Jets utaato/s l/a> i'etibo(de i/et&vütyrtw# fa# HDZ Qemmyde {Beslichten Bom op Schier monnikoog tot ont ploffing gekomen De vermissing van het ss „Grutto" De ramp van de O XI Ongerustheid over het ss „Vecht" RIJD AG 8 MAART 1940 VE LEIDSCHE COURANT DERDE BEAD - PAG. Eén persoon onmiddellijk, twee gewonden later over.eden Omstreeks half zes gisteravond b op Schiermonnikoog bij het exolodee- ren van een bom een persoon gedood en zijn twee anderen ernstig gewond. Woensdag ontdekten drie bewoners van het eiland, de ongeveer veertigjarige F Bandstra, R. Visser en A. van Dijk, beiden omstreeks dertig jaar, langs het rtra.no eer. vliegtuigbom. Zij wisten niet welk gevaar lijk voorwerp zij hadden gevonden. Men plaatste het achterop de fiets van een der mannen en transporteerde het op deze wijze naar het huis van van Dijk. Gistermiddag besloten de mannen het gevaarlijke projectiel in den tuin te demonteeren. Nauwelijks was men hiermede begonnen of de bom kwam tot explosie. De gevolgen waren ont zettend. De beide beenen van de drie mannen werden afgerukt, terwijl zij voorts ernstige verwondingen aan bet lichaam kregen. Bandstra bleek onmid dellijk te zijn gedood. De toestand van Visser was hopeloos, terwijl van Dijk, voor wiens behojd nog eenige hoop bestond, naar het zie kenhuis te Groningen werd overge bracht. Hiertoe heeft men de te Oostmahorn ge- etationneerde reddingboot „Insulinde var de Noord- en Zuid-Hollandsche redding maatschappij ontboden. Visser is naar zijr. woning te Schiermonnikoog vervoerd. De geneesheer Berghuis van Schiermon nikoog verleende den slachtoffers de eer ste hulp. Tengevolge van het explodeeren van de bom zijn de ruilen yan de in den omtrek gelegen huizen vernield. Ook beide gewonden overleden. De heer Visser is gisteravond kort na zeven uur in zijn woning overleden. In den loop van den avond is ook het derde slachtoffer van het ongeluk aan zyn verwondingen be. weken. De zwaargewonde van Dyk werd met de reddingboot „Insulinde" van het eiland naar Oostmahorn overgebracht, om van hier naar het ziekenhuis te Leeuwarden te worden overgebracht. Bij aankomst te Oostmahorn bleek de toestand van den ge troffene zoo ernstig te zijn, dat verder vervoer niet raadzaam werd geacht. Kor ten tijd later is van Dijk overleden Hedenochtend is het stoffelyk overschot met de „Insulinde" naar het eiland terug gebracht. ONVOORZICHTIGHEID BRACHT DEZE LES: Blijft af van projectielen. Omtrent dit verschrikkelijke ongeluk vernemen wij nog het volgende: Woensdagmiddag ontdekte de 22-jarige zoon van den burgemeester van Schiermon-. nikoog op het strand denzelfden bom, wel ke gisteren zulk een noodlottige uitwerking heeft gehad. Hij meende te doen te heb ben met een peervormigen boei. Uit dien hoefde is het te vernlaren, dat hij er niet ai te voorzichtig mee omging en ten slotte het voorwerp ter piaatae achterliet. Korten tijd later vond van Dijk, die op de fiets een tochtje langs zee maakte, het projectiel. Ook hij zag den gevaarlijken aard van het aangespoelde voorwerp niet in en, het eveneens voor een bcei aanzien de, raapte hij het op en nam het mee naar huis. Hier deponeerde hij het in den tuin. Des avonds begaf hij zich naar den bur gemeester om dezen van zijn vondst te ver wittigen. De burgemeester ging daarop met van Dijk naar de woning om het gevon den voorwelp in oogenschouw te nemen. Hij ried van Dijk aan er vcoral voorzichtig mee te zijn, zeggende: „Wees maar voor zichtig, je kunt nuoit weten, wat het is." Ondanks deze duidelijke waarschuwing besloot van Dyk gistermiddag om vier uur het voorwerp te demonteeren. Nadat hij van een monteur van de electriciteitsvoor- ziening, welke nabij zijn woning is gele gen, een schroevendraaier had geleend en zelf een moersleutel te voorschyn had ge haald, toog hij aan het werk. Bandstra en Visser, die op korten