NEZC «FINNEN! .AND Windhoos teistert het Westland Ongerustheid over Scheveningsche logger VRIJDAG 19 APRIL 1940 DE I.EIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 SCHRIJFWIJZE VAN DE NEDERLANDSCHE TAAL. Omtrent het toegezegde wetsontwerp over de schrijfwijze van de Nederlandsche taal, deelt de minister van Onderwijs in zijn me morie van antwoord aan de Eerste Kamer mee, dat over het voor-ontwerp van wet de adviezen Van den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië en van de gouverneurs van Suriname en Curasao onlangs zijn ont vangen. De kennisneming van deze adviezen en van de vroeger door hem ontvangen advie zen, o.a. van den onderwijsraad, gaven den minister aanleiding het voorontwerp en de memorie van toelichting eenige wijzigingen te doen ondergaan. Het is de bedoeling, dat de voorgenomen regeling slechts een formeel karakter zal dragen, in dien zin, dat zij een wettelijke basis zal geven aan bij algemeene maat regel van bestuur vast te stellen regels om trent de schrijfwijze van de Nederlandsche taal. De inhoud van dien algemeenen maat regel van bestuur staat uiteraard nog in geen enkel opzicht vast. De minister meent onder deze omstandig heden de beschouwingen over de verdien sten en tekortkomingen van verschillende spellingsregelingen te mogen laten rusten. VERBETERING VAN DE LEERLINGEN- SCHAAL NIET MOGELIJK. Het is den minister van Onderwijs niet mogelijk, eenig nieuw licht te werpen op de kwestie van verbetering van de leerlingen- schaal bij het lager onderwijs. Hij betreurt het, dat ten gevolge van het uitbreken van den oorlog de regeering haar voornemen om iets te doen, niet heeft kunnen verwer kelijken. Verder kan hij slechts herhalen, dat hij in deze iets hoopt te bereiken. Hy ziet het vraagstuk van verbetering van de leerlingenschaal als een onderwijs probleem van de eerste rang. Belangrijker nog als men niet slechts het oog houdt ge richt op de leerlingenschaal alleen, maar ook op de daaraan onverbreekbaar verbon den kwesties: de zelfstandige werkzaamheid van den kweekeling-met-akte en de toe passing van artikel 56, tweede lid der Lager Onderwijswet 1920. Aldus luidt een passage in de memorie van antwoord van minister Bolkestein aan de Eerste Kamer. De tegenwoordige om standigheden zijn niet bevorderlijk voor het totstandbrengen van een verlaging, zoo vervolgt hij. Ook al zou terugkeer tot de leerlingenschaal 1923 in het eerste jaar slechts betrekkelijk geringe offers vergen, het zou van een weinig vooruitziende blik getuigen, indien alleen maar naar de kos ten van het eerste jaar zou worden gezien. Een verlaging van de leerlingénschaal moet, ipdien zij eenmaal tot stand komt, ook in de komende jaren kunnen worden gehandhaafd. Het denkbeeld om bij benoeming tot on derwijzer de door kweekelingen-met-akte doorgebrachte diensttijd voor periodieke salarisverhooeing te doen meetellen, mits een schriftelijke verklaring van de inspectie van het lager onderwijs wordt overgelegd, is niet voor verwezenlijking vatbaar, omdat de inspectie niet in staat is zoo'n verklaring af te geven. Noch met het toelaten in de school van de kweekelingen-met-akte noch met het verlaten daarvan door de kweekelingen heeft de inspecteur eenige bemoeienis en de middelen om een schifting te maken tusschen noodige en overbodige kweekelin gen-met-akte mist de regeering. Met nadruk wijst de bewindsman er ech ter op, dat het getal van door de belangen van de school niet geëischte, maar toch in dienst genomen kwopkelingen-met-akte geenszins onaanzienlijk is. De kwestie van verlaging der leerlingen schaal maakt hit geheel los van de werk loosheid van de onderwijzers. Evenzeer wenscht hij deze kwestie los te maken van de vraag of de kweekelingen-met-akte aan spraak