TTUJnha/iM maaM U goed"
RECHTZAKEN
KLEINE
Wilt U iets weten?
ANNIE
DONDERDAG 14 MAART 1940
DE LEIDSCHF. COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
1093
Een spionneerend
Nederlander
Landgeheimen verraden
VIJF JAAR GEEISCHT
Gistermiddag behandelde de Rechtbank
de eerste zaak in dit arrondissement; spion-
nage betreffende.
De Amsterdamsche koopman C. V., een
45-jarige man, die zich sedert half Januari
in hechtenis bevindt, was ten laste gelegd,
dat hij, Nederlander zijnde, opzettelijk op
10 Januari te Duisburg aan een in dienst,
althans voor en ten behoeve van het Duit
sche rijk, althans voor een buitenlandsche
mogendheid handelend persoon, inlichtin
gen heeft verstrekt, omtrent feiten en om
standigheden, waarvan hij wist, dat de ge
heimhouding door het belang van den
staat geboden werd, n.l. omtrent militaire
verdedigingswerken en maatregelen in
Nederland langs de rivieren Rijn, Waal en
IJssel en de militaire bezittingen in ver
schillende plaatsen langs die rivieren als
Deventer, Zutphen, Brummen, althans om
trent feiten en omstandigheden betreffen
de de militaire verdedigingsmaatregelen
van Nederland.
De verdediger had de nietigheid van de
dagvaarding te berde gebracht, omdat z.i.
niet voldoende omschreven was, welke in
lichtingen verd. zou hebben gegeven. Na
raadkamer werd deze nietigheid ver
worpen.
Het verhoor
Als eerste getuige hoort de rechtbank
vervolgens den marechaussée, die verd. en
zyn vriend B. te Zevenaar had aangehou
den in den trein. Hij had verd. overge
bracht naar den stationscommandant.
„Wat hebt u in Duitschland uitgevoerd?''
had get. gevraagd. „Gaat u niets aan,
luidde het antwoord". Even later had hij
geheimzinnig over „een smokkelzaak" ge
sproken. Het verhoor had zeer lang ge
duurd, bij hem vond de marechaussee een
atlasje....
Pres.: Waarvoor droeg u dat bij u?
Verdachte: Voor een fietstocht.
Tenslotte had verd. toegegeven, dat hjj
in de stationswachtkamer had zitten praten
met een Duitscher. Waarover?
Op die vraag had verd. aanvankelijk
geen antwoord willen geven. Na een
urenlang verhoor had hij verklaard, dat
hfj over natuurschóon van ons land had
zitten praten. Speciaal de IJsselstreek.
Pres.: En wist u niet, dat de IJssellinie,
een onzer verdedigingslinies is.
Neen, dat wist verd. niet.
Pres.: Nooit op school geleerd? Nooit in
de krant gelezen? Niet gezien, dat daar
verdedigingslinies waren?
Verd.: Neen, daar interesseer ik me niet
voor. Ik weet er ook niets van.
Vervolgens werd de binnenhuisarchi
tect B. gehoord.
Get. had kennis gemaakt met verd. Deze
had hem op Zondag 7 Januari geld ge
geven om voor hem naar Duitschland te
gaan. Te Arnhem zouden beide mannen
elkaar ontmoeten, maar op den afgesproken
dag zagen ze elkaar reeds op het perron te
Amsterdam. Te Zevenaar waren zjj de
grens gepasseerd. Verd. had voor plaats-
kaarten naar Duisburg gezorgd. Te Duis
burg had het tweetal een derden man ont
moet. Get. moest ergens anders gaan zitten,
hij kon wel zien, wat verd. en de vreemde
ling, een Duitscher deden, maar het ge
sprek kon hij niet volgen. Er werden kaar
ten op tafel uitgespreid en er werd fluis
terend gesproken.
Zoo nu en dan hoorde hij den Duitscher
eer. woord herhalen, meestal plaatsnamen,
zooals Zutphen, Deventer.
Het onderhoud aan de hand van de
kaarten had naar schatting anderhalf uur
geduurd.
Pres.: En van u moesten ze niets hebben?
Getuige: Neen, maar ik moest de volgen
de week terugkomen, ik kreeg 20 en 7.50
voor een nieuwe pas.
