ZATERDAG 6 APRIL 1940
Ut LEIU5LHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
RECHTZAKEN
HAAGSCH GERECHTSHOF
Twee maanden gevangenisstraf
voor valsche oormerken.
W. C. v. d. V. te Alphen a. d. R ij n,
was in eerste instantie veroordeeld tot twee
maanden gevangenisstraf omdat hij voor
het merken van zijn varkens valsche oor
merken had gebruikt. Hij was van dit von
nis in hooger beroep gekomen bij het
Haagsche Gerechtshof, alwaar de procu
reur-generaal het vonnis juist gewezen
achtte en bevestiging had gevraagd.
Het Hof, vonnis wijzende, veroordeelde
verdachte eveneens tot twee maanden ge
vangenisstraf.
Verpleegster aangereden.
A. v. d. W. uit Ha zerswoude had te
Voorschoten een ernstig ongeluk ver
oorzaakt, doordat hij, op een opgebroken
weggedeelte, geen voorrang had verleend
aan een hem, op de fiets, tegemoet komen
de verpleegster, die voorrang had. De ver
pleegster was bij deze gelegenheid ernstig
gewond gewordep. De rechtbank had ver
dachte veroordeeld tot veertien dagen ge
vangenisstraf van welk vonnis de procu
reur-generaal in hooger beroep bevestiging
had gevraagd.
Ook het Hof veroordeelde verdachte tot
veertien dagen gevangenisstraf.
Onvoorzichtig motorrijder.
De vertegenwoordiger W. H. uit Amster
dam was door de Haagsche rechtbank ver
oordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf en
zes maanden intrekking van zijn rijbewijs,
omdat hij te Wassenaar met zijn mo
torrijwiel, een andere motorrijder, G, A.
C. G. A. uit Leidschendam, had aan
gereden, waardoor deze gewond was ge
raakt.
De procureur-generaal wilde het, gezien
de situatie ter plaatse, die moeilijk is, voor
ditmaal met een geldboete af laten loopen
en de eisch werd, vernietiging van het von
nis der rechtbank en opnieuw rechtdoen
de een geldboete van f 75 subs. 75 dagen.
Het Hof zal over 14 dagen vonnis wij
zen.
HAAGSCHE RECHTBANK
In den drukken dorperwten-tijd.
In den drukken doperwten-tijd.
te Leiden, J. W. S. te Leiden, was door
den Leidschen kantonrechter veroordeeld
tot een totale geldboete van f 27, omdat hij
negen personen overwerk had laten ver
richten zonder de vereischte toestemming.
De officier bij de Haagsche rechtbank
eischte in hooger beroep bevestiging van
dit vonnis.
De verdediger van verdachte, mr. Nord
Thomson uit Leiden, wees er in een uit
voerig pleidooi op, dat hier van overmacht
sprake is. In den drukken tijd komt het
wel eens voor, dat er ontzaglijke partijen
doperwten worden aangevoerd, die dadelijk
verwerkt moeten worden, anders treedt
er bederf op. Verwerkte men eerst 10.000
K.G. per dag, toen moest ér 20.000 K.G. per
dag verwerkt worden, omdat door het
warme weer alles tegelijk aangevoerd
werd.
Toen men zag dat men niet tijdig klaar
zou kunnen komen, omdat er maar steeds
weer doperwten aangevoerd werden, had
men tijdig een verzoek om overwerk-ver-
gunning ingediend, maar inmiddels was de
inspectie al verschenen, die verbaal op
maakte. Het gaat hier niet zoozeer om de
geldboete, dan wel om het principieele van
het geval en preiter haalde daartoe eeni-
ge arresten vai> den Hoogen Raad aan, zul
ke gevallen betreffende, o.a. een kersen-
kwestie van de Hero-fabrieken. Het slot
van het pleidooi was dan ook vrijspraak
voor verdachte, subs, ontslag van rechts
vervolging.
Uitspraak over 14 dagen.
Vrijspraak in hooger beroep.
De architect R. R. uit Rijswijk was door
den Leidschen kantonrechler veroordeeld
tot een geldboete van 15 subs. 5 dagen,
Het stroopersdrama te
Waddinxveen
Verdachte blijft onschuld
volhouden
De derde zittign wijdt het Gerechtshof te
Amsterdam aan de berechting van het
stroopersdrama, dat zich in den nacht van
4 op 5 October 1938 te Waddinxveen
afspeelde.
