Voor de Katholieke Vluchtelingen
in Nederland
DONDERDAG 11 APRIL 1940
DE LFJDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
VAN IEMAND DIE ONBEKEND
WENSCHT TE BLIJVEN.
Met groote -dankbaarheid kan het Katho
liek Vluchtelingen Comité melding maiken
-van de zeer vele giften, die het heeft ont
vangen sedert den inzet van de Sint Maar
ten-actie. De geschonken bedragen ver-
toonen een groote verscheidenheid en ge
tuigen dan ook van de offervaardigheid
van arm en rijk. Talloos zijn de kleinere
giften van één of twee kwartjes. Uit deze
spreekt oprecht de menschlievendlheid,
•waarmee ook in een smalle beurs wordt
getast, om vervolgde en opgejaagde ge-
looifsgenooten te helpen. Maar deze gerin
gere giften zoudei. alleen niet voldoends
tzijn. Er zijn gelukkig ook grootere binnen
gekomen en zelfs een vorstelijke gave.
Toch zijn zij alle samen niet voldoende om
het Comité uit den dringenden, financiee-
len nood te helpen.
De hulp nog niet algemeen.
Hoe dankbaar het Comité ook kan en
móet zijn voor den reeds ontvangen steun,
het moet toch ook constateeren, dat deze
steun tot heden to„ helaas nog niet alge
meen genoeg is gew: t. Er zijn er nog
zoo velen, die nog geen bijdrage hebben
geschonken, ja, die nog nóóit iets voor de
katholieke vluchtelingen hebben gegeven,
ofschoon zij daartoe zeker in staat zijn.
Beseffen zij niet, dat bet onderhoud van
vele katholieke vluc'. 'klingen week in,
week uit, groote bedragen verslindt? Kun
nen zij onbewogen blijven voor de ellen
de van ben, die met achterlating van al
bet eigene en dierbare moesten vluchten,
om hier opname af te smeeken? Dit zijn
toch mensohen als wij allen. Dit zijn toch
In den waren zin huisgenooten des ge-
loofs", die wij voor alles moeten wél doen.
Met één slag werden zij van alles beroofd,
terwijl wij nagenoeg ons gewone leven
kunnen voortleven.
Niemand, die zich even bun toestand in
denkt, kan zich onttrekken aan het drin
gend actueele menschlievende, katholieke
werk, dat hier te verrichten valt.
Niemand mag blind blijven voor den
nood van deze vluchtelingen.
Christus heeft zich ook in bun plaats
gesteld, toen Hij tot de barmhartigen
sprak: „Ik was vreemdeling en gij naamt
mij op". En een christen kan immers nooit
zijn onaandoenlijke zorgeloosheid veront
schuldigen met te herhalen: „Wanneer zag
iik U als vreemdeli-g en nam ik U niet
op?" Nimmer leek dit woord meer toe
passelijk dan op deze verjaagde katholieke
vreemdielin gen.
Ons voorrecht in dezen tyd,
Als wij denken aan het voorrecht, dat
Nederland nog buiten den oorlog bleef,
dan kan voor onze dankbaarheid geen of
fer te groot zijn, om de slachtoffers van
het geweld te helpen. Het hulpwerk, dat
aan katholiek Nederland is toebedacht, is
slechts o zoo klein in verhouding tot het
leed, dat in andere landen wordt geleden
«n de offers, die daar worden gedragen.
In deze tijden moest eigenlijk voor een
werk als dit het geld blijven toestroomen,
el was het alleen maar om eene eereschuld
te voldoen, welke werd aangegaan, toen
(katholiek Nederland aan deze vluchtelin
gen gastvrijheid aanbood.
Het gaat er niet om nieuwe vluchtelin
gen toe te laten. Noodig is enkel het on
derhoud van de velen, die tijdelijk in ons
land vertoeven. Het zijn er bonder i,
weinig in verhouding tot de duizenden
die over de wereld werden verspreid^ maar
h/un onderhoud kost enorm veel.
Een gulden per dag voor hun voeding,
(Meeding, ligging, bezigheid en verbluf
lijkt weinig. Maar reken eens uit, tot welk
een bedrag dit in één jaar oploopt voor
Ib.v. slechts 500 vluchtelingen. Ruim
180.000 gulden per jaar!
