Nederlanders, vreemdelingen die wel schijnen 1 De nat socialisten en communisten op hun nummer gezet Minister Dijxhoorn weermacht over de Tegen mobilisatie-clubs geen bezwaar Letteren en Kunst Wilt U iets weten? ZATERDAG 9 MAART 1940 flE l.FinsCHE rnirRANi VIERDE BLAD - PAG. 15 Tweede Kamer Sterk betoog van Dr. Moller Vergadering van gisteren. Aan de orde zijn verschillende wetsont werpen. Bij de wetsontwerpen inzake naturali satie constateert de heer QE MARCHANT ET D'ANSEMBOURU (N.S.B.), dat de mi nister van Justitie wederom aan spr.'s fractie de gevraagde inlichting-in onthoudt. Tegen naturalisatie van Vlamingen is in het algemeen geen bezwaar. Iets anders is het met de Joden, doch het is tegenwoor dig moeilijk, daarover te spreken. Spr. heeft geen vijandschap jegens het Joden dom, maar het vraagstuk moet toch opge lost worden. De minister kan vin een Jood igeen Nederlander maken, dit is nooit ge lukt. De heer MOLLER (R.K.) komt op tegen de totaal onwetenschappelijke beschouwin gen van den vorigen spreker over ras, volk en Jodendom. De Germanen, wie weet wat er allemaal onder zit? Zij zijn de Weste lijke groep der Indo-Germanen of Indo- Europeanen. De Hindoes in Voor-Indië vormen den Oostelijken vleugel. Ariërs zijn eigenlijk de Hindoes, Perzen en de Ibewoners van Iran. Er is een sterke vermenging geweest ook met Keltische elementen er Engel- schen en Nederlanders zijn de minst Ger- imaansche volkeren van Europa. De N.S.B. wil hier het Joodsche volk miet hebben. Tegen Hongaren "b.v. heeft ze geen bezwaar. Ook Duitsche geleerden hebben door taalvergelijking aangetoond, dat de semieten het dichtst bij de Indo- Europeaansche bevolkingsgroep staan. Als men bezwaar heeft tegen de Joden om het groote aantal, dat hier binnen stroomt, dan geldt hetzelfde voor de vele Duitschers, die naturalisatie aanvragen. Zou er veel gemisi worden, als er eeni- gen van de honderd Tweede Kamerleden uit ons midden vérdwenen? vraagt spr. (Vroolijkheid). De N.S.B. zij zeer voor zichtig. Door het nagaan van allerlei stam- Iboomen zou men tot verrassende ontdek kingen komen. De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM- BOURG: Vuiligheid van de eerste soort. (De voorzitter hamert). De heer MOLLER vraagt een gemakke lijker procedure voor het toelaten van Vlamingen. Spr. ontkent, dat de Joden een afzonderlijk volk zouden zijn. Door jaren lang wonen in een land zijn de Joden Duitschers, Franschen, Engelschen enz. Spr. kent onder de Joden uitstekende Ne derlanders. Prijzenswaardig is het, dat ze hun eigen godsdienst houden, in hoofdzaak omdat ze om godsdienstige ~edenen waren en zijn tegen gemengde huwelijken. De •woorden „East is east and west is west" citeert ook de N.S.B. steeds verkeerd. Ru- dyard Kipling heeft er zelfs het tegendeel mede bedoeld. Alle menschen zijn gelijk, wij moeten geen onderscheid maken. (Ap plaus). De heer VAN DER GOES VAN NATERS ,(Soc. Dem.) bewondert de rede van den heer Moller. Twee derden van het totale aantal aanvragers om nafiralisatie zijn arische Duitschers. Velen zijn lid van de Deutsche Verein. Er is meer dan eens mis bruik gemaakt van het gastrecht. Spr. wijst op het contact tusschen Duitsche geïnter neerden en den voorzitter der Deutsche Verein te Amsterdam. Volgende week staat de van oorsprong Duitsche ingenieur Sturm in de spionnagezaak terecht. De Duitsche staat onderhoudt een rechtsband met de Duitschers in den vreemde. Spr. waarschuwt tegen het binnenhalen van „fremdkörper" in het Nederlandsche staats verband. De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer GERBRANDY, zegt, dat men van den eer sten afgevaardigde den indruk kreeg, als zou een