Wie wordt Lady
Letchford
Het Nederlandsche s.s. „Bernisse" van de reederij van Es Co. te Rotterdam, dat bij de
Noorsche kust is vergaan. Alle opvarenden werden gered
Voorjaar in den Amsterdamschen dierentuin Ook op de pinguins doet de weldadig
schijnende lentezon haar invloed gelden
Lente en oorlogstijd. Terwijl de schapen vreedzaam grazen in een der Londensche parken, hangt boven
de welde een kabelballon als onderdeel van het verdedigingsstelsel der Engelsche hoofdstad tegen
aanvallen uit de lucht
.Olaf" heeft het spoor ge
vonden tijdens de keuring
van Roode Kruiswonden op
.Terhorst" te Wassenaar
Bij een gecompliceerd verkeersongeval
op den Rijksweg tusschen Merwede-
brug en spoorbrug onder Diemen werd
een vrachtauto het slachtoffer. De
bestuurder kwam er zonder letsel af,
de wagen werd vrijwel geheel vernield
Bij den zeeslag voor Narvik werden Duitsche transportschepen, welke in de haven waren
aangekomen het slachtoffer van den aanval door Engelsche torpedojagers
Het verschrikkelijk wapen tegen onderzeeërs Wanneer een vijandelijke duikboot
is gesignaleerd, doen de dieptebommen het allesvernielend werk. Hierboven het
oogenblik, waarop zulk een projectiel, door een Engelschen torpedojager af
geschoten, tot ontploffing komt Deze foto werd genomen met speciale
toestemming van de Britsche admiraliteit
FEUILLETON
door
i CHARLES GAR VICE.
(Nadruk veldboden).
10)
Hoewel ze in een tamelijk klein huis
woonde en maar één dienstbode hield, plus
een klein joch in piccolo-uniform om op
ontvangdagen open te doen, was mevrouw
Geoffrey Turner toch een soort van autori
teit in den omtrek, en als kolonelsweduwe
werd ze tot de élite van Cranford gere
kend. Door haar bemoeiingen was May
door de beste families ontvangen, natuur
lijk steeds met uitzondering van die aller
beste familie waarop de streek kon bogen:
de Letchfords van den Eikhof.
Ja, mevrouw Turner had, gedachtig aan
menig goed dinertje op huize Gresham en
menig koppeltje patrijzen uit huize Gres
ham's provisiekamer, haar uiterste best ge
daan; maar toch scheen May die trot-
sche, koppige May niet zóó dankbaar en
vereerd als wel passend zou geweest zijn.
Niets scheen haar bijzonder te imponeeren,
al had ze nooit iets anders gekend dan vil
la Boschzicht en een schamel postje aan
een kostschool voor meisjes uit den mid
denstand. Als haar vader een hertog ge
weest was in plaats van een rükgeworden
handelsmannetje, zou ze zich onmogelijk
met meer gemak en rustige waardigheid
hebben kunnen bewegen. Maar mevrouw
Turner was toch niet ontevreden. Haar pro-
tégée was, ondanks, of misschien juist dóór
haar optreden, een succes gebleken, en
Cranford altijd met uitzondering van
den Eikhof had haar in genade aange
nomen.
„Natuurlijk ga je", herhaalde de oude
dame, terwijl ze haar koude handen naar
het houtvuurtje uitstak en van terzijde
May's zuiver profiel bewonderde.
„Ik weet 't nog niet zeker", zei May be
daard. „Ik zat juist te overleggen of ik 't
doen zou of niet."
,,Mijn lieve kind!" riep mevrouw Tur
ner uit, terwijl ze bijna in den haard rolde
van opwinding. „Het idee, dat je niet zoudt
gaan! Dit is toch het dorpsbal, dat weet je
toch. Het dorpsbal", herhaalde ze met klem,
„een soort van traditie in de streek. Ieder
een, maar dan ook iedereen, gaat er naar
toe.
„Niet iederéén, als ik thuisblijf1zei May
met tergende bedaardheid.
„Kom, je meent er toch niets van", zei
de oude dame, met een bezwerenden blik
op het mooie gezichtje, dat door den vuur
gloed warm beschenen werd. „Je kunt het
heusch niet meenen, m'n beste May. Dit is
het dorpsbal! Iedereen, die iets te beteeke-
nen heeft en die niets te beteekenen
heeft net zoo goed gaat erheen. Ik heb
't nog geen één keer overgeslagen, sinds
ik mijn entrée in de uitgaande wereld
maakte, en ik zal 't ook niet overslaan, zoo
lang m'n beenen me nog dragen kunnen.
En ik heb al zitten overwegen, of Carrie
hier misschien óók niet zou kunnen gaan;
ze is nog wel erg jong, dat is waar,
„O! Zoudt u heusch denken, dat dat zou
kunnen, mevrouw Turner??, riep Carrie,
met een kleur van verrukking.
„Hm! Ik weet 't nog niet, liefje, 't Is wel
niet gebruikelijk voor zulke heel jonge
meisjes, die we in mijn jeugd nog babies
genoemd zouden hebben, om al uit te
gaan; maar ik zal er eens over denken.