Eén enkele gulden
Zoo bezien, mag toch wel van lederen
Nederlandschen katholiek de bijdrage van
één enkelen .gulden wordlen gevraagd.. Als
omen zou vragen, één dag een vluchteling
te eten en te drinken te geven en één
nacht een plaatsje aan hem af te staan,
dan zou niemand weigeren. Maar dit te
vragen is onmogelijk, omdat de vreemde
lingen grootendeels in kampen moeten
verblijven. Daarom vraagt het Comité aan
eiken katholiek een bijdrage van één gul
den voor 'het onderhoud van één vluchte
ling gedurende één etmaal.
Er zijn er echter ook onder ons, die zelf
in nood, dit niet kunnen missen, ook al
zijn zij zéér begaan met den nood van hun
evenmensch. Daarom de volgende vraag
tot hen, die eens een zeer edelmoedige
daad willen stellen. Gedenkt gij dan dit
vluchtelingenwerk eens met een grootere
gift.
Het was zoo treffend, dat juist de
grootste gift kwam van iemand, die geheel
onbekend wenschte te blijven. Deze edele
mensch moet wel diep getroffen zijn door
het leed van deze beschermelingen van
Christus, dat bij voor hen een groot offer
bracht.
Dit heerlijk voorbeeld van eohte liefde,
die zichzelf op der. achtergrond houdt,
moge navolging ondervinden. Als zulk
een gesteltenis van den geest bij velen
aanwezig is hun offer zij jroot of klein
dan zal ons katholiek volk een katho
lieke ee re taak op schoone wijze volbren
gen.
Laat ieder daaraan deel hebben en thans
zonder uitstel per postwissel of giro-biljet
zijn gift overmaken aan het Katholiek
Comité voor Vluchtelingen, Drift 10,
Utrecht, postgiro 320372.
BINNEN! AND
MINISTERS WEER BIJEEN.
Conferentie op departement van
Algemeene Zaken.
De regeering volgt van uur tot uur
nauwlettend de gebeurtenissen op interna
tionaal terrein. Evenals gisteren heeft de
voorzitter van de Tweede Kamer de ver
gadering gistermiddag op het ongebrui
kelijke vroege tijdstip van ongeveer vier
uur verdaagd, teneinde mr. De Geer, die
als minister van Financiën zijn wetsont
werp op de winstbelasting in eerste ter
mijn juist verdedigd had, de gelegenhc'd
te geven, zich met ongetwijfeld dringen
der zaken bezig te houden.
In de avonduren zijn de ministers van
verschillende departementen wederom in
vergadering bijeengekomen op het depar
tement van Algemeene Zaken, waar onder
voorzitterschap van den ministerpresi
dent de algemeene toestand ongetwijfeld
onderwerp van bespreking heeft uitge
maakt Naar verluidt zouden ook een of
meer departementsambtenaren de verga
dering hébben bijgewoond of althans van
voorlichting hebben gediend. Om kwart
over tien waren deze bijzondere bespre
kingen geëindigd, waarna minister De
Geer nog eenigen tyd op het departement
verbleet
COLLECTIEVE
ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE
LEDERINDUSTRIE.
Een aantal lederfabrikanten, zoomede
de Ned. R.-K. Fabrieksarbeiders(sters)bond
„St. Willibrordus", de Ned. vereeniging van
fabrieksarbeiders (sters) en de Ned. Bond
van Chr. fabrieks- en transportarbeiders
hebben een verzoek ingediend tot verbin
dendverklaring van bepalingen van een
collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten
tusschen vorengenoemde werkgevers indi
vidueel eenerzijds en een of meer der vo
rengenoemde organisaties anderzijds.
EERSTE GRASBOTER VOOR H. M.
De eerste grasboter is heden aan H. M.
de Koningin aangeboden door den heer
K. van der Lely, veehouder te Maasland,
De nieuwe voorzitter van het Katholiek Comité voor Vluchtelingen,
Oud-minister Ir. M. C. C. Bongaerts, tijdens zijn jongste bezoek aan het katholieke vluchtelingen»
Icamp te Sluis. Rechts de burgemeester van Sluis, links mej. Bijvoet, leidster van het kamp^
tn de heer Jos. uan.MackelenbergH^düecteur van het fLK, ttuisvestingscomifé bestuurslid
R. K. DRUKKERSPATROONS
JUBILEEREN.
Onder groote belangstelling en op fees
telijke wijze herdacht gisteren de R. K.