Twee stroopers de landarbeider A. R.
en zijn baas W. H. werden bij hun nach
telijken tocht aangehouden door den rijks
veldwachter C. van der Hoef. „Halt, politie",
riep 9e veldwachter den stroopers toe. Een
seconde later viel een schot. De veldwach
ter kreeg het schot hagel in den rechter
arm. Hevig bloedend zakte hij eenige
oogenblikken later ineen.Uren later werd hij
gevonden, zijn toestand was ernstig. Het
bovenarm vertoonde een gecompliceerde
breuk.
Tot heden tot is de man onder dokters
behandeling, zijn arm zit in een gipsver
band en het is zeer onzeker of het ooit ge
heel terecht zal komen.
De beide stroopers werden den volgen
den dag aangehouden.
De landarbeider gaf toe, dat het schot
uit zijn geweei was afgevuurd, maar hij
ontkent opzettelijk te hebben geschoten.
De landarbeider werd door de Rechtbank
te Rotterdam tot acht jaar gevangenisstraf
veroordeeld wegens poging tot doodslag,
zijn baas, die de lichtbak had gedragen,
werd van medeplichtigheid vrijgesproken.
Het Gerechtshof te Den Haag verhoogde
de straf van den arbeider tot tien jaar.
Toen kwam de zaak voor den Hoogen Raad,
die het arrest van het Hof bevestigde en
de zaak verwees naar het Hof te Amster
dam.-
Op 29 Februari begon het Amsterdam-
sche Hof met de behandeling van deze
zaak, die op 13 Maart werd voortgezet om
vandaag opnieuw te worden vervolgd. Een
legio aantal getuigen, zoowel van de zijde
van het O. M. als door den verdediger mr.
B. F. J. Simon uit Utrecht opgeroepen, zijn
reeds gehoord. Hartstochtelijk hield de ver
dachte steeds vol: het was een ongeluk,
een reflexbeweging, niets anders.
Thans wordt het getuigenverhoor voort
gezet.
Weer wordt rijksveldwachter van den
Hoef voor het hekje geroepen. Ook op de
eerste zitting is hij gehoord, doch de twee
de zitting was hy door ziekte verhinderd.
Hij draagt zijn arm nog steeds in het gips
verband.
De verdediger mr. Simon heeft een lijst
gestuurd aan het Gerechtshof met 158 vra
gen die hij aan getuige van den Hoef
wenscht te stellen.
Van den Hoef, zegt de president, ik zal
u maar een leuningstoel laten brengen,
want meneer Simon wil u 158 vragen stel
len. Begint u maar, meneer Simon.
Mr. Simon: Had u al eens eerder de ron
de gedaan om op stroopers te loeren.
Getuige van der. Hoef: Meermalen.
Verdediger: Alleen?
Getuige: Ja.
De verdediger doet dan vragen over het
weer, de route, afspraak met andere veld
wachters enz.
Pres.: Is dat nu allemaal van belang in
deze zaak, meneer Simon? Van belang in
deze zaak is alleen maar de vraag of ver
dachte met opzet of bij ongeluk geschoten
heeft.
De verdediger houdt vast §an zijn vragen-
omdat hij op 14 Augustus van het vorig
jaar, omstreeks half zes, op het kruispunt
LammeschanswegKoninginnelaan Zee
manlaan te L e i d en met zijn auto een
motorrijwiel had aangereden, bestuurd
door L. P. Stam uit Voorhout, terwijl
op de duozitting diens broeder zat.
Verdachte voerde in hooger beroep voor
de rechtbank aan, dat hij uit moest wijken
voor een wielrijder, die plotseling in den
weg kwam. En aangezien verdachte dit
door getuigen aannemelijk kon maken,
eischte de officier vernietiging van het
vonnis van den kantonrechter en vrij
spraak voor de verdachte.
Uitspraak over 14 dagen.
BIOSCOPEN TE LEIDEN
THEATER HOOFDFILMS INHOUD AAN VANGSULi. KEURING
Duistere machten
(James Cagney,
Mae Clarke).
Tucson, d-i onover
winlijke.
Het Lied van de
Vrijheid. (Nelson
Eddy, Victor Mc
Laglen).
Rigolboche (Mistin-
guett).
De laatste kus (Bette
Davis, Mirjam Hop
kins).
Onthullingen van
een Spion (Ralph
Bellamy, Fay Wray)
Trader Horn (Harry
Carey, Ed wine
Booth)
Eerlijk duurt het
langst (Frank Mor
gan, Florence Rice).