af stand van het huis van van Dijk wonen de tuinen achter de woningen hebben hier een gemeenschappelijk pad kwamen toevallig eens buurten en zagen van Dijk bezig met iets uit elkaar te halen. Belang stellend bleven zij toekijken. Er was een half uur verstreken, toen van Dijk de ontsteking van het projectiel los werkte. Het zelfde ocgenblik deed zich een ontploffing hooren, welke ver in den om trek was waar te nemen n het ergste deed vreezen. Onmiddellijk kwamen de zoon van den burgemeester, die zich op kerten aistand bevond, en de vrouw van Van Dijk uit het voorhuis naar den tuin snellen, om te zien wat er eigenlijk was geschied. Zij ontwaarden een verschrikkelijk ta- fer^el. Zwaar bloedend vonden zij hier drie mannen liggen, wien allen de beenen wa ren afgerukt. Luidkeels schreeuwde de vrouw om hulp. Van alle zijden kwam men toegeschoten. Men waarschuwde terstond den geneesheer van het eiland, dokter Berg huis. die zich met een verpleegster naar de plaats van de ramp spoedde. Zoo goed en zoo kwaad als de toestand der getroffenen het mogelijk maaxte, verleende men hun de eerste hulp. Het beschikbare verband bleek evenwel niet toereikend, weshalve men zyn toevlucht nam tot lakens van het nabijgelegen hotel Van der Werff. De ongeveer 40-jarige F. Bandstra was behalve door het verlies van beide beenen ook nog zeer ernstig aan den buik ver wond. Hy was »'p slag dood. De omstreeks 30-jarige R. Visser die. gelijk gezegd eveneens v"*de boenen had verloren had bovendien een diepe won de in het hoofd naby een oog. Men trof hem bewusteloos aan. De derde getroffene, de 30-jarige A. van Dyk, die het projectiel onder handen had. had geen verdere verwondingen, dan het verlies van beide beenen. Hij was geheel by kennis en zei nog tegen zijn broer, die inmiddels ook op de plaats van de ontplof fing was verschenen, „ik heb nu wat raars uitgehaald". Per brancard van het Groene Kruis werd Visser naar zijn woning overgebracht. Ook het stoffelijk overschot van Bandstra werd naar diens woning vervoerd. Kort na zeven uur is Visser aan zijn verwondingen over leden. v. Dijk werd zfjn woning binnengedragen. Daar zijn toestand niet totaal hopeloos werd geacht, stelde men zich in verbinding met het station Oostmahorn van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij, ten einde het slachtoffer per motorred dingboot naar den vasten wal te vervoeren, om hem in een ziekenhuis te Leeuwarden te doen opnemen. Zoover is het helaas niet gekomen. In Oostmahorn is van Dyk be zweken. By het overbrengen van de slachtoffers verleenden militairen de behulpzame hand. Nog een tweede bom gevonden. Woensdag heeft de heer Boersma op het strand van Schiermonnikoog een tweede vliegtuigbom gevonden. Hij nam deze mee noor zyn woning, waar zijn beide zoons het projectiel gisteren hebben gedemon teerd. Gelukkig hebben zich hierby geen ongelukken voorgedaan. Wrakstukken, boelen en zwemvesten gevonden Er schijnt helaas niet langer aan te kun nen worden getwijfeld, of het Nederland- sche stoomschip „Grutto", van Smit en Van Ommeren, is met man en muis ver gaan. De „Grutto", die ruim 900 ton mest, is Dinsdag met 18 koppen bemd.im.ng ei. een lading stukgoederen aan boord van Londen naar Rotterdam vertrokken, maar daar niet aangekomen, hoewel het schip reeds Woensdag had kunnen arriveeren. Sindsdien is van de „Grutto", die in gere- gelden vrachtdienst voer tusschen Rotter dam en Londen, niets meer vernomen. Een in Vlissingen gestationneerde loods- afhaalboot heeft gistermiddag tegen hfllf- zes te Vliss-ngen materiaal binnengebracht dat van dien aard is, dat aan bei lel van het schip en bemanning, niet langer kan worden getwijfeld. Toen het gistermorgen ongeveer twee mijl westelijk van hei licht schip „Wandelaar" voer, zag de beman ning in zee talrijke wrakstukken drijven. Men haalde eenige' luiken, een