STADS IX NIEUWS DINSDAG 30 APRIL 1940 DE LEIDSCHE COÜPANT TWEEDE R«-*D - PAG. 6 Gemeenteraad Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Maandag 6 Mei 1940, des na middags te twee uur, in de aula van het Stedelijk Gymnasium. De vergadering zal, zoo noodig, des avonds worden voortgezet. Te behandelen onderwerpen: 1. Benoeming van zeven leden van de Noorder-Commissie en van zeven leden van de Zuider-Commissie tot Wering van Schoolverzuim. 2. Benoeming van negen leden van de Con tact-Com missie voor de groot-industrie. 3. Benoeming van negen leden van de Contact-Commissie voor de kleinindustrie en het winkelbedrijf. 4. Voorstel tot het verlengen van de aan stelling van L. Otto als tijdelijk leeraar in het teekenen aan de Hoogere Burgerschool inet 5-jarigen cursus. 5. Voorstel tot het verlengen van de aan stelling van J. Tulleners als tijdelijk leeraar in de handelswetenschappen aan de Hoo gere Burgerschool met 5-jarigen cursus. 6. Prae-advies op het verzoek van Prof. Dr. P. C. T. van der Hoeven om ontslag als stadsvro edm eester 7. Voorstel tot het wijzigen van de huur overeenkomst met mevr. de Wed. J. M. I. Ritman geb. Herst betreffende de boven woning Garenmarkt 6a. ('t Betreft hier slechts een wijziging van geringe beteeke- nis). 8. Voorstel tot het opnieuw verhuren van het winkelhuis Nieuwe Rijn No. 20, met de bovenwoning van de v.m. Graan- beurs, aan H. C. van Leeuwen. 9. Voorstel tot het opnieuw verhuren van de woning Langegracht No. 226 aan J. van Polanen. 10. Voorstel tot het opnieuw verhuren van de speelplaats van de v.m. bewaar school aan de van der Werfstraat aan J. A. van der Reyden Jr. 11. Voorstel tot het wederom verhuren van een tweetal lokalen in het Administra tiegebouw van het Openbaar Slachthuis aan den Staat der Nederlanden. 12. Voorstel in zake het verpachten van het recht tot heffing van den weg- en wa- tertol c.a. tegenover den Rijnsburgschen Vliet, bij het „Leidsche Hek", aan P. Cig- gaar, te Oegstgeest. (Tijdsduur wordt voor- loopig verkort tot drie maanden in ver band met loopende onderhandelingen met de gemeente Voorhout inzake overname weg en tol). 13. Voorstel tot het verkoopen van een strookje grond, gelegen aan den Zoeter- woudsche Singel hoek Fruinlaan, aan M. C. van Straten, alhier, q.q. (Voor 350 gld. (35 M2.), terwijl de kooper 250 gld. betaalt voor bestrating enz.) 14. Voorstel in zake het aankoopen van het perceel Noorderstraat no. 2. (Voor 550 gld. 30 M2). 15. Voorstel tot het aankoopen van een vijftal perceelen, begrepen in het sanee- ringsplan GeeregrachtKraaierstraat. 16. Voorstel tot het verhoogen van ver schillende posten der gemeentebegrooting, dienst 1939, waarvan de raming te laag is gebleken, tot het toevoegen van eenige nieuwe posten aan die begrooting, alsmede tot het wijzigen van de begrooting, dienst 1940, 17. Voorstel inzake het vaststellen van de exploitatie-vergoeding en vergoeding voor vakonderwijzers, ex art. 101 (oud) der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1937. 18. Voorstel tot het vaststellen en uit- keeren van de bijdrage in de kosten van het bij on der vervolgonderwijs over het jaar 1937. 19. a. Herstemming over onderdeel II van het voorstel tot het wijzigen van de veror dening van 9 Mei 1938, regelende de ran gen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid en de bezoldiging van de ambtenaren van politie der Ge meente Leiden; b. nadere vaststelling van die verorde ning. 20. Voortzetting van de interpellatie van den heer Schüller in zake den bouw van arbeiderswoningen, mede ter vervanging van krotwoningen. 