Vereeniging van Nederlandsche Drukkers-
patroons Dinsdag te Utrecht haar 25-jarig
bestaan. Des middags werd in hotel des
Pays-Bas een feestelijke herdenkingsver-
gadering gehouden, welke o.a. werd bij
gewoond door Z. H. Exc. Mgr. dr. J. de
Jong, Aartsbisschop van Utrecht, den
vertegenwoordiger van den minister van
Economische Zaken en den secretaris-ge
neraal van het departement, mr. dr. A. A.
van Rhijn.
In zijn openingsrede wees de voorzitter,
mr. Th. ten Hagen, op het baanbrekend
werk op sociaal gebied door de vereeni
ging verricht.
Daar Mgr. de Jong niet in gelegenheid
was de vergadering geheel bij te wonen,
werd thans het woord verleend aan den
Aartsbisschop, die in zijn toespraak wees
op de groote beteekenis van de uitvinding
van de boekdrukkunst in het verleden,
waardoor groote invloed werd uitgeoefend
op het geestelijk leven van de bevolking.
Een grootere groep dan voorheen kon nu
gemakkelijker worden bereikt. De boek
drukkunst heeft nog steeds een hooge oul-
tureele waarde behouden. Doch naast de
heilzame, kan ook een verderfelijke in
vloed worden uitgeoefend op het geeste
lijk leven der mensohen. Slechte boeken
zijn immens voor de zielen verderfelijk.
Er rust dus op uw bedrijven een groote
verantwoordelijkheid. Daarom is het zoo
goed, dat u zich katholiek georganiseerd
hebt, waardoor groote belangen van hoo
ge oultureele waarde op katholieken
grondslag bunnen worden gediend, aldus
Mgr. de Jong.
Na het dankwoord van den voorzitter
verliet daarop de Aartsbisschop de verga
dering.
Mr. dr. E. J. E. M. H. Jaspar, secretaris
der vereeniging, sprak daarop de feestrede
uit, welke tot titel had: „Eenheid trots
verscheidenheid".
Spr. toonde vooreerst het nut en de wen-
sohelij'kheid aan van het organiseeren en
in het leven roepen van principieel®
stands- en vakorganisaties.
Spr. belichtte vervolgens de bestaande
samenwerking tusschen de R. K. vereeni
ging en de federatie.
Het bestuurslid, de heer van Hooidonk,
overhandigde met een korte toespraak
een door den heer Aleven samengesteld
gedenkboek.
Namens den minister van Economische
Zaken sprak vervolgens mr. dr. A. A. van
Rhijn.
Het is een bedenkelijk misvatting
te denken, dat Nederland nationaal
slechts sterk kan zijn, wanneer één
meenihg algemeen heerscht en alle af
wijkende opvattingen daaraan zijn ge
lijkgeschakeld. Het tegendeel is het
geval. Een volk is nationaal slechts
sterk, wanneer het geestelijk sterk is.
Maar bij een krachtig geestelijk le
ven van een volk openbaren zich on
vermijdelijk meei.ingsversohillen. Deze
meeningsverschillen zijn dus geen be
wijs van zwakheid, maar een van
kracht, mits het saamhoorigheidsgevoel
maar voldoende ontwikkeld blijft.
De leidende figuren van de R. K. Ver
eeniging van Nederlandsche Drukkerspa
troons hebben het beginsel van sociale
bescherming steeds krachtig op den voor
grond gesteld. Wij beschouwen thans het
sociale vraagstuk niet als een vraagstuk
van philantropie, maar van recht De lei
ders der R. K. Drukkerspatroons hebben
het ook steeds zoo gezien. Spr. herdacht
vervolgens den eersten voorzitter, F. J.
A. N. Wierdels, en zijn opvolger F. H. M.
van de Griendt.
Vervolgens spraken nog de heeren S.
S. Korthuis en ir. F. H. E. Guljé, resp.
voorzitter van de Nederlandsche Federa
tie en den Nederlandschen Bond van
Boekdrukkers en van het R. K. Verbond
van Werkgevers-vakvereenigimgen, die de
geluk wen sohen overbrachten van hun or-
Na afloop van deze herdenkingsbijeen
komst had een druk bezochte receptie
plaats.
Deze dag werd besloten met een offii-
cieelen maaltijd.
FERDINAND WIERDELS.
De Volkskrant van gisteren schreef:
„Op de jub ilé-vergaiderin.g der R. K.
drukkerspatroons 'heeft de secretaris-ge
neraal van Economische Zaken terecht en
waardeerend herinnerd aan hun eersten
voorzitter den heer Ferdinand Wierdels.