Speelfilm
Avontuur
Speelfilm
Revue
Dramatisch
Spionnage
Avontuur
Detective
Dag. uur; Zondag
47 en 8—11 uur.
Matir.ée Zaterdag en
Woensdag 2.30 uur.
Dag. 8.15 u., Zondag
doorl. voorst. 27
uur; Matinée Zater
dag en Woensdag
2.30 uur.
Dag. 8 uur; Zondag
doorl. voorst. 27 u.
Matinée 2 uur iede-
ren dag behalve
Vrijdag.
Dag. 8 uur; Zondag
doorl. 27 uur;
Matinée eiken werk
dag 2 uur.
Toelaatbaar
v volwassenen
Goedgekeurd
v volwassenen
Afgekeurd
lijst. „Al die vragen zijn m.i. van balang.."
Verdediger: Om half twee, zegt u, kwam
u bij den onderweg. Even later zag u het
schijnsel van den lichtbak....
Getuige: Ja.
Verdediger: Maar verdachte en zijn baas
zijn pas om twee uur van huis gegaan.
De veldwachter beschrijft dan opnieuw,
hce hij de stroopers zag, hij volgde het
tweetal en zag, dat de langste het geweer
droeg.
Verdediger: Hoe droeg hij het geweer?
De veldwachter staat op en demonstreert
hoe de strooper het geweer in den arm
hield.
Een kwartier lang volgde hij het tweetal,
zoo nu en dan wisselden de stroopers een
paar woorden.
De verdediger wil weten, of de veld
wachter zich op eventueele tegenstand van
de stroopers had voorbereid. Waar droeg
hy zijn revolver?
In het foudraal; dat had ik voor mijn
lichaam geschoven, verklaart van den
Hoef.
Hij vertelt hoe hij de mannen een oogen-
blik met zijn lantaarn belichtte, hij liep
snel door en riep: „Halt politie". Vervol
gens gaat de verdediger uitvoerig in op
de verhooren, die aan den veldwachter zijn
afgenomen en hij bespreekt met den veld
wachter de foto's van de reconstructies
een paar dagen na het gebeurde. De op
stelling, zooals de foto's die aangeeft, noemt
de veldwachter volkomen onjuist. De
foto's te Rotterdam gemaakt op last van
den rechter-commissaris noemt getuige
beter, al wijken ook deze op enkele punten
van de werkelijkheid af. De president stelt,
nadat de veldwachter bijna drie kwartier
op de vragen van den verdediger heeft ge
antwoord, stelt president mr. Jolles voor,
om dit verhoor te schorsen: „Dan kan de
veldwachter uitrusten, we hebben nu 57
van de 158 vragen gehad.
Dan wordt dr. Hemming uit Waddinx
veen gehoord; hij heeft den veldwachter de
eerste hulp verleend. Getuige herinnert
zich niet precies meer op welke plaats de.
armwonde zat. Hij heeft slechts voorloopig
geholpen. De veldwachter was daarna haar
het ziekenhuis vervoerd.
Wethouder J. van Tol uit Waddinxveen
wordt gehoord in verband met het op ver
zoek van de verdediging uitgebrachte re-
classeringsrapport.
De reclasseeringsambtenaar had daartoe
ook te Waddinxveen inlichtingen ingewon
nen, waar zoowel de burgemeester als de
wethouder zich minder gunstig over van
Tol uitlieten. De ambtenaar schreef in zijn
rapport, dat hij den burgemeester niet
objectief vond in zijn oordeel over ver
dachte en een ongunstige qualificatie van
wethouder van T. had de ambtenaar niet in
zijn rapport vermeld.
Pres. (tot getuige) hebt u gezegd, dat
verdachte een gluiper was? get. van Tol:
„Ja, dat was mijn meening.
Mr. Jolles: Vindt u dat nog?
Getuige aarzelt: Het was meer een vage
indruk, hij is een stille man.
Pres.: Die het achter de mouw heeft
dat verstaat men onder een gluiper.
Get. (aarzelend) Ja
Pres.: De reclasseeringsambtenaar her
innerde zich die uiting van u niet.
De wethouder vindt dat vreemd.
Op een vraag van mr. Simon zegt ge
tuige nog, dat verdachte als een kalm man
bekend staat.
Verdediger: Juist, zoo is het.
Pres.: Maar van een strooper kan men de
gekste dingen verwachten.
Na de pauze wordt het verhoor van veld
wachter Van den Hoef voortgezet. De ver
dediger vervolgt zijn reeks vragen.