aantal zwemvesten, een mast van een redding boot, een stuk van een sloep, een reddings boei met den naam van „Grutto" en tal van kisten aan boord. Een Belgiscne loods boot gaf haar Nederlandsche collega ever. later een vernielde reddingsboei over die blijkens het opschrift eveneens van de „Grutto" afkomstig is, terwijl een Bel gisch bewakingsvaartuig een gro*>t vlei aan boord heeft genomen. Aan het lel van de „Grutto" kan dus niet meer worden getwijfeld. Het staat thans wel vasf, dat dit Nederlandsch schip met man en muis is vergaan. Men neemt aan, dat de ramp zich Dins dagnacht heeft voltrokken en dat de be manning er volkomen door werd o\er- rompeld. Dit wordt bevestigd door het feit, dat zwemvesten zijn gevonden. Luiken, kisten enz. zyn letterlijk uit elkaar gerukt en versplinterd. Alles duidt er op, dat een plotselinge ontploffing schip en lading uit elkaar heeft geslagen en dat de ramp zoo snel plaats vond, dat de bemanning geer gelegenheid heeft gekregen tot een piging zich in veiligneid te brengen. Het niet ge bruikte reddingsmateriaal en de verspl.n- terde sloep spreken te dien aanzien een maar al te duidelijke taal. Het vinden van deze wrakstukken heeft nog aanleiding gegeven tot ongerur'heid over het lot van een ander Nederlandsch schip, de „Export". Er werd een kist drij vende gevonden met de woorden: „te ver zenden per s.s „Export". Bij onderzoek bleek ons, dat dit vaartuig veilig ;n Rot terdam ligt. Vermoedelijk is de oewuste kist dus te laat gekomen voor de „Export" en met de „Grutto" vertrokken. De onderzeeër thans gelicht en de drie vermisten gevonden Nadat de dryvende bok de O XI op de zandplaat „Het Kuitje" achter de haven had gesleept, slaagde men er in het voor schip gedeeltelijk boven de oppervlakte te hyschen. Het was toen ongeveer vijf uur. Terstond werd het luik boven het voorste batterijcompartifent voor den toren ge opend. Dit stond vol water. Nadat men het compartiment had leeggepompt, begaven zich een onderofficier en een matroos met een Drager-zuurstofapparaat naar beneden. Daar troffen zij het stoffelijk overschot aan van den koksmaat O. Postma en van den sergeant-telegrafist Steen voort. De lijken waren bedekt met een laag olie. Zij werden met een bootje van den onderzie dienst, waarvan de vlag halfstoks woei, naar het Marmehospitaal vervoerd. Hst stoffelijk overschot van het derde slachtoffer, den sergcar.t-torpedomaker. L. Logmans, die zich tijdens de aanvaring in het voorste gedeelte van de boigbuiskamer bij de torpedo's bevond, kon men nog niet bereiken, daar dit compai timent niet leeg- gepomt kon worden, door het gat, dat bij de aanvaring daarin was ontstaan. Wan neer de O XI by ebbe op de zandplaat, waarboven hy thans gesleept is, droog komt te liggen, zal men ook dit derde slachtoffer kunnen bergen. Nadere bijzonderheden Zoo gauw als men er, na de gemeen schappelijke poging der drie bokken met een totaal hefvermogen van 180 ton, in geslaagd was de O XI uit den bodem van de haven te trekken, zoolang duurde het transport van het gevaarte naar het andere einde van de haven. Rond de O XI dreven de drie bokken. Het geheel werd langzaam voortgetrokken door de s.eepboot „Antoinette Goedkoop' terwijl drie andere sleephooten van de firma Goedkoop aan de achterzijde navi geerden om het transport in het middel ste gedesKe van de haven te houden. Langs de kade volgden duizenden het sleepwerk, dat zeer langzaam vorderde. Nu en dan was de O XI, die voor twee derden schuin uit hel water slak, zichtbaar. Nadat de koopvaarderschutsluis was ge passeerd, kon het publiek het transport niet langer volgen. Achter het z.g. Nieuwe Werk stopte het transport. Het was de be doeling, dat men de O XI bij het wassende water steeds verder boven een aldaar lig gende zandbank zou manoeuvreeren, om, wanneer bij laag water deze zandbank droog