Dc nieuwe Fransche
regeering
31ste Jaargang No. 9598
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN SZZTZZlJ" *4
£ente fPjtiJóutaag,
BERICHT.
Qxao-te u-etufuchtmg-en aan Jlei/naud
Wettelijke regeling personeel-
pensioen- en spaarfondsen
VRIJDAG 22 MAART 1940
Bureau Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
V Onderwijs en mobilisatie
Wij hebben herhaaldelijk betoogd:
De gewapende landsverdediging is een
-primair belang. De belangen van leger en
vloot zijn primaire belangen.
Maar, aldus hebben wij er altijd onmid
dellijk aan toegevoegd:
Er zijn ook andere primaire belangen,
ook andere belangen, die moeten wor
den gerangschikt onder de belangen van de
eerste orde.
En onder die andere primaire belangen
behoort zeker het belang, dat ons volk heeft
in een norma ie voortzetting van het onder
wijs. Een normale voortzetting, wij wil
len, onder de huidige omstandigheden, de
eischen wel wat lager stellen, maar toch
zeker niet zóó laag, dat van abnormaal laag
zou kunnen worden gesproken!
Dezer dagen hebben wij in enkele regels
terloops een opmerking van eenzelfde
strekking gemaakt, toen dreigde de ontrui
ming van een Leidsche school met 430
leerlingen of eigenlijk reeds tot deze
ontruiming was besloten. Gelukkig is dit
onheil, zooals gisteren medegedeeld, afge
wend. 't Had maar weinig, heel weinig ge
scheeld, of uit „militaire noodzaak"
was er een schoolgebouw in beslag geno
men, terwijl zooals de feitelijkheid nu
uitwijst betrekkelijk gemakkelijk een
ander zéker even geschikt gebouw voor
het beoogde doel kon worden gebruikt.
Wij kunnen ons daarom heel goed in
denken in de verontwaardiging, waaraan
de B. lucht geeft, als hij schrijft in „Het
Katholieke Schoolblad":
Het onderwijs is een voorwerp van
aanhoudende zorg der Regeering, staat
in de Grondwet van zeker land. Voor
Nederland zal dit artikel wel niet gel
den.
Dit laatste blijkt ook bij ontruiming
van scholen. Nu het seizoen voor rei
zen en trekken gaat aanbreken, worden
hier en daar pensions enz. ontruimd,
die men aanvankelijk „absoluut noo-
dig" had Nu evenwel het economisch
leven bepaalde eischen gaat stellen,
zijn plotseling we hebben het ergens
in Nederland ervaren de kazemee-
ringsmogelijkheden gevonden, die er
ook voor de inbeslagneming van die
pensions enz. waren.
Laten we daarom concludeeren, dat
men rtiet het begrip „militaire nood
zaak" heel gemakkelijk omspringt an
dat men er heel dikwijls mee bed >elt
„gemakzucht" en onwil om b.v. het
onderwijs ook maar even te helpen.
Dat een deel van de Nederlandsche
schoolgaande jeugd tenslotte moet de-
genereeren, intellectueel en moreel,
schijnt minder te zijn. Hcofdzaak lijkt,
dat men voortsukkelt met het onder
wijs, als er maar niet te veel naar bui
ten uitlekt en als de schijn nog maar-
zooveel mogelijk gered wordt. Als voor
het oog van de wereld de boel maar
zoo'n beetje marcheert, is het al lang
in orde
Wanneer zal Nederland'ontwaken?
Na zeven maanden mobilisatie be
hoeft de diepe slaap toch niet voort te
duren?"
KATHOLIEK COMITÉ VAN ACTIE
„VOOR GOD".
Volhardt in hef gebed
Tweedracht en naastenliefde sluiten
elkaar uit. zooals de vleeschelijke
wil en de wil Gods. Wat gij niet
wilt, dat men U aandoet, moet gi)
ook anderen niet aandoen. Dit is
..de Wet en de Profeten". Men
heeft het ook den Gulden Regel
genoemd. Overeenkomstig de naas
tenliefde verdedigt men zichzelf
door deze te beoefenen. De oude
Kerk geeft het voorbeeld van een
goed geregelde naastenliefde. Deze
is slechts mogelijk, wanneer men
volhardt in het gebed.
