Nederlanders,
vreemdelingen
die wel
schijnen 1
De nat socialisten en communisten op
hun nummer gezet
Minister
Dijxhoorn
weermacht
over
de
Tegen mobilisatie-clubs geen bezwaar
Letteren en Kunst
Wilt U iets weten?
ZATERDAG 9 MAART 1940
flE l.FinsCHE rnirRANi
VIERDE BLAD - PAG. 15
Tweede Kamer
Sterk betoog van
Dr. Moller
Vergadering van gisteren.
Aan de orde zijn verschillende wetsont
werpen.
Bij de wetsontwerpen inzake naturali
satie constateert de heer QE MARCHANT
ET D'ANSEMBOURU (N.S.B.), dat de mi
nister van Justitie wederom aan spr.'s
fractie de gevraagde inlichting-in onthoudt.
Tegen naturalisatie van Vlamingen is in
het algemeen geen bezwaar. Iets anders is
het met de Joden, doch het is tegenwoor
dig moeilijk, daarover te spreken. Spr.
heeft geen vijandschap jegens het Joden
dom, maar het vraagstuk moet toch opge
lost worden. De minister kan vin een Jood
igeen Nederlander maken, dit is nooit ge
lukt.
De heer MOLLER (R.K.) komt op tegen
de totaal onwetenschappelijke beschouwin
gen van den vorigen spreker over ras, volk
en Jodendom. De Germanen, wie weet wat
er allemaal onder zit? Zij zijn de Weste
lijke groep der Indo-Germanen of Indo-
Europeanen. De Hindoes in Voor-Indië
vormen den Oostelijken vleugel. Ariërs
zijn eigenlijk de Hindoes, Perzen en de
Ibewoners van Iran.
Er is een sterke vermenging geweest
ook met Keltische elementen er Engel-
schen en Nederlanders zijn de minst Ger-
imaansche volkeren van Europa.
De N.S.B. wil hier het Joodsche volk
miet hebben. Tegen Hongaren "b.v. heeft
ze geen bezwaar. Ook Duitsche geleerden
hebben door taalvergelijking aangetoond,
dat de semieten het dichtst bij de Indo-
Europeaansche bevolkingsgroep staan.
Als men bezwaar heeft tegen de Joden
om het groote aantal, dat hier binnen
stroomt, dan geldt hetzelfde voor de vele
Duitschers, die naturalisatie aanvragen.
Zou er veel gemisi worden, als er eeni-
gen van de honderd Tweede Kamerleden
uit ons midden vérdwenen? vraagt spr.
(Vroolijkheid). De N.S.B. zij zeer voor
zichtig. Door het nagaan van allerlei stam-
Iboomen zou men tot verrassende ontdek
kingen komen.
De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM-
BOURG: Vuiligheid van de eerste soort.
(De voorzitter hamert).
De heer MOLLER vraagt een gemakke
lijker procedure voor het toelaten van
Vlamingen. Spr. ontkent, dat de Joden een
afzonderlijk volk zouden zijn. Door jaren
lang wonen in een land zijn de Joden
Duitschers, Franschen, Engelschen enz.
Spr. kent onder de Joden uitstekende Ne
derlanders. Prijzenswaardig is het, dat ze
hun eigen godsdienst houden, in hoofdzaak
omdat ze om godsdienstige ~edenen waren
en zijn tegen gemengde huwelijken. De
•woorden „East is east and west is west"
citeert ook de N.S.B. steeds verkeerd. Ru-
dyard Kipling heeft er zelfs het tegendeel
mede bedoeld. Alle menschen zijn gelijk,
wij moeten geen onderscheid maken. (Ap
plaus).
De heer VAN DER GOES VAN NATERS
,(Soc. Dem.) bewondert de rede van den
heer Moller. Twee derden van het totale
aantal aanvragers om nafiralisatie zijn
arische Duitschers. Velen zijn lid van de
Deutsche Verein. Er is meer dan eens mis
bruik gemaakt van het gastrecht. Spr. wijst
op het contact tusschen Duitsche geïnter
neerden en den voorzitter der Deutsche
Verein te Amsterdam. Volgende week staat
de van oorsprong Duitsche ingenieur
Sturm in de spionnagezaak terecht. De
Duitsche staat onderhoudt een rechtsband
met de Duitschers in den vreemde. Spr.
waarschuwt tegen het binnenhalen van
„fremdkörper" in het Nederlandsche staats
verband.
