Voor de Katholieke Vluchtelingen in Nederland DONDERDAG 11 APRIL 1940 DE LFJDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 VAN IEMAND DIE ONBEKEND WENSCHT TE BLIJVEN. Met groote -dankbaarheid kan het Katho liek Vluchtelingen Comité melding maiken -van de zeer vele giften, die het heeft ont vangen sedert den inzet van de Sint Maar ten-actie. De geschonken bedragen ver- toonen een groote verscheidenheid en ge tuigen dan ook van de offervaardigheid van arm en rijk. Talloos zijn de kleinere giften van één of twee kwartjes. Uit deze spreekt oprecht de menschlievendlheid, •waarmee ook in een smalle beurs wordt getast, om vervolgde en opgejaagde ge- looifsgenooten te helpen. Maar deze gerin gere giften zoudei. alleen niet voldoends tzijn. Er zijn gelukkig ook grootere binnen gekomen en zelfs een vorstelijke gave. Toch zijn zij alle samen niet voldoende om het Comité uit den dringenden, financiee- len nood te helpen. De hulp nog niet algemeen. Hoe dankbaar het Comité ook kan en móet zijn voor den reeds ontvangen steun, het moet toch ook constateeren, dat deze steun tot heden to„ helaas nog niet alge meen genoeg is gew: t. Er zijn er nog zoo velen, die nog geen bijdrage hebben geschonken, ja, die nog nóóit iets voor de katholieke vluchtelingen hebben gegeven, ofschoon zij daartoe zeker in staat zijn. Beseffen zij niet, dat bet onderhoud van vele katholieke vluc'. 'klingen week in, week uit, groote bedragen verslindt? Kun nen zij onbewogen blijven voor de ellen de van ben, die met achterlating van al bet eigene en dierbare moesten vluchten, om hier opname af te smeeken? Dit zijn toch mensohen als wij allen. Dit zijn toch In den waren zin huisgenooten des ge- loofs", die wij voor alles moeten wél doen. Met één slag werden zij van alles beroofd, terwijl wij nagenoeg ons gewone leven kunnen voortleven. Niemand, die zich even bun toestand in denkt, kan zich onttrekken aan het drin gend actueele menschlievende, katholieke werk, dat hier te verrichten valt. Niemand mag blind blijven voor den nood van deze vluchtelingen. Christus heeft zich ook in bun plaats gesteld, toen Hij tot de barmhartigen sprak: „Ik was vreemdeling en gij naamt mij op". En een christen kan immers nooit zijn onaandoenlijke zorgeloosheid veront schuldigen met te herhalen: „Wanneer zag iik U als vreemdeli-g en nam ik U niet op?" Nimmer leek dit woord meer toe passelijk dan op deze verjaagde katholieke vreemdielin gen. Ons voorrecht in dezen tyd, Als wij denken aan het voorrecht, dat Nederland nog buiten den oorlog bleef, dan kan voor onze dankbaarheid geen of fer te groot zijn, om de slachtoffers van het geweld te helpen. Het hulpwerk, dat aan katholiek Nederland is toebedacht, is slechts o zoo klein in verhouding tot het leed, dat in andere landen wordt geleden «n de offers, die daar worden gedragen. In deze tijden moest eigenlijk voor een werk als dit het geld blijven toestroomen, el was het alleen maar om eene eereschuld te voldoen, welke werd aangegaan, toen (katholiek Nederland aan deze vluchtelin gen gastvrijheid aanbood. Het gaat er niet om nieuwe vluchtelin gen toe te laten. Noodig is enkel het on derhoud van de velen, die tijdelijk in ons land vertoeven. Het zijn er bonder i, weinig in verhouding tot de duizenden die over de wereld werden verspreid^ maar h/un onderhoud kost enorm veel. Een gulden per dag voor hun voeding, (Meeding, ligging, bezigheid en verbluf lijkt weinig. Maar reken eens uit, tot welk een bedrag dit in één jaar oploopt voor Ib.v. slechts 500 vluchtelingen. Ruim 180.000 gulden per jaar! Eén enkele gulden Zoo bezien, mag toch wel van lederen Nederlandschen katholiek de bijdrage van één enkelen .gulden wordlen gevraagd.. Als omen zou