Abl Joannes van Sinle Marie.
In twee advertenties is dc opgave on
duidelijk.
Wij zullen de zoekers naar een oplos
sing daarom helpen.
De oplossing voor de advertentie van
Hollandsch Kleedinghuis op pag. 7 is in
en die van de advertentie foto van
Vliet pag. 8 is kr.
TOENEMENDE
GRIMMIGHEID
Het tot stand kernen van de nieuwe
Fransche regeering onder signatuur van
Reynaud teekent de stemming in Frankrijk
En' deze worut nog duidelijker gemaakt
door de gunstige ontvangst in de Fransche
iers. Algemeen blijkt men in Frankrijk in
genomen te zijn met de-e regeering, die
een werkelijk nationale regeering is en
vertrouwen geeft, dat zij onder leiding
an Reynaud, premier en minister van
Cuitenlandsche zaken, en van Daladier,
die de hoogst belangrijke post van minis
ter van landsverdediging heeft behouden,
krachtiger dan tot nu toe den oorlog zal
voeren.
Ondanks het feit, dat de regeering-Da-
ladier vrij onverwacht kwam te staan voor
een zóó groot aantal Kamerleden, die door
hun zwijgen hun gebrek aai vertrouwen
in de juistheid van de oorlogvoering tot
uiting brachten ir wel gebleken, dat
dit wantrouwen niet den persoon van Da-
ladier zelf betrof. Hij vervulde in het vo
rige ministerie verschillende functies, o.a.
lie van minister van oorlog, en men was
van meening, dat hij zijn geheelen tijd en
syn geheele werkkracht behoorde te kun
nen stellen in dienst van deze ééne taak,
het voeren van der. oorlog.
Men weet, dat niet alleen in Frankrijk
bet streven tot uiting is gekomen, om den
oorlog krachtiger aan te vatten en het ini
tiatief niet langer te laten in handen van
de tegenpartij. Ook in Engeland is onte
vredenheid over hetgeen men aanvoelt als
Japheid naar boven gekomen, doch an
ders dan in Frankrijk heeft deze onbevre
digde stemming in Engeland nog niet ge-
ïeid tot een reorganisatie van de regee-
-ing. Chamberlain's nuchtere kijk op de
zaken heeft de critiek althans voorloopig,
wat in den hoek gedrongen.
Wellicht geeft men zich in Engeland
meer dan in Frankrijk rekenschap van de
moeilijkheden, welke aan een krachtige
Kiijgvoering in de gegeven omstandighe-
ien vast zitten.
In Fransche kringen is men van mee-
aing, dat de geallieerden den Finnen wel
degelijk hadden kunnen helpen, ook zon
der de neutraliteit van Noorwegen en
Zweden te schenden. Een geallieerd eska-
ner had bijv. de haven van Moermansk
kunnen blokkeeren en de Russen bij Pet-
samo kunnen insluiten en vernietigen, zoo-
dat daar in het hooge Noorden een weg
voor de' geallieerde troepen vrij te maken
zou zijn geweest. Wij hebben er reed6 op
gewezen, hoe ontzettend bezwaarlijk een
dergelijke hulpverieening langs dien weg
zvu zijn geweest, waarbij men ook met de
mogelijkheid van een Duitsche hulp aan
Rusland en met verdere uitbreiding van
aen oorlog rekening had moeten houden.
Maar hoe dit ook zij, indien daar in Fin
land een kans had gelegen, dan is deze nu
toch voorbij. En hoe moet de oorlog nu
actief worden gemaakt? Door een mas-
sè.al offensief op de Siegfriedlinie? Door
aanvallen vanuit de lucht? Door een fel-
leren economischen oorlog? Door nog min
der rekening te houden met de rechten
dier neutralen? Door een bij-front te far
ceeren in den Balkan?
Een bepaalde voor de hand liggende me
thode is er niet, is althans niet bekend.