kunnen maken op het verkrijgen van een aanstelling. Naar zijn oordeel is dit niet het geval. GODSDIENSTONDERWIJS OP DAGNIJVERHEIDSSCHOLEN Uitbreiding van het leerplan der dag nijverheidsscholen met de leervakken godsdienstleer en lichamelijke oefening, behoeft niet gepaard te gaan met ver meerdering van het totale aantal lesuren per leerling per week. Dit aantal is aan de dagambachtsscholen reeds zeer hoog en is op zich zelf reeds als een maximale .be lasting te beschouwen voor leerlingen van 13 tot 1 jaar, n.L 3 1/2 uur onderwijs in de voor- en in de namiddag behalve Zater dagmiddag. Bij de inspanning van het onderwijs en de lange schooltijden komen voor de buitenleerlingen nog de vermoeienissen van het heen en weer trekken in weer en wind, gewoonlijk per rijwiel, over dikwijls vrij lange afstemden. Op grond hiervan zou de minister nog afgezien van bijv. financicele bezwaren, verhooging van het totaal aantal lesuren per leerling per week aan deze scholen niet voor zijn verantwoording willen nemen. Het staat uiteraard in eerste instaniie aan de schoolbesturen om de voordeelen van godsdienstonderwijs en onderwijs in ^lichamelijke oefening aan deze dagnijver heidsscholen af te wegen tegen de nadeelen van inkrimping van den tijd beschikbaar voor het eigenlijke nijverheidsonderwijs. REGELING ONDERWIJZERS OPLEIDING Minister heeft zijn standpunt nog niet bepaald Omtrent de regeling van de onderwij zersopleiding deelt minister Bolkestein in zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer mee, dat het hem zeer tot zijn leed wezen tot dusver nog niet mogelijk is ge weest om zijn standpunt hierover vol komen te bepalen. Mocht hij tot de con clusie komen, dat de verdere behandeling van het bij de Tweede Kamer aanhangige ontwerp wenschelijk is, dan zal hij aan een spoedige totstandkoming dier regeling gaarne zijn volle medewerking verlcenen. REGELING COLLEGE-GELDEN AAN DE UNIVERSITEITEN. Minister Bolkestein deelt in zijn memo rie van antwoord aan de Eerste Kamer mee, dat hij spoedig het overleg hoopt voort te zetten met de Staten-Generaal over een re geling der college-gelden, die geen of slechts geringe offers van de schatkist zal vergen en toch de grootste bezwaren, welke aan de tegenwoordige regeling kleven, zal kunnen wegnemen. PRINS BERNHARD LID VAN HET BESTUUR DER CENTRALE ORGANISATIE T. N. O. In de gistermiddag gehouden vergade ring van het bestuur van de Centrale Or ganisatie voor Toegepast-Natuurwcten- schappelijk Onderzoek (T. N. O.) is Z. K. H. Prins Bernhard als lid van het bestuur geïnstalleerd. De installatie geschiedde door Z.Exc. den Minister van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen. De voorzitter van de centrale organisa tie T. N. O., de heer dr. J. Alingh Prins, sloot zich, namens het bestuur, aan bij den dank, welken de minister den Prins bracht voor zijne bereidwilligheid. DE L.T.B. BESTAAT 25 JAREN Naar wij vernemen zal de Katholieke Land- en Tuinbouwbond te Haarlem, be kend onder den naam L.T.B., op 16 Juni a.s. zijn 25-jarig bestaan herdenken. Ofschoon deze herdenking valt in min der gunstige tijden van mobilisatie en oorlogsgevaar, zal de officieele viering daarvan plaats hebben op Dinsdag 18 Juni a.s. Deze organisatie heeft 25 jaren ge werkt in het Bisdom Haarlem (Noord- Holland, Zuid-Holland en een deel van Zeeland). Haar aantal leden telt 9.000, verdeeld over 150 plaatselijke afdwalin gen. Als standsorganisatie hield zij zich bezig met godsdienstig-zedelijke en cul- tureele acties. Zij schonk haar aandacht aan onderwijs, bedrijfsvoorlichting en al gemeene plattelandsaangelegenheden. Zij behartigde door sociaal-economische acties de belangen der veehouderij, akkerbouw, tuinbouw en de kweekerij in al hun ge ledingen. HET