ZATERDAG 6 APRIL 1940 Ut LEIU5LHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 RECHTZAKEN HAAGSCH GERECHTSHOF Twee maanden gevangenisstraf voor valsche oormerken. W. C. v. d. V. te Alphen a. d. R ij n, was in eerste instantie veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf omdat hij voor het merken van zijn varkens valsche oor merken had gebruikt. Hij was van dit von nis in hooger beroep gekomen bij het Haagsche Gerechtshof, alwaar de procu reur-generaal het vonnis juist gewezen achtte en bevestiging had gevraagd. Het Hof, vonnis wijzende, veroordeelde verdachte eveneens tot twee maanden ge vangenisstraf. Verpleegster aangereden. A. v. d. W. uit Ha zerswoude had te Voorschoten een ernstig ongeluk ver oorzaakt, doordat hij, op een opgebroken weggedeelte, geen voorrang had verleend aan een hem, op de fiets, tegemoet komen de verpleegster, die voorrang had. De ver pleegster was bij deze gelegenheid ernstig gewond gewordep. De rechtbank had ver dachte veroordeeld tot veertien dagen ge vangenisstraf van welk vonnis de procu reur-generaal in hooger beroep bevestiging had gevraagd. Ook het Hof veroordeelde verdachte tot veertien dagen gevangenisstraf. Onvoorzichtig motorrijder. De vertegenwoordiger W. H. uit Amster dam was door de Haagsche rechtbank ver oordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf en zes maanden intrekking van zijn rijbewijs, omdat hij te Wassenaar met zijn mo torrijwiel, een andere motorrijder, G, A. C. G. A. uit Leidschendam, had aan gereden, waardoor deze gewond was ge raakt. De procureur-generaal wilde het, gezien de situatie ter plaatse, die moeilijk is, voor ditmaal met een geldboete af laten loopen en de eisch werd, vernietiging van het von nis der rechtbank en opnieuw rechtdoen de een geldboete van f 75 subs. 75 dagen. Het Hof zal over 14 dagen vonnis wij zen. HAAGSCHE RECHTBANK In den drukken dorperwten-tijd. In den drukken doperwten-tijd. te Leiden, J. W. S. te Leiden, was door den Leidschen kantonrechter veroordeeld tot een totale geldboete van f 27, omdat hij negen personen overwerk had laten ver richten zonder de vereischte toestemming. De officier bij de Haagsche rechtbank eischte in hooger beroep bevestiging van dit vonnis. De verdediger van verdachte, mr. Nord Thomson uit Leiden, wees er in een uit voerig pleidooi op, dat hier van overmacht sprake is. In den drukken tijd komt het wel eens voor, dat er ontzaglijke partijen doperwten worden aangevoerd, die dadelijk verwerkt moeten worden, anders treedt er bederf op. Verwerkte men eerst 10.000 K.G. per dag, toen moest ér 20.000 K.G. per dag verwerkt worden, omdat door het warme weer alles tegelijk aangevoerd werd. Toen men zag dat men niet tijdig klaar zou kunnen komen, omdat er maar steeds weer doperwten aangevoerd werden, had men tijdig een verzoek om overwerk-ver- gunning ingediend, maar inmiddels was de inspectie al verschenen, die verbaal op maakte. Het gaat hier niet zoozeer om de geldboete, dan wel om het principieele van het geval en preiter haalde daartoe eeni- ge arresten vai> den Hoogen Raad aan, zul ke gevallen betreffende, o.a. een kersen- kwestie van de Hero-fabrieken. Het slot van het pleidooi was dan ook vrijspraak voor verdachte, subs, ontslag van rechts vervolging. Uitspraak over 14 dagen. Vrijspraak in hooger beroep. De architect R. R. uit Rijswijk was door den Leidschen kantonrechler veroordeeld tot een geldboete van 15 subs. 5 dagen, Het stroopersdrama te Waddinxveen Verdachte blijft onschuld volhouden De derde zittign wijdt het Gerechtshof te Amsterdam aan de berechting van het stroopersdrama, dat zich in den nacht van 4 op 5 October 1938 te Waddinxveen