Wij zien eenter de symptomen van de
toenemende grimmigheid. Wij zien de
oorlogsmentaliteit, welke aanvankelijk
zoo gering was, groeien en tegelijk daar
mee de kleine hoop, welke de komst van
Sumner Welles had gewekt wie zou
zich niet aan een stroohalxn vastklampen?
meer en meer slinken. Er zullen waar
schijnlijk nog vele Maartsche buien met
guren wind en hagelslag over Europa moe
ten gaan, alvorens in de milde atmosfeer
van den vredeslente het plantje der ver
zoening kan opschieten.
Zij, die zich vanaf heden op
„DE LEIDSCHE COURANT"
abonneeren, ontvangen de
nog verschijnende nummers
tot 1 April as. gratis.
Een krachtig bewindsman.
VANDAAG VOOR DE KAMER.
Het gisteren gevormde nieuwe Fransche
kabinet, dat door Paul Reynaud is samen
gesteld en waarin Daladier als minister
van oorlog is opgenomen, is hedenmorgen
in ministerraad bijeen gekomen. Vanmid
dag zou de nieuwe regeering zich aan de
Kamer voorstellen.
Het nieuwe kabinet telt evenveel leden
als het oorlogskabinet van Clemenceau,
dcch er zijn twee nieuwigheden.
Er is in de eerste plaats een corlogscomi-
té, bestaande uit den minister-president,
den plaatsvervangenden minister-president
en de ministers van defensie, koloniën, fi
nanciën en blokkade. Dit comité zal drie
maal per week onder voorzitterschap van
Reynaud vergaderen. Verder is er een in-
terministerieele economische raad, bestaan
de uit den minister van financiën en de
ministers, wier taak van economischen
aard is. Deze raad vergadert ten minste
eens per week onder leiding van den pre
mier.
IN FRANKRIJK EEN GOEDE PERS.
Het kabinet-Reynaud is door de Fran
sche pers buitengewoon gunstig ontvangen,
temeer daar Daladier zijn gewezen minis
ter van financiën terzijde blyft staan en
het oorlogsprogramma van Frankrijk,
ondanks de wisseling van ministerie, het
zelfde blyft.
ITALIAANSCH BLAD OVER DE
KABINETSWIJZIGING.
De „Pepulo di Roma" wijst op de zeer
gunstige ontvangst van het kabinet-Rey
naud te Londen, waar men hoopt, dat men
dank zij de pro-Russische gezindheid van
den nieuwen Franschen regeeringschef,
Moskou nog van Bellijn kan trachten los
te maken. Doch men meldt het a.s. bezo?k
van Molotof aan Berlijn. Dit bezoek, aldus
het blad, wordt vooral in verband ge
bracht met het voornemen van Berlijn, in
samenwerking met Rusland en Italië, den
Balkan en het Oosten te onttrekken aan
den Fransch-Britschen druk, welke erop
gericht is deze landen te maken tot een
economisch monopolie of oorlogsbondge-
nooten. Volgens hetzelfde blad begint men
zich te Londen ongerust te maken over de
werkelijke soliditeit van het Fransch—
Britsche verbond met Turkije.
DE PERSOON VAN REYNAUD.
De heer Reynaud neemt de taak van mi
nister-president op zich met een geweldi
ge hypotheek, namelijk de zeer groote ver
wachtingen, die algemeen nopens hem
worden gekoesterd, aldus schrijft de Parij-
sche correspondent van de ..Maasbode".
De heer Reynaud is dikwijls een zeer
omstreden persoon geweest door de wijze,
waarop hii zijn eigen inzichten volgde, zijn
onafhankelijkheid bewees, nimmer vleide
en harde waarheden over kon hebben voor
zijn vrienden en waardeering voor zijn te
genstanders.
Maar hij is iemand, die nooit teleurstel
de en die in de ministeries, door welke hij
passeerde, zich den bewindsman heeft ge
toond, die wist te slagen.
Groot economist en financier, man van
een breede visie, een sober en doeltreffend
redenaar, een onvermoeid werker, heeft
hij den indruk gemaakt ooeewassen te ziin
tegen de taak. die hij op zich neemt. En
het groote vertrouwen, dat hij heeft weten
te wekken, vormt den grondslag voor de
tevredenheid die bij de publieke opinie
bestaat over de vorming van zijn ministe
rie, waarbii de kleur der personen op den
achtergrond wordt geschoven door hun er
varing en werkkracht.