stroom naturalisaties aan de orde zijn. Dit is geenszins juist. Steeds is de norm, is de persoon in kwestie zoo inge leefd in de Nederlandsche staatsgemeen- schap, dat hij verdient, de gunst van Ne derlanderschap deelachtig te worden. De minister kan niet steeds de verlangde in lichtingen geven, ook al omdat er niet wordt beschikt ove» de noodige weten schappelijke apparatuur. Door de rede van den heer Moller is spr. in deze overtuiging gesterkt. Ook bij de arische Duitschers wordt elke aanvraag persoonlijk onder zocht, doch vergissingen zijn mogelijk, p.wpnwel, er zijn ook Nederlanders, die we' vreemdelingen schijnen (gelach). Wat het lidmaatschap eener politieke organisatie aangaat, de desbetreffende wet is nog jong en ook in dgze kunnen er wel eens ver gissingen voorkomen. Het eerste naturalisatie-wetsontwerp wordt aangenomen met 64 tegen 3 stem men (tegen de N.S.B.); de overige z. h. s. (tegen de N.S.B.). Bij het wetsontwerp tot steun verleen ing aan het Roode Kruis verklaart de heer DE MARCHANT ET D'ANSEMBOURG (N. S. B.) zich niet tegen het wetsonwerp te ver zetten, doch met de verwijzing naar den Volkenbond gaat spr. niet accoord. Elke verbinding met den Volkenbond is een ge vaar voor ons land. De N.S.B. heeft eerbied voor het Finsche volk, dat heldhaftig voor zijn goed recht strijdt. De heer DE VISSER Comm.) herinnert aan de houding der democratische landen in den oolog in Spanje. De Volkenbonds staten, ook Nederland, hebben hun plicht schandelijk verwaarloosd toen andere vol keren overweldigd werden. De landen, die Finland steunen, zijn de groot-imperialistische wereldmachten. (Verschillende interrupties; de vorzitter hamert). Daarvoor vecht vandaag het ar me Finland. Het krijgt nog wel een pluim op den hoed van de N.S.B. Dit zegt genoeg. Er is nu sprake van humanitaire "hulp. Doch in feite is het partijkiezen in het con flict tusschen het socialisme en het impe rialisme. (Interrupties, gehamer van den voorzitter). Indien men de werkelijke historische verhoudingen van Finland kent, weet men, dat het zijn bestaan te danken heeft aan Lenin. (De VOORZITTER verzoekt den spr. zich tot het Roode Kruis te be perken; interrupties; rumoer in de Ka mer). Als de spreker voortgaat, op deze wyze, hamert de VOORZITTER luidt en aan houdend. Spr. zegt, zich te houden aan het wetsontwerp, dat antipathie tegen Sov jet-Rusland inhoudt, en oewijst dat de soc. democratie de lakei is van het imperia lisme. De VOORZITTER ontneemt spr. het woord. De heer DREES (Soc. Dem.) zegt, dat de Soc. Dem. fractie met de hulpverleening accoord gaat. al betreurt ze, dat de hulp zoo laat komt, zoo klein is en zoo beperkt van vorm. De hee? De Visser heeft het Finsche volg beleedigd, door dit democra tische land fascistisch te noemen. (De heer DE VISSER interrumpeert. De VOORZIT TER waarschuwt hem. zoo noodig andere maatregelen te zullen nemen). De heer SERRARENS (R.K.) betoogt, dat aan het betoog van den heer De Mar- chant et d'Ansembcurg geen draad is vast te knoopen. Het Nederlandsche volk wil slechts, om .net Koningin Emma te spre ken, groot zijn in de dingen, waarin een klein volk groot kan zijn. Nederland laat zich geenszins leiden door antipathie tegen Duitschland. Neder land bewijst zijn sympathie jegens het kleine Finland in den strijd om zijn be staan, De heer SMEENK (AR.) prijst het me deleven van ons volk met Finland. Een klein land als het onze kan niet veel doen. Het standpunt van onze regeering is juist. De heer KERSTEN (Staatk. Ger.) betuigt zijn sympathie vooï het Finsche volk, dat in overgroote meerderheid een protes- tantsch volk is. Daarom is spr. met het wetsontwerp ingenomen. De MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN, de heer VAN KLEFFENS, kan niet genoeg doen uitkomen, dat hel ont werp geen politiek, alleen een humanitair karakter heeft. Gevolgen voor ons land, Indië, Suriname en Curasao heeft het niet. Hier spreekt alleen het goede geweten van ons volk, door particulieren en ten laste der openbare middelen. Dat de hulpver leening los staat van den Volkenbond, is in de stukken herhaaldelijk opgemerkt. Wat den Volkenbond betreft, moeten we niet al te schuchter zijn; we denken er niet aan, er voor te bedanken. Wel moet voor zichtigheid worden betracht, b.v. inzake collectieve actie. De hulp zou laat komen, doch niet te Iaat. Het bedrag is niet groot, maar de steun- actie heeft veel medewerking ondervon den. En ieder is vrij, deze uit te breiden. Het wetsontwerp wordt z. h. s. aange nomen. Een groot aantal wetsontwerpen wordt z. h. st. of na korte besperking aangeno- De vergadering wordt tegen half 7 tot nadere bijeenroeping verdaagd. Eerste Kamer Tucht en orde maar: geen gesnauw Vergadering van gisteren. Voortgezet wordt de behandeling van de begrooting van Defensie voor 1940. De MINISTER VAN DEFENSIE, de heer DlJXHOORN, beantwoordt de sprekers van de beide vorige dagen. Spr. sluit zich van ganscher harte aan bij de gesproken waardeerende woorden. Mei deernis denkt spr. aan hen, die in dienst van het vaderland zijn gevallen. Spr. denkt in het bijzonder met weemced aan hen, die aan boord var. de O 11 den dood hebben gevonden en aan de nagelaten be trekkingen. Viel ten aanzien van de weermacht een groote achterstand in te halen; dit is mo gelijk geweest, daar wii zes maanden daar toe de gelegenheid hebben gehad. Een weermacht stampt men nu eenmaal niet uit den grond en vele in het buiten land geplaatste orders konden niet wor den uitgevoerd. Hiermede dient ernstig rekening te worden gehouden. Opleiding van recruten bij het veldleger is onmogelijk. Spr. is begonnen met de jongste lichtingen buitengewone dienst plichtigen cm technische en sociale rede nen. Binnenkort worden die lichtingen van 1938, 1939 en 1940 opgeroepen. De op komst van de gewone dienstplichtigen zal op 1 October 1940 geschieden, daarna kan gedacht worden aan de gewone dienst plichtigen van 1941 of aan de buitenge wone dienstplichtigen van 1937. De keu ring heeft zich echter niet over die van 1937 uitgestrekt. Keuring is dus eerst noo dig. Voorbereiding voor de keuring van de buitengewoon dienstplichtigen van de lichtingen 1936 en 1937 zijn getroffen voor Mei, Juni en Juli. Ook zijn voorbereidin gen getroffen voor herkeuring van afge- keurden, doch eerst na beëindiging van eerstgenoemde keuring. Er zal worden gewaakt tegen te strenge keuring; het afkeuringspercentage wordt steeds lager, doch te groote verlichting van de eischen is onmogelijk. Wat de aanschaffingen van het materieel betreft, deze geschieden volgens het urgen tieprogramma. Spr. heeft maatregelen ge troffen dit program birnen den kortst mo gelijken tijd te doen uitvoeren. De regee ring besloot voorts tot bestelling van luchtdoelgeschut en vliegtuigen. De leve ringsdata zijn, vooral in de belligerente landen, dikwijls niet nagekomen. Bestel lingen tot aanmaak van pantserafweerge- schut zijn hier te lande geplaatste- Van de voor Amsterdam bestemde vuur monden is één baterij te Bentheim aange komen; de munitie is er reeds. Als Amster dam het bestelde geschut niet tijdig kan krijgen, wordt de stad geholpen aan 4 cm.