„De Duitscher maakte grensfacilliteiten
voor me in orde", voerde verd. nog aan.
Pres.: Ja, voor spionnen.
Verd.: Daar hebben we het nooit over
gehad. We spraken over België.
Pres.: Het maximum, dat u kunt krijgen
is zes jaar. Staat u toch niet zoo te liegen.
U kunt nu nog een weinig goedmaken van
wat u misdreven hebt U kunt nu nog tot
het besef komen, dat u eigenlijk een Ne
derlander bent. Anders verdient u niet
beter dan het lot van spionnen in oorlogs
tijd. Hoe kwam u er bij om uw land te
Verraden?
Verd.: Dat heb ik niet gedaan!
Pres.: Zeg nu maar eerlijk, dat u geld
hebt gekregen om uw vaderland te ver
raden.
Requisitoir
De officier van Justitie, mr. A. S. de
Muinck Keizer, achtte het wettig en over
tuigend bewijs geleverd. Het staat wel
vast, dat verd. aan een lid van den Duit-
schen geheimen dienst inlichtingen over
onze verdediging heeft gegeven. Verd. was
in korten tijd driemaal over de Duitsche
grens gegaan, terwijl hij noch een geldig
paspoort noch een visum had. De laatste
maal viel het den oplettenden douanen op.
Verd. kan geen enkel motief opgeven
Voor zijn bezoeken aan de Duitsche grens-
steden. Hij was in kennis met B. gekomen,
die zich er aanvankelijk toe leende, maar
die zich terechtertijd bedacht. Deze B. be
schrijft, hoe verd. opgewonden, gespannen
en transpireerende met het lid van den
Duitsche geheimen dienst confereerde. Het
staat vast, dat er over de IJssellinie is ge
sproken. Het gesprek, het kaartje en de
opgevangen namen wijzen dat wel uit. De
Duitscher maakte notities. Naief is het ver
haal, van verd. dat er slechts over natuur
schoon werd gepraat. Dit verweer is wel
heel erg onzinnig. Niemand gaat drie keer
over de Duitsche grens om over toeristische
genoegens te debatteeren. Het staat vast,
dat de militaire maatregelen in Nederland
het onderwerp van gesprek waren.
Er is in dit geval sprake van de afschu
welijkste demoralisatie, n.l. spionnage
tegen het eigen land, ons vaderland. Verd.
heeft zich schuldig gemaakt aan een staats
gevaarlijk misdrijf. Deze man heeft zich
zelf ingedeeld bij het schuim van de natie.
Hij zal langen tijd uit de samenleving
moeten worden gebannen.
Geen enkele verzachtende omstandig
heid is aan te voeren tegen dezen spion. De
maximumstraf bedraagt zes jaar. Deze lage
straf stamt uit een onbewogen tijd.
Thans zyn de tijden zeer veel ernstiger
en hebben de betrekkingen zich toegepitst.
Bij de strafmaat dient men te overwegen,
dat verd. geen berouw toont. De straf moet
preventief werken. Een ieder dient te
weten, dat men in ons land spionnen zwaar
straft.
Spr. vorderde tegen verd. een gevangenis
straf van vijf jaar.
De rechtbank zal 27 Maart vonnis wijzen.
Waddinxveen's
stroopersdrama
Nog geen opheldering
Bij de verdere behandeling voor het ge
rechtshof te Amsterdam van de revisie
zaak tegen den Waddinxveenschen arbeider
verdacht van poging tot doodslag op den
rijksveldwachter van den Hoef, in den
nacht van 4 op 5 October, handhaaft de
deskundige a charge, de wapenhandelaar
Kool, zijn conclusie, dat verdachte h§t ge
weer moet hebben geschouderd. De proe
ven, door desk. genomen, wijzen dit uit.
Mr. Simon: Is het onmogelijk, dat het
schot is afgegaan toen verd. het geweer
voor het lichaam droeg.
Naar mijn oordeel niet, antwoordt des
kundige, maar het blijft een reconstructie.
De man, die den veldwachter had ge
vonden, wordt vervolgens voor het hekje
geroepen. Het was stikdonker, te twintig
minuten over vier hoorde hij roepen. Hij
vond toen den rijksveldwachter van den
Hoef, die tegen hem zei „ik ben geschoten,
haal hulp".
