeraren. En nis wij Hem dan vragen: „Heer, wij hebben zoo lang naar u gezocht", klinkt ons dan niet zacht verwijtend het historische woord in de ooren: „Wist gij niet, dat Ik met de zaken van Mijn Vader moet bezig zijn?" Laten wij Hem zoeken en vinden in het Tabernakel, en laten wij Hem niet alleen laten, zooals ook Hij ons niet alleen heeft gelaten na Zijn afscheid van de aposte len en de leerlingen. Hij ging van ons heen, maar liet ons niet verweesd achter. Hij beloofde ons den H. Geest te zenden, die het aardsche werk van den Christus met de volheid Zijner ge nade bekronen zou. En zoo wordt de wonderlijke gang van de Kribbe naar de Hemelvaart besloten met het Pinksterwonder, waarbij aarde en hemel zich vereenigen in een jubelend Al leluja. Van de aarde opstijgend naar het Rijk van den Vader, herstelt Christus den band tusschen God en den mensch. Daarom is de dag, gewijd aan de Hemel vaart van Christus, een dag van onuitspre kelijke vreugde, die alle christenen van hei lige begeestering moet vervullen. K. W. P. V Fccsl. Morgen is het feest. Brand los, mijn hert, van Al wat uw gevlerkte vlucht ombindt, Brand los van kot en ketens, 't Is nu 't is nu, dat de Hemelvaart begint! Deze zang van den Vlaamschen dichter Guido Gezelle speelt ons vandaag door de herinnering, nu de eerste dag van de blijde Meimaand de voorbereiding is van het groote feest, dat wij morgen vieren: de Hemelvaart van Christus! O, laten wij toch werkelijk 'ns ernstig beproeven de banden, die „de gevlerkte vlucht" van ons hart ombinden, los te ma ken, om dan om dan 'ns niet te denken aan oorlog en aan armoe en aan lijden, maar aan vrede en overvloed en blijheid; om dan de harten op te heffen naar het oord: Waar klaar de lucht en het licht van goud De ziele in eeuwig bljj-zün houdt. En waar Gij, Christus, onverhoond, ROET IN HET ETEN HET gaat den geallieerden troepen in Noorwegen niet naar den vleeze. De Engelsche pers windt er geen doekjes om en erkent, dat de strijd in een critiek sta dium is gekomen. Volgens nog niet beves tigde berichten zijn Dombaas, een gewich tig knooppunt van spoorwegen, en Storen, een al even belangrijk knooppunt, den Duitschers in handen gevallen, ondanks sterken geallieerden tegenstand. Bovendien zijn de Duitschers er in geslaagd om van uit Oslo de vei'binding tot stand te bren gen met de Duitsche bezetting te Dront heim. Indien dat juist blijkt te zijn en in dien zij er in slagen om deze successen te behouden, beteekent dat, dat zij de twee eenige spoorlijnen, die uit Oslo naar het Noorden loopen, in handen hebben. Voorts, dat zij de geallieerde troepen, die waren gekomen om Drontheim te omsingelen, op hun beurt geispleerd hebben. Drontheim is de sleutel tot het Zuidelijk deel van Noor wegen, dat verreweg het belangrijkste deel is, en als de geallieerden er niet in slagen om die sleutel uit de handen der Duitschers te wringen, kunnen zij zeggen, dat 'zij de Noorsche expeditie voor 90 pet. hebben verloren. In Engeland, waar men aanvankelijk ge loofde, dat de zaken uitermate best mar cheerden, begint thans het besef door te dringen, dat de krijgsoperaties allerminst beantwoorden aan de optimistische ver wachtingen. Zelfs dreigt de optimistische stemming bij een groot deel van het En gelsche publiek nu om te slaan in pessi misme, wat natuurlijk al even ongemoti veerd is als het aanvankelijk optimisme. In iederen oorlog wisselen voor- en tegen spoeden elkander af en de meest éclatante successen zijn daarom nog niet doorslagge vend. Men wijst er bijv. op, dat de Duitschers er nu wel in kunnen