- geschut. Het is uiterst moeilijk de orders elders onder te brengen. Luchtafweerballons worden besteld; de proeven moeten worden afgewacht, alvo rens vedere bestellingen te doen. In het leger zijn pl.m. 3000 gemobiliseer de Joden, waarvan pl.m. 350 geestelijk be langstellenden. Dit is een bezwaar voor aanstelling van een veld-rabbijn. Spr. zal de zaak nog eens bezien. Ten aanzien van de botervoorziening verwijst spr. naar de woorden van minis ter Steenberghe; het geldelijke bezwaar weegt voor spr. het zwaarste. Wel kan spr. het verstrekken van kaas verplicht stellen. Op 21 Februari is een desbetreffende leger order uitgevaardigd, die een vasten afzet van 3 Y> millioen kg. per jaar garandeert. Inlichtingendienst, justitie en politie werken nauw samen ter bestrijding van de spionnage. In voorbereiding Is een Kon. Besluit om een grooter gebied ln staat van be leg te verklaren. Indien dit noodig is, zal de regeering niet aarzelen, het ge* heele land ln staat van beleg te ver klaren. Spr. zal gaarne de klachten onderzoeken naar aanleiding van de nieuwe regeling der toelagen. Inderdaad zijn er aannemers, leden der N.S.B., die voor defensie leveren. "Hierte gen behoeft geen bezwaar te bestaan, in dien men op hun eerlijkheid kan vertrou wen. Wat den Amsterdamschen politie-inspec- teur betreft, hier doet zich thans de vraag voor, of hij als reserve-officier is te hand haven; het resultaat van het onderzoek moet worden afgewacht. Met de unifor- mensmokkelzaak had hij riets te maken, doch hij is gecompromitteerd. Het departement van Economische Za ken neemt de koeien bij inundatie over, de fensie betaalt de schade, bestaande in het verschil tusschep gebruikswaarde en marktwaarde. Niet alle eigenaren komen echter in aanmerking voor uitbetaling van de gebruikswaarde. Ieder geval moet af zonderlijk worden bekeken bij de indirec te schade, b v de kwelschade. Waarschu wing vooraf bij vordering is niet vereischt, doch zij is toch gegeven. De landeigenaren zullen tijdig worden gewaarschuwd. Spr. kan tot zijn leedwezen aan den wensch om vaders van groote gezinnen naar huis te doen sturen, niet tegemoetko- ROSSUM DU CHATTEL DRIESSZN JUWELIERS BREESTRAAT 95 TAFELZILVER ping. Hltuwilt modellen men; dit zou tot onbillijkheden aanleiding geven. Beleedigende behandelingen, van wien ook, duldt spr. niet; de klachten ten aan zien van de N.S.B. zal spr. grondig doen onderzoeken. Met de mededeeling t.a.v. de verboden tegenover de N.S.B. in de me morie van antwoord heeft spr. niet de be doeling gehad iemand te beleedigen. Op de rede van den heer van Embden zal spr niet ingaan; hij respecteert zyn visie. Hoe zou onze weermacht geweest zijn, als iedereen er zoo over gedacht had als de heer Van Embden. Men denke dus niet meer aan afbraak der weermacht. Spr. betracht zooveel mogelijk spoed met het slagkruisersvraagstuk; het ware niet juist, den Volksraad niet te hooren. Een deugdelijke voorbereiding van het ontwerp is noodzakelijk. Krijgstucht is een vaststaand begrip; daaraan valt niet te tornen. Ontoelaatbaar zijn daarom slordige tenuen. open kragen, niet-groeten enz. Geen verschillende waar de mag men toekennen aan den krijgs tucht vcor Friezen en Limburgers enz. Echter: ons iger is geen beroepsleger; snauwen en bulderen zijn niet toelaatbaat, tact is vereischt. De tucht heeft de bij zondere aandacht van den commandant veldleger. Ten aanzien van de mobilisatieclubs merkt spr. op, dat tegen de milieu-schep ping door de moderne arbeidersbeweging geen bezwaar bestaat. Op deze vierde zuil rust onze weermacht even goed als op de andere drie. Deze bevolkingsgroep is ook niet uitgesloten uit het werk van O. en O. Spr. scheert alle niet-verboden volksgroe pen over één kam. Echter de politiek moet buiten het leger blijven, de samenkomsten moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Spr. heeft zich