LUCHTGEVECHT BIJ BABBERICH. Begrafenis der slachtoffers. Onder groote belangstelling is gister ochtend op de begraafplaats „Moscowa" te Arnhem in een gemeenschappelijke kist en een gemeenschappelijk graf ter aarde be steld het stoffelijk overschot van de drie vervoer en het raadslid van Leiden dr. C Beekenkamp voor het beroepsgoederen- vi rvoer. De installatie werd bijgewoond door bestuursleden in vele bedrijfstakken uit alle deelen van ons land. De heer Bongaerts wenschte voor alles samenwerking van bedrijfsgenooten en deze kan pas bereikt worden, indien men eerst het eigenlijke vervoerwezen analyseert en differentieert, vandaar dat de B.B.N. geko men is tot de drie pijlers: Autovervoer Per sonen, Beroepsgoederenvervoer en Eigen Vervoer en de onderverdeeling in groepen en kringen. Bovenal achtte spreker noodza kelijke samenwerking tusschen de bestaan de bonden, zooals thans alreeds is bereikt in het beroepsgoederenvervoei en het eigen vervoer. Ir. Bongaerts achtte voor den organisato- rischen opbouw noodig de publiekrechtelijke giondslagën volgens de drie wetten: de Wet op de ondernemersovereenkomsten, Bedrijfsvergunningswet en Vestigingswet- kleinbedrijf. De rede van ir. Bongaerts werd beant woord door den heer Jan Schilthuis, die vertrouwen, uitsprak in de leiding van den heer Bongaerts en door dr. Beekei.kamp, die de leiding van de afdeeiing beroepsgoe derenvervoer in den B.B.N. op zich heeft genomen en erop wees, hoe men alleen met theoretische kennis er niet komt, doch deze bevruchtend kan werken op de practijk. HERPLAATSING WERKLOOZEN IN HET BEDRIJFSLEVEN Op uitnoodiging van den Minister van Sociale Zaken heeft gisteren op zijn depar tement een bespreking plaats gevonden met de wethouders voor sociale aangelegenhe den uit de gemeenten Amsterdam, Rotter dam, Den Haag en Utrecht over de vraag wat geschieden kan om te bevorderen dat voor hen, die langdurig werkloos zijn, de kans op hun plaatsing in het bedrijfsleven wordt vergroot. De besprekingen, welke mede werden bijgewoond door enkele hoofdambtenaren van het Departement van Sociale Zaken en van de genoemde gemeenten hebben er toe geleid, dat thans door de betrokken col leges van burgemeesters en wethouders de ter vergadering naar voren gebrachte denk beelden onder oogen worden gezien, ten einde na te gaan, wat in samenwerking met het Departement van Sociale Zaken, voor- loopig bij wijze van proef, op dit gebied kan geschieden. VERSCHERPTE GRENSCONTROLE C 4 .trole-kaarten voor niet visumplichtige vreemdelingen Ondanks het feit, dat voor het vreemde lingenverkeer in ons land'grensfaciliteiten zeer gewenscht zijn, maken de tijdsomstan digheden het noodzakelijk, dat het toezicht op hier te lande verblijvende vreemdelin gen zoo doeltreffend mogelijk is. De meeste vreemdelingen, die ons land binnenkomen, zijn visumplichtig, waardoor althans die vreemdelingen niet aan de controle ont snappen. Doch vooi vreemdelingen van Bel gische en Italiaansche nationaliteit, Ameri kanen en onderdanen van Luxemburg en nt-g enkele landen is geen visum yereischt. Met ingang van 1 Mei nu zal voor deze vreemdelingen een verscherpte grenscon trole worden ingevoerd, welke bestaat in het invullen van een kostelooze con- trolekaart. Hierdoor zal men inzicht ver krijgen in de bedoelingen en de werkzaam heden van de vreemdelingen. hoekje, dat aan het waakzame oog van de politiemannen ontsnapte. Het doel van deze inval was te onderzoe ken of in het kasteel ook wapens waren on dergebracht. Het kasteel van Amstenrade ligt een flink half uur van de Duitsche grens. Ongeveer drie uur zijn de marechaussees en veldwachters met het onderzoek bezig geweest. Men heeft echter geen wapens ge vonden. Eenige maanden geleden waren jachtgeweren