Het eigendomsrecht van de oude kerk Haat ana bidden am mede RECHTZAKEN Bipvprerlijke Stand Marktberichten DONDERDAG 21 MAART 1940 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 UIT DE GESCHIEDENIS VAN VOORSCHOTEN Katholieken betwistten dit aan de Protestanten Gekibbel uit den Franschen tijd door A. N. DUYNISVELD, pr. XI Pastoor Driessen heeft ook gepoogd voor de katholieke kerk van Voorschoten het haar toekomende deel te verkrijgen der oude Middeleeuwsche kerkelijke goederen. Reeds onder het pastoraat van zijn voor ganger Van der Burg, waren daartoe po gingen aangewend, overeenkomstig het geen het zesde additioneele artikel der staatsregeling van 1798 bepaalde, dat in iedere plaats de kerkgebouwen en pasto rieën ter beschikking werden gelaten aan het plaatselijk bestuur om tusschen de kerkgenootschapen op grond van het aan tal leden, een vergelijk te treffen over de naasting van die gebouwen, die bij de Her vorming met geweld en tegen alle recht in aan een katholieke meerderheid door een protestantsche minderheid waren ont nomen. De katholieken waren dat niet ver geten in de ruim twee eeuwen, toen zij in hun schuilkerken zich stil moest houden, en zoodra de Bataafsche vrijheid ook hun rechten als gelijk aan die der niet.-katho- lieken erkende, kwamen zij op minstens voor hun rechtmatig aandeel in de hun eens onrechtmatig ontnomen goederen. De pogingen in 1798 der Voorschotensche katholieken hadden geen succes; terwijl zij beweerden dat de hervormde kerk nog goeddeels het oude Middeleeuwsche ge bouw was, waaraan een en ander was ge restaureerd en gerepareerd, hielden de protestanten vol, dat hun kerk een heel nieuw kerkgebouw was, opnieuw onbe bouwd uit hun eigen geldmiddelen op de relfde plaats, waar eens de oude katho lieke kerk had gestaan, welke gebcruw, volgens hen, in den Spaanschen oorlog, door de Spanjaarden totaal geruineerd en onbruikbaar gemaakt zou zijn. Een „ruine van eene kerk zonder dak, hetzij die was afgebroken of afgebrand, en een jammer lijk gestelde pastorie en schoolhuis", had den zij bij de Reformatie gekregen; de „ruine van een kerk hadden zij op- en aangebouwd, vergroot of een ander nieuw gebouw daar tusschen gezet; in de plaats van een slechte pastorie en schoolhuis, de oude aangebouwd, vergroot of andere nieuwe in de plaats gezet en* tot op dezen dag in dien toestand uit hunne eigen kas onderhouden". Het was dus duidelijk, aldus meenden de protestanten, dat die gebou wen hun eigendom waren, en in een me morie van 8 October 1798 zetten zy hun standpunt uiteen. De katholieken bleven bij hun eischen: zij wilden de kerk wel aan de protestanten laten, tegen betaling van een gerechtvaar digd deel, berekend naar het getal katho lieken, van de geschatte waarde (3500 gulden) van het kerkgebouw door de her vormden. Alle pogingen van het gemeentebestuur om beide partijen tot een vergelijk te doen komen, leden schipbreuk en de nieuwe wet van 1801 maakte alle verdere aanspraken der katholieken onmogelijk, omdat bepaald werd, dat alles moest blij ven in den toestand, zooals het toen was. Maar onder pastoor Driessen kregen de katholieken een nieuwe kans, hun ge schonken door Koning Lodewyk Napoleon, die bjj decreet van 2 Augustus 1808 be paalde, dat in die plaatsen, waar over de kerken enz. nog kwesties