Getuige was per fiets en hij had zich on
middellijk naar de politie en den dokter ge
haast. Zelfs had getuige geen pogingen
gedaan om den arm af te binden.
Rijksveldwachter P. E. Korte had een
onderzoek in het veld ingesteld en de cape
en de lantaarn van veldwachter van den
Hoef gevonden.
De brigadier majoor van den rijksveld-
wacht te Gouda, Van Eyk, heeft eveneens
kort na het gebeurde ter plaatse een onder
zoek ingesteld.
Deze getuige zet uiteen, hoe hij in het
onderhavige geval zou zijn opgetreden
tegen de stroopers: aanroepen op zoo kor
ten afstand is gevaarlijk, of ze schieten of
ze vluchten.
Get. zou ze liever omver geloopen of
besprongen hebben.
Na de pauze wordt nog een tweede
wapendeskundige décharge gehoord, de
wapenhandelaar Staelenberg uit Den Bosch
Deze deskundige is het niet met den heer
Kool eens. Volgens hem loopt de jager in
het veld met zijn vinger bij den trekker.
Pres.: En gaat bij u het geweer wel eens
ongewild af?
Desk.: Veertien dagen geleden nog.
Er ontspint zich een fel debat tusschen
den president en den deskundige, de presi
dent roept uit: „Ik kan wel zien, dat U
a décharge bent gekomen.
Desk.: Ik ben 35 jaar deskundige.
De beurt om te getuigen is dan aan den
41-jarigen landbouwer, W. H., den werk
gever van verdachte, met wien hij in den
bewusten nacht samen aan het stroopen
was. „Ik liep schuin links voor R. Opeens
hoorden we roepen: „Halt politie". We
schrokken geweldig.
Ik liep pas weg, toen ik zag dat R. er
ook vandoor ging.
Pres.: Dus u draaide u om en in het licht
van uw lantaarn zag u een man in uni
form. U zag een vuurstraal ter hoogte van
uw hoofd.
Getuige: Ter hoogte van myn hoofd heb
ik niet gezegd.
De President verwondert er zich over,
dat verd. niet direct na het gebeurde tegen
zijn baas heeft gezegd, dat het schot per
ongeluk was afgegaan en dat hij vreesde
dat een veldwachter getroffen was.
Nadat nog een getuige was gehoord, werd
do zaak wederom verdaagd, n.l. tot Vrijdag
5 April, op welken dag nog eenige ge
tuigen zullen worden gehoord.
Haagsche Politierechter
Een tegen drie.
De dame uit Leiden, die het verdach
tenbankje binnen stapte, mocht er wezen
zooals een geijkte term luidt. Daarom was
het eenigszins te begrijpen, dat zij boos ge
worden was, toen haar ter oore gekomen
was, dat zij door een andere dame „graten-
pakhuis" was genoemd. Rechtstreeks was
deze mededeeling aan haar verteld, maar
de rest van het fraais had nogal een om
wegje genomen, want een tante van de
dame in het verdachtenbankje had ge
hoord van een nicht, dat zij niet deugde en
waarbij toen, nadat allerlei leelijke dingen
verteld waren, ook het woord „gratenpak-
huis" gebezigd zou zijn.
En met echt vrouwelijke logica had de
aldus betitelde gezegd, dat heeft die en die
gedaan en was een bezoek af gaan leggen,
waarbij het nogal rumoerig was toegegaan.
Zonder zich eerst te presenteeren was zij
de woning van haar vermeende vijandin
binnen getrokken. Het tafereeltje, dat zij
daar aanschouwde, was echt huiselijk, want
om een tafel, waarop een pruttelende kof-
f.epot stond, zaten drie dames onder gezel
lige kout een kopje leut te nuttigen.
Mochten de dames nog niet weten wat die
ci:verwachte binnenkomst beduidde, de eer
ste woorden, die door de binnendringster
geuit werden, hielpen hen uit den droom:
,.Zoo leelijke kletsmajoors", klonk de
ouverture, „daar ben ik nou en zeg nou
maar wat je toen gezegd hebt".