slagen om verbin dingslijnen te maken, maar dat deze zoo lang zijn, dat ze onmogelijk sterk bezet kunnen zijn, zoodat het nut van zoo'n ver binding uiterst twijfelachtig is. Maar dan staan we voor het volgend dilemma: Ofwel de Duitsche troepen zijn slechts gering in aantal en dan is het zeer beden kelijk voor de geallieerde strijdkrachten, dat zij versterkt met de Noorsche troepen macht niet in staat blijken om de Duit schers in zulk gemakkelijk verdedigbaar bergland tegen te houden. Ofwel de Duitsche troepen zijn sterk in aantal en in uitrusting en dan blijkt daar uit, dat de Engelsche vloot er niet in ge slaagd is, om de Duitsche troepenaanvoer tegen te houden. Het ziet er naar uit, dat de geallieerden hun actie vooi-loopig zullen moeten bepalen tot het Noorsche gebied ten Noorden van Drontheim en zich daar zullen moeten in- stalleeren. Vandaar kan dan de campagne tegen het Zuidelijk gedeelte worden geor ganiseerd. De voornaamste handicap lijkt op het oogenblik wel het gebrek aan vlieg- velderi; in dat gebrek zouden de geallieer den dan allereerst moeten voorzien. Het zal wel duidelijk zijn, dat op die manier de oorlog in Noorwegen nog langen tijd kan duren. ITALIë maakt op het oogenblik van de moeilijkheden der geallieerden in Noor wegen gebruik om zijn positie te verbete ren. Het slaat in redevoeringen en persuit latingen een toon aan, alsof het bereid is om ieder oogenblik aan den oorlog deel te nemen. Voorloopig gelooven "wij nog niet, dat Mussolini werkelijk van plaif is, om zijn Italianen ten oorlog te voeren, maar de dreigementen, welke de laatste dagen in Italië zijn geuit aan het adres van Enge land en Frankrijk, zijn voor Londen aan leiding geworden om voorzorgsmaatregelen te nemen. Als één van die voorzorgsmaatregelen wordt genoemd het verleggen van de Brit- sche scheepvaartroute naar Indië over de Kaap de Goede Hoop, terwijl de vaart in de Middellandsche Zee onder controle zou worden gesteld van Britsche oorlogssche pen. Dat beteekent een waai"schuwing aan het adres van Italië om niet te probeeren tot daden over te gaan, wanneer er soms plan nen verscholen mochten liggen achter de uitdaging der dreigende woorden. Bij dezen stand van zaken is het begrij- gelijk, dat de Britsche leeuw een gebrom laat hooren, nu hem zoowel in het Noorden als in het Zuiden roet in het eten wordt geworpen. Als Koning van alle eeuwen troont. (Gezelle). Dat wij, morgen, Hemelvaartsdag, on danks alles, 'ns blij mogen zijn blij om de geestelijke goederen, die wij bezitten en die niemand ons berooven kan, blij om wat ons wacht, blij om de toekomst. Dat wij, morgen, Hemelvaartsdag, 'ns blij mogen zfjn blij in een rotsvast geloof, in een granieten vertrouwen op onzen Va der in den Hemel! DE NOODLIJDENDE PAROCHIES IN HET BISDOM HAARLEM. DE COLLECTE OP 5 MEI Voor het nieuwe beroep op de mildheid der Haarlemsche Diocesanen, mag ik wel even de aandacht vragen. Dank zij de ruime milddadigheid van priesters en geloovigen onder velerlei vorm betoond, is het Bisdom Haarlem in .staat geweest in de laatste zes jaren de volgende bedragen ter beschikking te stel len van 43 Kerkbesturen, wier schulden last zóó zwaar was, dat zij aan hun ver plichtingen van rente en aflossing niet konden voldoen: A. Tot versterking van kasmiddelen en tot dekking van reorganisatiekosten in 1934—1935 125.000— in 1936 28.500 in 1937 20.000— 173.500.— B. Tot aflossing van schulden: in 1935 Febr. 162.500.— in 1936 219.000.— in 1937 201.400.— in 1938 212.300— in 1939 227.100.— in 1939 uit de buitengewone inzameling ter gelegen heid van het 112.000.