en een revolver op het ge meentehuis ingeleverd. De positie van den graaf d'Ansembourg in dit Limburgsche plaatsje is een zeer aanzienlijke. Zijn vader was hier vele ja ren burgemeester en genoot een groote po pulariteit ter plaatse. De huidige graaf was van 1926 tot 1934 burgemeester van Am stenrade. Toen om ongeveer half zes de politie ver dween, verspreidde de groep discussiecren- de Amstenraders zich weer over het plaatsje. BOTERHEFFING Het bedrag van de heffing en steun- uitkeering op boter is, behoudens tusschen- tijdsche wijziging, voor de week van 18 tot 25 April vastgesteld op 80 cent per K.G. (onveranderd).' Qetneag.de ffiexic&ten Vooral in de omgeving van Kwin'sheul groote schade veroorzaakt Gisteravond te 7.20 uur trok een onge kend sterke windhoos van het Zuiden in Noordelijke richting over het Westland. Vooral de omgeving van Kwintsheul werd zwaar getroffen. Vele warenhuizen en stands, waarin de jonge groente kort gele den was uitgepoot, werden verwoest. Op sommige bedrijven werden meer dan twee duizend ramen vernield. De ijzeren goten der warenhuizen werden op enkele punten op omstreeks twintig me ter afstand neergeworpen. De schade bedraagt vele duizenden gul dens. Schip met acht opvarenden over tifd De Scheveningsche logger Sch. 15 „Bep", schipper Klaas Pronk, is nog niet in de ha ven teruggekeerd en aangezien het schip Maandag j.l. verwacht werd, bestaat er eeni ge ongerustheid over den logger en zijn be manning, die uit 8 man bestaat. Het schip behoort aan de reedery J. J. van der Toorn en heeft 11 April nog in ra- diographisphe verbinding gestaan met een IIP mm -#•?&ƒ fc /A Sfas i-- W m Mfmt M A A f m m - A/ 'Pk c/iLi WMtk wek Engelsche vliegers, die boven Babberich by een luchtgevecht den dood vonden. De be grafenis geschiedde met militaire eer. In den stoet gingen onder anderen mede de vice-consul van Engeland te Amsterdam, P. L. Carter en voorts een detachement in fanterie Aan den rouwwagen was een krans ge hecht van den koning van Engeland, van den Britschen gezant en van den staf van de legatie. De kist was bedekt met de Engelsche vlag, waarover ten deele de Nederlandsche vlag was gelegd. Onder de velen, die op de begraafplaats aanwezig waren, merkten wij op den bur gemeester van Arnhem, H. P. Bloemers, en vele militaire autoriteiten, o.w. de garni- zoens-comm andant. A.n de groeve werd het woord gevoerd door den reserve-veldprediker ds. van Wijngaarden, die de gebeurtenis in herin nering bracht, waarna hij eenige passages uit het Engelsche gebedenboek las. De vice- consul strooie aarde op de kist, waarna hij namens de Britsche legatie eenige woorden van afscheid sprak. Hierop lost het vuurpe.eton twaalf scho ten. Een Nederlandsche vliegtuig cirkelde boven de begraafplaats. EENHEID IN HET AUTOVERVOER Installatie van de drie afdeelings- voorzitters. De voorzitter van den Bond voor bedrijfs- autoverkeer in Nederland, het Kamerlid ir. M. C. E. Bongaerts, oud-minister van Waterstaat, heeft in het B.B.N.-gebouw te Den Haag geïnstalleerd de voorzitters der 3 afdeelingen van het autovervoer in ons land de Kamerleden Jan Schilthuis en Tj. Krol voor Autovervoer personen in eigen HUISZOEKING BIJ DEN GRAAF d'ANSEMBOURG. Onderzoek dat ongeveer drie uur duurde. De „Vooruit" weet o.m. het volgende te vertellen over de huiszoeking bij graaf d Ansembourg te Amstenrade. Het stille Zuid-Limbursche plaatsje Am stenrade heeft gistermiddag in groote span ning verkeerd. Omstreeks 2 uur versche nen 15 politiemannen, die oich naar het kas teel van den bekenden N. S. B.