afspeelde. Twee stroopers de landarbeider A. R. en zijn baas W. H. werden bij hun nach telijken tocht aangehouden door den rijks veldwachter C. van der Hoef. „Halt, politie", riep 9e veldwachter den stroopers toe. Een seconde later viel een schot. De veldwach ter kreeg het schot hagel in den rechter arm. Hevig bloedend zakte hij eenige oogenblikken later ineen.Uren later werd hij gevonden, zijn toestand was ernstig. Het bovenarm vertoonde een gecompliceerde breuk. Tot heden tot is de man onder dokters behandeling, zijn arm zit in een gipsver band en het is zeer onzeker of het ooit ge heel terecht zal komen. De beide stroopers werden den volgen den dag aangehouden. De landarbeider gaf toe, dat het schot uit zijn geweei was afgevuurd, maar hij ontkent opzettelijk te hebben geschoten. De landarbeider werd door de Rechtbank te Rotterdam tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens poging tot doodslag, zijn baas, die de lichtbak had gedragen, werd van medeplichtigheid vrijgesproken. Het Gerechtshof te Den Haag verhoogde de straf van den arbeider tot tien jaar. Toen kwam de zaak voor den Hoogen Raad, die het arrest van het Hof bevestigde en de zaak verwees naar het Hof te Amster dam.- Op 29 Februari begon het Amsterdam- sche Hof met de behandeling van deze zaak, die op 13 Maart werd voortgezet om vandaag opnieuw te worden vervolgd. Een legio aantal getuigen, zoowel van de zijde van het O. M. als door den verdediger mr. B. F. J. Simon uit Utrecht opgeroepen, zijn reeds gehoord. Hartstochtelijk hield de ver dachte steeds vol: het was een ongeluk, een reflexbeweging, niets anders. Thans wordt het getuigenverhoor voort gezet. Weer wordt rijksveldwachter van den Hoef voor het hekje geroepen. Ook op de eerste zitting is hij gehoord, doch de twee de zitting was hy door ziekte verhinderd. Hij draagt zijn arm nog steeds in het gips verband. De verdediger mr. Simon heeft een lijst gestuurd aan het Gerechtshof met 158 vra gen die hij aan getuige van den Hoef wenscht te stellen. Van den Hoef, zegt de president, ik zal u maar een leuningstoel laten brengen, want meneer Simon wil u 158 vragen stel len. Begint u maar, meneer Simon. Mr. Simon: Had u al eens eerder de ron de gedaan om op stroopers te loeren. Getuige van der. Hoef: Meermalen. Verdediger: Alleen? Getuige: Ja. De verdediger doet dan vragen over het weer, de route, afspraak met andere veld wachters enz. Pres.: Is dat nu allemaal van belang in deze zaak, meneer Simon? Van belang in deze zaak is alleen maar de vraag of ver dachte met opzet of bij ongeluk geschoten heeft. De verdediger houdt vast §an zijn vragen- omdat hij op 14 Augustus van het vorig jaar, omstreeks half zes, op het kruispunt LammeschanswegKoninginnelaan Zee manlaan te L e i d en met zijn auto een motorrijwiel had aangereden, bestuurd door L. P. Stam uit Voorhout, terwijl op de duozitting diens broeder zat. Verdachte voerde in hooger beroep voor de rechtbank aan, dat hij uit moest wijken voor een wielrijder, die plotseling in den weg kwam. En aangezien verdachte dit door getuigen aannemelijk kon maken, eischte de officier vernietiging van het vonnis van den kantonrechter en vrij spraak voor de verdachte. Uitspraak over 14 dagen. BIOSCOPEN TE LEIDEN THEATER HOOFDFILMS INHOUD AAN VANGSULi. KEURING Duistere machten (James Cagney, Mae Clarke). Tucson, d-i onover winlijke. Het Lied van de Vrijheid. (Nelson Eddy, Victor Mc Laglen). Rigolboche (Mistin- guett). De laatste kus (Bette Davis, Mirjam Hop kins). Onthullingen van een Spion (Ralph Bellamy, Fay Wray) Trader Horn (Harry Carey, Ed wine Booth) Eerlijk duurt het langst (Frank Mor gan, Florence Rice). Speelfilm Avontuur Speelfilm Revue Dramatisch Spionnage Avontuur Detective Dag. uur; Zondag 47 en 8—11 uur. Matir.