21. Interpellatie van den heer van Weizen met betrekking tot het niet verstrekken van den 5pct, duurtetoeslag aan een gedeel te van de bij de Leidsche werkverschaf fingsobjecten tewerkgestelde arbeiders. 22. Praeadvies op het voorstel van de heeren Wilmer, Beekenkamp en Bosch van Rosenthal om het aantal leden van de Com missie voor de Strafverordeningen te bren gen op 5. (B. en W. adviseeren tot aan vaarding). 23. Voorstel tot het opnieuw vaststellen van een verordening tot aanwijzing van een plaats voor het oprichten, hebben of gebrüikèn van tapijtklopperijen binnen de gemeente Leiden. (Stadshulpwerf). 24. Voorstel tot hét vaststellen van een verordening op het hebben van wilde die ren. 25. Voorstel om ten behoeve van de aan schaffing van luchtafweergeschut: a. een bedrag ad f 125.000.beschikbaar te stellen; b. een garantie te verleenen voor het thans nog ontbrekende gedeelte van de aanschaffingskosten tot ten hoogste ƒ14.000. 26. Voorste] in zake het aan het beheer en de exploitatie van de Sportstichting ont trekken van het terrein, gelegen achter „Pomona". 7. Voorstel inzake: a. het verleenen van medewerking aan het centrale werkverruimingsobject van de Stichting Inmaling Rijksdorp; b. het verleenen van machtiging aan Bur gemeester en Wethouders om voor den ver volge deze gemeente te doen medewerken aan centrale werkverruimings-objecten. 28. Voorstel tot het werkverschaffing doen verbeteren van de taluds c.a. van den Morschsingel en de Jan van Houtkade en tot het beschikbaarstellen van de daarvoor benoodigde gelden, zoomede tot het be schikbaarstellen van gelden voor het ver beteren van de bestrating van de Da Costastraat. 29. Voorstel: a. tot het verleenen van medewerking aan het toekennen van een premie voor de verbetering van de woningen aan de Voorstraat nos. 1 tot en met 56; b. tot het overnemen in eigendom bij de gemeente van de Voorstraat; c. tot het ten laste van de gemeente bren gen van het onderhoud van de Voorstraat; d. tot het beschikbaarstellen van de voor het toekennen van de sub a bedoelde pre mie en de voor het verbeteren van de Voor straat benoodigde gelden. VERBETERING ARBEIDERS WONINGEN MET SUBSIDIE. Bij circulaire d.d. 23 Juni 1938, later ge wijzigd bij die van 17 Januari 1940, bracht de Minister van Binnenlandsche Zaken ter kennis van de gemeentebesturen een rege ling voor het verleenen van bijdragen fonds perdu voor het verbeteren van ar beiderswoningen, waarbij ook gerekend wordt op de financieele medewerking van de gemeenten. Aan deze regeling ligt de gedachte ten grondslag, dat het wenschelijk is bestaan de arbeiderswoningen, welke niet ten volle aan eischen van bewoonbaarheid voldoen, doen niet voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking komen, zoodanig te verbete ren, dat zij met meer succes op de wo ningmarkt kunnen worden gebracht en gehouden. Aangezien op deze wijze kan worden bereikt, dat woningen, die anders voor den woningvoorraad wellicht voor goed verloren zouden gaan, daarvoor thans worden behouden, is deze regeling tenslot te ook van belang met het oog op de mate, waarin nieuwbouw van arbeiderswoningen noodzakelijk is. De premie bedraagt 1/3 van de kosten van verbetering met een maximum van 320.per woning. Van deze bijdrage wordt door het Rijk 3/4 gedeelte, derhalve maximaal 240.