-graaf Mar- chant et d'Ansembourg begaven en daar toegang verzochten. Het waren marechaus sees van Hoensbroek en Brunssum en een motorbrigade van de marechaussee te Heerlen en verder rijk-s en gemeente-veld- wachters. Het gezelschap stond onder leiding van den opper van Hoensbroek, Aersen. De graaf d'Ansembourg was op dit oogenblik niet in zijn kasteel aanwezig, doch de opper van Hoensbroek, die in zijn kwaliteit als hulp-officier van Justitie toe gang kon eischen, werd onmiddellijk toe gelaten. Daarop verdeelden de politieman nen zich in twee ploegen, die elk 'n vleugel van het kasteel voor hun rekening namen. Eenige marechaussees bleven buiten op wacht staan. Wie de positie van het kasteel in Amsten rade kent, zal begrijpen, dat dit overrom pelende bezoek zeer de aandacht van de bevolking trok. Het duurde dan ook niet lang, of een vrij uitgebreide groep men schen posteeerde zich eveneens voor de hoofdooort, een menigte, die steeds aan groeide. Allerlei gissingen werden geuit en de sensationeelste verbalen deden de ronde. De huiszoekers hebben gen plekje van het kasteel overgeslagen. Alle kasten en koffers werden doorzocht. Het lijfgoed werd van zijn plaats gehaald en er was geen van de andere schepen van dezelfde reede ry, die ook ter trawlervisscherij waren uit gevaren. Sindsdien heeft men geen seinen meer opgevangen. Dereederij heeft zich tot het departement van Buitenlandsche Zaken gewend, dat nu een onderzoek instelt naar de mogelijke verblijfplaats van de Sch. 15. WEER TWEE TREILERS BESTOOKT DOOR DUITSCHE VLIEGERS. Aanval of waarschuwing? Nauwelijks zijn de visschers bekomen van het onverwachte optreden van de Engelsche vliegers tegen de opvarenden van den trei- ler „Prinses Beatrix" of opnieuw worden de visschersgezinnen opgeschrikt door hard nekkige geruchten, welke thans in IJmui- den de ronde doen, dat de treilers „Erin", van de reederij De Vem en de treiler „Ade lante", door Duitsche vliegtuigen bescho ten zijn, meldt de „Telegraaf". Deze beide visschersschepen bevinden zich nog op zee. De treiler „Adelante" zou volgens opgevangen radioberichten Dins dag door een Duitschen bommenwerper met mitrailleurvuur bestookt zijn, toen zij zich op de visschersgronden bevond ter hoogte van de Noorsche kust. De schipper van den treiler „Erin", de heer G. Plus, zou Woens dagavond negen uur aan zijn collega van den treiler „Gerberdina Johanna IJm. 38" per radio hebben medegedeeld, dat hij dien avond om halfzeven door een Duitsch vliegtuig order vuur genomen was. De „Erin" die geheel alleen was haalde juist haar netten binnen. Men achtte het veiliger. Zuidwaarts te stoomen. Negen tig miil verder wierp zij wederom haar net ten uit, daar in die buurt meerdere treilers vischten. Sommige insiders in het visscherijbedrijf meenen, dat vliegtuigaanvallen op Neder landsche visschersschepen niet steeds be schouwd dienen te worden als een vijandige daad van een der oorlogvoerende partijen, want, aldus verklaarde men, indien het nu werkelijk de bedoeling zou zijn deze sche pen aan te vallen, dan zouden de mitrail leurs niet in actie behoeven te komen. Bommen waren dan genoeg. Te dicht bij operatiebasis? Deze aanvallen vat men eerder op als een waarschuwing. Mogelijk willen de vlie gers de schippers buiten een bepaald ge bied houden om vrij te kunnen opereeren of om te voorkomen, dat schippers kennis nemen van duikbootvallen, enz., waarvan zij dan bijvoorbeeld de andere party op de hoogte kunnen stellen. Ook kunnen deze visschersschepen zich te dicht in de buurt bevinden van een operatiebasis. Deze meening zou haar bevestiging kun nen vinden in de beschieting van de trei lers „Adelante", „I. S. Groen" en de „Prin ses Beatrix". Maar daarentegen kan worden aangevoerd, dat de treiler „Protinus" niet alleen beschoten, maar ook gebombardeerd werd, terwijl de tien overlevenden zonder meer aan hun lot werden overgelaten. Bij den treiler „Vikingbank" viel een der op hem