Britsche marine treedt op Noorwegen op den rand van den oorlog Vergadering van het Storting Kardinaal Verdierf VOOR HET OPTREDEN IN SCANDINAVIË DINSDAG 9 APRIL 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 SXuitóch tfianópofdócfdp g,et(w,p,edee>id Ook een tankboot tot zinken gebracht Wat zich gióieten te Clóia af&peelde IN DE NOORSCHE WATEREN DE ONDERGANG VAN DE „RIO DE JANEIRO". Het Duitsche militaire transport schip „Rio de Janeiro" is, met driehon- der man aan boord, in de buurt van Christiansand getorpedeerd. Minstens honderdvijftig personen zijn om het leven gekomen. Nader wordt gemeld, dal de 9600 ton metende „Rio de Jeneiro", die van Ham burg kwam, oij het eiland Justoe, aan de Noorsche Zuidkust, door een Britsche duik boot werd opgevangen. De duikboot loste een waarschuwingsschot, doch het Duitsche schip trachtte de kust te bereiken, waarop de Britsche bodem een torpedo afvuurde. De „Rio de Janeiro" werd getroffen en zonk zeer snel. De opvarenden sprongen overboord: Eenige hunner werden door een klein vaartuig uit Christiansand opgepikt. Kor ten tijd later schoot de duikboot een twee de torpedo af, waarna stukken van het schip in de lucht vlogen. Drie geredde Duitschers werden door de vallende wrak stukken gedood. Andere kleine Noorsche schepen deden al het mogelijke om de rondzwemmende Duitschers te redden. Honderd vijf tig opvarenden werden te Lil- lesand aan land gebracht, en evenveel zijn, naar men meent, omgekomen. Men gelooft dat de „Rio de Janeiro" dienst deed als transportschip voor troe pen, daar de opvarenden uniformen droe gen. Zij waren allen zeer jong. In een extra-editie publiceert de „Aften- posten" een onderhoud met eenige over levenden, die bevestigden, dat het schip door een Britsche duikboot tot zinken was gebracht Eén opvarendeverklaarde, dat de duikboot niet had gewaarschuwd: er was plotseling een granaat op het', dek gevallen. De bemanning van een visschers- vaartuig, dat zich op slechts een paar hon derd meter afstand bevond, zeide. dat de Duitschers in zee sprongen terwijl het schip zware slagzij maakte. ,Wij zagen plotseling op zeer korten afstand, aldus vertelden deze visschers, een torpedo onzen kotter passeeien en de „Rio" treffen. Er volgde een ontzettende ontploffing en wij moesten beschutting zoeken tegen de stukken ijzer, die door de lucht vlogen. Vreemd genoeg hebben wij de duikboot niét gezien." Tijdens het reddingswerk liep een kot ter schade op: eenige gewonden kwamen daarbij om het leven. Een der redders zeide, dat de „Rio" vier mijl uit de kust is getorpedeerd. Aan de kust bij Lillesand, een dorp ten Oosten van Christiansand, speelden zich onbeschrijfelijke tooneelen af. Met bloed gedekte en in dekens gewikkelde Duit schers werden aan land gebracht en in auto's gedragen. Een kotter kwam met ernstige averij aan: de kapitein, die in het gelaat gewond was, droeg gewonden aan wal, terwijl dokters op de kade hun werk verrichtten. Tien lijken zijn te Lillesand aan land gebracht. De overlevenden zijn in hotels onderdak gebracht. Men meldt nog, dat twee duikbooten aan den aanval hebben deelgenomen. Tachtig paarden kwamen om het leven. Omtrent de ondergang van de „Rio de Janeiro" wordt nog gemeld, dat, nadat een hevige ontploffing te Lillesand, een bad plaats in het Zuiden van Zweden, was gehoord, een kleine vloot van visschers- vaartuigen en andere kleine schepen uit roer Toen de redders op de plaats des on- he'ls aankwamen stegen groote rookwol ken op van de brandende olie op zee, het schip zelf was reeds gezonken. 