dit standpunt zelf ge vormd en is in geen enkel opzicht door de S D. ministers b-einvloed Ook als spr. geen zitting had in dit kabinet, zou hij geen be zwaar hebben tegen de mobilisatieclubs. Alle leden van het kabinet zijn het ter zake van deze kwestie volkomen eens. Het streven en het deel van de clubs der mo derne arbeidersbeweging is geheel anders dan dat van die van 19141918. Tusschen spr. en den opperbevelhebber bestaat volkomen overeenstemming over deze kwestie. Replieken. De heer VAN RAPPARD (Lib.) blijft vreezen, dat de politiek door het toelaten van de mobilisatieclubs in het leger zal ko men. De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C.- H.) blijft de zaak van de mobilisatieclubs minder bevredigend achten. Spr. vreest, dat neutraliteit der clubs niet te bereiken is. de commissie van bijstand is zuiver so ciaal-democratisch georiënteerd. De heer HELDRING (Lib.) bespreekt nogmaals de aanschaffing van luchtdoel geschut voor Amsterdam. Naar zijn oor deel heeft het departement een kans ge mist. De heer VAN VESSEM (N. S. B.) be treurt, dat hij eergisteren niet ten volle had kunnen uitspieken. De minister zou spr.'s rede dan wellicht beter begrepen heb ben. Daarop legt spr. zijn rede schriftelijk aan de Kamer voor. Voorts bestrijdt hij de door den heer van Rappard op 6 Maart gehouden rede, waar deze sprak over de nationaaJ-socialistisclie beweging. Natio- naal-socialistische burgemeesters worden niet geduld, dus dit soort burgemeesters kan niet het geweer op eigen landgenooten richten. De heer van Rappard lijdt aan, wat men ook in het Hollandsch „Erinne- runstaeuschung" noemt.... De VOORZITTER: Hoe noemt u dat in het Hollandsch? De heer VAN Y&SSEM (N. S. B Erin- nerungstaeuschung. De heer Van Rappard is blijkbaar vergeten, hoe op de sociëteit te Tiel met het geweer werd omgegaan door een zeker liberaal politicus De VOORZITTER roept spr. tot de orde en waarschuwt hem: een tweede waar schuwing zal hem niet worden gegeven. De heer VAN VESSEM (N. S. B.) wijst er voorts op, dat de heer Van Rappard in dertijd tegen de vlootwet heeft gestemd en thans klaagt over den slechten gang van zaken met de slagkruisers. Spr. klaagt voorts over de houding te genover de N. S. B., die als parool bij de mobilisatie stipte gehoorzaamheid uitgaf. Welke belooning heeft de N. S. B. hiervoor ontvangen? Spr. geeft enkele voorbeelden. De VOORZITTER: U had dit alles in eer ste instantie moeten zggen. Weest u voor zichtig. De heer VAN VESSEM (N. S. B Ik ben hier toch niet in een leeuwenkuil. Spr. gaat voort met voorbeelden noemen in ant woord op de vragen van den minister. Spr. dient een motie in tegen de mobi lisatie-clubs. De motie komt in behandeling. De MINISTER zou aanneming van de motie betreuren, daar zij overbodig is. De klachten van den heer Van Vessem zal spr. onderzoeken. Na eenige verklaringen komt de motie in stemming. Zij wordt verworpen met 32 te gen 4 stemmen. Vóór stemden de nationaal- sccialisten. De begrooting wordt z.h.st. aangenomen. Evenzoo en zonder debat wordt aangeno men de begreoting van het Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen voor 1940; Om 15.40 uur wordt de vergadering ver daagd tot Dinsdagmiddag 1 uur. EEN STANDAARDWERK OVER RELIEKHOUDERS. Eenigen tijd geleden verscheen er een boekwerk, dat wij wegens zijn prijs en dikte onzen lezers niet aanstonds zouden willen aansporen te koopen, maar waarop wij juist daarom gaarne even de aandacht wilden vestigen. Het is het laatste werk van den geleerden Jezuiet Pater J. Braun, Die Reliquiare des christlichen Kultes und ihre Entwicklung, Frejburg i. Br. 1940. Het telt bijna zevenhonderd vijftig blad