ée Zaterdag en Woensdag 2.30 uur. Dag. 8.15 u., Zondag doorl. voorst. 27 uur; Matinée Zater dag en Woensdag 2.30 uur. Dag. 8 uur; Zondag doorl. voorst. 27 u. Matinée 2 uur iede- ren dag behalve Vrijdag. Dag. 8 uur; Zondag doorl. 27 uur; Matinée eiken werk dag 2 uur. Toelaatbaar v volwassenen Goedgekeurd v volwassenen Afgekeurd lijst. „Al die vragen zijn m.i. van balang.." Verdediger: Om half twee, zegt u, kwam u bij den onderweg. Even later zag u het schijnsel van den lichtbak.... Getuige: Ja. Verdediger: Maar verdachte en zijn baas zijn pas om twee uur van huis gegaan. De veldwachter beschrijft dan opnieuw, hce hij de stroopers zag, hij volgde het tweetal en zag, dat de langste het geweer droeg. Verdediger: Hoe droeg hij het geweer? De veldwachter staat op en demonstreert hoe de strooper het geweer in den arm hield. Een kwartier lang volgde hij het tweetal, zoo nu en dan wisselden de stroopers een paar woorden. De verdediger wil weten, of de veld wachter zich op eventueele tegenstand van de stroopers had voorbereid. Waar droeg hy zijn revolver? In het foudraal; dat had ik voor mijn lichaam geschoven, verklaart van den Hoef. Hij vertelt hoe hij de mannen een oogen- blik met zijn lantaarn belichtte, hij liep snel door en riep: „Halt politie". Vervol gens gaat de verdediger uitvoerig in op de verhooren, die aan den veldwachter zijn afgenomen en hij bespreekt met den veld wachter de foto's van de reconstructies een paar dagen na het gebeurde. De op stelling, zooals de foto's die aangeeft, noemt de veldwachter volkomen onjuist. De foto's te Rotterdam gemaakt op last van den rechter-commissaris noemt getuige beter, al wijken ook deze op enkele punten van de werkelijkheid af. De president stelt, nadat de veldwachter bijna drie kwartier op de vragen van den verdediger heeft ge antwoord, stelt president mr. Jolles voor, om dit verhoor te schorsen: „Dan kan de veldwachter uitrusten, we hebben nu 57 van de 158 vragen gehad. Dan wordt dr. Hemming uit Waddinx veen gehoord; hij heeft den veldwachter de eerste hulp verleend. Getuige herinnert zich niet precies meer op welke plaats de. armwonde zat. Hij heeft slechts voorloopig geholpen. De veldwachter was daarna haar het ziekenhuis vervoerd. Wethouder J. van Tol uit Waddinxveen wordt gehoord in verband met het op ver zoek van de verdediging uitgebrachte re- classeringsrapport. De reclasseeringsambtenaar had daartoe ook te Waddinxveen inlichtingen ingewon nen, waar zoowel de burgemeester als de wethouder zich minder gunstig over van Tol uitlieten. De ambtenaar schreef in zijn rapport, dat hij den burgemeester niet objectief vond in zijn oordeel over ver dachte en een ongunstige qualificatie van wethouder van T. had de ambtenaar niet in zijn rapport vermeld. Pres. (tot getuige) hebt u gezegd, dat verdachte een gluiper was? get. van Tol: „Ja, dat was mijn meening. Mr. Jolles: Vindt u dat nog? Getuige aarzelt: Het was meer een vage indruk, hij is een stille man. Pres.: Die het achter de mouw heeft dat verstaat men onder een gluiper. Get. (aarzelend) Ja Pres.: De reclasseeringsambtenaar her innerde zich die uiting van u niet. De wethouder vindt dat vreemd. Op een vraag van mr. Simon zegt ge tuige nog, dat verdachte als een kalm man bekend staat. Verdediger: Juist, zoo is het. Pres.: Maar van een strooper kan men de gekste dingen verwachten. Na de pauze wordt het verhoor van veld wachter Van den Hoef voortgezet. De ver dediger vervolgt zijn reeks vragen. Toen het schot viel had de veldwachter zijn zaklantaarn laten vallen. Hij had hem nog opgeraapt