zou komen te vallen en het water uit het schip verwyderd zou kunnen wor den, de slachtoffers te bergen. Voorts zou men dan ook aan weerszijden een bekisting aanbrengen, en het gat pro visorisch dichten om het schip tenslotte naar het dok op de rijkswerf te kunnen sleepen. Wij werden door de marinedirectie in de gelegenheid gesteld hier het bergingswerk van dichtbij gade te slaan. Met een sleep bootje arriveerden wtf omstreeks kwart voor vijf bij het jleeplransport, waar men juist twee slachtoffers bleek gevonden te hebben. Men was er in geslaagd het voor schip iets meer te lichten, zoodat het gehele dek van de O XI even boven het water uitstak. Het schip maakte een flauwe helling naar bakboordzijde. Men was juist bezig deze helling naar stuurboordzijde over te brengen, ten einde het gat, dat door de aanvaring was ontstaan, boven den waterspiegel te krijgen. Wij ver namen, dat men het vierhoekige luik boven het voorste ba iter ij compartiment, vlak voor hel luchtafwecrkanon, had geopend. Dit compartiment stond vol water. Nadat men hel had leeggepoml, begaven zich een onder-officier en een matroos met hel Dragerapparaat naar binnen, waar zij het stoffelijk overschot van den 21 jarig*.n koksmaat O. Posima en den 34-jarigen sergeant-telegrafist F. Steenvoort met olie bedekt aantroffen. Aangenomen moet worden, dat zij door verdrinking om hei leven zyn gekomen, hun lijken werden op inmiddels uit het Marinehospilaai gerequi- reerdt brancards gelegd en met een deken afgedekt. Men een verbindingsbootje van den onderzeedienst, waarvan de vlag half stok woei, werden de lijken naar het Marinehospilaai vervoerd, waar enkele uren lang een dichte menigte stond te wachten. De plaats, waar het derde slachtoffer zich moest bevinden, kon men nog niet bereiken. De sergeant torpedomaker G, Logman bevond zich n.l. op het oogen- blik van de aanvaring in de boegbuis- kamer bij het lorpedoruim. De aanvaring bracht in dit compartiment een verticale scheur aan van circa 1 meter hoogte van het verwrongen dek naar beneden. De breedte van deze scheur bedroeg circa 20 centimeter. Het derde slachtoffer moet derhalve terstond na de aanvaring den verdrinkingsdood zijn gestorven. Wanneer de O XI bij laag water op de zandbank droog komt te liggen, zal ook dit compartiment leeg komen en men hoopt dan het derde slachtoffer te kunnen ber gen. Wy hoorden echter, dat de plaats, waar het derde slachtoffer zich bevindt, moeilyk te bereiken is, daar het vermoe de lyk in het torpedoruim is bekneld ge raakt. Ook het derde slachtoffer geborgen. Vanmorgen is ook het stoffelijk over schot van het derde slachtoffer van het on geval met de „O. 11", den sergeant-torpe domaker G. J. Logmans, geborgen. Een opvarende ontkwam op wonder baarlijke wijze. In de „Tel." wordt medegedeeld, dat een van de leden der bemanning van de O. 11 zich op wonderbaarlijke wyze naar buiten heeft weten te werken. Deze matroos be vond zich in het voorste ruim van de O. 11 in het boegtorpedoruim dus. Uit zijr ver klaringen blijkt thans, dat ook dit compar timent volkomen is volgeloopen. Daardoor is er niet 35 ton water, maar 100 ton water in de duikboot gekomen en kan men ook verklaren, dat de bergingswerkzaamheden zulke moeilijkheden opleverden on daar uit volgt helaas ook, dat ieder, die zich vóór in de boot bevond, omgekomen is. De matroos heeft thans verteld, da: hy zich geheel voor in het schip bevono Hij hoorde opeens een zeei heftig gekraak, hij keek op, zag den wand van het schip wij ken en op hetzelfde oogenblik een roode kleur naar binnen dringen. Wat hij za*. was niets anders dan de voorsteven met de roode kiel var de sleepboot „Amster dam", die de duikboot ramde. Het water stroomde meteen naar binnen, vooral toen het roode gedeelte weer ver dween. Er ontstond echter boven net wa ter een kussen van lucht. Met zyn handen