Deze Wierdels, die zich als wethouder
van Amsterdam eens aandiende als „een
eenvoudig boekdrukker" sindsdien
noemde wijlen Barbarossa van de Tele
graaf hem meer met respect dan ironisch
de eenvoudige boekdrukker heeft zich,
naast professor Veraart, groote verdienste
verworven voor het drukkersbedrijf en
ook voor de sociale belangen van alle bij
dat bedrijf betrokkenen.
Wierdels was een universeel man: gees
tig en gevat publicist, kundig bedrijfslei
der, knap wethouder, geducht debater ook
als het moest.
Maar vooral en dit is zijn groote
©eretitel hij was eer sociaal man, reeds
in een tijd toen gezonde sociale begrippen
weinig lauweren schonken, wel veel ver
zet
En het doet deugd, dat een man als mr.
dr. Van Rhijn in een tijd, waarin mm
snel leeft en snel vergeet, den man eerde,
die in het grafisch bedrijf baanbrekend
werk heeft verricht".
DE TORPEDEERING VAN DE
„ARENDSKERK"
Duitsche tegenspraak
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
Een typisch voorbeeld voor de lichtzin
nigheid waarmede een deel der neutrale
pers verkeerde berichten van den vijand
over de Duitsche oorlogvoering ter zee
overneemt, vormt het geval van het op 15
Januari door een Duitsche duikboot tot zin
ken gebrachte Nederlandsche stoomschip
„Arendskerk". Dit geval is door Nederland
sche bladen weken lang als aanleiding ge
nomen tot een perscampagne tegen het op
treden van de Duitsche zeestrijdkrachten.
Inmiddels is gebleken, dat de voorstel
ling van feiten, zooals van het begin af aan
van Duitsche zijde gegeven, volledig juist
is. De torpedeering van de „Arendskerk"
was toelaatbaar om een dubbele reden. Het
schip vervoerde absolute contrabande, wel
ke meer dan de helft van zijn lading vorm
de, en welke bestemd was voor de vijande
lijke haven Durban in Zuid-Afrika. Om
die reden kon het schip worden buitge
maakt en daar opbrenging naar een Duit
sche haven het opbrengende vaartuig in ge
vaar gebracht zou hebben, kon het vernield
worden. Nog ernstiger evenwel was de
tweede reden, waarom de „Arendskerk"
tot zinken werd gebracht. Het schip had
zich n.l. schuldig gemaakt aan steunverlee-
ning aan den vijand, daar net na het stop
signaal veelvuldig met regelmatige tus-
schenpoozen radioseinen heeft gegeven,
welke door het Fransche station-radio
Ouessant, zijn opgevangen en doorgestuurd.
Een dergelijke houding, welke in de huidi
ge omstandigheden van den oorlog ter zee
het aanhoudende oorlogsschip aan ernstige
gevaren blootstelt, is volgens het onbetwis
te volkerenrecht voor zich alleen voldoende
om de opbrenging en in dit geval het tot
zinken brengen van een schip te rechtvaar
digen.
De Duitsche pers spreekt de verwachting
uit, zoo besluit het D. Nieuwsbureau, dat
de Nederlandsche pers thans plaats zal ge
ven aan de waarheid en op passende wijze
de onjuistheid van de door hen geuite be
schuldigingen en van de daaraan vastge
knoopte gevolgen zullen vaststellen.
Het A.N.P. teekent hierbij aan, dat vol
gens de overgelegde ladingslijsten de be
wering, als zou meer dan vijftig procent
absolute contrabande aan boord geweest
zijn, onjuist is, terwijl de bewerin omtrent
het gebruik van de radio niet in overeen
stemming is met hetgeen by het onderzoek
door den Raad van de Scheepvaart is ge
bleken.
SPOORWEGEN NEMEN WEER
STUKGOED AAN.
Met ingang van heden, 11 April, nemen
de NederLandsohe Spoorwegen wederom
stukgoederen voor vervoer in ontvangst
aan.
KERKNIEUWS
BENOEMING DEKEN VAN DELFT.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem
heeft den zeereerw. heer J. P. J. Kok, pas
toor te Delft (St. Hippolytus) benoemd tot
deken van het dekenaat Delft.
De nieuw-benoemde Deken is 21 Decem
ber 1883 te 's-Gravenhage geboren, werd
in 1908 priester gewijl, was daarna assis
tent te Amsterdam en vervolgens kapelaan
te Poeldijk. Op 30 Aug. 1913 werd zijn-
eerw. benoemd tot kapelaan van St. Hip
polytus te Delft en als zoodanig is hij tot
21 Jan. 1922 werkzaam gebleven, waarna
zijn benoeming volgde tot rector van het St.