Toen het schot viel had de veldwachter
zijn zaklantaarn laten vallen. Hij had hem
nog opgeraapt
Verdediger: Belichtte de vluchtende
stroopers niet?
Neen, dat had de veldwachter niet ge
daan. Direct na het schot was ook het licht
van de lichtbak verdwenen.
Verdediger: Dus toen was het pikdonker.
En hebt u toen toch nog kunnen zien, wat
verd. deed?
Getuige: Verd. bleef nog even staan, de
kleinste, die de lichtbak droeg, ging er van
door.
Verdediger: En u zag nog, dat verd. zijn
pet over de oogen trok?
Ja, dat had de veldwachter ook nog kun
nen waarnemen.
Verdediger: Waarom bleef verd. met het
geweer staan, naaat het schot gevallen was?
Veldwachter: Ik denk, dat hij bang was.
Verdediger: U had toch u\y revolver niet
in de hand.
Veldwachter: Neen, ik riep om hulp.
Verdediger: Nu, dan is het onverklaar
baar, dat u denkt, dat verd uit angst bleef
stran.
Pres.: Iemand die om hulp roept kan ook
wel schieten.
Getuige vertelt dan nog, dat verd. met
het geweer in aanslag achteruitliep en
hurkte in een greppel, die een meter of
zestien verder vas.
Verdediger: U kon dus zien wat hy deed,
maar u kon hem niet herkennen.
Verdediger (tot getuige): U denkt, dat
de strooper u wilde dooden, maar Is het
dan niet vreemd, dat verd. geen tweede
schot loste, toen hij op anderhalve meter
afstand van u stond. Bovendien raakte hij
u in den arm en niet op een gevaarlijke
plaats, terwijl hy vlak bij u stond. Dat
.vijst toch niet op opzet!
Getuige blijft er bij, dat verd. het ge
weer aan den schouder bracht en op hem
mikte.
Verdediger: Dat moet dan wel bliksem
snel zijn gebeurd. U liep op een draf ach
ter de stroopers aan en op 5 M. afstand
riep u, terwijl u hard liep: „Halt, politie",
Het verhoor van den veldwachter is ten
einde en de president concludeert, dat de
getuige volhoudt, dat verdachte zich om
keerde, het geweer aan den schouder bracht,
richtte en vuurde, daarbij mikkende op de
borst van den veldwachter. Vervolgens trok
Acïit jaar wegens
spionnage
DE HAAGSCHE SPIONNAGEZAAK.
Gisteren stond wegens spionnage voor
de Rotterdamsche rechtbank terecht de vijf
tigjarige ir. F. W. J. H. Sturm, van Duit-
sche afkomst, die, zooals men weet, een
belangrijke rol heeft gespeeld in de Haag
sche spionnagezaak, waarbij mr. B., en mr.
Van H. en echtgenoote zijn veroordeeld.
Aan Sturm is ten laste gelegd overtre
ding van de artikelen 45 en 98 W. v. S.:
poging tot opzettelijk openbaar maken aan
een buitenlandsche mogendheid en het me-
dedeelen of in handen spelen van berich
ten of inlichtingen omtrent zaken, waar
van geheimhouding in het belang van den
staat wordt geboden.
De zaak werd met gesloten deuren be
handeld.
Het O.M werd waargenomen door mr.
J. C. V. Meischke. President is mr. H.
de Bie.
Als getuigen waren opgeroepen dr. Th.
P.- van der Kooy, van het departement van
Econmische Zaken, de kapitein van den
generalen staf, J Daniels, en bovenge
noemde mr. van H.
Verdediger was mr. D. A. Van der Lin
den.
De hooge straf, die tegen ir. S. geëischt
werd, vindt oorzaak in een samenloop van
feiten, waardoor de maximum straf van
jaar met een derde werd verhoogd.
In zijn requisitoir bracht de Officier van
Justitie naar voren, dat S. reeds eëns is
veroordeeld wegens bigamie en oplichting.
De uiitspraak is 17 April.
Echtpaar v. H. ziet van hooger
beroep af.
De referendaris aan het departement
van Sociale Zaken, G. W. F. van H., die in
verband met de Haagsche spionnage-zaak
is veroordeeld tot 2 jaar en 7 maanden ge
vangenisstraf, zal van dit vonnis niet in
hooger beroep gaan.
Naar verluidt zou ook de echtgenoote
van Van H., die zooals bekend is ver
oordeeld tot 1 jaar en 6 maanden gevange
nisstraf, in het vonnis hebben berust en
van hooger beroep hébben afgezien.
verd. zich terug, het geweer in aanslag....