96 opvarenden van het Duitsche schip werden gered, terwijl 27 dooden wer den opgevischt. Nadere bijzonderheden ontbreken nog, doch naar vernomen wordt zijn misschien 200 man omge komen. Uit Christiansand wordt gemeld, dat de opvarenden van de „Rio de Janeiro" iden titeitsplaatjes met bet nummer van batal jon en regiment om de hals droegen. De meeste gewonden, welke in de zie kenhuizen zijn opgenomen, zijn niet zwaar gekwetst. Wel hebben zij veel geleden van het zwemmen in het koude water. DUITSCH TANKSCHIP GETORPEDEERD. Buiten het eiland Rauer aan de monding van de Oslofjord is een groot tankschip getorpelecrd. Naar nader uit Sandefjord wordt ge- meid, ii het getorpeerde schip de 12.000 ton metende Duitsche tankboot „Posidonia" getorpedeerd. He', schip kwam uit Hamburg. Het werd door een Britsche duikboot aangehouden en stopte na een waarschuwingsschot. Na- dal de 56 opvarenden in de booten waren gegaan, wn'd het schip getorpedeerd. Het is gezonken. De Duitschers bereikten in hun booten de Noorsche kust. Men weet niet, welke lading oe „Posidonia" aan boord had. De kapitein is als gevangene aan boord van de cuikt-oot genomen. Ter hoogte van Lillesand is voorts nog een Duitsch schip beschoten en tot zinken gebracht. Eenige gewonde opvarenden zijn aan land gebracht. DUITbCHE LUCHTAANVAL OP SCAPA FLOW Officieel wordt te Londen medegedeeld, dat Duitsche vliegtuigen gisteravond een aanval hebben gedaan op Scapa Flow. Er werd geen schade aangericht. Officieel wordt voorts medegedeeld, dat bij den aanval twee Duitsche vliegtuigen omlaag zijn geschoten. In det officieele communiqué over den aanval wordt ge zegd, da» bij den aanval een aantal brand bommen en sterk explosieve bommen om laag zijn geworpen. De oorlogsbodems en andeie schepen hebben geen schade opge- loopen Een burger is ondex de puinen van een huis ot-dolven, hij liep evenwel geen lichamelijk letsel op. Een aantal branden van kleinen omvang zijn door de bommen mtstaan. Gisteren is er gedurende eenige uren luchtalarm geweest in het gebied van de Orkanen. Fr waren drie duidelijke perio den, waarin het luchtdoelgeschut in actie is geweest De bewoners hebben de Duit sche vliegtuigen gehoord, doch niet gezien. Gedurende eenigen tijd waren zeer veel Britsche gevechtsvliegtuigen in de lucht. De Duitsche vliegtuigen bevonden zich op zeer groote hoogte. DE BUITGEMAAKTE UHLENFELS. De Engelschen zijn thans bijna gereed gekomen met het lossen der lading van de Uhlenfels". Men verklaart, dat het echip een ware schatkamer is. Huiden, wol, ka toen en afvalproducten worden nog ge lost tezamen met tonnen lijnkoeken en aardnoten. De Engelsche gezagvoerder, Flowerdew. die het schip naar Londen heeft gebracht, heeft erklaard dat toen de gezagvoerder van de „Uhlenfels" besloot door de Britsche blokkade heen te breken, hij den naam „Aagtekerk. Rotterdam" liet schilderen over den werkelijken naam van het schip. NOG EEN DUITSCH SCHIP BINNENGEBRACHT. - Ook het Duitsche schip „Orea" metende 2000 ton is gisteren de Theems binnenge- oracht. Het is voornamelijk geladen met bauxiet. Het schip is in Februari door een Britisch oorlogsschip aangehouden en naar een geallieerde haven gebracht. GRIEKSCH SCHIP OP EEN MIJN GELOOPEN Het 4843 ton metende Grieksche s. s. .Okeania" is gezonken: waarschijnlijk is .et op een mijn geloopen. Negen-en-twin- Mp opvarenden, onder wié vijf gewonden, zijn in een haven aan de Zuid-Oostkust van Ungeland aan wa: gebracht. De hoofdma chinist wordt vermist. Het schip voer in tallast van Rotterdam naar l'uenos Aires. ELF OFFICIEREN VAN „GRAF SPEE" ONTSNAPT. Naar verluidt, zijn elf officieren