— jubilée In 1940 is we derom be schikbaar ge steld Totaal in zes jaren: 1.473.250. Deze bedragen zijn gedeeltelijk bijeen gebracht uit de opbrengst van de collec ten in de kerken en bijdragen der pries ters in de afgeloopen^zes jaar. In ronde cijfers hebben deze opgebracht f872.000. Het overige is verkregen door giften van verschillende instellingen en particulieren en door de opbrengst van het Liefdewerk voor de Arme Parochies en uit bijdragen van het Bisdom. Bij de reorganisatie van de genoemde 43 parochies bleek het noodzakelijk hulp te zoeken tot aflossing van een schuldenbe drag van ca.: 6.200.000. Behalve uit de bijdragen van het Bisdom is ook uit eigen middelen der paro chies circa 130.000.af gelost. Daardoor was het totaal der rentelooze schul den op 1 Januari 1940 ge daald tot f 4.936.000.— Dit bedrag wordt in deze maanden nog verminderd met de beschikbaar ge stelde subsidie van bijna 166.000. zoodat de last, die nog om aflossing vraagt te stellen is op 4.770.000. Iedereen, die deze cijfers ziet, zal zeg gen, dat de verloopen zes jaar bewijs heb ben gegeven van een zeer groote krachts inspanning: de beloofde twee ton aflos sing per jaar zijn ruim gehaald. Maar men zal ook met bezorgdheid moeten erkennen, dat de last die nog drukken blijft, schrik wekkend is. Die last wordt zwaarder naar mate zij langer duurt. De betrokken parochies brengen op wat zij kunnen en zijn uiterst zuinig in hun beheer, maar zij zullen toch de een na de ander voor onvoorziene grootere onkosten komen te staan. Er zijn er on der, die groeien en krachtiger worden op finantieel gebied, maar het meerendeel blijft lijden onder de ongunst der tijden. Zóó wordt deze last een geweldig be letsel voor het normale leven dezer paro chies en dikwijls een onoverkomelijke be lemmering voor het verzorgen van de groeiende eischen, die de zielzorg stelt. Daar komt bij, dat de krachtsinspanning dezer jaren het uiterste heeft gevraagd van de fondsen van het Bisdom, dat op deze voet niet kan -doorgaan zonder an dere belangen, die het ook moet verzorgen, te schaden. En daarnaast laat de inspanning van Bisdom, geestelijkheid en geloovigen geen voldoende ruimte voor de minstens even noodzakelijke uitbreiding van de ziel zorg. De crisisjaren hebben de groei der steden belangrijk geremd; daardoor was de bouw van nieuwe parochies in de afge- loopen jaren niet zóó dringend. Maar ook dit verandert. De stichting van nieuwe parochies kan zonder groote schade voor de zielen niet worden nagelaten. Bij het jubilé van onzen Bisschop is daarom het prachtige geschenk van het diocees verdeeld over de twee doeleinden: de bevordering van nieuwe parochies, de schulddelging van de oude parochies. Deze laatste zorg eischt dan VROOM DREESMANN ook zoo spoedig mogelijke oplossing: want zij blijft alle andere belangen doorkruisen en belemmeren. Dit zal iedereen duidelijk zijn. Het is dan ook niet noodig allerlei motieven voor te dragen om de geloovigen op te wekken as. Zondag met een uitzonderlijke mildheid bij te dragen aan de collecte, die in alle H.H. Missen a.s. Zondag wordt gehouden: de nuchtere feiten dwingen er toe. Moge dan een groot besef van saamhoo- righeid blijken! De stoffelijke last te hel pen verlichten, die de normale geestelijke groei van het Bisdom belemmert, is een zorg van de eerste orde voor allen, die in Haarlems Bisdom wonen. Voor hun oogen hebben zij gezien en persoonlijk wellicht hebben zij ondervon den, dat de schulden, die om aflossing vra gen, louter zijn aangegaan ©m het heil der zielen te kunnen bevorderen. Een voortgezette groote mildheid zal niet alleen deze kerken behouden, maar de baan vrij maken voor een noodzakelijke en normale uitbouw van de groeiende zielzorg. Voorschoten, 1 Mei 1940. TH. M. P. BEKKERS, Pr. HET VLIEGVELD VAN HARTVICK VERNIELD STOCKHOLM. 