Ja, zegt de veldwachter, zoo is het ge
beurd.
Onmogelijk, dat hy dat gezien heeft, roept
verdachte. Ten eerste heb ik het niet ge
daan, is het niet zoo gebeurd en ten twee
de was het pik- en pikdonker. Gelukkig
is het heel anders gebeurd. En zich rich
tende tot den veldwachter daar ben ik
dankbaar voor, want, was het gebeurd zoo
als u ze.gt, dan zoudt u dood zyn geweest;
dan had ik hier als moordenaar gestaan.
Pres. (tot verd.): Dus u blijft er bij, dat
het geweer bij ongeluk is afgegaan, toen u
zoo schrok van den veldwachter. Demon
streert u het eens.
Op een tafeltje liggen eenige looden pop
petjes en de verdachte stelt de figuurtjes
op Een miniatuur reconstructie, die geen
verandering in de verklaringen van ver
dachte of hoofdgetuige brengt over de wij
ze, waarop de stroopers liepen ten opzichte
van elkaar.
De tweede getuige, die door den verde
diger met vragen wordt bekogeld, is de
baas van verd., de man, die dien nacht de
lichtbank droeg.
Hij blijft bij zijn reeds afgelegde verkla
ringen. De zitting wordt dan geschorst tot
26 April a.s.
Gewerengroeiden in den tuin.
Gisteren verscheen voor het hekje van
het Kantongerecht te Alphen H. B., wo
nende te Ter Aar, thans gedetineerd, die
reeds verscheidene veroordeelingen van
overtredingen inzake Crisis-zuivelwet,
Drankwet, Jachtwet en Wapenwet achter
den rug heeft.
Thans was hem ten laste gelegd het
voorhanden hebben van vuurwapenen en
munitie, welke verdachte achter in zijn
tuin verborgen had in den grond onder een
bos riet en stroo.
Verdachte voerde aan dat ze gevonden
waren in den tuin van zijn buurman en
dat hij van niets wist.
De verbalisant, hierna als getuige ge
hoord, bevestigde zijn proces-verbaal en
zeide, dat de wapens gevonden waren in
den tuin bij verdachte in gebruik.
De uitspraak luidde f 30 subs. 20 dagen
met vernietiging van de vuurwapens en de
munitie, tegen welk vonnis verdachte ter
stond hooger beroep instelde.
Weer eens die hinderlijke
Hinderwet.
De firma Boot, die haar vergunning van
B. en W. door de Kroon zag vernietigd,
zoodat die vergunning voor het pneuma
tisch klinken met een luchtcompressor van
10 P.K. voor alle pneumatischen arbeid,
na ingesteld beroep bij de Kroon door en
kele inwoners, alsnog werd geweigerd,
waarbij gegrond werd verklaard het be
roep van genoemde appellanten, heeft op 4
Januari 1940 een gerechtelijke vervolging
voor ditzelfde feit uitgelokt door weer een
of meer arbeiders pneumatisch te laten
klinken en de politie alhier te waarschu
wen, dat er weer geklonken werd, zoodat
prompt een proces-verbaal volgde en wel
tegen de vier directeuren der diverse
scheepswerven alhier.
Deze vier zaken dienden heden voor den
Kantonrechter, waarbij als gemachtigde
van verdachten mr. Nord Thomson optrad.
Daar reeds verscheidene malen uitspraak
over deze kwestie betreffende overtreding
der Hinderwet voor dit Kantongerecht is
geweest, welke alle na hooger beroep zijn
bevestigd door de Rechtbank, blijft er
slechts één uitweg over, volgens dien
raadsman, dat aan verdachten de gelegen
heid wordt gegeven om bij den Hoogen
Raad in cassatie te komen van een even
tueele veroordeeling. De verdediger wilde
nu niet nogmaals het kinderlijke van dege
nen, die bij de Kroon in bercep zijn gegaan
van voormeld besluit van B. en W. laken,
doch wilde zich slechts bepalen bij den
inhoud van artikel 15, 3e lid der Hinder
wet waarin staat „dat de Kroon beslist op
een- ingesteld beroep, (na gehoord den
Raad van State afdeeling geschillen van
Bestuur) binnen drie maanden, nadat het
beroep is ingesteld, bij een met redenen
omkleed besluit genomen, mits zij vooraf
bij afzonderlijk besluit mocht zijn ver-
aagd".
Op 13/17 November 1937 is door B. en
W. vergunning verleend voor pneumatisch
klinken met 10 P.K. aandrijving, welke 2
jaar later pas door den Raad van State
werd vernietigd.