vragen, één dag een vluchteling te eten en te drinken te geven en één nacht een plaatsje aan hem af te staan, dan zou niemand weigeren. Maar dit te vragen is onmogelijk, omdat de vreemde lingen grootendeels in kampen moeten verblijven. Daarom vraagt het Comité aan eiken katholiek een bijdrage van één gul den voor 'het onderhoud van één vluchte ling gedurende één etmaal. Er zijn er echter ook onder ons, die zelf in nood, dit niet kunnen missen, ook al zijn zij zéér begaan met den nood van hun evenmensch. Daarom de volgende vraag tot hen, die eens een zeer edelmoedige daad willen stellen. Gedenkt gij dan dit vluchtelingenwerk eens met een grootere gift. Het was zoo treffend, dat juist de grootste gift kwam van iemand, die geheel onbekend wenschte te blijven. Deze edele mensch moet wel diep getroffen zijn door het leed van deze beschermelingen van Christus, dat bij voor hen een groot offer bracht. Dit heerlijk voorbeeld van eohte liefde, die zichzelf op der. achtergrond houdt, moge navolging ondervinden. Als zulk een gesteltenis van den geest bij velen aanwezig is hun offer zij jroot of klein dan zal ons katholiek volk een katho lieke ee re taak op schoone wijze volbren gen. Laat ieder daaraan deel hebben en thans zonder uitstel per postwissel of giro-biljet zijn gift overmaken aan het Katholiek Comité voor Vluchtelingen, Drift 10, Utrecht, postgiro 320372. BINNEN! AND MINISTERS WEER BIJEEN. Conferentie op departement van Algemeene Zaken. De regeering volgt van uur tot uur nauwlettend de gebeurtenissen op interna tionaal terrein. Evenals gisteren heeft de voorzitter van de Tweede Kamer de ver gadering gistermiddag op het ongebrui kelijke vroege tijdstip van ongeveer vier uur verdaagd, teneinde mr. De Geer, die als minister van Financiën zijn wetsont werp op de winstbelasting in eerste ter mijn juist verdedigd had, de gelegenhc'd te geven, zich met ongetwijfeld dringen der zaken bezig te houden. In de avonduren zijn de ministers van verschillende departementen wederom in vergadering bijeengekomen op het depar tement van Algemeene Zaken, waar onder voorzitterschap van den ministerpresi dent de algemeene toestand ongetwijfeld onderwerp van bespreking heeft uitge maakt Naar verluidt zouden ook een of meer departementsambtenaren de verga dering hébben bijgewoond of althans van voorlichting hebben gediend. Om kwart over tien waren deze bijzondere bespre kingen geëindigd, waarna minister De Geer nog eenigen tyd op het departement verbleet COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE LEDERINDUSTRIE. Een aantal lederfabrikanten, zoomede de Ned. R.-K. Fabrieksarbeiders(sters)bond „St. Willibrordus", de Ned. vereeniging van fabrieksarbeiders (sters) en de Ned. Bond van Chr. fabrieks- en transportarbeiders hebben een verzoek ingediend tot verbin dendverklaring van bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tusschen vorengenoemde werkgevers indi vidueel eenerzijds en een of meer der vo rengenoemde organisaties anderzijds. EERSTE GRASBOTER VOOR H. M. De eerste grasboter is heden aan H. M. de Koningin aangeboden door den heer K. van der Lely, veehouder te Maasland, De nieuwe voorzitter van het Katholiek Comité voor Vluchtelingen, Oud-minister Ir. M. C. C. Bongaerts, tijdens zijn jongste bezoek aan het katholieke vluchtelingen» Icamp te Sluis. Rechts de burgemeester van Sluis, links mej. Bijvoet, leidster van het kamp^ tn de heer Jos. uan.MackelenbergH^düecteur van het fLK, ttuisvestingscomifé bestuurslid R. K. DRUKKERSPATROONS JUBILEEREN. Onder groote belangstelling en op fees telijke wijze herdacht gisteren de R. K. Vereeniging van Nederlandsche Drukkers- patroons Dinsdag te Utrecht haar 25-jarig bestaan. Des