—, gedragen, zoodat 1/4 gedeelte of maximaal 80.voor rekening van de gemeente komt. Met de Commissie van Fabricage waren B. en W. van oor deel, dat er voor de gemeente aanleiding bestond, aan de toepassing van de premie regeling in voorkomende gevallen mede werking te verleenen. Echter dienden de voorwaarden, die de circulaires voor het toekennen van premie bevatten, o.i. eenigszins te worden aangevuld, teneinde ze o.a. aan te passen aan de omstandighe den te dezer stede. Een en ander vond plaats in overleg met den Minister, waarna de aldus tot stand gekomen voorwaarden tot leiddraad kon den strekken bij de behandeling van con crete aanvragen om toekenning van pre mie. Inmiddels kwam een desbetreffende aanvrage in, welker behandeling thans zoover is gevorderd, dat zij aanhangig kan worden gemaakt. Zij betreft de verbete ring van 56 woningen aan de Voorstraat, alhier, eigendom van de Vennootschap on der Firma Erven J. v. Ommering, geves tigd te Oegstgeest. In 46 woningen wordt voorshands vol staan met de verbetering van de waterlei ding, terwijl in de 10 pverige woningen behalve de wijziging van de waterleiding nog verdere verbeteringen zullen worden aangebracht. Vermits de kosten volgens de door de aanvraagster ingediende, doch dezerzijds gewijzigde, begrooting kunnen worden geraamd op 8905.zal een pre mie kunnen worden verleend van 1/3 van ƒ8905.— ƒ2968.34, waarvan komt ten laste van het Rijk 3/4 gedeelte of ƒ2226.25 en ten laste van de Gemeente 1/4 gedeelte of ƒ742 09. Het onderhavige plan kwam, naar het oordeel van de Commissie van Fabricage tn B. en W. voor toekenning van premie overeenkomstig bovenbedoelde algemeene voorwaarden in aanmerking, zoodat de aanvrage naar het Departement werd doorgezonden. Blijkens beschikking van den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 22 April j.l. heeft de toekenning van de Rijkspre mie bereids plaats gehad, weshalve B. en W. voorstellen thans een overeenkomstige beslissing te nemen. Ingevolge de hiervoor bedoelde voor waarden kan echter een premie slechts worden verleend, indien de woning aan een aan de Gemeente toebehoorende straat is gelegen en aangezien de Voorstraat nog particulier bezit is, dient die straat bij deze gelegenheid in eigendom en onder houd aan de Gemeente te worden overge dragen. B. en W. verklaarden zich bereid die overneming te bevorderen, indien door belanghebbende bij de overdracht een be drag van 1000.in de gemeentekas werd gestort, zijnde de helft van de geraamde kosten van de allernoodzakelijkste verbe teringen, bestaande uit het herstraten van de rijbaan en het ter weerszijde aanbren gen van tegeltrottoirs, ter breedte van 1.95 M., met bijbehoorende kolken. Aangezien het hier een doodloopende straat betreft, dienen de verbeteringen zich hiertoe te be perken. WERKLOOZEN TEWERKGESTELD IN WASSENAAR. Blijkens schrijven van den Minister van Sociale Zaken keurt deze bewindsman goed, dat een nader door de Inspectie voor de Werkverruiming te 's Gravenhage te bepalen aantal werklooze arbeiders uit deze gemeente wordt te werk gesteld bij het centraal werkverruimingsobject van de Stichting Inmaling Rijksdorp, welk ob ject omvat het graven van eenige slooten onder de gemeente Wassenaar. Aan het werk zullen 30 a 40 Leidsche werkloozen te werk worden gesteld; het totaal te verloonen bedrag wordt geraamd op ƒ4000.