Verdediger: Belichtte de vluchtende stroopers niet? Neen, dat had de veldwachter niet ge daan. Direct na het schot was ook het licht van de lichtbak verdwenen. Verdediger: Dus toen was het pikdonker. En hebt u toen toch nog kunnen zien, wat verd. deed? Getuige: Verd. bleef nog even staan, de kleinste, die de lichtbak droeg, ging er van door. Verdediger: En u zag nog, dat verd. zijn pet over de oogen trok? Ja, dat had de veldwachter ook nog kun nen waarnemen. Verdediger: Waarom bleef verd. met het geweer staan, naaat het schot gevallen was? Veldwachter: Ik denk, dat hij bang was. Verdediger: U had toch u\y revolver niet in de hand. Veldwachter: Neen, ik riep om hulp. Verdediger: Nu, dan is het onverklaar baar, dat u denkt, dat verd uit angst bleef stran. Pres.: Iemand die om hulp roept kan ook wel schieten. Getuige vertelt dan nog, dat verd. met het geweer in aanslag achteruitliep en hurkte in een greppel, die een meter of zestien verder vas. Verdediger: U kon dus zien wat hy deed, maar u kon hem niet herkennen. Verdediger (tot getuige): U denkt, dat de strooper u wilde dooden, maar Is het dan niet vreemd, dat verd. geen tweede schot loste, toen hij op anderhalve meter afstand van u stond. Bovendien raakte hij u in den arm en niet op een gevaarlijke plaats, terwijl hy vlak bij u stond. Dat .vijst toch niet op opzet! Getuige blijft er bij, dat verd. het ge weer aan den schouder bracht en op hem mikte. Verdediger: Dat moet dan wel bliksem snel zijn gebeurd. U liep op een draf ach ter de stroopers aan en op 5 M. afstand riep u, terwijl u hard liep: „Halt, politie", Het verhoor van den veldwachter is ten einde en de president concludeert, dat de getuige volhoudt, dat verdachte zich om keerde, het geweer aan den schouder bracht, richtte en vuurde, daarbij mikkende op de borst van den veldwachter. Vervolgens trok Acïit jaar wegens spionnage DE HAAGSCHE SPIONNAGEZAAK. Gisteren stond wegens spionnage voor de Rotterdamsche rechtbank terecht de vijf tigjarige ir. F. W. J. H. Sturm, van Duit- sche afkomst, die, zooals men weet, een belangrijke rol heeft gespeeld in de Haag sche spionnagezaak, waarbij mr. B., en mr. Van H. en echtgenoote zijn veroordeeld. Aan Sturm is ten laste gelegd overtre ding van de artikelen 45 en 98 W. v. S.: poging tot opzettelijk openbaar maken aan een buitenlandsche mogendheid en het me- dedeelen of in handen spelen van berich ten of inlichtingen omtrent zaken, waar van geheimhouding in het belang van den staat wordt geboden. De zaak werd met gesloten deuren be handeld. Het O.M werd waargenomen door mr. J. C. V. Meischke. President is mr. H. de Bie. Als getuigen waren opgeroepen dr. Th. P.- van der Kooy, van het departement van Econmische Zaken, de kapitein van den generalen staf, J Daniels, en bovenge noemde mr. van H. Verdediger was mr. D. A. Van der Lin den. De hooge straf, die tegen ir. S. geëischt werd, vindt oorzaak in een samenloop van feiten, waardoor de maximum straf van jaar met een derde werd verhoogd. In zijn requisitoir bracht de Officier van Justitie naar voren, dat S. reeds eëns is veroordeeld wegens bigamie en oplichting. De uiitspraak is 17 April. Echtpaar v. H. ziet van hooger beroep af. De referendaris aan het departement van Sociale Zaken, G. W. F. van H., die in verband met de Haagsche spionnage-zaak is veroordeeld tot 2 jaar en 7 maanden ge vangenisstraf, zal van dit vonnis niet in hooger beroep gaan. Naar verluidt zou ook de echtgenoote van Van H., die zooals bekend is ver oordeeld tot 1 jaar en 6 maanden gevange nisstraf, in het vonnis hebben berust en van hooger beroep hébben afgezien. verd. zich terug, het geweer in aanslag.... Ja, zegt