hangende waren, schikkingen getroffen moesten worden, waarbij zoowel met het aantal leden der verschillende kerkgenootschappen als met hunne behoeften rekening gehouden dien de te worden. Voor de doorvoering van dit decreet en nadere aanvullende bepalingen werden in het Departement Maasland, ongeveer het tegenwoordige Zuid-Holland, twee asses soren aangesteld door den landdrost, ter regeling der geschillen over de kerken en haar goederen. Als zoodanig werden 3 Maart 1809 be noemd mr. F. van Hoogstraten en mr. G. J. Loncq; de laatste kreeg het geschil te Voorschoten te behandelen. Uit zijn alge meen rapport en de daarbij behoorende bijlagen krijgen wij een prachtig inzicht in de gevoerde onderhandelingen en be sprekingen. Den 5den November 1808 dienden pas toor Driessen en zijn kerkmeester Dirk Bergman, Gerrit van der Krogt. W. Kors- wagtn, Andries de Jager en J. Versteegen een rekest in bij den landdrost en bij het gemeentebestuur van Voorschoten, om m het bezit gesteld te worden van hun recht matig aandeel en de noodige schikkingen daarvoor te treffen. Dit rekest werd Loncq in handen gesteld, die zich tot het ge meentebestuur richtte om informaties en de noodige opgaven. Het gemeentebestuur stelde den brief van Loncq in handen van den kerkeraad der hervormde gemeente, die om uitstel verzocht, en beloofde uiter lijk op 8 Juni 1809 de gevraagde opgaven te zullen verstrekken. Inderdaad zond het gemeentebestuur op dezen dag het ont vangen bericht der hervormden aan Loncq op met een begeleidend schrijven, waarin het opgave deed van het aantal zielen der beiden kerkgenootschappen: 389 hervorm den en 695 katholieken. De hervormden verdedigden opnieuw, gelijk zij in 1798 gedaan hadden, hun ver meende rechten op de kerk, pastorie, school, goederen en fondsen tot de kerk be hoorende. Hun kerk was een nieuwe, een andere dan die van voor de Reformatie. Bovendien hadden zij deze gebouwen altijd uit eigen fondsen onderhouden, „zonder eenigen onderstand van iemand anders dan uit onze gemeente". Gesteld dat men alle fondsen der kerk wilde beschouwen als algemeene, waarvan echter volgens hen, „het tegendeel vol komen zeker was", dan wilden de her vormden nog opmerken, dat, zij gemiddeld honderd gulden per jaar uit de kas der hervormde gemeente van Voorschoten en Veur hadden betaald voor onderhoud en daardoor veel meer dan de waarde van de kerk en de gebouwen er aan ten koste gelegd hadden. Vooral het laatste jaar had men „eene zeer aanmerkelijke en hoogst- noodige herstelling an het dak" moeten laten verrichten, daar „herhaalde stormen, sneeuw en regenbuyen zeer veel schade" aan het kerkgebouw hadden gedaan, zoo zelfs „dat er door lekkagien stromen waters op onderscheidene plaatsen" binnenge drongen waren. Hun inkomsten zoo klaagden z(j verder, waren zoo verminderd, dat zij een schuld hadden van 240Ü gulden. En wat de woning van den predikant betrof en de school, deze waren ook „bijna geruineerd, en zeekerlijk in eenen zeer slechten staat, toen wij dezelve bekomen hebben"; zij waren altijd uit eigen kas onderhouden en verbeterd, en het land of de tuin erbij uit eigen middelen aange kocht. Dei fondsen beschouwden zij eveneens als hun wettig eigendom. Het waren een losrente groot 13700 gld, 7 April 1632 door de toenmalige kerkmeesters