Dit is in strijd met de ratio van artikel
15 der Hinderwet.
De bedoeling van voorgaand artikel is
toch om partijen niet te lang in onzeker
heid te laten. Zij kan wel uitstellen, doch
dan bij afzonderlijk besluit, maar niet,
zooals hierbij het geval geweest is, slechts
in het voorjaar van 1938 een besluit tot
verdaging nemen en daarna niets meer van
zich laten hoor en, waardoor cp die wijze
een wetsartikel illusoir gemaakt kan wor
den door onbepaald verdagen, Ook moe
ten bij zoo'n verdaging de redenen zijn
aan aangegeven daartoe. Nu deze verda
ging langer dan drie maanden geduurd
heeft, had er, volgens pleiters meening,
geen besluit meer genomen mogen worden,
zoodat de vernietiging door de Kroon in
strijd is met de bedoeling van artikel 15
der Hinderwet, waardoor de verleende
vergunning van B. en W. van kracht geble
ven is, zoodat de verdachten met vergun
ning hebben laten klinken.
De verdediger vroeg hierop een schrifte
lijke uitspraak, waarop door den Kanton
rechter het schriftelijk vonnis in deze vier
zaken werd bepaald op 19 April 1940.
LUCHTVAART
DE „XEMA" TERUG.
De eerste retourvlucht naar Lissabon.
Vrijdagmiddag is de'Xema, die P.H.A.R.X.
het eerste vliegtuig, diat de retourpost-
vlucht naar Lissabon beeft volbracht op
Schiphol aangekomen. Het vliegtuig was
Vrijdagochtend om half zeven, Nederlandi-
sche tijid, uit Lissabon vertrokken naar
Oporto. Tegen negen uur vertrok het we
derom van deze plaats en passeerde een
uur later Kaap Finisterre. In drie uur tijd
volbracht het den toch over de Golf van.
Biscaye. Om vijf minuten over vier werd
het gesignaleerd te Haamstede en am 'half
vyf landde het op Schiphol.
Behalve de bemanning, die bestond uit
de heeren Parmentier, Van Balkom, Th.
Bellum, marconist en R. Smit, werktuig
kundige, bevond zich ook de heer H.
Brinkhuis aan boord van de Xema. De heer
Brinkhuis is gezagvoeder van de K.L.M.
en is ongeveer drie en een halve maand te
Lissabon gestationneerd geweest ter voor
bereiding van dtui postdienst, die verbin
ding geeft met de Clipper uit Amerika.
DE POSTVLUCHTEN OP NED. INDIë.
De positie van de K.L.M. postvliegtuigen
op de Indië-lyn was gisteravond als volgt:
Op de uitreis bereikten de „Nandsi" met
gezagvoerder Smirnoff Rangoon en de
„Wielewaal" met gezagvoerder Gravis
Alexandrie. Deze vliegtuigen worden on
derscheidenlijk 7 en 10 April te Batavia
verwacht.
Op de thuisreis landden de „Emoe" met
gezagvoerder Verhoeven te Alexandrie en
de „Reiger" met gezagvoerder von Wey-
other te Rangoon. Deze toestellen wonden
respectievelijk 6 en 9 dezer te Napels ver
wacht.
KERKNIEUWS
BENOEMINGEN IN HET BISDOM
's-BOSCH.
Z. H. Exc. de Bisschop van 's-Hertogen-
bosch heeft benoemd tot Kanunnik van het
Hoogw. Kapittel der Kathedrale Basiliek
van St. Jan te 's-Hertogenbosch, tot deken
van het dekenaat Nijmegen en pastoor der
parochie „H Antonius" te Nijmegen den
hoogeerw. zeergel. heer dr. J. P. Chr. M.
Teulings onder verleening van eervol ont
slag als deken en pastoor te Beek-Ubber-
gen.
Verder zyn benoemd:
tot deken van het dekenaat en pastoor
der parochie Beek-Ubbergen de zeereerw.
heer J. P. J. van Loon;
tot secretaris van het bisdom 's-Herto
genbosch de weleerw. heer P. W. Th. Coo-
len, die kapelaan was te 's-Hertogenbosch
(H. Petrus);
tot pastoor te Hatert de zeereerw. heer
A. P. W. van Thiel onder verleening van
eervol ontslag als pastoor te Leuth;
tot nastdor te Leuth de weleerw. heer
G. A. Vermeer, die kapelaan was te Box
tel (H. Hart).