Wie wordt Lady Letchford DE DUITSCHERS TE DRONTHEIM. FEUILLETON door CHARLES GAR VICE. (Nadruik versboden). 14) „In elk geval moogt u er niet aan den ken, nu al weg te gaan", zei hij, die op merking negeerend. „De lui, die de overige dansen besproken hebben, zouden me aan stukken scheuren, als u zooiets deed. Kun nen we er niet 't een of ander op verzin nen? Laten we even naar de garderobe gaan." ,,Als mevrouw Turner het ziet, dan sleurt ze me dadelijk mee. 't Is vlak van voren „Mevrouw Geoffrey Turner", zei hij haastig. „Ik ken haar; ze is een goede vriendin van me. Bent u haar dochter nee, haar nichtje? O, daar komt ze aan. Kom gauw, laten we zorgen, dat we haar niet onder de oogen komen", besloot hij radeloos. En voor May zich kon verzetten, trok hij haar hand door zijn arm en haast te zich met haar naar de garderobe. „Laten we nu eens zien, wat er aan ge daan kan worden. Kan het niet dichtge- speld worden? Hebt u een paar spelden?" „Neen", zei May lachend. „Het is niet mijn gewoonte, met 'n brief spelden in mijn zak rond te loopen, voor 't geval dat iemand mijn jurk eens uit elkaar zou rij ten! Nee, ik heb geen speld. U kunt me evengoed een strijdbijl vragen." Sir Heron keek wanhopig om zich heen, en zijn gezicht verhelderde toen hij een van de garderobe-juffrouwen van achter een woud van jassen te voorschijn zag ko men. Op zijn dringend wenken en roepen schoot zij haastig naderbij. „Een speld, Sir Heron; o, wat een onge luk! Zal ik Maar Sir Heron had zioh op één knie laten zakken en hield het ge scheurde satijn voorzichtig tegen elkaar. „Geef mij die speld", zei hij onderne mend.. ,,Die zit prachtig nu nog een zóó als ik er nog één bij heb, is 't voor mekaar.... Wat is er aan de hand?" Want May's onderdrukt gelach, dat een soort van begeleiding had gevormd bij zijn merkwaardige manipulaties, stierf plotse ling weg. „Wat ter wereld heb ik nu weer gedaan? U geprikt?" vroeg hij, verbaasd naar haar opkijkend. Toen volgde hij de richting van haar, nu bepaald ontzetten blik en keerde, nog steeds knielend, zijn hoofd om. Daar, vlak achter hen, stond Lady Letchford, als een beeldhouwwerk dat het Noodlot voor stelde een Noodlot in zwart satijn, ach ter haar schemerde het blanke, hooghartige gezicht van Rose Vavasour, terwijl, als om de groep schrikgodinnen te voltooien, me vrouw Geoffrey Turner juist binnenzeilde en op staanden voet versteende voor het schouwspel dat zich zoo onverwacht aan haar voordeed. Het was wat een tooneel- directeur een „sterk tableau" zou noemen. Doodkalm en niet in 't minste van zijn stuk gebracht doorstond Sir Heron de strakke blikken uit drie paar oogen, en scheen er niet aan te denken, op te staan. „U komt precies op tijd", zei hij met klaarblijkelijke voldoening. „Mevrouw Tur ner, u hebt groot gelijk, dat u daar als aan den grond genageld staat U moogt ook nog gerust uw handen wringen, als dat u kan verlichten. Ik ben de ongelikte bar baar, die met z'n berenvoeten deze ver woesting heeft aangericht. Toon u edel moedig jegens een berouwvollen zondaar door hem te helpen herstellen, wat hij be dorven heeft." Deze opzettelijke woordenvloed had alle partijen gelegenheid gegeven, zich te her stellen, speciaal May. Met een klagelijken kreet schoot mevrouw Turner vooruit en nam Heron's plaats in; Lady Letchford hief haar faca-a-main op en keek een oogen- blik strak naar May's gebogen hoofd, toen legde ze haar hand op Rose Vavasour's arm en wilde zich majesteitelijk verwijderen; maar Sir Heron scheen de onbevangenheid zelf. „Moeder", zei hy, „mag ik u in kennis brengen met deze dame, die misschien van u wel de verzekering zal willen aannemen, dat 't niet mijn vaste gewoonte is, jurken aan reepen te scheuren Hij brak plot seling af; het schoot hem door het hoofd, dat hij niet eens May's naam kende. Maar mevrouw Turner had haar beroem den tact hervonden, en overeind komend zei ze zacht en sussend: „Ik weet zeker, dat mijn jong vriendin netje u allang vergeven heeft, Sir Heron. Lady Letchford, dit is juffrouw Dalton, van huize Gresham." May sloeg haar oogen op met een vlug gebaartje van protest, en het bloed steeg haar naar de wangen toen zij den scherpen staal-kouden blik der trotsche oude vrouw