heeft de matroos zich toen aan de voor een deel gespleten spanten vastgehouden en zoo zyn hoofd boven het water weten te krygen en lucht ingeademd. Hy voelde echter onder een torpedo een van zijn ka meraden liggen. Vermoedelijk is een tor pedo uit de hengsels gevallen en is de man daartusschen bekneld geraakt. De matroos kon niet anders dan aan zichzelf denken. Hij wist zich op een wijze, die haast niet te verklaren is, doo: het gat te werken en de kykers op den kant za gen eensklaps tot hun groote verbazing uit de gezonken duikboot een man komen, wiens hoofd boven water stak er. die zich zwemmend naar den kant begaf. Daarna heeft zich r.a de groote span ning een inzinking van dezen man meas- ter gemaakt. Hij is naar het hospitaal ge bracht en pas gistermogren kon hij zich weer herinneren welke vresselijke minu ten hij Woensdag onder in het torpedo- ruim boven het lichaam van een van zijn kameraden had doorleefd. Het vertrok Woensdagnacht met 22 koppen aan boord Er Is ernstige ongerustheid gerezen over het lot van het s.s. „Vecht" van de N.V. Houtvaart, directie Vinke en Co. te Rotterdam. Op de Noordzee hebben een visschers- boot en een patrouillevaartuig wrakstuk ken aangetroffen, die van de „Vecht" af komstig moeten zijn. Hierby waren een ledige, gebroken reddingboot en hout, o.a. stukken van luiken. De „Vecht" is in den nacht van Woens dag op Donderdag uit den Waterweg ver trokken nadat het sch-p by Wilton-Feijen- oord te Schiedam, een reparatie had onder gaan. Het schip voer in ballast en moest in Afrika graan gaan laden voor de Neder landsche regeering. Dc bemanning van de „Vecht" beslaat uit 22 koppen. Daar er aan boord drie redd.ngbooten waren en bij de wrakstukken voorzoover thans be kend, zich slechts een gebroken boot be vond, wordt alle hoop, dat de opvarenden zich hebben weten te redden, nog niet op gegeven. Indien wat thans ernstig gevreesd wordt, ten aanzien van de „Vecht", waarheid zal blijken te zijn, is dit schip het derde, dat onze koopvaardijvloot deze week verloren heeft. Eerst de „Rijnstroom", daarna de „Grutto" en nu de „Vecht", alle gebleven op de Noordzee zonder dat meer Iets althans tot op heden van de bemannin gen is vernomen. Naar alle waarschijn lijkheid zijn in ieder geval de „Orutto' en de „Vecht" op ongeveer dezelfde plaats in de Noordzee ten onder gegaan, bitrekke- lyk dicht onder de Nederlandsche kust. De „Vecht" was in 1917 gebouwd by A. Vuyk en Zonen te Capelle a. d. IJssel. Het schip heeft eerst eenige jaren den naam „Graakallen" gedragen cn werd daarna aangekocht door de N.V. Houtvaart, d- reclie Vinke en Co. te Rotterdam. De af metingen zyn 1965 ton bruto en 1158 ton netto. Het motorvUschersvaartuig Br. 24 schip per P. Lagasse, is vanochtend in Breskens van de vischvangst teruggekeerd. Het schip had een groote party wrakhout aan boord, afkomstig van het s.s. „Vecht", dat aan de Noord-Oostpunt van de Thomlonbank werd opgevischt. Verder had het schip aan boord een sloep zonder kenteekenen, twee vaten olie, gemerkt „Standard", een Inter nationaal seinboek, een oud logboek, een kist materiaal, een ladder, een redding- vlot, een zwemvest, een boord met de Ne derlandsche driekleur, het voorste gedeel te van een stuurhut en een reddingboei, ge merkt „Vcht". MOTORSCHIP „DELFZIJL" MF"" MACHINEGEWEER-VUUR BESTOOKT. Bommen vielen naast het schip ln zee. De correspondent van de „Msb." te Hans- weert meldt: Woensdagavond passeerde te Hansweert van Antwerpen naar Rotter dam het motorschip Delfzijl. Op de reis van Tyne naar Antwerpen was het schip aangevallen door een onbekend vliegtuig welke het hevig heeft bestookt met machi negeweervuur en waarvan ue sporen aan het dek goed zichtbaar zijn. Het vliegtuig heeft nog zes of zeven bommen uitgewor pen welke alle naast het schip in zee vie len. Door de geweldige ontploffingen werd