van de „Graf Spee" ontsnapt. Men gelooft, dat zij in vermomming cp weg zijn naar Chili. Hoewel de bemanning geïnterneerd was, werd aan de officieren ttot dusver volledige vrijheid van beweging verleend. Nadat onlangs drie officieren en twee matrozen ontvlucht waren, had de Argentijnsche re geering besloten var. de officieren hun eerewoord te eisehen of hen te intemee- ren. DIPLOMATIEKE CONFERENTIE TE LONDEN BEGONNEN. Even voor vier uur is op het Britsche de partement van buitenlandsche zaken de '•onferentie met de Britsche diplomatieke vertegenwoordigers in Zuid-Oost-Europa begonnen. De conferentie, die door Halifax is bij- cenengeroepen voor een bestudeering van den politieken tostand in de Balkanlanden, wordt bijgewoond door acht diplomatieke vertegenwoordigers, nl. de ambassadeur in Turkije, de gezanten in Bulgarije, in Roe menië, in Zuid-Slavië, in Griekenland, in Hongarije, den ambassadeur te Rome. die met verlof in Engeland is, en den ambas sadeur te Moskou, tot wiens deelneming gisteravond werd besloten. De besprekin gen zullen de geheele week duren. De di plomatieke vertegenwoordigers zullen ook Chamberlain, den minister van handel Duncan en den minister van economischen oorlog Cross ontmoeten. UITEENZETTING VAN KOHT. De Noorsche minister van buitenlandsche zaken, Koht, heeft, gisteren sprekende in het Storting, gezegd, dat hij het Storting eenige documenten wilde voorleggen over de harde neutraliteitsschending, waaraan Noorwegen was blootgesteld. Wat Noorwe gen is aangedaan, is der wereld reeds be kend en ik geloof, aldus Koht, dat de bevol king van alle neutrale landen zich veront rust heeft gevoeld, toen zij hoorde van de gepleegde schending van het recht. Ik wil geen sterke woorden gebruiken, omdat ik van meening ben, dat de daad voor zich spreekt. Ik zal documenten aan het Storting voorleggen en alsdan zal de regeering met het Storting beraadslagen over de te ne men stappen ter verdediging onzer rechten. Het eerste document is de nota, welke de Britsche en Fransche gezanten mij op 5 April hebben overhandigd en welke tege lijkertijd door de beide mogendheden aan Zweden zijn overhandigd. Koht zeide, dat de nota verklaarde, dat de ontwikkeling van de laatste drie maan den duidelijk lieten zien, dat de Duitsche regeering, zonder acht te slaan op de wen- schen van het Noorsche en het Zweedsche volk, aan de Noorsche en de Zweedsche re geering niet die vrijheid in zaken van bui tenlandsche politiek wil laten, waarop zij recht hebben. De Britsche regeering, aldus de nota, begrijpt de moeilijke positie der beide regeeringen wegens de bedreigingen er. pressie van Duitschland, doch, hoewel ztf ten volle deze moeilijke positie begrijpt kan zij slechts tot de slotsom komen, dat de Zweedsche en de Noorsche regeeringen onder de huidige omstandigheden niet in ieder opzicht als vrije organen kunnen rea- geeren of, zooals de Fransche tekst dat uit drukt: de beide regeeringen bezitten geen volledige onafhankelijkheid. Behalve dit feit kunnen de geallieerde regeeringen de huidige situatie, welke met zich brengt, dat Duitschland van Noorwegen en Zweden be langrijke middelen voor zijn oorlogsvoering en dat Duitschland tot nadeel en gevaar van de geallieerde mogendheden in deze landen voordeelen genoot, niet langer dul den. Daarom zijn zij van meeninig, dat thans de tijd is gekomen om aan de Noonsobe regeering duidelijk te verklaren, dat de geallieerde regeerimgen zekere vitale eisehen zullen handhaven en deze eisehen zullen verdedigen op iedere manier, welke zij zelf noodig oordeelen. De beide regeeringen