zijden en geeft meer dan zeshonderd af beeldingen. Toch behandelt Braun hier lang niet alle bewaard gebleven reliek houders het zijn er duizenden en dui zenden maar vooral die der Middel eeuwen, toen men, met name sinds de kruistochten, een groot aantal relieken uit het Oosten meebracht, niet het minst na de ongelukkige verovering (1204) van Konstantinopel. Zoo kwam toen b.v. in Maastricht een zeer groote reliek van het hl. Kruis. Heele lichamen van heiligen zijn toen naar het Westen getransporteerd (b.v. St. Nikolaas naar Bari, St. Andries naar Amalfi), maar de reliekschrijnen, waarin deze meestal worden bewaard, worden in dit werk niet besproken. Naast het aantal valt vooral de groote verscheidenheid in vorm en materiaal op: beurzen uit stof, armen, voeten of beenen uit metaal (deze laatste groep duidt den. den aard der relikwie dus nader aan), ho rens en kistjes, kleine kapellen en kruisen, monstransen en pyxides, hoofden en bus tes, in metaal gevatte struisvogeleieren en kostbaar OosterscL glaswerk. Deze twee laatste groepen wijzen er reeds op, dat men voorwerpen, die ook louter profane kostbaarheden waren, gaarne als reliek houders gebruikte. Zoo zijn zij voor ona in velerlei opzicht een bron van kennis en leering geworden: menig antiek kleinood; is op deze wijze gered, we leeren, wat het Oosten het Westen te bieden had, we zien de Middeleeuwsche kunst zelf in een van haar innigste uitingen: in diep en kinder lijk geloof getuigenis geven van den eer bied. dien men had voor hen, die maar al te vaak „plantaverunt ecclesiam sanguine suo" de kerk geplant hebben ten koste van hun eigen bloed. Moge het goede en gezonde in deze de votie ook ons deel zijn! Vraag: Mijn zoon, buitengewoon dienstplichtige van de lichting 1938, toen vrijgesteld wegens kostwinnerschap even tueel persoonlijke onmisbaarheid, is met ingang van 1 April a.s. onder de wapenen geroepen. Waar het kostwinnaarschap en de per soonlijke onmisbaarheid heden nog voort duurt, is mijn vraag of er nog een moge lijkheid bestaat vrijstelling om bovenge noemde redenen voor hem te bekomen? A n t w oo r d. Neen, die mogelijkheid bestaat voor buitengewoon dienstplichtigen niet. Wel is er mogelijkheid van toeken ning van een vergoeding, waarvoor u zich kunt wenden tot het Bureau van de Mili taire vergoedingen, Breestraat 117. Vraag inzake schoenmakerswerk voor de militairen. Antwoord: Wend u tot den garni zoenscommandant, Rembrandtstraat, Lei den. SMAKELIJK UIT DEN ZUIVELHOEK Als het weer wat zachter wordt, begin nen velen zoo zachtjes aan met de schoon maak. Dit mag echter geen aanleiding zijn om het eten te verwaarloozen. Al zullen er geen bewerkelijke gerechten op tafel kun nen komen, toch moeten we zorgen, dat de eenige warme maaltijd dien we gewend zijn te gebruiken, niet overgeslagen wordt. Een vlug te bereiden gerecht, waarbij weinig vaatwerk vuil gemaakt wordt en dat als maaltijd kan dienen, vindt u in on derstaand recept. Warmoeziersoep. Vi pond rijst, 1 pond aardappelen, 2 liter water, liter melk, 1 selderijknol, pond uien, 1 ons boter, 1/ ons kaas, 1 eetlepel zout, wat selderijgroen. Maak den selderyknol en de uien schoon en snijd ze fijn. Laat ze met de boter in een gesloten pan 10 minuten zachtjes smoren. Doe er het water, het zout, de goed gewas- schen rijst en de in blokjes gesneden aard appelen bij. Laat alles aan de kook komen en een half uur zachtjes doorkoken. Voeg dan de melk en het fijngehakte selderij- groen toe. Laat de soep nog even doorko ken. Vermeng ze, van het vuur, met de te voren geraspte kaas. Geef bij elk bord soep een snede bruin brood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 15