Maar May May moet in elk geval gaan."
„Moeten? Waarom?" vroeg May, die een
voetje in een keurig schoentje naar den
koesterenden gloed uits.tak en het tevreden
bekeek. „Ik voel niets voor zoo'n kudde
menschen die ik nog nooit gezien heb."
„Kudde!" herhaalde de oude dame. „Wat
een uitdrukking! Dat beteekent toch soms
niet, dat 't je niet gezellig lijkt?"
„Ja, dat beteekent 't wel. Komt er een
heele kudde of niet?"
„Alie notabelen van Cranford en New-
lands komen, als je dat bedoelt", antwoord
de de oude dame waardig. „Iedereen zal er
zijn, vanaf juffrouw Tuson, de vrouw van
den pachter, tot lady Letchford zelf."
„Lady Letchford?"
„Natuurlijk! De Letchfords gaan er altijd
heen. Ze slaan nooit over, behalve wan
neer er pas een sterfgeval in de familie is
geweest."
„Zoo!" zei May verbitterd. „Buitenge
woon beminnelijk van hen! En hoe gaan
ze? In harnassen, veronderstel ik, voor het
geval dat een van de gewone menschen
eens te dicht langs hen mocht loopen."
„De Letchfords zijn trotsch, dat is waar.
Ik ontken het niet; maar," met een ver-
ba2enden nadruk op dat „maar" t>de
Letchfords zijn dan ook de Letchfords!"
besloot de oude dame met meer waardig
heid dan ooit.
„Juist. Een heel aparte categorie van
menschelijke wezens. Uit heel andere aar
de gevormd dan Adame en zijn doodgewo
ne nakomelingen", zei May sarcastisch.
„Het is een heele gunst, dat ze wel willen
bestaan."
Mevrouw Geoffrey Turner leek diep ge
schokt. Als dat geen majesteitsschennis
was, dan kwam 't er toch héél dicht bij.
„Je schijnt erg tegen de Letchfords inge
nomen te zijn, lieve kind", zei ze alleen.
„O neen", zei May lieftallig. „Ik vind ze
machtig sympathiek! Hoe zou ik anders
kunnen? Zulke alleraardigste en hartelijke
buren! O neen, ik waardeer ze, zooals men
slechts menschen kan waardeeeren die, op
een steenworp afstands wonend, je bestaan
totaal ignoreeren!"
„Lieve kind, ik begrijp je opvatting van
de zaak werkelijk niet", zei mevrouw Tur
ner hoofdschuddend. „We kunnen nu een
maal niet allemaal Letchtords zijn
„De hemel beware ons!" barstte May uit.
„We kunnen niet allemaal Letchfords
zijn; maar er is geen reden waarom we zou
den toegeven aan afgunst en wrevel, om
dat we nu eenmaal niet.
„Afgunst!" riep May uit, diep-blozend.
„Ja, afgunst. Het spijt me, dat ik het zeg
gen moet, liefje
„Hè May, zeg nu, dat je gaan zult! Ik
zou huizenhoog springen als ik mocht! Maar
ik weet zeker, dat ik 't niet zoo erg zal vin
den om thuis te moeten blijven, als jij maar
gaat, zoodat je me na afloop alles kunt ver
tellen! *t Zal zoo'n prachtig bal zijn!"
kwam Carrie er tusschen, in het belang van
den lieven vrede.
„Ja, natuurlijk ga je, hè liefje", zei me
vrouw Turner vleiend. ,,Het zou een erge
teleurstelling voor me zijn als je het niet
deed."
„Dat zou ik niet graag willen", zei May.
„Ik denk, dat ik dan maar gaan zal, als u
er tenminste voor instaat, dat ik niet den
heelen avond met Lady Letchford hoef te
zitten keuvelen."
„Dat beloof ik je, kindlief', antwoord
de de oude dame. aan wie de ironie van
het verzoek verspild was. „Haar ladyschap
zit gewoonlijk aan het einde van de zaal,
een heel eind van de andere menschen af,
en je hoeft natuurlijk niet aan haar voor
gesteld te worden tenzij je het zelf graag
wilt."
„Prachtig", zei Mey. „Een pak van myn
hart. „Dan zullen we het daar dus maar op
houden."
HOOFDSTUK VI.
Sir Heron is onhandig.
Het was de avond van het dorpsbal. Heel
Cranford en heel Newlands was in een
toestand van koortsige opwinding. Ieder
toestel op wielen, dat maar met de groot
ste toegeeflijkheid een voertuig kon ge
noemd worden, werd gerequireerd; ieder
huisgezin, dat maar eenigszins in aanmer
king kon komen voor de feestelijkheid, was
in rep en roer. Want dit was de unieke ge
legenheid, waarbij aRe omwonenden uit
de meest verschillende lagen der maat
schappij elkaar korden ontmoeten en op
voet van gelijkheid met elkaar konden om
gaan: landjonkers, pachters, boeren, amb
tenaren, zakenlui.
(Wordt vervolgd).