Reynaud heeft het vertrouwen in de
Fransche financiën weten te herstellen op
een hachelijk moment. Er is alle reden te
verwachten, dat hij er ook in zal slagen,
het vertrouwen op te voeren in het regee-
ringsbeleid op het oogenblik, dat het voor
alles bekwaamheid vereischt.
De Fransche premier. Paul Reynaud. is
in 1878 geboren. In 1919 deed hij als afge
vaardigde voor het departement der Basses
Alpes zyn intrede in de kamer, waarin hij
sedert 1928 voor Parijs zitting heeft.
Hij is een der leidende figuren der al
liance démocratique.
In 1930 maakt hy voor het eerst deel uit
der regeering, n.l. als minister van finan
ciën in het kabinet-Tardieu, dat in Maart
van dat jaar optrad.
Van Februari 1931 tot Februari 1932 was
hij als minister van koloniën lid van het
kabinet-Laval.
Van Februari 1932 tot Mei 1932 was hij
vice-premier en minister van justitie in het
kabinet-Tardieu.
Verder is hij ingeschreven als advocaat
bij het hof van appèl te Parijs.
Als schrijver en publicist heeft hij vele
werken het licht doen zien.
BAND MET ENGELAND VERSTEVIGD.
De Parijsche correspondent van de N.R.
C. wijst o.a. op het vertrouwen dat Rey
naud aan de overzijde van het Kanaal ge
niet. Zijn politiek steunde vanouds op een
zoo nauw mogelijke ineenstrengeling van
de Fransche en Britsche leidraden. Het is
onnoodig op te merken, dat hii het heele
Fransche volk achter zich heeft. De na
tionale eensgezindheid met andere woor
den is door deze vernieuwing nog hechter
geworden. Weliswaar is de regeering an
ders uitgevallen dan aanvankelijk ver
wacht werd Zij berust op breeden grond
slag in den trans van een waren Godsvre
de. Men mag van haar een grondige wijzi
ging van de methoden verwachten, maar
de metheden danken hun waarde aan de
mannen, die ze uitdenken en toepassen.
Dit nummer bestaal uit
drie bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
DE NIEUWE REGEERING. REYNAUD
PRESENTEERT ZICH VANMIDDAG
VOOR DE FRANSCHE KAMER. (1ste
blad).
DE ZEE-OORLOG EISCHTE VER
SCHEIDENE SLACHTOFFERS ONDER
DEENSCHE SCHEPEN. (2de blad).
PRESIDENT KALLIO DANKT ALLEN,
DIE FINLAND HIELPEN. (2de blad).
Binnenland
INGEDIEND IS EEN WETSONTWERP
WETTELIJKE REGELING, INZAKE PER
SONEEL-, PENSIOEN- EN SPAARFOND
SEN. (1ste blad).
REGEERING GAAT OVER TOT AAN
KOOP VAN MAGERE MELKPOEDER
(lste blad).
MINISTERIEELE BESCHIKKING IN
ZAKE PEULVRUCHTEN OOGST 1940
(lste blad).
INGEDIEND IS EEN WETSONTWERP
TOT WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET
(lste blad).
ONTWERP INGEDIEND.
Normen voor werkgevers, welke zij niet
straffeloos kunnen overtreden.
Ingediend is een wetontwerp, dat
den titel draagt: „Wettelijke regeling
in zake personeel pensioen- en -spaar
fondsen".
Aan de memorie "an toelichting van
de ministers van Sociale Zaken, van
Justitie en Economische Zaken is ont
leend, dat dit ontwerp is voorbereid
naar aanleiding van de gebeurtenis
sen, welke zich in 1935 ten aanzien van
de pennoenen bij den Koninklijken
Hollandschen Lloyd hebben voorge
daan.