De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer
GERBRANDY, zegt, dat men van den eer
sten afgevaardigde den indruk kreeg, als
zou een stroom naturalisaties aan de orde
zijn. Dit is geenszins juist. Steeds is de
norm, is de persoon in kwestie zoo inge
leefd in de Nederlandsche staatsgemeen-
schap, dat hij verdient, de gunst van Ne
derlanderschap deelachtig te worden. De
minister kan niet steeds de verlangde in
lichtingen geven, ook al omdat er niet
wordt beschikt ove» de noodige weten
schappelijke apparatuur. Door de rede van
den heer Moller is spr. in deze overtuiging
gesterkt. Ook bij de arische Duitschers
wordt elke aanvraag persoonlijk onder
zocht, doch vergissingen zijn mogelijk,
p.wpnwel, er zijn ook Nederlanders, die we'
vreemdelingen schijnen (gelach). Wat het
lidmaatschap eener politieke organisatie
aangaat, de desbetreffende wet is nog jong
en ook in dgze kunnen er wel eens ver
gissingen voorkomen.
Het eerste naturalisatie-wetsontwerp
wordt aangenomen met 64 tegen 3 stem
men (tegen de N.S.B.); de overige z. h. s.
(tegen de N.S.B.).
Bij het wetsontwerp tot steun verleen ing
aan het Roode Kruis verklaart de heer DE
MARCHANT ET D'ANSEMBOURG (N. S.
B.) zich niet tegen het wetsonwerp te ver
zetten, doch met de verwijzing naar den
Volkenbond gaat spr. niet accoord. Elke
verbinding met den Volkenbond is een ge
vaar voor ons land. De N.S.B. heeft eerbied
voor het Finsche volk, dat heldhaftig voor
zijn goed recht strijdt.
De heer DE VISSER Comm.) herinnert
aan de houding der democratische landen
in den oolog in Spanje. De Volkenbonds
staten, ook Nederland, hebben hun plicht
schandelijk verwaarloosd toen andere vol
keren overweldigd werden.
De landen, die Finland steunen, zijn de
groot-imperialistische wereldmachten.
(Verschillende interrupties; de vorzitter
hamert). Daarvoor vecht vandaag het ar
me Finland. Het krijgt nog wel een pluim
op den hoed van de N.S.B. Dit zegt genoeg.
Er is nu sprake van humanitaire "hulp.
Doch in feite is het partijkiezen in het con
flict tusschen het socialisme en het impe
rialisme. (Interrupties, gehamer van den
voorzitter).
Indien men de werkelijke historische
verhoudingen van Finland kent, weet
men, dat het zijn bestaan te danken heeft
aan Lenin. (De VOORZITTER verzoekt
den spr. zich tot het Roode Kruis te be
perken; interrupties; rumoer in de Ka
mer).
Als de spreker voortgaat, op deze wyze,
hamert de VOORZITTER luidt en aan
houdend. Spr. zegt, zich te houden aan
het wetsontwerp, dat antipathie tegen Sov
jet-Rusland inhoudt, en oewijst dat de soc.
democratie de lakei is van het imperia
lisme.
De VOORZITTER ontneemt spr. het
woord.
De heer DREES (Soc. Dem.) zegt, dat de
Soc. Dem. fractie met de hulpverleening
accoord gaat. al betreurt ze, dat de hulp
zoo laat komt, zoo klein is en zoo beperkt
van vorm. De hee? De Visser heeft het
Finsche volg beleedigd, door dit democra
tische land fascistisch te noemen. (De heer
DE VISSER interrumpeert. De VOORZIT
TER waarschuwt hem. zoo noodig andere
maatregelen te zullen nemen).
De heer SERRARENS (R.K.) betoogt,
dat aan het betoog van den heer De Mar-
chant et d'Ansembcurg geen draad is vast
te knoopen. Het Nederlandsche volk wil
slechts, om .net Koningin Emma te spre
ken, groot zijn in de dingen, waarin een
klein volk groot kan zijn.
Nederland laat zich geenszins leiden
door antipathie tegen Duitschland. Neder
land bewijst zijn sympathie jegens het
kleine Finland in den strijd om zijn be
staan,
De heer SMEENK (AR.) prijst het me
deleven van ons volk met Finland. Een
klein land als het onze kan niet veel doen.
Het standpunt van onze regeering is juist.
De heer KERSTEN (Staatk. Ger.) betuigt
zijn sympathie vooï het Finsche volk, dat
in overgroote meerderheid een protes-
tantsch volk is. Daarom is spr. met het
wetsontwerp ingenomen.