belegd; verder erfpachten, opstallen, renten enz., waar van de oorsprong hun niet duidelijk bekend was. Ten slotte voegden zij er aan toe de op merking, dat de katholieken in 1798 de weerlegging van hun eigendomsaanspraken schuldig waren gebleven, „en ons in het ongestoord bezit en genot van kerk, pasto rie, schoolhuis en fondsen gelaten hebben, waaruit ons het onregtmatige van hunne eischen en ons wettig privatif eigendom op al het genoemde duidelijk geaddoneerd is geworden". Tot de 389 hervormden gaven zij op, dat nog die van Veur, n.l. 95 moesten worden bijgeteld, dus in totaal 484. Daarna had er op 21 September van dat jaar een conferentie plaats tusschen de commissie der katholieken en die der her vormden, waarin de katholieken de na volgende voorstellen deden: „1. hoezeer eene meerderheid van ruim 200 zielen uitmakende, wilde zij gaarne het getal der zielen tot de beide kerkge nootschappen behoorende als even groot aanmerken. 2. het kerkgebouw oordeelen zy waardig 3000.— 3. de woning van den predikant f 1000.— 4. het schoolhuis (de woning van den koster tevens) meenen zij, als tot een ge meen gebruik voor de kinderen van beide de kerkgenootschappen strekkende, dat voegzaam uit de ambachtskas in het ver volg zoude moeten onderhouden worden. 5. zy vorderen bewys van het privatif eigendom der losrente f 13700.gelijk ook van de jaarlijksche erfpachten, be dragende omtrent f 30.Deze bewijzen niet kunnende produceeren, dan een gelijk matige verdeeling hiervan; en voor de kerk en pastoryhuis eischten zij 2000. Knip dit uit en bid dit gebed met de leden van uw gezin. Het Katholiek Comité van Actie „Voor God" schrijft ons: O God, uit U is elk zuiver verlangen, elk juist oordeel en iedere goede daad. Geef aan Uw dienaren die vrede, welke de wereld niet geven kan, opdat wij, in gehoor zaamheid aan Uw wetten, bevrijd mogen worden van oorlogsgevaar en onder Uwe bescherming rustige tijden mogen beleven. Door Christus onzen hfeer. Oratio Missa pro paca. HAAGSCUE RECHTBANK Caféhouder te Voorschoten vond 5 K.G. zilver in zijn café. Het was een ingewikkelde zaak die de Haagsche rechtbank hedenmorgen te be handelen kreeg. De caféhouder V. te Voorschoten had een hoeveelheid zilver in zijn cafe ge vonden, zooals hij verteld had. Het waren een aantal platen zilver van een totaal ge wicht van ruim 5 K.G. en die toebehoor den aan de Zilverfabriek te Voorschoten. De groote fout van verdachte is geweest dat hij het gevondene niet bij de politie te Voorschoten heeft gedeponeerd. Verdachte had kennis aan zekeren D. uit Boskoop die een werk in uitvoering had, onder de gemeente Leiden. Tijdens een gesprek met dezen D. had verdachte gezegd dat hij een partytje zilver moest verkoopen voor een rijken boer die dat zilver als een soort geldbelegging in huis had gehad. Deze D. had het verhaal door verteid aan een reiziger uit Gouda zekeren B. die er wel een gaatje voor wist bij een fabri kant te Schoonhoven. Verdachte had volgens de getuigen een bedrag van 65.genoemd, dat hij er voor hebben moest, en B. zag toen kans om er iets aan te verdienen omdat de fabri kant te Schoonhoven, als hij het zilver ge taxeerd had, er wel 100.voor wilde geven. Allen waren toen naar Schoonhoven ge gaan maar daar hadden verschillende „tusschenpersonen" iets te veel gedronken