De vraag, of het op den weg der over-
Ofcid ligt, te trachten op het gebied der
.Particuliere spaar- en pensioenvoorzienin
gen teleurstellingen in de gewekte ver
wachtingen zooveel mogelijk te voorko
men, beantwoorden de ministers bevesti
gend. Zij zijn er zich weliswaar van be-
vvust, dat op dit terrein, waar verschillen
de werkgevers, door breede sociale opvat
tingen gedreven, de zorgen van hun per
soneel voor den ouden dag hebben willen
wegnemen of althans verminderen, niet
•ian met groote omzichtigheid van over
heidswege mag worden opgetreden, niette
min achten zij het mogelijk en daarom noo-
iig. ten deze voorschriften te geven, welke
zonder de vrijheid van den werkgever
hinderlijk te beperken, van groot nut kun
nen zijn voor de betrokken arbeiders.
Allereerst iroet daartoe als eisch ge-
•tfcld worden, dat er zij een zelfstandig,
van de bezittingen der onderneming ge-
neel afgescheiden fonds. Daarnaast zijn
/oorschriften noodig betreffende de be
legging van de fondsgelden.
Naar het oordeel der ministers Is
noodig een publiek-rechtelijke rege
ling, waarbij de werkgevers, die een
pensioen- of een spaarvoorziening voor
hun personeel tot stand willen bren
gen, of willen handhaven, aan nonnen
gebonden worden, welke zij niet straf
feloos kunnen overtreden.
Deze normen zullen behalve de
oprichting van een fonds met rechts
persoonlijkheid vooral betreffen
de te volgen beleggingspolitiek. De
ministers zijn van meening, dat als een
bruikbare weg ten dezen voor de pen
sioenfondsen In de eerste plaats ge
noemd mag worden Inschakeling van
de vrijwillige ouderdomsverzekering
of van een levensverzekeringmaat
schappij.
Met deze gedachte gaan zij in een rich
ting, waarin de practijk zich al beweegt.
Heeds thans bijv. zijn vrij veel onderne
mingspensioenfondsen opgezet in den vorm
van vereenigingen, welke volgens haar
statuten o. m. ten doel hebben, ten behoe
ve van de deelnemers (te weten het per
soneel der betrokken ondernemingen)
overeenkomsten van pensioenverzekring
aan te gaan met een in Nederland geves
tigde verzekeringsinstelling. Zulk een
fonds heeft feitelijk dus geen gelden te be-
l.eeren. De bijdragen der deelnemers en
de andere inkomsten worden overgedragen
aan de verzekeringsmaatschappij als pre
mie voor deolissen, welke den betrokken
arbeiders recht op pensioen geven. Prac-
tisch kan aldus elk risico voor het fonds
uitgesloten geacht worden. Deze weg
schijnt in de practijk goed te voldoen.
De ministers meenen voor eenigszins
groote pensioenfondsen bij kleine faalt
ae kansberekening te moeten toelaten,
dat het fondsbestuur binnen zekere gren
zen zelf bepaalt, hoe het de fondsgelden
beleggen en besteden zal.
Door het overheidstoezicht op de pen
sioenfondsen kan een behoorlijke beharti
ging van de arbeidersbelangen zoo goed
mogelijk verzekerd heeten.
Voor de spaarfondsen achten de mi
nisters toezicht van overheidswege niet
noodig, behalve voorzoover betreft
het toezicht op de naleving der wet.
Een spaarfonds immers laat zich niet
met verzekering in en de onzekerheid, die
r.u eenmaal aan verzekering eigen is en
dc.arom speciale voorzieningen vereischt,
bestaat by spaarfondsen niet. Ten aanzien
van deze fondsen kan daarom volstaan
wurden met voorschriften, betreffende de
oelegging.
Aan den ondernemer wordt by artikel 2,
eerste lid, onder a en b, verboden aan zijn
orderneming een personeelfonds te ver
binden of verbonden te houden, dat geen
rechtspersoonlijkheid bezit en welks re
glement niet voldoet aan een aantal voor
schriften, by of krachtens deze wet gege
ven.
Het fonds moet eigen bestaan en eigen.
,'ermogen hebben, zoodat de werkgever,
die de fondsgelden in zijn eigen zaak zou
aanwenden 2ich aan eens anders vermo
gen zou vergrijpen.
De eisch der rechtspersoonlijkheid brengt
rr-ede, dat het vermogen van het fonds be
heerd wordt door een afzonderlijk fonds
bestuur.