De MINISTER VAN BUITENLANDSCHE
ZAKEN, de heer VAN KLEFFENS, kan
niet genoeg doen uitkomen, dat hel ont
werp geen politiek, alleen een humanitair
karakter heeft. Gevolgen voor ons land,
Indië, Suriname en Curasao heeft het niet.
Hier spreekt alleen het goede geweten van
ons volk, door particulieren en ten laste
der openbare middelen. Dat de hulpver
leening los staat van den Volkenbond, is
in de stukken herhaaldelijk opgemerkt.
Wat den Volkenbond betreft, moeten we
niet al te schuchter zijn; we denken er niet
aan, er voor te bedanken. Wel moet voor
zichtigheid worden betracht, b.v. inzake
collectieve actie.
De hulp zou laat komen, doch niet te
Iaat.
Het bedrag is niet groot, maar de steun-
actie heeft veel medewerking ondervon
den. En ieder is vrij, deze uit te breiden.
Het wetsontwerp wordt z. h. s. aange
nomen.
Een groot aantal wetsontwerpen wordt
z. h. st. of na korte besperking aangeno-
De vergadering wordt tegen half 7 tot
nadere bijeenroeping verdaagd.
Eerste Kamer
Tucht en orde maar:
geen gesnauw
Vergadering van gisteren.
Voortgezet wordt de behandeling van de
begrooting van Defensie voor 1940.
De MINISTER VAN DEFENSIE, de heer
DlJXHOORN, beantwoordt de sprekers
van de beide vorige dagen.
Spr. sluit zich van ganscher harte aan bij
de gesproken waardeerende woorden. Mei
deernis denkt spr. aan hen, die in dienst
van het vaderland zijn gevallen. Spr.
denkt in het bijzonder met weemced aan
hen, die aan boord var. de O 11 den dood
hebben gevonden en aan de nagelaten be
trekkingen.
Viel ten aanzien van de weermacht een
groote achterstand in te halen; dit is mo
gelijk geweest, daar wii zes maanden daar
toe de gelegenheid hebben gehad.
Een weermacht stampt men nu eenmaal
niet uit den grond en vele in het buiten
land geplaatste orders konden niet wor
den uitgevoerd. Hiermede dient ernstig
rekening te worden gehouden.
Opleiding van recruten bij het veldleger
is onmogelijk. Spr. is begonnen met de
jongste lichtingen buitengewone dienst
plichtigen cm technische en sociale rede
nen. Binnenkort worden die lichtingen
van 1938, 1939 en 1940 opgeroepen. De op
komst van de gewone dienstplichtigen zal
op 1 October 1940 geschieden, daarna kan
gedacht worden aan de gewone dienst
plichtigen van 1941 of aan de buitenge
wone dienstplichtigen van 1937. De keu
ring heeft zich echter niet over die van
1937 uitgestrekt. Keuring is dus eerst noo
dig.
Voorbereiding voor de keuring van de
buitengewoon dienstplichtigen van de
lichtingen 1936 en 1937 zijn getroffen voor
Mei, Juni en Juli. Ook zijn voorbereidin
gen getroffen voor herkeuring van afge-
keurden, doch eerst na beëindiging van
eerstgenoemde keuring.
Er zal worden gewaakt tegen te strenge
keuring; het afkeuringspercentage wordt
steeds lager, doch te groote verlichting van
de eischen is onmogelijk.
Wat de aanschaffingen van het materieel
betreft, deze geschieden volgens het urgen
tieprogramma. Spr. heeft maatregelen ge
troffen dit program birnen den kortst mo
gelijken tijd te doen uitvoeren. De regee
ring besloot voorts tot bestelling van
luchtdoelgeschut en vliegtuigen. De leve
ringsdata zijn, vooral in de belligerente
landen, dikwijls niet nagekomen. Bestel
lingen tot aanmaak van pantserafweerge-
schut zijn hier te lande geplaatste-
Van de voor Amsterdam bestemde vuur
monden is één baterij te Bentheim aange
komen; de munitie is er reeds. Als Amster
dam het bestelde geschut niet tijdig kan
krijgen, wordt de stad geholpen aan 4 cm.-
geschut. Het is uiterst moeilijk de orders
elders onder te brengen.
Luchtafweerballons worden besteld; de
proeven moeten worden afgewacht, alvo
rens vedere bestellingen te doen.