noemen dan deze eisehen op. Ik, aldus Koht, zal slechts die opnoemen, die een inleiding vormden op den maatre gel, welken de geallieerden hebben geno men. De geallieerde regeeringen verklaren in haar nota's, dat zij verplicht zijl. gepaste maatregelen te nemen om naar belangen te verdedigen, indien de Noorsche regee- rimg zal weigeren of beperken die voor deelen voor handel en scheepvaart, welke de geallieerde regeeringen noodzakelijk achten voor haar oorlogsvoering en welke, naar haar meening, een neutrale regeering redelijkerwijze zal goedkeuren. De nota vervolgt met te zeggen, dat de geallieerden evenzeer strijden voor het voordeel der kleine naties als voor hun eigen zaak en dat zij niet kunnen dulden, dat hun vorderingen zullen worden be lemmerd door tegenslagen als gevolg van voordeelen, welke Duitschland van Noor wegen en Zweden geniet. Daarom behouden zij zich het recht voor maatregelen te nemen, welke zij noodig achten om Duitschland te verhinderen uit deze landen middelen of voordeelen te ont vangen, welke Duitschland zullen ten goe de komen bij zijn oorlogsvoering of nadee- lig zijn voor de geallieerden. Ik heb zoowel den Britschen als den Fransohen gezant gezegd, dat er geen re den is, de Noorsche regeering er van te be schuldigen niet een vrije of onafhankelijke regeering te zijn. Ik zeide te gelooven, dat het niet fair is, aan de Noorsche regeering op die wijze te schrijven. Ik voegde hier aan toe. dat er geen reden is te kennen te geven, dat de Noorsche regeering niet de overeenkomsten zou eerbiedigen, wel ke Noorwegen onlangs op het gebied van handel en scheepvaart heeft onderteekend. Doch overigens kon en wilde ik niet di rect antwoorden en bovendien heb ik niets gezegd over de maatregelen, welke in over weging waren. Zaterdag heb ik de nota aan de regee ring voorgelegd. Ik heb met den Zweed- schen minister van buitenlandsche zaken getelefoneerd. Wij zijn overeengekomen de antwoorden volgens dezelfde richtlijnen voor te berei den, dooh, aleer de antwoorden konden worden verzonden, hebben zich nieuwe ge beurtenissen voorgedaan, welke een vol komen nieuwe situatie hebben geschapen. Om vijf uur vanochtend hebben de Brit sche en de Fransche gezant het ministerie van buitenlandsche zaken opgebeld en ge legd, dat zij een nieuwe nota hadden ont- /angen. Drie kwartier later kwamen zij op het ministerie en overhandigden deze nota, waarin werd verklaard, dat hun re geeringen direct een verklaring zouden pu- bliceeren, hierop neerkomende, dat in ze kere gebieden ter hoogte van de Noorsche kust mijnen werden gelegd. Koht haalde vervolgens de reeds beken de nota aan. „Ik zal niet veel zeggen over de denkbeelden en gedachten, welke aan die nota ten grondslag liggen", aldus ver volgde Koht De eene schending en de andere schen ding worden alleen ten uitvoer gelegd, om dat zij de macht hebben dat te doen. De Westersche mogendheden brengen den oorlog naar Noorsch grondgebied over, omdat zij denken, dat zij door zoo te doen, den oorlog gemakkelijker kunnen winnen. De Noorsche regeering heeft vandaag direct een verklaring gepubliceerd en de antwoorden, aan Groot-Brittannië en Frankrijk gezonden, hebben denzelfden in houd als die verklaring. Mijnheer de president, aldus besloot Koht, ik heb aan die verklaring geen t-nkel woord toe te voegen. VERKLARING GOEDGEKEURD. Hambro, de president van het Storting, gaf uitdrukking aan zijn vertrouwen, dat het Storting met algemeene stemmen de redevoering van Koht zou goedkeuren. Hij gaf ook uitdrukking aan de hoop, dat de regeering er in zou slagen de moeilijk