—. Ingevolge de voorwaarden waaronder de tewerkstelling plaats heeft zal ook bij dit object zooveel mogelijk in accoord moeten worden gewerkt tegen een zoodanig loon, dat bij flink werken 38 cent per uur kan worden verdiend. De loonen c.a. van de uit deze gemeente tewerkgestelden komen voor 70 pet. ten laste van de gemeente. Het uit dezen hoofde door de gemeente te betalen bedrag komt voor de berekening van de gewone bijdrage uit het Werklcoshei'lssubsidie- fonds in aanmerking. Tengevolge van een misverstand aan de zijde van den Rijksdienst voor de Werk verruiming is reeds met tewerkstelling van Leidsche arbeiders aangevangen. Uwe goed keuring op de tewerkstelling ware echter alsnog te verleenen. B. en W. zijn n.l. van oordeel, dat ook aan dit centraal werkverruimingsob ject door de gemeente behoort te worden medegewerkt. Praktisch kan de goedkeu ring trouwens bezwaarlijk worden gewei gerd, zonder het subsidie uit het Werkloos- heidssubsidiefends in alle uitgaven ter zake van steunverleening en werkverschaf- fingsloonen in gevaar te brengen. Met het oog op dit laatste komt het B. en W., mede in verband met den spoed, welke veelal in deze zaken moet worden betracht, gewenscht voor, dat de Raad B. en W. voor het vervolg machtigt deze ge meente te doen medewerken aan cen trale werkverruimingsobjecten, ten aan zien waarvan de Minister van Sociale Za ken heeft goedgekeurd, dat daaraan Leid sche werkloozen worden te werk gesteld en waaraan naar de meening van het College van B. en W. behoort te worden medegewerkt. Van elk geval, waarin B en W. van deze machtiging gebruik heben gemaakt, zullen zij dan mededeeling aan den Raad doen. In verband met het vorenstaande geven zij den Raad in overweging: a. alsnog te besluiten tot medewerking aan het centrale werkverruimingsobject van de Stichting Inmaling Rijksdorp, om vattende het graven van eenige slooten on der de gemeente Wassenaar; b. Burgemeester en Wethouders te mach tigen voor den vervolge deze gemeente te doen medewerken aan centrale werkver ruimingsobjecten, ten aanzien waarvan de Minister van Sociale Zaken heeft goedge keurd, dat daaraan Leidsche werkloozen worden tewerkgesteld. UITVOERING VAN EENIGE WERKEN. In de Raadsvergadering van 12 Februari j.l. werd de verdere behandeling van een voorstel inzake het in werkverschaffing doen verbeteren van de rioleering en de bestrating van de Da Costastraat en van de taluds c.a. van den Morschsin gel en de Jan van Houtkade, na de aanneming van een amendement, be- oogende het eerstbedoelde werk niet in werkverschaffing doch als normaal werk te doen uitvoeren, aangehouden. In verband met de aanneming van vt- renbedceld amendement, wendden B. en W. zich tot den Minister van Sociale Za ken met het verzoek te willen mededeelen, of tegen uitvoering in werkverschaffing alleen van de verbetering van de taluds c.a. van den Morschsingel en de Jan van Houtkade zijnerzijds bezwaar bestond, op welk verzoek de Minister berichtte, dat hij uitvoering van dat werk in werkver schaffing onder de reeds ten vorigen male door hem gestelde voorwaarden goed keurde. Deze werkverschaffing kan derhalve thans wederom aanhangig worden ge maakt. De kosten van de voor dit werk benoo digde materialen moeten inmiddels ƒ500 hooger worden geraamd, zoodat voor de uitvoering van het werk in werkverschaf fing nu een bedrd'g van 3600.beschik baar moet worden gesteld. Met betrekking tot de verbetering van de rioleering van de Da Costastraat mer ken B. en W. op, dat, ter tegemoetkoming aan de klachten van de bewoners' van de Tousaintkade en in verband met den aan leg van een militair oefenterrein in die omgeving, een voorloopige voorziening aan de rioleering aldaar is aangebracht, tenge volge waarvan een verbetering van de rio leering in genoemde straat met loozing naar het Galgewater