gerichte bommen slechts op één meter afstand van het vaartuig in het water. En dat was te danken aan een krachtigen windstoot, die het schip zwaar deed over hellen. Zonder dezen windstoot had deze treiler thans ook op den bodem der zee ge legen. In deze beide gevallen kan men dus terecht.spreken van moedwillige aanvallen. „Er. of de Duitsche vliegers nu opgescho ten kwajongens zijn van twintig jaar en jonger", ^aldus zeide ons een der schippers van de beschoten treilers, „dat doet niets ter zake, want wij hebben met de feiten re kening te houden. En dan blijkt, dat de theorie en de practijk over de positie van neutrale visschersschepen soms lijnrecht met elkaar in strijd zijn. Hoewel talrijke visschers nog blijven varen, hebben deze snel opeenvolgende gebeurtenissen vele visschers doen besluiten, zoolang er nog geen volledige zekerheid bestaat omtrent het doel dezer gewelddaden, voorloop'g niet uit te varen. Dit is dan ook wel een der voornaamste oorzaken, waarom men moeilijk volk kan krijgen om deze visschersschepen te be mannen. Zeelieden zijn er genoeg, maar dit is voor de IJmuider visschersvloot niet vol doende, want voor deze visschersschepen kan men uitsluitend geschoolde krachten gebruiken". Het gebeurde met den treiler „Prinses Beatrix" is voor enkele opvarenden van den treiler „Vikingbank" mede aanleiding geworden om niet meer naar zee te ver trekken. Deze treiler had Donderdag naar zee moeten vertrekken, doch daar men geen volledige bemanning kon krijgen is het schip blijven litfgen en hoopt men morgen met een volledige bemanning weer ter vis- scherij te kunnen uitvaren. IN OVERSPANNEN TOESTAND TE WATER GESPRONGEN. Vannacht om kwart voor één hoorde een jongmensch te Amsterdam dat in een por tiek aan de Nieuwe Achtergracht afscheid van zijn aanstaande wederhelft nam, een plons. Hij keek in de gracht en zag daar een 20-jarig meisje, dat in nachtgewaad te water was gesprongen. De jongeman sprong haar na om haar te redden, doch ontmoette bij zijn reddings pogingen sterk verzet van de overspannen drenkelinge. Niettemin slaagde hij er in haar op het droge te brengen. Zij was kor ten tijd bewusteloos doch de geneeskundige dienst slaagde er door kunstmatige adem haling spoedig in het bewustzijn te doen terugkeeren. De jongedame is daarna met droge kleeren opnieuw onder de wol ge stopt. KIND VERDRONKEN. Gistermiddag omstreeks half vijf is het zevenjarig dochtertje van de familie G. Brouwers te Breda, bij het spelen in de Mark geraakt. Het kind werd door den stroom meegesleurd en verdween in de diepte, voordat men eenige hulp kon ver leen en. Na een uur dreggen heeft de politie het lijkje opgehaald. LIJK VAN ITALIAANSCHE ZEEMAN AANGESPOELD OP TEXEL. Ter hoogte van paal 28 is gistermiddag aan het Texelsche strand het lijk aange spoeld van een zeeman van omstreeks vijf tig jaar. Men vermoedt hier te doen te heb ben met een Italiaan, aangezien in een der zakken ltaliaansch bankpapier werd gevon den. Op een papier werden de namen Marua- nus Rovea, Via della Panteria aangetroffen en bovendien de cijfers 19/2. Het stoffelijk overschot is op last van de politie naar de algemeene begraafplaats te Den Burg over gebracht.. LOSGESLAGEN KABELBALLON. Vanochtend is een groote kabelbalK vermoedelijk een Engelsche, uit zee ko mend Lemmer gepasseerd. De ballon is in Zuid-Oostelijke richting verdwenen. ONTPLOFFING AN BOORD VAN VEERBOOT. De radiozender '"an Stockholm heeft medegedeeld, dat zich gisteren aan boord van de veerboot, welke de verbinding on derhoudt tusschen Nyborg en Korsaer, een ontploffing heeft voorgedaan, de tweede van deze week. Het verkeer tusschen Ny borg en Korsoer en tusschen Aarhus en Kalundborg is stopgezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10