middags werd in hotel des Pays-Bas een feestelijke herdenkingsver- gadering gehouden, welke o.a. werd bij gewoond door Z. H. Exc. Mgr. dr. J. de Jong, Aartsbisschop van Utrecht, den vertegenwoordiger van den minister van Economische Zaken en den secretaris-ge neraal van het departement, mr. dr. A. A. van Rhijn. In zijn openingsrede wees de voorzitter, mr. Th. ten Hagen, op het baanbrekend werk op sociaal gebied door de vereeni ging verricht. Daar Mgr. de Jong niet in gelegenheid was de vergadering geheel bij te wonen, werd thans het woord verleend aan den Aartsbisschop, die in zijn toespraak wees op de groote beteekenis van de uitvinding van de boekdrukkunst in het verleden, waardoor groote invloed werd uitgeoefend op het geestelijk leven van de bevolking. Een grootere groep dan voorheen kon nu gemakkelijker worden bereikt. De boek drukkunst heeft nog steeds een hooge oul- tureele waarde behouden. Doch naast de heilzame, kan ook een verderfelijke in vloed worden uitgeoefend op het geeste lijk leven der mensohen. Slechte boeken zijn immens voor de zielen verderfelijk. Er rust dus op uw bedrijven een groote verantwoordelijkheid. Daarom is het zoo goed, dat u zich katholiek georganiseerd hebt, waardoor groote belangen van hoo ge oultureele waarde op katholieken grondslag bunnen worden gediend, aldus Mgr. de Jong. Na het dankwoord van den voorzitter verliet daarop de Aartsbisschop de verga dering. Mr. dr. E. J. E. M. H. Jaspar, secretaris der vereeniging, sprak daarop de feestrede uit, welke tot titel had: „Eenheid trots verscheidenheid". Spr. toonde vooreerst het nut en de wen- sohelij'kheid aan van het organiseeren en in het leven roepen van principieel® stands- en vakorganisaties. Spr. belichtte vervolgens de bestaande samenwerking tusschen de R. K. vereeni ging en de federatie. Het bestuurslid, de heer van Hooidonk, overhandigde met een korte toespraak een door den heer Aleven samengesteld gedenkboek. Namens den minister van Economische Zaken sprak vervolgens mr. dr. A. A. van Rhijn. Het is een bedenkelijk misvatting te denken, dat Nederland nationaal slechts sterk kan zijn, wanneer één meenihg algemeen heerscht en alle af wijkende opvattingen daaraan zijn ge lijkgeschakeld. Het tegendeel is het geval. Een volk is nationaal slechts sterk, wanneer het geestelijk sterk is. Maar bij een krachtig geestelijk le ven van een volk openbaren zich on vermijdelijk meei.ingsversohillen. Deze meeningsverschillen zijn dus geen be wijs van zwakheid, maar een van kracht, mits het saamhoorigheidsgevoel maar voldoende ontwikkeld blijft. De leidende figuren van de R. K. Ver eeniging van Nederlandsche Drukkerspa troons hebben het beginsel van sociale bescherming steeds krachtig op den voor grond gesteld. Wij beschouwen thans het sociale vraagstuk niet als een vraagstuk van philantropie, maar van recht De lei ders der R. K. Drukkerspatroons hebben het ook steeds zoo gezien. Spr. herdacht vervolgens den eersten voorzitter, F. J. A. N. Wierdels, en zijn opvolger F. H. M. van de Griendt. Vervolgens spraken nog de heeren S. S. Korthuis en ir. F. H. E. Guljé, resp. voorzitter van de Nederlandsche Federa tie en den Nederlandschen Bond van Boekdrukkers en van het R. K. Verbond van Werkgevers-vakvereenigimgen, die de geluk wen sohen overbrachten van hun or- Na afloop van deze herdenkingsbijeen komst had een druk bezochte receptie plaats. Deze dag werd besloten met een offii- cieelen maaltijd. FERDINAND WIERDELS. De Volkskrant van gisteren schreef: „Op de jub ilé-vergaiderin.g der R. K. drukkerspatroons 'heeft de secretaris-ge neraal van Economische Zaken terecht en waardeerend herinnerd aan hun eersten voorzitter den heer Ferdinand Wierdels. Deze