In het leger zijn pl.m. 3000 gemobiliseer
de Joden, waarvan pl.m. 350 geestelijk be
langstellenden. Dit is een bezwaar voor
aanstelling van een veld-rabbijn. Spr. zal
de zaak nog eens bezien.
Ten aanzien van de botervoorziening
verwijst spr. naar de woorden van minis
ter Steenberghe; het geldelijke bezwaar
weegt voor spr. het zwaarste. Wel kan spr.
het verstrekken van kaas verplicht stellen.
Op 21 Februari is een desbetreffende leger
order uitgevaardigd, die een vasten afzet
van 3 Y> millioen kg. per jaar garandeert.
Inlichtingendienst, justitie en politie
werken nauw samen ter bestrijding van
de spionnage.
In voorbereiding Is een Kon. Besluit
om een grooter gebied ln staat van be
leg te verklaren. Indien dit noodig is,
zal de regeering niet aarzelen, het ge*
heele land ln staat van beleg te ver
klaren.
Spr. zal gaarne de klachten onderzoeken
naar aanleiding van de nieuwe regeling der
toelagen.
Inderdaad zijn er aannemers, leden der
N.S.B., die voor defensie leveren. "Hierte
gen behoeft geen bezwaar te bestaan, in
dien men op hun eerlijkheid kan vertrou
wen.
Wat den Amsterdamschen politie-inspec-
teur betreft, hier doet zich thans de vraag
voor, of hij als reserve-officier is te hand
haven; het resultaat van het onderzoek
moet worden afgewacht. Met de unifor-
mensmokkelzaak had hij riets te maken,
doch hij is gecompromitteerd.
Het departement van Economische Za
ken neemt de koeien bij inundatie over, de
fensie betaalt de schade, bestaande in het
verschil tusschep gebruikswaarde en
marktwaarde. Niet alle eigenaren komen
echter in aanmerking voor uitbetaling van
de gebruikswaarde. Ieder geval moet af
zonderlijk worden bekeken bij de indirec
te schade, b v de kwelschade. Waarschu
wing vooraf bij vordering is niet vereischt,
doch zij is toch gegeven. De landeigenaren
zullen tijdig worden gewaarschuwd.
Spr. kan tot zijn leedwezen aan den
wensch om vaders van groote gezinnen
naar huis te doen sturen, niet tegemoetko-
ROSSUM DU CHATTEL DRIESSZN
JUWELIERS BREESTRAAT 95
TAFELZILVER
ping.
Hltuwilt modellen
men; dit zou tot onbillijkheden aanleiding
geven.
Beleedigende behandelingen, van wien
ook, duldt spr. niet; de klachten ten aan
zien van de N.S.B. zal spr. grondig doen
onderzoeken. Met de mededeeling t.a.v. de
verboden tegenover de N.S.B. in de me
morie van antwoord heeft spr. niet de be
doeling gehad iemand te beleedigen.
Op de rede van den heer van Embden
zal spr niet ingaan; hij respecteert zyn
visie. Hoe zou onze weermacht geweest
zijn, als iedereen er zoo over gedacht had
als de heer Van Embden. Men denke dus
niet meer aan afbraak der weermacht.
Spr. betracht zooveel mogelijk spoed met
het slagkruisersvraagstuk; het ware niet
juist, den Volksraad niet te hooren. Een
deugdelijke voorbereiding van het ontwerp
is noodzakelijk.
Krijgstucht is een vaststaand begrip;
daaraan valt niet te tornen. Ontoelaatbaar
zijn daarom slordige tenuen. open kragen,
niet-groeten enz. Geen verschillende waar
de mag men toekennen aan den krijgs
tucht vcor Friezen en Limburgers enz.
Echter: ons iger is geen beroepsleger;
snauwen en bulderen zijn niet toelaatbaat,
tact is vereischt. De tucht heeft de bij
zondere aandacht van den commandant
veldleger.
Ten aanzien van de mobilisatieclubs
merkt spr. op, dat tegen de milieu-schep
ping door de moderne arbeidersbeweging
geen bezwaar bestaat. Op deze vierde zuil
rust onze weermacht even goed als op de
andere drie. Deze bevolkingsgroep is ook
niet uitgesloten uit het werk van O. en O.
Spr. scheert alle niet-verboden volksgroe
pen over één kam. Echter de politiek moet
buiten het leger blijven, de samenkomsten
moeten voor iedereen toegankelijk zijn.