heden, waarvoor het land geplaatst is, weg te nemen en dat de oude en beproefde vriendschap niet te zeer in gevaar zou wor den gebracht. Het Storting heeft met algemeene stem men zijn goedkeuring aan de verklaring gehecht. HET NOORSCH PROTEST IN LONDEN. De Noorsche gezant heeft gistermiddag een bezoek gebracht aan den Britschen mi- Een ^Duitóche Men wilde den geallieerden vóór zi|n De Duitsche regeering heeft aan de Noor sche en aan de Deensche regeering het vol gende memorandum gezonden: Ondanks den oprechten wensch van het Duitsche volk en zijn regeering, met het Engelsche en het Fransche volk in vrede en vriendschap te leven, en ondanks het ont breken van iederen redelijken grond tot wederzijdschen strijd, hebben de macht hebbers in Londen en Parijs het Duitsche volk den oorlog verklaard, met de ontkete ning van dezen door hen sedert lang voor bereiden, tegen het voortbestaan van het Duitsche Rijk en het bestaan van het Duit sche volk gerichten aanvalsoorlog, hebben Engeland en Frankrijk ook tegen de neu tralen den zee-oorlog geopend. Terwijl zij aanvankelijk, met volkomen miskenning der primitiefste regels van het Volkenrecht trachtten, de hongerblokkade tegen Duitsche vrouwen, kinderen en grijs aards in te stellen, onderwerpen ^j tege lijkertijd ook de neutrale staten aan hun niets ontziende blokkademaatregelen. Het onmiddellijk gevolg van deze door Engeland en Frankrijk ingevoerde, in strijd met het Volkenrecht zijnde, strijdmetho- den, waaraan Duitschland met zijn afweer- maatregelen het hoofd moest bieden, was de zeer ernstige schade voor de neutrale scheepvaart en den neutralen handel. Daar enboven bracht dit Engelsch optreden het neutraliteitsbegrip zelve een vernietigen den slag toe. Van zijn kant heeft Duitschland er ech ter naar gestreefd, de rechten der neutralen te eerbiedigen door den zee-oorlog te be perken tot de tusschen Duitschland en zijn tegenstander liggende zeegebieden. Daar entegen is Engeland, met het doel het ge vaar van zijn eilanden af te wenden en te gelijkertijd den handel van Duitschland met de neutralen onmogelijk te maken, meer en meer er toe overgegaan den zee-oorlog te brengen tot in de wateren der neutralen. In overeenstemming met deze echt-Brit- sche oorlogsvoering heeft Engeland in voortdurend toenemende mate met flagran te schending van het Volkenrecht ook in de territoriale wateren en gebieden van Denemarken en Noorwegen ter zee en in de lucht oorlogshandelingen gepleegd. Duitschland heeft deze ontwikkeling van den aanvang van den oorlog af voorzien. Het heeft door zijn binnen- en buitenland sche economische politiek weten te berei ken, dat de hongerblokkade, die Enge land tegen het Duitsche volk ten uitvoer heeeft willen leggen, en de pogingen den Duitschen hande' met de neutra'e staten onmogelijk te maken, mislukt zijn. Hierdoor is de laatste maanden steeds duidelijker de volkomen mislukking van de Britsche blonkade-politiek aan den dag ge treden. Deze ontwikkeling airmede het ont breken van kansen op succes van een recht- streeksclien aanval op de Duitsche verster kingen in het Westen en de in Engeland en Frankrijk voortdurend toenemende zorgen als gevolg "an de geslaagde Duitsche tegen aanvallen ter zee en in de lucht hebben den laatsten tijd in toenemende mate er toe Kardinaal Ver dier, sinds 19.29 aartsbis schop van Parijs, is hedenmorgen op 76- jarigen leeftijd overleden. nister van buitenlandsche zaken, lord Ha lifax, op het departement van buitenland sche zaken. Naar verluidt heeft hij een protest ingediend tegen het leggen van mij nen in de Noorsche wateren. In