voorhands niet noo dig is. De verbetering van de bestrating van de Da Costastraat kan in eigen beheer door den dienst van gemeentewerken worden uitgevoerd. Voor aanschaffing van de voor die verbetering benoodigde materialen c.a. zal dan evenwel een crediet moeten wor den toegestaan, dat thans op ƒ4000. moet worden gesteld. COMMISSIE TOT WERING VAN SCHOOLVERZUIM. Volgens artikel 21 van de Leerplichtwet wordende leden van de Commissiën tot Wering van Schoolverzuim benoemd voor den tijd van drie jaren. ^Aangezien thans zoodanige driejarige periode is verstreken bieden B. en W. een aanbeveling aan, waarbij alle aftredende leden opnieuw worden gecandideerd. Week vóór Pinksteren Week van gebed en offer voor de Koloniale Missies VERGOEDING BIJZONDER ONDERWIJS Nu de gemeenterekening over 1937 door Gedeputeerde Staten is gesloten, kan eene beschikking worden genomen op de door. de besturen van de in onze gemeente ge vestigde bijzonder scholen ingediende aan vragen om toekenning van vergoeding in de exploitatiekosten hunner scholen, als mede in de kosten van salarieering van vakonderwijzers over dat jaar. In verband daarmede deelen wij B. en W. mede, dat de gemiddelde kosten (met uitzondering van die van salarieering van vakonderwijzers), over 1937 hebben be dragen per leerling van het gewoon lager onderwijs 18.41 en per leerling van het uitgebreid lager onderwijs 18.91, terwijl de gemeente over dat jaar, gemiddeld per wekelijksch lesuur met inbegrip van de te haren laste gebleven pensioensbijdragen, heeft uitgegeven voor het vakonderwijs aan de scholen voor gewoon lager onderwijs 119.15 en aan de scholen voor uitgebreid lager onderwijs 113. De vergoeding wegens salarieering van vakonderwijzers wordt voor geen grooter aantal lesuren toegekend, dan waarvoor aan overeenkomstige openbare scholen in he onmiddellijk voorafgaande kalender jaar (i. c. 1936) vakonderwijzers zijn werk zaam geweest. Over dat jaar nu werd door vakondei*wijzers aan de schelen voor ge woon lager- uitgebreid lager onderwijs les gegeven gedurende respectievelijk 4.194 en 24 uur per week. Gelijk bekend is, kwam bij de wet van 22 Mei 1937 (S. 323) een geheel nieuwe regeling tct stand met betrekking tot deze vergoedingen, doch over het jaar 1937 moet deze nog geschieden volgens de oude bepalingen. Bovendien moet thans voor alle scho len met betrekking tot de vergoeding in de exploitatiekosten, eene afrekening plaats vinden, als bedoeld in artikel 101, lid 8, (oud) van de Lager Onderwijswet 1920. Met betrekking tot de door de school besturen ingediende aanvragen om toeken ning van een bijdrage'in de kosten van het bijzonder vervolgonderwijs, over het jaar 1937, kan nu de gemeenterekening over dat jaar door Gedeputeerde Staten is ge sloten eene beslissing worden genomen. Gelijk bekend, wordt de jaarlijksche bij drage perleerling van het bijzonder ver volgonderwijs berekend op het bedrag, dat gemiddeld per leerling van het open baar vervolgonderwijs, over hetzelfde jaar, ten laste van de gemeente is gebleven. Blijkens een berekeningsstaat beliep dit bedrag over 1937 gemiddeld 20.18 per leerling. HET SPORTTERREIN ACHTER „POMONA". Bij besluit van 7 Juni 1937 werd het ter rein achter „Pomona" in beheer en exploi tatie gegeven aan de Sportstichting. Tevoren werd dit terrein aan een voet- balvereeniging verhuurd voor een bepaal den huurprijs, waarbij het onderhoud ten laste van de'huurster kwam. De exploitatie door de Sportstichting bracht in dezen toestand een. belangrijke verandering. Het