Spr. heeft zich dit standpunt zelf ge
vormd en is in geen enkel opzicht door de
S D. ministers b-einvloed Ook als spr. geen
zitting had in dit kabinet, zou hij geen be
zwaar hebben tegen de mobilisatieclubs.
Alle leden van het kabinet zijn het ter
zake van deze kwestie volkomen eens. Het
streven en het deel van de clubs der mo
derne arbeidersbeweging is geheel anders
dan dat van die van 19141918.
Tusschen spr. en den opperbevelhebber
bestaat volkomen overeenstemming over
deze kwestie.
Replieken.
De heer VAN RAPPARD (Lib.) blijft
vreezen, dat de politiek door het toelaten
van de mobilisatieclubs in het leger zal ko
men.
De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C.-
H.) blijft de zaak van de mobilisatieclubs
minder bevredigend achten. Spr. vreest,
dat neutraliteit der clubs niet te bereiken
is. de commissie van bijstand is zuiver so
ciaal-democratisch georiënteerd.
De heer HELDRING (Lib.) bespreekt
nogmaals de aanschaffing van luchtdoel
geschut voor Amsterdam. Naar zijn oor
deel heeft het departement een kans ge
mist.
De heer VAN VESSEM (N. S. B.) be
treurt, dat hij eergisteren niet ten volle
had kunnen uitspieken. De minister zou
spr.'s rede dan wellicht beter begrepen heb
ben. Daarop legt spr. zijn rede schriftelijk
aan de Kamer voor. Voorts bestrijdt hij de
door den heer van Rappard op 6 Maart
gehouden rede, waar deze sprak over de
nationaaJ-socialistisclie beweging. Natio-
naal-socialistische burgemeesters worden
niet geduld, dus dit soort burgemeesters
kan niet het geweer op eigen landgenooten
richten. De heer van Rappard lijdt aan,
wat men ook in het Hollandsch „Erinne-
runstaeuschung" noemt....
De VOORZITTER: Hoe noemt u dat in
het Hollandsch?
De heer VAN Y&SSEM (N. S. B Erin-
nerungstaeuschung. De heer Van Rappard
is blijkbaar vergeten, hoe op de sociëteit te
Tiel met het geweer werd omgegaan door
een zeker liberaal politicus
De VOORZITTER roept spr. tot de orde
en waarschuwt hem: een tweede waar
schuwing zal hem niet worden gegeven.
De heer VAN VESSEM (N. S. B.) wijst
er voorts op, dat de heer Van Rappard in
dertijd tegen de vlootwet heeft gestemd en
thans klaagt over den slechten gang van
zaken met de slagkruisers.
Spr. klaagt voorts over de houding te
genover de N. S. B., die als parool bij de
mobilisatie stipte gehoorzaamheid uitgaf.
Welke belooning heeft de N. S. B. hiervoor
ontvangen? Spr. geeft enkele voorbeelden.
De VOORZITTER: U had dit alles in eer
ste instantie moeten zggen. Weest u voor
zichtig.
De heer VAN VESSEM (N. S. B Ik
ben hier toch niet in een leeuwenkuil. Spr.
gaat voort met voorbeelden noemen in ant
woord op de vragen van den minister.
Spr. dient een motie in tegen de mobi
lisatie-clubs.
De motie komt in behandeling.
De MINISTER zou aanneming van de
motie betreuren, daar zij overbodig is. De
klachten van den heer Van Vessem zal spr.
onderzoeken.
Na eenige verklaringen komt de motie in
stemming. Zij wordt verworpen met 32 te
gen 4 stemmen. Vóór stemden de nationaal-
sccialisten.
De begrooting wordt z.h.st. aangenomen.
Evenzoo en zonder debat wordt aangeno
men de begreoting van het Staatsbedrijf
der artillerie-inrichtingen voor 1940;
Om 15.40 uur wordt de vergadering ver
daagd tot Dinsdagmiddag 1 uur.
EEN STANDAARDWERK OVER
RELIEKHOUDERS.
Eenigen tijd geleden verscheen er een
boekwerk, dat wij wegens zijn prijs en
dikte onzen lezers niet aanstonds zouden
willen aansporen te koopen, maar waarop
wij juist daarom gaarne even de aandacht
wilden vestigen. Het is het laatste werk
van den geleerden Jezuiet Pater J. Braun,
Die Reliquiare des christlichen Kultes und
ihre Entwicklung, Frejburg i. Br. 1940.