Eonlgc verbazing teekende zich op de di
verse aangelaten af en een der koffieslur-
pende dames wees veelbeteekenend naar
haar voorhoofd onder het slaken van de
verzuchting „niet goed snik, loslaten".
Dit gezegde deed de aldus genoemde da
me steigeren van woede en verontwaardi
ging-
..Loslaten hé", begon zij, ik zal je leeren
loslaten", en voor men iets vermoedde, had
de dame., die losgelaten moest worden, iets
vastgenomen, zijnde een pot met koffie, en
dit instrument met afgetrokken vocht naar
het hoofd ver de „niet goed snik, loslaten"-
kweelende juffrouw geworpen. De pot
scheerde het hoofd en sloeg te pletter tegen
de muur, achterlatende een bruine plas
waarin diggelen troonden.
„D'r uit!", orulde het trio in koor.
„Nooit'-, repliceerde de bezoekster.
Eh aldus ontstond het gevecht, dat eenig
in zijn soort **as, want toen bleek aller
duidelijkst, dat „gratenpakhuis", geen gra-
tenpakhuis was, integendeel het bleek een
vrouwelijke Simson te zijn. De hoofdbe
woonster ondervond het eerste de spier
kracht van „gratenpakhuis", want in een
zucht lag zij klem tusschen twee stoelen,
weldra gevolgd door een harer boezem
vriendinnen, die eveneens tijdelijk buiten
gevecht ges*tlo werd door een flinken op
stopper.
Nummer drie had echter eveneens spier
ballen e zij ram toen zoolang de honneurs
waar. Niet zooiets van „neem u plaats da
me". maar. meer „ga je d'r uit of ik sla je
er uit".
En zoo ontspon zich een strijd met wis
selende kansen te midden van dansende
meubelstukken.
Het gevecht zou vermoedelijk nog aan
den gang zijn, als de eerst gevelde dame er
niet in geslaagd zou zijn haar ledematen
bijeen te sprokkelen en zich uit de stoelbe-
klemming te ontworstelen. Zij kwam op het
juiste mement weer bij haar positieven,
want het ging er op gelijken, dat het trio
het onderspit zou delven. Maar dank zij de
verrijzenis van de bewoonster sloeg de
schaal door in de richting van het drietal,
aangezien zij zich plotseling op den nek van
„gratenpakhuis" nestelde, die vanwege de
vracn. doorknikte en op den grond terecht
kwam. Gedrieën sleepte men „gratenpak-
nuis" toen via het gangetje in de open lucht,
waarmede het gerdijn viel van het erste
bedrijf.
De tweede acte spelde zich af voor den
Politierechter, die deze visite niet kon ac-
cepteeren er het evenals de Officier huis
vredebreuk enz. noemde.
Wij zullen gevoeglijk en welvoeglijk zwij
gen over de diverse onaangenaamheden, die
de dames elkaar thans nog toevoegden, en
alleen vermelden, dat de dame die „graten
pakhuis" werd genoemd, maar 't niet bleek
te zijn, veroordeeld werd tot een geldboete
van 10.subs. 10 dagen.
HAAGSCH GERECHTSHOF
HELING VAN MILITAIRE GOEDEREN.
In hooger beroep verdubbeling van de
straf geëischt.
Een koopman uit Warmond was door
den Politierechter veroordeeld tot één
maand gevangenisstraf wegens heling meer
malen gepleegd. Hij had van een militair
haver gekocht, welke haver door den mili
tair gestolen was.
Verdachte had de straf voor dit feit te
zwaar gevonden en was in hooger beroep
gekomen bij het Haagsche Hof, alwaar hij
tot zijn verdediging aanvoerde, dat hij niet
begrepen had, dat de haver aan het Rijk
toebehoorde.
De president wees hem er echter op, dat
hij het zeer zeker begrepen had, want de
haver was vlug overgestort geworden in
andere zakken. Het was op een geheimzin
nige manier over een heining getranspor
teerd enz. enz.
Ten slotte gaf verdachte toe, dat de ha
ver van het Rijk was, maar hij had niet ge
dacht, dat het gestolen zou zijn.
De procureur-generaal vond, dat er streng
tegen deze delicten moet worden opgetre
den .en vond de opgelegde gevangenisstraf
van één maand te licht. Spr. vroeg dan ook
bevestiging van het vonnis van den Politie
rechter behoudens ten aanzien van de straf,
die spr. gebracht wilde zien op twee
maanden gevangenisstraf.