Wierdels, die zich als wethouder van Amsterdam eens aandiende als „een eenvoudig boekdrukker" sindsdien noemde wijlen Barbarossa van de Tele graaf hem meer met respect dan ironisch de eenvoudige boekdrukker heeft zich, naast professor Veraart, groote verdienste verworven voor het drukkersbedrijf en ook voor de sociale belangen van alle bij dat bedrijf betrokkenen. Wierdels was een universeel man: gees tig en gevat publicist, kundig bedrijfslei der, knap wethouder, geducht debater ook als het moest. Maar vooral en dit is zijn groote ©eretitel hij was eer sociaal man, reeds in een tijd toen gezonde sociale begrippen weinig lauweren schonken, wel veel ver zet En het doet deugd, dat een man als mr. dr. Van Rhijn in een tijd, waarin mm snel leeft en snel vergeet, den man eerde, die in het grafisch bedrijf baanbrekend werk heeft verricht". DE TORPEDEERING VAN DE „ARENDSKERK" Duitsche tegenspraak Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: Een typisch voorbeeld voor de lichtzin nigheid waarmede een deel der neutrale pers verkeerde berichten van den vijand over de Duitsche oorlogvoering ter zee overneemt, vormt het geval van het op 15 Januari door een Duitsche duikboot tot zin ken gebrachte Nederlandsche stoomschip „Arendskerk". Dit geval is door Nederland sche bladen weken lang als aanleiding ge nomen tot een perscampagne tegen het op treden van de Duitsche zeestrijdkrachten. Inmiddels is gebleken, dat de voorstel ling van feiten, zooals van het begin af aan van Duitsche zijde gegeven, volledig juist is. De torpedeering van de „Arendskerk" was toelaatbaar om een dubbele reden. Het schip vervoerde absolute contrabande, wel ke meer dan de helft van zijn lading vorm de, en welke bestemd was voor de vijande lijke haven Durban in Zuid-Afrika. Om die reden kon het schip worden buitge maakt en daar opbrenging naar een Duit sche haven het opbrengende vaartuig in ge vaar gebracht zou hebben, kon het vernield worden. Nog ernstiger evenwel was de tweede reden, waarom de „Arendskerk" tot zinken werd gebracht. Het schip had zich n.l. schuldig gemaakt aan steunverlee- ning aan den vijand, daar net na het stop signaal veelvuldig met regelmatige tus- schenpoozen radioseinen heeft gegeven, welke door het Fransche station-radio Ouessant, zijn opgevangen en doorgestuurd. Een dergelijke houding, welke in de huidi ge omstandigheden van den oorlog ter zee het aanhoudende oorlogsschip aan ernstige gevaren blootstelt, is volgens het onbetwis te volkerenrecht voor zich alleen voldoende om de opbrenging en in dit geval het tot zinken brengen van een schip te rechtvaar digen. De Duitsche pers spreekt de verwachting uit, zoo besluit het D. Nieuwsbureau, dat de Nederlandsche pers thans plaats zal ge ven aan de waarheid en op passende wijze de onjuistheid van de door hen geuite be schuldigingen en van de daaraan vastge knoopte gevolgen zullen vaststellen. Het A.N.P. teekent hierbij aan, dat vol gens de overgelegde ladingslijsten de be wering, als zou meer dan vijftig procent absolute contrabande aan boord geweest zijn, onjuist is, terwijl de bewerin omtrent het gebruik van de radio niet in overeen stemming is met hetgeen by het onderzoek door den Raad van de Scheepvaart is ge bleken. SPOORWEGEN NEMEN WEER STUKGOED AAN. Met ingang van heden, 11 April, nemen de NederLandsohe Spoorwegen wederom stukgoederen voor vervoer in ontvangst aan. KERKNIEUWS BENOEMING DEKEN VAN DELFT. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft den zeereerw. heer J. P. J. Kok, pas toor te Delft (St. Hippolytus) benoemd tot deken van het dekenaat Delft. De nieuw-benoemde Deken is 21 Decem ber 1883 te 's-Gravenhage geboren, werd in 1908 priester gewijl, was daarna assis tent te Amsterdam en vervolgens kapelaan te Poeldijk. Op 30 Aug. 1913 werd zijn- eerw. benoemd tot kapelaan van St. Hip polytus te Delft en als zoodanig is hij tot 21 Jan. 1922 werkzaam gebleven, waarna zijn benoeming volgde tot rector van het St. Josephgesticht te Haarlem, dat eenige ja ren later in Bloemendaal werd gevestigd. Als rector was de zeereerw. heer Kok be last met de adviseurschappen van den L. T. B., de groote werkgeversorganisatie der Kath. Land- en Tuinbouwers, en van „St. Deus Dedit", die der Kath. werknemers in deze bedrijven, waarnaast hij nog optrad als geestelijk adviseur van den R.-K. Bond van Waschindustrieelen en enkele andere Kath. organisaties, voor welke zyneerw. prachtig werk wist te verrichten. Op 22 Mei 1934 werd Rector Kok be noemd tot pastoor van St. Hippolytus, als opvolger van wylen den hoogeerw. heer v. d. Cammen, die zich toen wegens gezond heidsredenen genoopt zag emeritaat aan te vragen. Op Zondag 3 Juni 1934 werd pastoor Kok door den toen nieuw-benoemden De ken J. Dankelman, wiens opvolger hij thans is geworden, als herder der St. Hippolytus- parochie geinstalleerd, BENOEMINGEN PATERS AUGUSTIJNEN. Op voordracht van den hoogeerw. Pro vinciaal der Paters Augustijnen heeft Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem Mgr. J. P. Huibers tot pastoor van de parochie van den H, Augustinus te Amsterdam N. (Nieu- wendam) benoemd den zeereerw. pater Andreas Makaay O.E.S.A. Het hoogwaardig definitorium der paters Augustijnen heeft benoemd tot prior van het Convent van den H. Augustinus te Amsterdam N. (Nieuwendam) den zeer eerw. pater Andreas Makaaij, tot prior van het klooster „Mariënhage" te Eindhoven den zeereerw. pater Eustachius Frantzen en tot prior van het klooster te Culemborg den zeereerw. pater Adelbertus Damen. PATER C. V. MEERENDONK SJ. f Gisteravond om 7 uur is in het R.-K. Zie kenhuis te 's-Gravenhage overleden de zeereerw. pater C. F. van Meerendonk S.J. Cornelis Franciscus van Meerendonk werd geboren te Tilburg op 24 Februari 1873. Op 31 October 1894 trad pater van Meerendonk te Mariëndaal in het noviciaat Tweede Kamer Het heffen eener winstbelasting Vergadering van gisteren. voortgezet wordt de behandeling vaa» het wetsontwerp heffing van ©en winst belasting. De heer B1EREMA (Lib.) verklaarde zioh niet geheel voldaan over het wets ontwerp. Een groot bezwaar achtte hij het, dat het geen stimuleering tot reservevor ming inhoudt. Spr. noemde het voorts een eisoh van billijkheid dat lichamen, die een zelfde bedryf uitoefenen, op gelijke wijze door de belasting worden getroffen, onaf hankelijk van den rechtsvorm, waaronder zy dat doen. In dit verband vroeg sipr., waarom de nutsspaarbanken niet en de boerenleenbanken wel onder de winstbe lasting vallen. De instelling van een af zonderlijke beroepsinstantie achtte spr. wenschelijk en de regeling ter voorko ming van dubbele belasting noemde hy onvoldoende. De heer RUTGERS VAN ROZENBURG (C. H.) zeide erkentelijk te zijn, dat de minister op verschillende punten aan de bezwaren van het voorloapig verslag is tegemoetgekomen. Ook spr. vroeg, wat onder winst moetworden verstaan. Hij was van oordeel, dat de minister de reser veering sterk kan bevorderen door de wijze, waarop hij de belasting heft; ten aanzien van een centraal lichaam van be roep sloot spr. zioh aan bij den heer Bie- rema en hij verklaarde ten slotte, dat het ontwerp ondanks de vele bezwaren te aan vaarden is, want het geld moet er nu een maal zijn. De heer DE VISSER (Comm.) zeide ernstige bezwaren te hebben, daar spr. ons geheele belastingstelsel volstrekt onjuist achtte. De heer ROST VAN TONNINGEN (N. S. B.) zag geen reden voor opheffing van de tantièmebelastimg en