en ruzie gekregen waarbij de zilverkwestie ter sprake was gekomen. Het was zelfs een poosje later tot een vechtpartij gekomen. Tevens was de transactie toen aan het licht gekomen en had de politie het geval in handen gekregen. Nadat de diverse tusschenpersonen als getuige waren ge hoord werd als laatste getuige gehoord de chef van de Zilverfabriek, voorheen de firma van Kempen, Begeer en Vos, de heer Waldheer, die verklaarde dat het, hem door de politie vertoonde zilver, zeker van de Zilverfabriek afkomstig was. Dit zilver wordt in de fabriek gebruikt om te ver werken en nooit zoo verkocht. Het moet van diefstal afkomstig zijn of verloren zijn maar dit laatste is zeer onwaarschijnlijk. Officier tot getuige „Wordt er veel ver mist in de fabriek. Gestolen of zoo". Getuige „Er is wel veel, verlies maar of er gestolen wordt mag ik niet zeggen om dat dat niet bewezen is". President tot verdachte „Geeft u toe het zilver te hebben gehad en er over ge sproken te hebben om het te verkoopen". Verdachte geeft toe het zilver te hebben gevonden en het te hebben gehouden zon der het aan te geven bij de politie. President: „Hoe kwam u er eigenlijk nu precies aan". Verdachte: „Iemand heeft het in het café laten liggen". President: ,En toen hebt u geprobeerd om het te verkoopen. En u wist niet wat, het was?" Verdachte: „Nee, meneer, want ik had nog nooit zoo iets gezien". President: „Maar toch was het uw bedoe ling om het te verkoopen en vroeg u er 65 voor". Verdachte: „Dat is niet waar, want ik wist absoluut niet wat voor waarde of het had". Officier: „Maar u wist toch wel, dat het edel metaal was, want ijzer laat men toch niet toetsen". President: „Ja, dat is toch te gek om los te loopen. U hebt het toch mee laten ne men om het te laten verkoopen". De Officier, het woord verkrijgend, acht te de verduistering bewezen. Spr. is van meening, dat verdachte veel meer weet dan hij los laat Herhaaldelijk wordt er op de Zilverfabriek zilver ontvreemd. Het feit is ernstig, want verdachte heeft het gevon den zilver niet aangegeven, maar het zelf gehouden. Een flinke straf is hier op zijn plaats en spr. eischt dan ook een gevangenisstraf voor den tijd van zes maanden. De verdedigster van verdachte, mej. mr. Leenders uit Leiden, liet in haar pleidooi uitkomen, dat verdachte vrijgesproken zal moeten worden, omdat er hier niets be wezen is. Mocht de rechtbank een andere meening toegedaan zijn, dan vraagt pleitster de uiterste clementie. President tot verdachte: „Wie heeft het zilver laten liggen by u" Verdachte: „Een werkman". De uitspraak werd bepaald op over 14 dagen. Een heele toonbanklade te Katwijk meegenomen. De schilder D. M. te A1 p h e n a. d. R ij n had op 11 Januari, uit de melkwinkel van mej. Trijntje Ouwehand te Katwijk aan Zee, de geheele toonbanklade meegeno men, waarin aanwezig waren een aantal centen, dubbeltjes en kwartjes. Hy was een tijdje later gesnapt toen hij alles nog bij zich had. De Officier vond het feit buitengewoon ernstig. Winkeliers moeten tegen deze praktijken beschermd worden Het feit wordt nog ernstiger als men weet, dat verdachte speciaal uit Alphen is vertrok ken om iets te gaan stelen. Eerst heeft hij te Leiden eens rondgekeken maar toen er daar niets te beginnen was, was hy door gereisd naar Katwijk, alwaar hij