Mr. Sormani uit Leiden, voor verdachte
pleitend, zag verzachtende omstandigheden
en vroeg de uiterste clementie.
Uitspraak over 8 dagen.
Herrie op het vliegveld Valkenburg.
De grondwerker G. H. B. te Leiden,
was door den Haagschen Politierechter ver
oordeeld tot twee weken voorwaardelijke
gevangenisstraf en een onvoorwaardelijke
geldboete van 10 subs 10 dagen.
Hij had op het in aanleg zijnde vliegveld
Valkenburg, tijdens een kwestie over het
tarief van grondwerk, ruzie gekregen met
een voorman der Nederlandsche Heide
Maatschappij, zekeren v. d. Bent, en dien
voorman toen onverwacht een klap gege
ven.
Verdachte was van dit vonnis in hooger
beroep gekomen bij het Haagsche Hof, al
waar de procureur-generaal geen termen
aanwezig achtte om de straf te wijzigen en
derhalve bevestiging vroeg.
Uitspraak over 8 dagen.
Lorrcn-kwestie.
De koopman A. van I. te Leiden, was
wegens het stelen van wat lorren ten na-
deele van mej. P. teAlkemade door den
Politierechter veroordeeld tot drie weken
gevangenisstraf en van dit vonnis in hooger
beroep gekomen bij het Haagsche Hof, al
waar hij thans zeide de omstreden lorren
gekocht te hebben van een onbekende:
De procureur-generaal geloofde niets van
deze bewering van den plotseling opdui
kenden grooten onbekende. Rekening hou
dende met het feit, dat verdachte reeds vier
veroordeelingen achter den rug heeft eisch-
te spr. eveneens drie weken gevangenis
straf.
Verdachte vroeg een voorwaardelijke
veroordeeling, waarna de uitspraak werd
bepaald op over een week.
VECHTPARTIJ MET DOODELIJKE
AFLOOP
Soldaat tot tien jaar gevangenisstraf
met aftrek van preventieve hechtenis
veroordeeld
Op den avond van 1 October van het
vorige jaar had te Weert een vechtpartij
plaats, waarbij de soldaat H. J. C. Nouwens
werd doodgestoken en de soldaat H. van
der Lomp ernstig werd gewond. Een derde
soldaat kreeg door het gebeurde een
zenuwschok, waardoor hij in een inrichting
moest worden verpleegd en voor den mili
tairen dienst werd afgekeurd.
Op den noodlottigen avond was een aan
tal militairen in een café bijeengekomen.
Onder hen bevond zich de soldaat P. M.,
die in burger was en zijn 24-jarige vriend
G. de G. Deze kreeg een woordenwisseling
met eenige militairen en het gevolg was,
dat de soldaten M. en de G. door den café
houder en diens dochter buiten de deur
werden gezet. Een aantal militairen volg
de de beide mannen en buiten ontstond een
vechtpartij tusschen M., de G., N. en van
der L. Enkele oogenblikken later waren N.
en van der L. door messteken getroffen.
N. kon nog nog het café bereiken, waar
hij op een stoel in elkaar zakte. Hij stierf
voor geneeskundige hulp aanwezig was.
Verdachte, den soldaat N. te hebben
doodgestoken, werd de soldaat M. uit
Weert gearresteerd en naar het huis van
bewaring te 's Hertogenbosch overgebracht.
De vorige maand heeft M., wegens dood
slag voor den krijgsraad terecht gestaan.
De auditeur-militair mr. van der Kun,
eischte toen vijftien jaar gevangenisstraf.
Gistermiddag diende de zaak opnieuw
voor den krijgsraad.
Als getuige-deskundige werd gehoord dr.
Hulst uit Leiden, die sectie op het lijk had
verricht. De getuige verklaarde, dat in de
kraag van de jas van het slachtoffer vier
messteken waren aangetroffen. Een dezer
steken was door de kraag in den hals van
het slachtoffer doorgedrongen en de wond
had een diepte van 7 1/2 c.M. de steek in
den hals was met groote kracht toege
bracht.