onderhoud geschiedde voortaan door de Sportstichting zelf, ter wijl de uitgaven, die naar het oordeel van het Stichtingsbestuur voor het onderhoud noodig waren om het terrein als sportveld in behoorlijken staat te brengen en te hou den, de huuropbrengst overtroffen. Dit ter rein leverde düs niet meer een bate op, maar een verlies, hetgeen uiteindelijk voor de gemeentekas een nadeelig verschil van pl.m. 700.per jaar beteekende. De grond is echter bij het uitbreidings plan van de gemeente niet lot sportterrein bestemd, doch aangewezen als bouwter rein. Het perceel is dan ook, hoewel aan de Sportstichting in exploitatie gegeven, in het Grondbedrijf gebleven, zoodat met de mogelijkheid, dat de grond binnen kor ter of langer tijd de bestemming van het uitbreidingsplan vlogt, rekening moet wor d-en gehouden. Waar alzoo van een per manent gebruik voor sportdoeleinden geen sprake zal zijn, achten B. en W. het, met de Commissie van Fabricage, niet ge rechtvaardigd om voor dit terrein uitga ven voor onderhoud te doen in den om vang als voor definitieve sportterreinen noodig pleegt te zijn en verdient het on der deze amstandigheden de voorkeur het terrein tegen een geschikten datum we der uit de Sportstichting te namen. De velden kunnen dan voorloopig weder rechtstreeks door de gemeente voor sport doeleinden worden verhuurd of op andere wijze productief worden gemaakt. AANKOOP PERCEELEN. Omtrent den aankoop van nog een vijf tal perceelen, begrepen in het saneerings- plan Geeregracht-Kraaierstraat, kon met de betrokken eigenaren overeenstemming worden bereikt. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven B. en W. in overweging aan te koopen: a. het perceel Geeregracht No. 38, groot 56 M2., voor een bedrag van 2150. b. het perceel Geerestraat No. 3, groot 28 M2., voor een bedrag van 300. c. de perceelen le Haverstraat Nis 7 en 9, beide groot 30 M2., voor een bedrag van ƒ975.in totaal; d. het perceel 4e Binnenvestgracht No. 45, groot 42 M2., voor een bedrag van ƒ540.—. CONTACTCOMMISSIES. Ingevolge het bepaalde in de Verorde ning, regelende den werkkring en de sa menwerking van de contactcommissies, doen B. en W. voordrachten van twee per sonen voor de benoeming van de leden van: I. de Contactcommissie voor de grootin dustrie: A. 1. Ir. J. J. G. van Hoek, fa brieksdirecteur; 2. H. H. Tieleman, fabri kant. B. 1. G. Overduin Jr., fabrieksdirec teur; 2. J. ter Haar, fabrikant. C. 1. L. van Hoeken, houthandelaar; 2. J. P. Mul der, boekdrukker. D. 1. Ir. F. H. E. Guljé, fabrieksdirecteur; 2. W. A. Schrandt, fa brieksdirecteur. E. 1. P. J. Michels, be drijfsleider; 2. F. H. Nieuwenhuizen Sé- gaar, fabrikant. G. 1. A. P. van Bers, siga renmaker; 2. F. A. van Hees, crasseur. H. 1. H. W. Wittenaar, typograaf; -2. J. A. N. den Tonkelaar, letterzetter. I. 1. G. Hor dijk, vakbondbestuurder; 2. P. A. Harte- veld, typograaf. II. de Contactcommissie voor de klein industrie en het winkelbedrijf: A. 1. H. de Wilde, koopman; 2. P. J. van der Zanden, schoenwinkelier. B. 1. J. Th. Hermans, koopman; 2. J. B. de Koning, manufactu- rier. C. 1. W Roodenburg, handelaar; 2. J. van Weeren, behanger. D. 1. P. van der Tas, bankdirecteur; 2. J. H. van der Kloot, zuivelfabrikant. E. 1. J. W. Harting, schil der: 2. C. D. Ligtvoet, loodgieter. F. 1. W. J. Laman, ijzerhandelaar; 2. J. van der Steen, slager. G. 1. P. Esderts, slager; 2. Ph. J. de Leeuw, kleermaker. H. 1. J. Brouwer, winkelhouder; 2. Chr. de Ko ning, kruideniersbediende. I. la A. War- nau, boekhouder; 