zijn bru talen daad had volvoerd. Rekening houdende met het feit, dat ver dachte al eens veroordeeld is wegens dief- DE LEVENSGESCHIEDENIS VAN EEN BOOM UIT ZIJN STAM TE LEZEN Er zijn twee hoofdgroepen van boomen, de z.g. harde en zachte, welke op ver schillende manieren groeien. De harde boom heeft kleine, gebroken takken en doorgaans breede bladeren, de zachte daar entegen heeft onder aan den stam geen of weinig takken, en bovenaan korte rechten. Het aantal ringen op de doorsnee van den stam duidt aan hoe oud een boom is. Is het jaar nat en warm dan komt er buitenom een breedere laag. In Kalifornië is een boom gevonden, welke 3.500 jaar oud moet zijn, hierin kan men voor een lang tijdperk nagaan welke jaren de gunstigste waren. Die jaren worden door de sterrenkundigen verbonden met zonnevlekken. Wij kunnem aan zoo'n boomstam precies na gaan, in welk jaar de zonnevlekken zijn versche nen. 'n Andere boom in Kalifornië kon b.v. inlichtingen geven, welke teruggingen tot het jaar 1305 vóór Chr. 'n Boom groeit niet zooals een kind in de lengte. Niet alle dee- len groeien, d.w.z. een tak komt tot op een bepaalde hoogte van den grond en op deze hoogte blijft zij. De lengte komt bij aan den top waar de boom spruit. Boven in den top zit een klein doorschijnend waterachtig bolletje, zoo groot als een speldenknop. Dit wordt telkens grooter en spruit boven aan den top uit. Aan weers kanten van het bolletje zitten kleine uit- wasjes, welke later blaadjes worden. De groei zit in dit kleine ding. Als men den boom in doorsnee heeft, ziet men niets anders dan opeenvolgende kringen. De binnenste kring is de oudste. Als de kring aan den buitenkant een bepaald stadium heeft bereikt, dan splitst hij zich in twee. De buitenste helft wordt dan weer een kring en de binnenste helft groeit aan tot de normale grootte. De groei in dikte is dikwijls het gevolg van vermeerdering in aantal door splitsing, hetgeen in de lengte geschiedt. In elke knop zit in het kopje een laag levende stof. Van elk knopje gaat een aar uit, welke in het hout dood loopt. Vanuit dit hout loopt water in de aartjes, hetwelk suiker en zout bevat, waarmede de knop gevoed moet worden. stal driemaal gepleegd, eischte spr. thans acht maanden gevangenisstraf. Nadat verdachte gezegd had dat hij door „schuld" tot zijn daad gekomen was, werd de uitspraak bepaald op 4 April. Rijwieldiefstal en gros. De loswenkmaai J. B. te Lelden, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring ring, had in het tijdvak van November 1939 tot Januari 1940 een groot aantal ry- wielen ontvreemd te Leidien. Ten laste waren hem thans maar drie rijwielen gelegd, en wel op 9 December een rijwiel ten nadeele van H. Melchelse uit Oegstgeest, die een geleend rij wiel ten nadeele van I. v. d. Reijden te steeg te Leiden, op 21 December een rij wiel ten nadeeele van I. v. d. Reijden te Leiden, die zijn vehikel even onbeheerd had achtergelaten in de Parkstraat te Lei den en ten slotte een rijwiel toebehoorend aan mej. H. Visser, studente te Leiden. Het reclasseeringisrapport wilde verdach te nog wel een kans geven maar de straf zal dan gecombineerd moeten zijn, omdat verdachte nog nimmer is veroordeeld. De Officier wilde wel met het rapport mee gaan en een gecombineerde straf eisohen. Niettemin is het feit