1 Mei. (Havas) In een hier ontvangen mededeeling wordt gezegd, dat in den afgeloopen nacht het vliegveld van Hartvick is vernield. Elf groote Duit sche bommenwerpers werden vernietigd. Het fort Hegra heeft thans verbinding met de geallieerde troepen. De ravitail leering van het fort geschiedt op normale wij ze HET GEBEURDE TE CLACTON ON SEA LONDEN, 1 Mei (Reuter). Het aantal gewonden te Clacton bedraagt, naar thans officieel wordt medegedeeld, 95. Vele schoolkindei-en hebben snij wonden opge- loopen en zijn erg overstuur. GEEN VORDERING MELDT LONDEN LONDEN, 1 Mei. (Havas) In een mededeeling van de B.B.C. wordt gezegd, dat volgens de laatste van het Noorsche front ontvangen berichten bij den op- marsch der Duitsche troepen in het Gud- brandsdal en het Oesterdal in de richting van Drontheim in de laatste 48 uur geen vorderingen zijn gemaakt. Er hebben zich gevechten voorgedaan in het Gudbrandsdal ten Zuidwesten van den spoorweg naar Dombas. Het Katholiek Comité van Acti© „Voor God" schrijft ons: Nederland paraat. Onze grenzen worden be veiligd. Allerlei maatregelen worden genomen. Vergeet niet: te bidden Morgen HEMELVAARTS DAG zal De Leidsche Courant niet verschijnen De Directie Oil nummer beslaat all vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland VOLGENS DUITSCHE MEDEDEELING HEBBEN DE DUITSCHE TROEPEN DOM- BAAS BEZET. DE ENGELSCHE PERS ERKENT DE BRITSCHE TEGENSLAGEN IN NOORWEGEN. (2de blad). VERSCHERPING IN DE VERHOUDING TUSSCHEN ENGELAND EN ITALIc. LONDEN NEEMT VOORZORGSMAATRE- GELEN. (2de blad). TE CLACTON ON SEA IS EEN DUIT SCHE BOMMENWERPER NEERGESTORT OP EENIGE HUIZEN. IN DE RAVAGE ONTSTOND BRAND. (2de blad). Binnenland DE SCH. 61 IS VERGAAN. (1ste blad(. BON 15. SUIKERBON. (1ste blad). VERHOOGING SUIKERPRIJS. (1ste blad). DE TALRIJKE AAN ONZE KUST AAN- GESPOELDE MIJNEN. DE 500STE GE DEMONTEERD. (2de blad). ZOMERBOTEKPRIJS; HEFFING MAR- GARINE, VETTEN, OLIEëN: STEUNTOE- SLAG KAAS. (2de blad). DE SCHIPBREUKELINGEN VAN DE „BEP" TE ROTTERDAM AANGEKOMEN. (lste blad). De Sch. 61, die uiterlijk hedenoch tend aan de markt verwacht werd, is noch te Scheveningen, noch te IJmui- den binnengekomen. Als vaststaand kan nu wel aangeno men worden, dat het schip op een mijn is geloopen en vergaan. DE „KERTOSONO" IN HEVIGEN STORM Een lid der bemanning overboord geslagen en verdronken, drie man gewond. Naar wij vernemen, is het 9.300 ton groote vrachtschip „Kertosono" van de Rotterdamsche Lloyd Zondag voor dc Amerikaansche kust in een hevigen storm geraakt Twee golven van dertig meter sloegen over het schip heen met het ge volg. dat het lid der bemanning Arie Dek kers uit Rotterdam overboord sloeg en ver dronk. Drie andere opvarenden werden gewond. De „Kertosono". onder den gezagvoerder D. de Boer, is vandaag de haven van Bos ton binnengeloopen. BON 19 SUIKERBON Gedurende het tijdvak van Vrijdag 3 Mei a.s. tot en met Donderdag 23 Mei a.s. geeft de met „19" genummer de bon der rijksdistributiekaart recht op het koopen van een kilogram suiker. PRIJSVERHOOGING SUIKER Op 1 Mei a.s. wordt de suikeraccijns met 2.55 per 100 K.G. verhoogd. In verband daarmede wordt de detail prijs van 3 Mei a.s. af met 1 cent per halve kilogram verhoogd, dus ge bracht op 26 cent per halve K.G.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1