Het telt bijna zevenhonderd vijftig blad
zijden en geeft meer dan zeshonderd af
beeldingen. Toch behandelt Braun hier
lang niet alle bewaard gebleven reliek
houders het zijn er duizenden en dui
zenden maar vooral die der Middel
eeuwen, toen men, met name sinds de
kruistochten, een groot aantal relieken uit
het Oosten meebracht, niet het minst na
de ongelukkige verovering (1204) van
Konstantinopel. Zoo kwam toen b.v. in
Maastricht een zeer groote reliek van het
hl. Kruis. Heele lichamen van heiligen
zijn toen naar het Westen getransporteerd
(b.v. St. Nikolaas naar Bari, St. Andries
naar Amalfi), maar de reliekschrijnen,
waarin deze meestal worden bewaard,
worden in dit werk niet besproken.
Naast het aantal valt vooral de groote
verscheidenheid in vorm en materiaal op:
beurzen uit stof, armen, voeten of beenen
uit metaal (deze laatste groep duidt den.
den aard der relikwie dus nader aan), ho
rens en kistjes, kleine kapellen en kruisen,
monstransen en pyxides, hoofden en bus
tes, in metaal gevatte struisvogeleieren en
kostbaar OosterscL glaswerk. Deze twee
laatste groepen wijzen er reeds op, dat
men voorwerpen, die ook louter profane
kostbaarheden waren, gaarne als reliek
houders gebruikte. Zoo zijn zij voor ona
in velerlei opzicht een bron van kennis en
leering geworden: menig antiek kleinood;
is op deze wijze gered, we leeren, wat het
Oosten het Westen te bieden had, we zien
de Middeleeuwsche kunst zelf in een van
haar innigste uitingen: in diep en kinder
lijk geloof getuigenis geven van den eer
bied. dien men had voor hen, die maar al
te vaak „plantaverunt ecclesiam sanguine
suo" de kerk geplant hebben ten koste van
hun eigen bloed.
Moge het goede en gezonde in deze de
votie ook ons deel zijn!
Vraag: Mijn zoon, buitengewoon
dienstplichtige van de lichting 1938, toen
vrijgesteld wegens kostwinnerschap even
tueel persoonlijke onmisbaarheid, is met
ingang van 1 April a.s. onder de wapenen
geroepen.
Waar het kostwinnaarschap en de per
soonlijke onmisbaarheid heden nog voort
duurt, is mijn vraag of er nog een moge
lijkheid bestaat vrijstelling om bovenge
noemde redenen voor hem te bekomen?
A n t w oo r d. Neen, die mogelijkheid
bestaat voor buitengewoon dienstplichtigen
niet. Wel is er mogelijkheid van toeken
ning van een vergoeding, waarvoor u zich
kunt wenden tot het Bureau van de Mili
taire vergoedingen, Breestraat 117.
Vraag inzake schoenmakerswerk voor
de militairen.
Antwoord: Wend u tot den garni
zoenscommandant, Rembrandtstraat, Lei
den.
SMAKELIJK
UIT DEN ZUIVELHOEK
Als het weer wat zachter wordt, begin
nen velen zoo zachtjes aan met de schoon
maak. Dit mag echter geen aanleiding zijn
om het eten te verwaarloozen. Al zullen er
geen bewerkelijke gerechten op tafel kun
nen komen, toch moeten we zorgen, dat de
eenige warme maaltijd dien we gewend
zijn te gebruiken, niet overgeslagen wordt.
Een vlug te bereiden gerecht, waarbij
weinig vaatwerk vuil gemaakt wordt en
dat als maaltijd kan dienen, vindt u in on
derstaand recept.
Warmoeziersoep.
Vi pond rijst, 1 pond aardappelen, 2 liter
water, liter melk, 1 selderijknol, pond
uien, 1 ons boter, 1/ ons kaas, 1 eetlepel
zout, wat selderijgroen.
Maak den selderyknol en de uien schoon
en snijd ze fijn. Laat ze met de boter in een
gesloten pan 10 minuten zachtjes smoren.
Doe er het water, het zout, de goed gewas-
schen rijst en de in blokjes gesneden aard
appelen bij. Laat alles aan de kook komen
en een half uur zachtjes doorkoken. Voeg
dan de melk en het fijngehakte selderij-
groen toe. Laat de soep nog even doorko
ken. Vermeng ze, van het vuur, met de te
voren geraspte kaas. Geef bij elk bord soep
een snede bruin brood.