zeer ernstig, want verdachte heeft het geld gebruikt aan bios coopbezoek en cadeaux voor zijn meisje, zoodat hy niet uit armoede gehandeld heeft. De eisch werd ten slotte een gevange nisstraf van tien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met drie jaar proeftijd. De uitspraak werd bepaald op 4 ApriL Geld geïnd en niet afgedragen. G. J. N. glazen wasscher te Lelden was in dienst geweest bij een slager te Voorschoten. Voor zijn patroon moest hy diverse geldbedragen innen o.a. te Oegstgeest een bedrag vam 58.97 en verder nog bedragen van 10.67 en 10.28. Inderdaad had hij het geld ontvangen maar het nooit afgedragen. De Officier weet alles aan het drank misbruik van verdachte. Er is een reclas seeringisrapport over verdachte uitgebracht dat een gecombineerde straf voorslaat met byzondere voorwaarden. De eisoh werd, rekening houdende met het rapport, een gevangenisstraf van zeven maanden waarvan vier maanden voor waardelijk met drie jaar proeftijd maar met de bijzondere voorwaarde, dat ver dachte zich gedurende zijn proeftijd ont houdt van sterken drank en geen plaat sen mag bezoeken waar sterken drank ge schonken wordt. Uitspraak 4 April. Voor de tiende maal. Het was hedenmorgen voor de tiende maal, dat H. van H. uit Leiden terecht moest staan thans terzake van rijwieldief stal. Hij had op 23 December een rijwiel weggenomen uit de Sitterlaan te Leiden, welk rijwiel daareven achtergelaten was door D. Verhoef, die het even geleend had van zijn patroon. Omdat verdachte reeds negen maal ver oordeeld is geweest vond de Officier het het beste om verdachte ter beschikking van de regeering te stellen zoodat de eisch werd vier maanden gevangenisstraf en ter beschikkingstelling van de negeering. Uit spraak 4 ApriL LEIDEN. Geboren: Antonius Jacobus Joseph, z. van A. P. J. Stikkelman en M. W. Klein Elisabeth Maria Helena, d. van P. Braggaar en L. A. v. d. Steen Antonius Hubertus Jozef, z. van H. A. v. d. Meer en H. Jonk man Marretje, d. van C. Hoppenbrou wer en S. v. d. Groep Hqndrika, d. van C. Rijswijk en H. B. Wentink Petrus Johannes, z. van J. C. v. d. Helm en J. G. de Konink Joanna Maria Theresia, d. van P. Rosbergen en C. C. W. v. d. Tol Trijntje, d. van J. J. v. Dam en G. G. v» Leeuwen Maria Johanna, d. van Th. v. Bcheemen en J. Tijssen Fredrik Alfred Johan, z. van F. F. v. d. Mark en J. Taffijn Jan Albert Johannes, z. van A. Gerrit sen en J. Verplancke Isaam, z. van I. Neuteboomen A. Verwoerd Cornelia Dirk, z. van W. Roelandse en J. de Jeu Jan, z. van J. J. Arbouw en W. A. Lut Cornelia Cathorina Maria, d. van G. v. d. Linden en C. M. Luiten Jozina Jannetje, d. van J. Jansen en J. v. Iperen Catha- rina Wilhelmina Maria, d. van G. J. Bik en W. M. Tuithof. Ondertrouwd: A. H. Middelkoop jm. 24 j. en G. Berends jd. 22 j. M. P, A. Zilverentant jm. 23 j. en J. v. d. Born jd. 23 j. G. J. C. Niehot jm. 33 j. en G. Dreef jd. 29 j. H. Th. v. Noort jm. 28 j. en C. A. v. d. Voort jd. 29 j. B. P. de Ru jm 25 j. en E. M. Kortekaas jd. 25 j. Gehuwd: A. v. Biemen jm. en C. J. Jansen jd. J. J. Cornet jm. en M. Kriek jd. S. J. v. Egmond jm. en C. Kuperus jd. J. Gijsman jm. en W. Keijzer jd. W. Hartevelt gesch. en J. C. v. d. Linden jd. J. G. Immink jm. en M. Stavleu jd. I. Koet jm. en J. Brouwer jd. J. M. Mulder jm. en J. Leppers