2. P. M. M. Pont, typo graaf VERORDENING OP HET HEBBEN VAN WILDE DIEREN. Bij circulaire van 14 Maart 1939 hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan de Gemeentebesturen in hun provincie mededeeling gedaan van een schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken, waarin deze de wenschelijkheid betoogt van het maken van een verordening om trent het houden van voor hun omgeving gevaarlijke (z.g. wilde) dieren. De Minister achtte het gewenscht, dat het houden van wilde dieren afhankelijk wordt gesteld van een vergunning van het Gmeentebestuur. Met den Commissaris van Politie zijn B. en W. van oordeel, dat het' wel ge wenscht is ook voor onze gemeente een dergelijke verordening vast te stellen. B. en W. hebben hiervoor een ontwerp gemaakt. Artikel 1. 1. Het is verboden wilde dieren, die voor hun omgeving gevaar kunnen opleveren, aanwezig te hebben 2. Van het bepaalde in lid 1 kan vrij stelling worden verleend door Burgemees ter en Wethouders, tenzij heteen aangele genheid betreft als bedoeld in artikel 221 der Gemeentewet, in welk geval de vrij stelling kan worden verleend door den Burgemeester. Aan deze vrijstelling kun nen voorwaarden werden verbonden. Artikel 3. Overtreding van het bepaalde in artikel 1 der verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een week of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden en met verbeurdverklaring van het dier of de dieren, waarmede de overtre ding is gepleegd, voorzoover deze den ver oordeelde toebèhooren. DE GEMEENTE EN HET LUCHT AFWEERGESCHUT. In de Raad van 22 Januari j.l. werd "be sloten in de kosten van aanschaffing van luchtafweergeschut een, bijdrage uit de ge meentekas in uitzicht te stellen van 125.000.—. De Luchtafweer-Commissie-Leiden deelt mede, dat thans aan bijdragen en toezeg gingen van de burgerij en de Leidsche in dustrie op een bedrag van ruim ƒ47.000. kan worden gerekend. Met het door de gemeente in uitzicht gestelde bedrag ad 125.000.is derhalve in totaal een be drag van ruim /l172.000.voor aankoop van luchtafweergeschut voor deze gemeen te beschikbaar. Aanschaffing van 6 batterijen elk van twee stukken 2 c.M. geschut, zooals van den aanvang af op grond van deskundige voorlichting in de bedoeling heeft gelegen, zal echter een uitgave vorderen van 186.570.zoodat nog moet worden voor zien in een bedrag van rond 14.000. Genoemde Comissie zal alsnog trachten dat bedrag van particulieren te verkrij gen. Met het oog op de wenschelijkheid, om spoedig tot de aanschaffing van het ge schut over te gaan, vraagt zij echter een garantie 'van de gemeente voor de beta ling van dat bedrag, indien en voor zoover dit onverhoopt niet door particuliere bij dragen zal kunnen worden gedekt. Ook B. en W. zijn van meening, dat thans zoo spoedig mogelijk tot de aan schaffing van het luchtafweergeschut dient te worden overgegaan. De in uitzicht ge stelde bijdrage der gemeente ad 125.000 ware derhalve beschikbaar te stellen en tevens ware, in het vertrouwen, dat de Commissfe al het mogelijke zal doen, om het ontbrekende bedrag alsnog geheel van particulieren te ontvangen, de gevraagde garantie te verleenen. Hgt beschikbaar te stellen bedrag kan, in verband met den aard van het object, over 25 jaar, aanvangende met het jaar 1940, worden vërdeeld. Voor de eerste aflossing ad f 5000. kunnen de middelen worden gevonden door afschrijving van dat bedrag van volgn. 307 „Kosten van de luchtbescher ming te dezer stede".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6