Josephgesticht te Haarlem, dat eenige ja
ren later in Bloemendaal werd gevestigd.
Als rector was de zeereerw. heer Kok be
last met de adviseurschappen van den L.
T. B., de groote werkgeversorganisatie der
Kath. Land- en Tuinbouwers, en van „St.
Deus Dedit", die der Kath. werknemers in
deze bedrijven, waarnaast hij nog optrad
als geestelijk adviseur van den R.-K. Bond
van Waschindustrieelen en enkele andere
Kath. organisaties, voor welke zyneerw.
prachtig werk wist te verrichten.
Op 22 Mei 1934 werd Rector Kok be
noemd tot pastoor van St. Hippolytus, als
opvolger van wylen den hoogeerw. heer v.
d. Cammen, die zich toen wegens gezond
heidsredenen genoopt zag emeritaat aan te
vragen.
Op Zondag 3 Juni 1934 werd pastoor
Kok door den toen nieuw-benoemden De
ken J. Dankelman, wiens opvolger hij thans
is geworden, als herder der St. Hippolytus-
parochie geinstalleerd,
BENOEMINGEN PATERS
AUGUSTIJNEN.
Op voordracht van den hoogeerw. Pro
vinciaal der Paters Augustijnen heeft Z. H.
Exc. de Bisschop van Haarlem Mgr. J. P.
Huibers tot pastoor van de parochie van
den H, Augustinus te Amsterdam N. (Nieu-
wendam) benoemd den zeereerw. pater
Andreas Makaay O.E.S.A.
Het hoogwaardig definitorium der paters
Augustijnen heeft benoemd tot prior van
het Convent van den H. Augustinus te
Amsterdam N. (Nieuwendam) den zeer
eerw. pater Andreas Makaaij, tot prior van
het klooster „Mariënhage" te Eindhoven
den zeereerw. pater Eustachius Frantzen
en tot prior van het klooster te Culemborg
den zeereerw. pater Adelbertus Damen.
PATER C. V. MEERENDONK SJ. f
Gisteravond om 7 uur is in het R.-K. Zie
kenhuis te 's-Gravenhage overleden de
zeereerw. pater C. F. van Meerendonk S.J.
Cornelis Franciscus van Meerendonk
werd geboren te Tilburg op 24 Februari
1873. Op 31 October 1894 trad pater van
Meerendonk te Mariëndaal in het noviciaat
Tweede Kamer
Het heffen eener
winstbelasting
Vergadering van gisteren.
voortgezet wordt de behandeling vaa»
het wetsontwerp heffing van ©en winst
belasting.
De heer B1EREMA (Lib.) verklaarde
zioh niet geheel voldaan over het wets
ontwerp. Een groot bezwaar achtte hij het,
dat het geen stimuleering tot reservevor
ming inhoudt. Spr. noemde het voorts een
eisoh van billijkheid dat lichamen, die een
zelfde bedryf uitoefenen, op gelijke wijze
door de belasting worden getroffen, onaf
hankelijk van den rechtsvorm, waaronder
zy dat doen. In dit verband vroeg sipr.,
waarom de nutsspaarbanken niet en de
boerenleenbanken wel onder de winstbe
lasting vallen. De instelling van een af
zonderlijke beroepsinstantie achtte spr.
wenschelijk en de regeling ter voorko
ming van dubbele belasting noemde hy
onvoldoende.
De heer RUTGERS VAN ROZENBURG
(C. H.) zeide erkentelijk te zijn, dat de
minister op verschillende punten aan de
bezwaren van het voorloapig verslag is
tegemoetgekomen. Ook spr. vroeg, wat
onder winst moetworden verstaan. Hij
was van oordeel, dat de minister de reser
veering sterk kan bevorderen door de
wijze, waarop hij de belasting heft; ten
aanzien van een centraal lichaam van be
roep sloot spr. zioh aan bij den heer Bie-
rema en hij verklaarde ten slotte, dat het
ontwerp ondanks de vele bezwaren te aan
vaarden is, want het geld moet er nu een
maal zijn.
De heer DE VISSER (Comm.) zeide
ernstige bezwaren te hebben, daar spr. ons
geheele belastingstelsel volstrekt onjuist
achtte.
De heer ROST VAN TONNINGEN (N.