Mr. Van der Kun eischte opnieuw tegen
den beklaagde wegens doodslag vijftien
jaar gevangenisstraf.
De verdediger Mr. S. Smects uit Weert,
betoogde dat niet bewezen is, dat de be
klaagde den opzet heeft gehad den soldaat
N. dood te steken. Hij concludeerde dan ook
tot vrijspraak.
De krijgsraad uitspraak doende, veroor
deelde M. wegens zware mishandeling den
dood tengevolge hebbende, tot tien jaar
gevangenisstraf, met aftrek van de voor-
loopige hechtenis en ontslag uit den dienst.
SERGEANT LOSTE VIJF SCHOTEN OP
TWEE LUITENANTS.
Tot vijf jaar gevangenisstraf mester
beschikkingstelling van de regeering
veroordeeld.
Op 19 September van het vorige jaar
heeft de dertigjarige sergeant B. A. J. H
vijf schoten uit eti. geweer gelost op twee
luitenants, die hem wilden arresteeren. TJe
luitenants werden echter niet getroffen. De
sergeant werd geanesteerd en op 5 Januari
stond hii voer oer. kriigsraad terecht, de
auditcur-milifc-ir mr van der Kun, eischte
wegens feitelijke insubordinatie acht jaar
gevangenisstraf.
De krijgsraad heeft de uitspraak, in de
zaak opnieuw gediend en dr. G. Janssens,
directeur-geneeshper van de psychiatrische
inrichting Voorburg te Vught, die toen als
getuige-deskundige werd gehoord, verklaar
de, dat de beklaagde zeer verminderd toe
rekeningsvatbaar is. De auditeur-militair
heeft toen zijn requisitoir gewijzigd en te
gen den sergeant wegens feitelijke insubor
dinatie curie jaar gevangenisstraf en ter be
schikkingstelling var. de regeering geëischt.
De krijgsraad c!eed gisteren uitspraak en
veroordeelde den sergeant wegens feitelijke
insubordinatie, gepleegd in tijd van oorlog,
tot vijf jaar gevangenisstraf, ter beschik
kingstelling van de regeering en ontslag uit
den dienst.
Vraag: Mijn zoon is in dienst van een
werkgever en wel dag en nach' ontvangt
als vergoeding voor gedane arbeid kost en
inwoning plus geld. Als hij bij verhuring
heeft bedongen een week vastenavond, wat
hij dan ook heeft genoten, heeft hij dan
recht behalve op het loon van die week
(wat hij inmiddels heeft ontvangen), ook
op kostgeld?
Antwoord: Indien niet anders is af
gesproken, en als plaatselijk gebruik mee
brengt, dat in zulke gevallen het volle loon
wordt doorbetaald, heeft uw zoon ook recht
op kostgeld; het is een onderdeel van zijn
loon.
Vraag 2: in zake verpleging in krank
zinnigengesticht.
Antwoord: De gemeente is daartoe
verplicht. De kosten kunnen inderdaad na
overlijden verhaald worden op de nalaten
schap.
Vragen: in zake militaire vergoeding
wegens kostwinnerschap.
Antwoord: Daartoe moet men zich
wenden tot den burgemeester (secretarie)
van de woonplaats. Ieder geval wordt apart
behandeld.
MAAR Hifi tR WEI (Erti
aeiiAoen. ^Anoy.hoe GAUWUF/wvjI
SIheh vikci wnVzi PRAjtn f 4
MEFR OVER OEM ÜAMRROOR /M ER££-
OOM* OOK M'ETMfER OVÈR ^fMOOOE/l),
SAM MAAR Ik l£C Jt ïAriDY, DA 7£KffEER\
ÏJFR Z/7. /ETMAAROP, hl67ZAL
7 LATiC MEE R O URE Ei OA T VERZEKER)
ACH 76 R
ri/E 7 la
<Ht i louMi mn> vutwonuiRtn.
ILi Zt VAfl DAAG Of MURCIM om
DtKTtft QA1 H'JCtn Mflilo//c£
LArfOt kf/i CiMAAK/ HAD, WAAI
y&ÖR /f OtfriKf TVUR KAARJft
Kunf woe n en pa/ ut r inmin i
Hf T ^POUKHl)/S Dl OOR ZAAI Mn
Vf RE!S 'S