de veldwachter, zoo is het ge beurd. Onmogelijk, dat hy dat gezien heeft, roept verdachte. Ten eerste heb ik het niet ge daan, is het niet zoo gebeurd en ten twee de was het pik- en pikdonker. Gelukkig is het heel anders gebeurd. En zich rich tende tot den veldwachter daar ben ik dankbaar voor, want, was het gebeurd zoo als u ze.gt, dan zoudt u dood zyn geweest; dan had ik hier als moordenaar gestaan. Pres. (tot verd.): Dus u blijft er bij, dat het geweer bij ongeluk is afgegaan, toen u zoo schrok van den veldwachter. Demon streert u het eens. Op een tafeltje liggen eenige looden pop petjes en de verdachte stelt de figuurtjes op Een miniatuur reconstructie, die geen verandering in de verklaringen van ver dachte of hoofdgetuige brengt over de wij ze, waarop de stroopers liepen ten opzichte van elkaar. De tweede getuige, die door den verde diger met vragen wordt bekogeld, is de baas van verd., de man, die dien nacht de lichtbank droeg. Hij blijft bij zijn reeds afgelegde verkla ringen. De zitting wordt dan geschorst tot 26 April a.s. Gewerengroeiden in den tuin. Gisteren verscheen voor het hekje van het Kantongerecht te Alphen H. B., wo nende te Ter Aar, thans gedetineerd, die reeds verscheidene veroordeelingen van overtredingen inzake Crisis-zuivelwet, Drankwet, Jachtwet en Wapenwet achter den rug heeft. Thans was hem ten laste gelegd het voorhanden hebben van vuurwapenen en munitie, welke verdachte achter in zijn tuin verborgen had in den grond onder een bos riet en stroo. Verdachte voerde aan dat ze gevonden waren in den tuin van zijn buurman en dat hij van niets wist. De verbalisant, hierna als getuige ge hoord, bevestigde zijn proces-verbaal en zeide, dat de wapens gevonden waren in den tuin bij verdachte in gebruik. De uitspraak luidde f 30 subs. 20 dagen met vernietiging van de vuurwapens en de munitie, tegen welk vonnis verdachte ter stond hooger beroep instelde. Weer eens die hinderlijke Hinderwet. De firma Boot, die haar vergunning van B. en W. door de Kroon zag vernietigd, zoodat die vergunning voor het pneuma tisch klinken met een luchtcompressor van 10 P.K. voor alle pneumatischen arbeid, na ingesteld beroep bij de Kroon door en kele inwoners, alsnog werd geweigerd, waarbij gegrond werd verklaard het be roep van genoemde appellanten, heeft op 4 Januari 1940 een gerechtelijke vervolging voor ditzelfde feit uitgelokt door weer een of meer arbeiders pneumatisch te laten klinken en de politie alhier te waarschu wen, dat er weer geklonken werd, zoodat prompt een proces-verbaal volgde en wel tegen de vier directeuren der diverse scheepswerven alhier. Deze vier zaken dienden heden voor den Kantonrechter, waarbij als gemachtigde van verdachten mr. Nord Thomson optrad. Daar reeds verscheidene malen uitspraak over deze kwestie betreffende overtreding der Hinderwet voor dit Kantongerecht is geweest, welke alle na hooger beroep zijn bevestigd door de Rechtbank, blijft er slechts één uitweg over, volgens dien raadsman, dat aan verdachten de gelegen heid wordt gegeven om bij den Hoogen Raad in cassatie te komen van een even tueele veroordeeling. De verdediger wilde nu niet nogmaals het kinderlijke van dege nen, die bij de Kroon in bercep zijn gegaan van voormeld besluit van B. en W. laken, doch wilde zich slechts bepalen bij den inhoud van artikel 15, 3e lid der Hinder wet waarin staat „dat de Kroon beslist op een- ingesteld beroep, (na gehoord den Raad van State afdeeling geschillen van Bestuur) binnen drie maanden, nadat het beroep is ingesteld, bij een met redenen omkleed besluit genomen, mits zij vooraf bij afzonderlijk besluit mocht zijn ver- aagd". Op 13/17 November 1937 is