een ander telegram zegt Reuter, dat de Noorsche gezant, toen hij gistermiddag een bezoek aan minister Halifa bracht, geen protest heeft ingediend. DE CONTROLE DER ENGELSCHE OORLOGSBODEMS. Uit Molde wordt gemeld, dat visschers van Hustad mededeelen, dat vier vreemde oorlogrschepen gistermorgen om 7 uur de kust zijn genaderd. Zij hielde alle schepen aan om ze te controleeren. Later arriveerde een Noorsche torpedoboot, waarop de vreemde oorlogsschepen zich terugtrokken. xecfitoawcdiging. geleid, dat beide landen trachten, met alle middelen het oorlogstooneel naar het neu trale vasteland in en buiten Europa over te brengen. Dat Engeland en Frankrijk hierbij in de eerste plaats het grondgebied van de klei ne Europeesche staten op het oog hebben, spreekt overeenkomstig de Britsche tradi tie vanzelf. Volkomen openlijk hebben de Britsche en Fransche staatslieden de laat ste maanden de uitbreiding van den oor log tot deze gebieden tot strategische grond gedachte van hun oorlogvoering geprocla meerd. De eerste gelegenheid hiertoe bood het Russisch-Finsche conflict. De Britsche en de Fransche regeeringen hebben volko men openlijk te kennen gegeven, dat zij bereid waren, zich met militaire strijd krachten in het conflict tusschen de Sovjet Unie en Finland te mengen en daarvoor het gebi'ed der Noordsche staten als opera tiebasis te gebruiken. Alleen de tegen haar wenschen en verwachtingen snel tot stand gekomen vrede in het Noorden heeft belet, dat zij destijds reeds aan dit besluit uit voering gaven. Zoo de Britsche en Fransche staatslieden later verklaarden, dat zij het tenuitvoerleggen van de actie afhankelijk wilden maken van de toestemming der betrokken Noorsche staten, dan is dit een grove onwaarheid. De rijksregeering heeft het documentaire bewijs in handen, dat Engeland en Frankrijk gemeenschappelijk ht bben besloten, de actie via het gebied der Noordsche staten eventueel ook tegeh hun wil ten uitvoer te brengen. Het beslissende punt is echter het vol gende: Uit de houding van de Fransche en de Engelsche regeering voor en na den Russisch-Finschen vrede en uit de ter be schikking van de Duitsche regeering staan de documenten blijkt onomstootelijk, dat het besluit, F:nland tegenover Rusland te orengen, daarenboven nog aan verdere plannen dienstbaar moest worden gemaakt. Het daarbij door Engeland en Frankrijk tr. Scandinavië nagestreefde doel is daar enboven en ir. de eerste plaats: 1. Duitschland door de bezetting van Narvik van zijn noordelijken ertstoevoer af te snijden, en 2. Door ontscheping van Britsch-Fransche strijdkrachten in de Scandinavische landen een nieuw front te vermen om Duitschland van het Noorden uit in de flank te kun nen aanvallen Hierbij moeten de landen van het Noor den voor de Engelsch-Fransche troepen als gevechtsterreir dienen, terwiil den Noord- schen volken volgens oude Engelsche tra ditie de rol van hulp- en soldenierstroepen toegedacht. Toen dit plan door den Rusrisch-Fin- schen vrede voorloopig verijdeld was, werd Let de Duitsche regeering steeds duidelij ker, dat Engeland en Frankrijk bepaalde pogingen ondernamen, om hun plannen binnenkort in anderen vorm te verwezen lijken. Voortdurend gedreven door den wensch een interventie in het Noorden >joot te bereiden, hebben dan ook de Britsche en de Fransche Regeering de laat- rte weken volkomen openlijk de stelling geproc'ameerd. dat er in dezen oorlog geen neutraliteit behoeft te zijn en dat het de plicht der kleine landen is, daadwerkelijk deel te nemer, aan den oorlog tegen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5