jd. A. Nieu- wenburg jm. en S. H. W. v. Duuren jd. H. Olivier jm. en N. Rietveld jd S. La Rooij jm. en C. Laterceer jd. P. Sgrok- kelenburg jm. en K. A. Rijnbeek jd. Overleden: Th. M. Hoogenstraaten dr. 37 j. E. J. Bontje hsvr. van J. M. v. Haaster 44 j. LEIDEN, 20 Maart. Groentenveiling. Jer 100 kg.: roodekool f 7.709.00, savoye kool 4.805.90, rapen 4.605.40, prei f 8.40—11.10, kroten 1.60—2.20, kroten, gekookt 68, uien 1.043.50, peen 3 7.80, spruiten 13, andijvie 2241, sla 27—39, Nero 4.00—7.80, Witloof f 11 25 spinazie f 2737, per 100 stuks: sa lade 3.30—6.00, knolselderie 1.50—4.80, per 100 bos: pieterselie 7.608.00, ra dijs 7.40, selderie 5.106.80. LEID SCHEND AM, 20 Maart. Groenten- veiling. kropsla le soort 7.708.60, stoofsla per kg. 3034 cent, spinazie per 4 kg. 1.35—1.49, radijs 6.00—7.90. ZOETERMEER, 20 Maart Eierenveiling. Aanvoer 15000 stuks. Prijzen: kippeneieren 4.054.95 en eendeneieren 3.504.10 per 100 stuks. VOORSCHOTEN, 20 Maart. Veiling V. P. V. Pryzen: kippeneieren 4.205.30, eendeneieren 4.104.70 en ganzeneieren 12.per 100 stuks, duiven 14 cent, kip pen 1.00 en konijnen 1.05 per stuk. BODEGRAVEN, 20 Maart. Eierenveiling. Aanvoer 17.200 stuks. Prijzen: kippeneie ren wit 4.104.50 en gemengd 4.30 4.70; eendeneieren 3.804.40 per 100 stuks. NIEUWKOOP, 20 Maart. Eierenveiling. Aanvoer 10200 stuks. Prijzen 4.004.60 per 100 stuks. DELFT, 21 Maart. Vee. Aanvoer: 1 paard 78 runderen, 7 graskalveren, 359 nuchtere kalveren, 379 magere varkens, 390 biggen 59 schapen of lammeren, 11 geiten of bok ken. Prijzen: kalf koeien 150250, vare koeien 100180, nuchtere kalveren 3 12, magere varkens 1857, biggen 12 21, schapen met lam 2435, zuiglam- meren 315, geiten of bokken 412, rundvleesch 80, 74 en 62 cent per kg. slachtgewicht. Boter. Aanvoer 1 achtste en 2 zestien de vaten boter. Prijs f 1.70 per kg. Han del vlug. GOUDA, 21 Maart. Vee. Aanvoer: 1681 totaal, waarvan 19 slachtvarkens: vette 3031 y3 cent per pond, levend met 2 pet. korting; 249 magere varkens 2545, 349 biggen 1218, 2 runderen; 696 nuchtere kalveren 3-7; 1 schaap; 5 bokken of gei ten 26. Handel redelijk. Kaas. Aanvoer 94 partijen. Prijzen le kwal. met rijksmerk f 2728, 2e kwal. 2526 per 50 kg. Crisisaftrek 19.2 cent. Handel traag. Boter. Aanvoer 471 ponden. Prijzen: Goeboter 7075 cent en Weiboter 6570 cent per pond. Handel vlug. Eieren. Aanvoer: 225.000 stuks. Prij zen: kippeneieren f 4.004.50 en eenden eieren 3.504.00 per 100 stuks. Handel vlug. LOOSDUINEN, 20 Maart. Groentenvei ling. kaskomkommers le soort 11.70 8.40 per 100 stuks; Schorseneeren 4. 15.2e soort 8.3010.60, 3e soort 6.50 per 100 kg.; spinazie 1.011.30 per 4 kg., salade 4.per 100 krop; peen 17, radijs 7.30, raapstelen 1.802.00, selderie 5.406.00, pieterselie f 9.6011.per 100 bos; knolselderie 2.805.90 per 100 stuks, prei 12.6012.80, andijvie 37 37.50, komkommerstek 723 per 100 kg.; stoofsla 0.681.10 per 6 kg.; kippeneieren 5.40 per 100 stuks. VINKEVEEN, 20 Maart. Groentenvei ling. Witlof I 14—19, idem II f 8—12.50, idem stek 5.507.00 en kroten f 1.60 per 100 kg. KATWIJK a. d. RIJN, 20 Maart. Groen tenveiling. Per 20 kg.: waschpecn f 0.90 1.70, uien 4560 cent, kroten 4055 cent; per 100 stuks knollen f 5.00-7.50, per 100 kg. schorseneeren 1316.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10