S. B.) zag geen reden voor opheffing van
de tantièmebelastimg en hij meende, dat
winst zwaarder kan worden belast dan
met tien prooent. Voorts bepleitte bij een
verbod van kiapitaalsvLucht en een heffing
ineens en hij vroeg den minister voorloo-
pige aanslagen en vooruitbetalingen der
winstbelasting mogelijk te maken. On
danks ernstige bedenkingen verklaarde
spr. vopr het ontwerp te zullen stemmen,
daar hij er principieel mede accoord gaat.
De MINISTER VAN FINANCIëN, de
beer DE GEER, zeide, dat bij altijd op
bet standpunt beeft gestaan, dat tusschen
dividend- en tanttième-belasting en winst
belasting geen principieel verschil be
staat, doch dat de vervanging slechts een
kwestie van belastingtechniek is. De eer
ste is een veel eenvoudiger methode om
betzelfde doel te bereiken, doch men he'èft
tenslotte de winstbelasting aanvaard, daar
ec-i bepaald soort naamlooze vennoot
schappen de reserveering, die by die be
lasting wordt gehandhaafd, heeft mis
bruikt. De winstbelasting behoeft echter
den zin tot reserveeren niet te sohaden.
Mits zy binnen redelijke grenzen wordt
gehouden. De voornaamste reden voor de
indiening van het ontwerp noemde spr.
het stoppen van een lek in de dividend
en tantièmebelasting naast de noodzake
lijkheid van versterking van de middelen.
In antwoord op den heer Rost van Ton
ningen zeide spr., dat de tanfcièmebelas
ting, zooals die spreker zich die voorstel
de, reeds lang niet meer wordt geheven.
Voor een gedeeltelijk tijdelijke winstbe
lasting, zooals de heer Wagenaar had be
pleit, zeide spr. niet veel te gevoelen. Ook
als een belasting niet tijdelijk is ingesteld,
kan men haar later altijd nog verlagen.
De opmerkingen betreffende de winstbe
paling besprekende, diende de Minister
eer nota van wijzigingen in, waardoor re
servevorming ter egaliseering van kosten
en lasten onbelastbaar zal worden ge
maakt Indien dit noodig zal blijken, zal
spr. het instellen van voorloopige aansla
gen overwegen.
Bij de behandeling der artikelen lichtte
de heer DE VISSER (Comm.) een amen
dement toe, dat tot strekking had de coö
peratieve verbruiksvereenigingen buiten
de regeling te doen vallen. Het werd ech
ter niet voldoende ondersteund en kwam
niet in behandeling. Door den heer
IJZERMAN (S. D.) werd een amendement
toegelicht, dat beoogt de mogelijkheid te
doen openen, dat rechtspersonen, hv.
naamlooze vennootschappen, waarvan de
aandeelen niet alle, maar wel op een zeer
klein aantal na, in handen van een of
meer publiekrechtelijke lichamen zijn, on
der de vrijstelling der belasting worden
gebracht. De heer IJSSELMUIDEN (R.K.)
was vain oordeel, dat er niet te veel vrij
stellingen voor dergelijke overheids-naam-
looze vennootschappen moeten bestaan en
de 'heer TEULENGS (R.K.) vroeg zeker
heid over de positie van de pensioenfond
sen.
der Paters Jesuieten. Van 1898 tot 1900 stu
deerde hij philosophie te Oudenbosch,
waarna hij tot 1903 leeraar en surveillant
v/as aan het Klein-seminarie te Culemborg.
Vervolgens studeerde hij te Maastricht
theologie en werd hij daar op 26 Augustus
1906 priester gewijd.
Kort daarop volgde zijn benoeming tot
socius van den novicenmeester te Mariën
daal, waar hij tegelijkertijd zijn derde
proefjaar volbracht. In 1909 werd hij be
noemd tot minister (onder-overste) te
Maastricht. In 1910 werd hij overgeplaatst
naar de St. Ignatiuskerk te Nijmegen, waar
hij tot 1917 als kapelaan en daarna als pas
toor werkzaam was.
In 1923 kwam hij als kapelaan en mi
nister naar de kerk van O. L. Vr. Onbe
vlekt Ontvangen te Den Haag. In 1929
werd hij benoemd tot minister van het St.
Aloysiuscollege in Den Haag, welke func
tie hy tot tegen 1939 vervulde. Sedertdien
was hy rustend in de pastorie in de Da
Costastraat. ,.Msbd."