ontmoette. Een seconde lang bekeek Lady Letchford haar met rustige minachting; maar de ontembare koninklijke fierheid, die uit de bruine oogen vlamde, verstoorde haar behagelyk zelfvertrouwen en zy boog licht het hoofd, als in nauw-merkbaar be groeten. Maar May reageerde volstrekt niet op deze tegemoetkoming; ze stond als een standbeeld, hoogopgericht en onbewege lijk, en voor de eerste maal in de geschie denis van Berkshire werd Lady Letchford van den Eikhof met voorbedachten rade genegeerd. HOOFDSTUK VII. Na thuiskomst. Het was al vroeg in den morgen, toen de équipage der Dalton's voor huize Gres ham stilhield, en vader en dochter het huis binnengingen. Papa Dalton zag er rood en slaperig uit, maar scheen toch in beste stemming te zijri hij had uitste kend gesoupeerd en ruim vijf shilling ge wonnen met bridge. Hij wreef in zijn oogen en gaapte luidruchtig, en de reusachtige livreiknechts gaapten mee, achter hun enorme handen. Maar May stond rechtop en klaarwakker in de hall, naar bruine oogen stralend als diamanten, haar lippen half geopend, haar hart nog bonzend van opwinding en pleizier. De heer Dalton keek haar met slaperige bewondering aan en met een nieuwen, iet wat verlegen eerbied. Voor 't eerst van zijn leven drong het tot hem door dat deze dochter van hem nog iets meer bezat dan een driftig humeur schoonheid. Met tusschenpoozen had hij eens een kykje ge nomen in de balzaal en had haar zien dan sen, rondwandelen en lachen met den groo- ten Sir Heron; en, zoo slaperig als hij was, warrelden de eerzuchtigste visioenen hem door het hoofd. „Je ahem! je ziet er vanavond uit stekend uit, May", zei hij. „Ik hoop, dat je je geamuseerd hebt. Het was een kei van een bal, niet?" „Ja hè?" zei May enthousiast. „Waar bent u toch al den tijd geweest, Papa? Ik heb u niet één keer gezien. Ik „Je hébt me heelemaal vergeten, wed ik", viel de heer Dalton haar grinnekend in de rede. „Groot gelijk, beste meid, groot gelijk. Maar ik vergat jou niet. Ik zag je zag je dansen met Sir Heron. Hy scheen hem! erg attent, erg galant, en eh dat allemaal." „O ja, erg," zei Mey met een lachje, toen ze dacht aan zijn lange figuur, geknield in de garderobe. „Sir Heron is eh een van de in vloedrijkste mannen in het graafschap", ging de heer Dalton voort, haar aanziend, „wel de meest invloedrijke kan ik zeg gen om eh om „Om mij met hem te zien dansen. Het be wijst, dat we eindelijk een beetje in tel ko men, hè?" „Ik ik begrijp niet wat je bedoelt", zei mijnheer Dalton boos. „Dat klinkt al heel eigenaardig. In tel!" „Ja", zei May kort. ,,'t Is tamelijk duide lijk, dat we dat tot nog toe niet waren, in aanmerking genomen, dat ze twee jaar lang het bestaan van hun naaste buren vol komen genegeerd hebben." „Ik ik geloof, dat we maar liever naar bed moesten gaan", stamelde de heer Dal ton. ,,'t Wordt langzamerhand tijd", zei May vroolijk. „Wees niet boos, Papa", voegde ze er bij, hem kussend. „Natuurlijk was Sir Heron heel vriendelijk en dat alle maal; maar het was dorpsbal, weet u, en dan kunnen hertogen dansen met boerin netjes, als ze dat verkiezen. Welterusten. (Wordt vervolgd). 3)e £eicbelie Gou^ant' De strijd aan de Noorsche kust. Een Duitsche torpedo jager, die in de Herjans Fjord aan den grond geloopen was, werd door Engelsche bommenwerpers in brand geschoten In de haven van Drontheim. Duitsche artillerie-afdeelingen zijn met haar geschut in de Noorsche stad aangekomen, waar het transport aan de kade wordt ontscheept, om op de vereischte punten in stelling te worden gebracht Fransito-goederenvervoer in oorlogstijd. - Een luchtfoto van de vrijhaven te Stapleton in New York, welke is ingericht als zóne voor het handelsverkeer van vreemde mogendheden De Duitsch Nederlandsche grens bij Kerkrade is hermetisch afgesloten door hoog hekwerk. Mijnwerkers kunnen het douanekantoor passeeren, daar de ingang van de Domaniale mijn juist op de grens ligt Amsterdam en Utrecht in duel bij de interacademiale sportwedstrijden voor vrouwelijke studenten welke te A'dam gehouden worden De tweede zeeslag voor Narvik. Een telegrafisch overgebrachte foto van het terrein van den strijd in de Narvik Fjord

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 9