hij meende, dat winst zwaarder kan worden belast dan met tien prooent. Voorts bepleitte bij een verbod van kiapitaalsvLucht en een heffing ineens en hij vroeg den minister voorloo- pige aanslagen en vooruitbetalingen der winstbelasting mogelijk te maken. On danks ernstige bedenkingen verklaarde spr. vopr het ontwerp te zullen stemmen, daar hij er principieel mede accoord gaat. De MINISTER VAN FINANCIëN, de beer DE GEER, zeide, dat bij altijd op bet standpunt beeft gestaan, dat tusschen dividend- en tanttième-belasting en winst belasting geen principieel verschil be staat, doch dat de vervanging slechts een kwestie van belastingtechniek is. De eer ste is een veel eenvoudiger methode om betzelfde doel te bereiken, doch men he'èft tenslotte de winstbelasting aanvaard, daar ec-i bepaald soort naamlooze vennoot schappen de reserveering, die by die be lasting wordt gehandhaafd, heeft mis bruikt. De winstbelasting behoeft echter den zin tot reserveeren niet te sohaden. Mits zy binnen redelijke grenzen wordt gehouden. De voornaamste reden voor de indiening van het ontwerp noemde spr. het stoppen van een lek in de dividend en tantièmebelasting naast de noodzake lijkheid van versterking van de middelen. In antwoord op den heer Rost van Ton ningen zeide spr., dat de tanfcièmebelas ting, zooals die spreker zich die voorstel de, reeds lang niet meer wordt geheven. Voor een gedeeltelijk tijdelijke winstbe lasting, zooals de heer Wagenaar had be pleit, zeide spr. niet veel te gevoelen. Ook als een belasting niet tijdelijk is ingesteld, kan men haar later altijd nog verlagen. De opmerkingen betreffende de winstbe paling besprekende, diende de Minister eer nota van wijzigingen in, waardoor re servevorming ter egaliseering van kosten en lasten onbelastbaar zal worden ge maakt Indien dit noodig zal blijken, zal spr. het instellen van voorloopige aansla gen overwegen. Bij de behandeling der artikelen lichtte de heer DE VISSER (Comm.) een amen dement toe, dat tot strekking had de coö peratieve verbruiksvereenigingen buiten de regeling te doen vallen. Het werd ech ter niet voldoende ondersteund en kwam niet in behandeling. Door den heer IJZERMAN (S. D.) werd een amendement toegelicht, dat beoogt de mogelijkheid te doen openen, dat rechtspersonen, hv. naamlooze vennootschappen, waarvan de aandeelen niet alle, maar wel op een zeer klein aantal na, in handen van een of meer publiekrechtelijke lichamen zijn, on der de vrijstelling der belasting worden gebracht. De heer IJSSELMUIDEN (R.K.) was vain oordeel, dat er niet te veel vrij stellingen voor dergelijke overheids-naam- looze vennootschappen moeten bestaan en de 'heer TEULENGS (R.K.) vroeg zeker heid over de positie van de pensioenfond sen. der Paters Jesuieten. Van 1898 tot 1900 stu deerde hij philosophie te Oudenbosch, waarna hij tot 1903 leeraar en surveillant v/as aan het Klein-seminarie te Culemborg. Vervolgens studeerde hij te Maastricht theologie en werd hij daar op 26 Augustus 1906 priester gewijd. Kort daarop volgde zijn benoeming tot socius van den novicenmeester te Mariën daal, waar hij tegelijkertijd zijn derde proefjaar volbracht. In 1909 werd hij be noemd tot minister (onder-overste) te Maastricht. In 1910 werd hij overgeplaatst naar de St. Ignatiuskerk te Nijmegen, waar hij tot 1917 als kapelaan en daarna als pas toor werkzaam was. In 1923 kwam hij als kapelaan en mi nister naar de kerk van O. L. Vr. Onbe vlekt Ontvangen te Den Haag. In 1929 werd hij benoemd tot minister van het St. Aloysiuscollege in Den Haag, welke func tie hy tot tegen 1939 vervulde. Sedertdien was hy rustend in de pastorie in de Da Costastraat. ,.Msbd."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10