door B. en W. vergunning verleend voor pneumatisch klinken met 10 P.K. aandrijving, welke 2 jaar later pas door den Raad van State werd vernietigd. Dit is in strijd met de ratio van artikel 15 der Hinderwet. De bedoeling van voorgaand artikel is toch om partijen niet te lang in onzeker heid te laten. Zij kan wel uitstellen, doch dan bij afzonderlijk besluit, maar niet, zooals hierbij het geval geweest is, slechts in het voorjaar van 1938 een besluit tot verdaging nemen en daarna niets meer van zich laten hoor en, waardoor cp die wijze een wetsartikel illusoir gemaakt kan wor den door onbepaald verdagen, Ook moe ten bij zoo'n verdaging de redenen zijn aan aangegeven daartoe. Nu deze verda ging langer dan drie maanden geduurd heeft, had er, volgens pleiters meening, geen besluit meer genomen mogen worden, zoodat de vernietiging door de Kroon in strijd is met de bedoeling van artikel 15 der Hinderwet, waardoor de verleende vergunning van B. en W. van kracht geble ven is, zoodat de verdachten met vergun ning hebben laten klinken. De verdediger vroeg hierop een schrifte lijke uitspraak, waarop door den Kanton rechter het schriftelijk vonnis in deze vier zaken werd bepaald op 19 April 1940. LUCHTVAART DE „XEMA" TERUG. De eerste retourvlucht naar Lissabon. Vrijdagmiddag is de'Xema, die P.H.A.R.X. het eerste vliegtuig, diat de retourpost- vlucht naar Lissabon beeft volbracht op Schiphol aangekomen. Het vliegtuig was Vrijdagochtend om half zeven, Nederlandi- sche tijid, uit Lissabon vertrokken naar Oporto. Tegen negen uur vertrok het we derom van deze plaats en passeerde een uur later Kaap Finisterre. In drie uur tijd volbracht het den toch over de Golf van. Biscaye. Om vijf minuten over vier werd het gesignaleerd te Haamstede en am 'half vyf landde het op Schiphol. Behalve de bemanning, die bestond uit de heeren Parmentier, Van Balkom, Th. Bellum, marconist en R. Smit, werktuig kundige, bevond zich ook de heer H. Brinkhuis aan boord van de Xema. De heer Brinkhuis is gezagvoeder van de K.L.M. en is ongeveer drie en een halve maand te Lissabon gestationneerd geweest ter voor bereiding van dtui postdienst, die verbin ding geeft met de Clipper uit Amerika. DE POSTVLUCHTEN OP NED. INDIë. De positie van de K.L.M. postvliegtuigen op de Indië-lyn was gisteravond als volgt: Op de uitreis bereikten de „Nandsi" met gezagvoerder Smirnoff Rangoon en de „Wielewaal" met gezagvoerder Gravis Alexandrie. Deze vliegtuigen worden on derscheidenlijk 7 en 10 April te Batavia verwacht. Op de thuisreis landden de „Emoe" met gezagvoerder Verhoeven te Alexandrie en de „Reiger" met gezagvoerder von Wey- other te Rangoon. Deze toestellen wonden respectievelijk 6 en 9 dezer te Napels ver wacht. KERKNIEUWS BENOEMINGEN IN HET BISDOM 's-BOSCH. Z. H. Exc. de Bisschop van 's-Hertogen- bosch heeft benoemd tot Kanunnik van het Hoogw. Kapittel der Kathedrale Basiliek van St. Jan te 's-Hertogenbosch, tot deken van het dekenaat Nijmegen en pastoor der parochie „H Antonius" te Nijmegen den hoogeerw. zeergel. heer dr. J. P. Chr. M. Teulings onder verleening van eervol ont slag als deken en pastoor te Beek-Ubber- gen. Verder zyn benoemd: tot deken van het dekenaat en pastoor der parochie Beek-Ubbergen de zeereerw. heer J. P. J. van Loon; tot secretaris van het bisdom 's-Herto genbosch de weleerw. heer P. W. Th. Coo- len, die kapelaan was te 's-Hertogenbosch (H. Petrus); tot pastoor te Hatert de zeereerw. heer A. P. W. van Thiel onder verleening van eervol ontslag als pastoor te Leuth; tot nastdor te Leuth de weleerw. heer G. A. Vermeer, die kapelaan was te Box tel (H. Hart).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10