het schip heen en weer geslingerd waar door veel schade ontstond. Een van het personeel werd door een kogel in den arm getroffen. Opvallend is het dat de meeste kogelgaten in en rond het stuurhuis wer den aangetroffen. DE WEDERWAARDIGHEDEN VAN DB JONGE WILLEM". Berichten over beschieting overdreven. Het s.s. „Jonge Willem", dat op weg van Palestina naar Rotterdam in het Engelsch Kanaal door een onbekend vliegtuig is aan gevallen, is gisteravond te Rotterdam aan gekomen. Het schip dat nog geen :aar oud is, toon de geen speren van beschadiging en de ka pitein, de heer G. Kamps, deelde prompt mede, dat alle berichten uit de lucht ge grepen zyn. „Er valt slechts één feit te constateeren", zoo vertelde de kapitein „de „Jonge Wil lem" is in den nacht van den 'weeden Maart plotseling aangevallen door een groot vliegtuig van onbekende nationaliteit, dat een bom uitwierp. Die bom viel op eeni- gen afstand van het schip in zee en daar na is het vliegtuig verder gevlo-gen en heeft ons verder met rust gelaten." Hieruit blijkt, dat de berichten over een aanval, waarbij de dekken van het 6chip met machinegeweerkogels werden bezaaid, volkomen op fantisi* I crust hebben, want aan het dek noch aan de brug was ook maar een spoor van beschadiging waar te nemen. Het blijkt, dat slechts een paar leden van de bemanning het vliegtuig hebben gezien, want op het mement van den aanval, die slechts enkele seconden duurde, lagen de meeeten van de 24 opvarenden in hun kooien. Slechts de eerste en tweede stuur man stonden oo de brug, omdat juist de v/acht was afgelost. Het was donker en daardoor kon men de nationaliteit van het vliegtuig niet vast stellen. Direct naja' d. bom uitgeworpen was. kwam de vlieger terug en cirkelde een maal om het schio hce^ Klaarbbjken heeft de piloot toen zijn fout bemerkt, want hier na verdween het toestel onmiddellijk. De exo'osie oo ongeveer twintig voet van het schio deed dit echter zeer hevig trillen en de bemanning, die door het geluid van den schok gewekt werd, snelde naar het dek de plaats bij de sloepen in te nemen. Een tweede aanval bleef echter uit, en een voor een begaven de mannen zich weer naar hun logies. Hun nachtrust zou ech- te»- noemaals verstoord worden. Omstreeks half zes bemerkte de uitkijk, dat aan de horizon vlammen oplaaiden en aangezien men begreep, dat het een schip meest zijn, dat in nood verkeerde, gaf de kapitein hevel om van koers te ver anderen om hulp te bieden. Het duurde ruim een uur voor men in de 'nabnheid van het brandende schip kwam. Het bleek het Engelsche passagiersschip „Domala" te zijn, dat door een Duitschen bommenwer per was aangevaren. Toen de „Jonge Wil lem" aankwam waren reeds verschillende Britsche torpedojagers bezig met het red dingswerk en radiogafisch werd den ka pitein van de „Jonge Willem" verzocht te tTachten enkele sloeoen op te nemen. Dit was niet gemakkeiük, want er stond een hoo°e zee en een zware wind. Het gelukte de bemanning van de „Jon ge Willem" echter om de mensehen van een drietal reddingbooten aan boord te ne men. In de eerste boot zaten drie Britsch-Tn- diërs. wanrvan er twee stervend waren. In de tweede b°ot bevonden zich 7 Engel-* schen en 41 Britsch-Indférs, die allen hoe-, wel uitgeput nog in leven waren en aan boord van het Hol'andsche schip van het noodige werden voorzien. De derde sloep bevatte 3 Engelschen, waarvan er een reeds overleden was. Met de geredden en de drie lijken aan boord Is de „Jcrge Willem" toen terugge varen naar een havenplaatsje ln Engeland, waar de schipbreukelingen aan wal wer den gebracht. Hierna kon kaoltein Kamps de reis naar Rotterdam voortzetten. De „Jonge Wiliem" had een lading si naasappelen ln en wat stukgoed. DE „STUYVESANT" MET BEMANNING VAN DE „ALKMAAR" IN NEDERLAND TERUG. Gisteravond Is het s.s. „Stuyvesant" van de K.N.SM, in Nederland teruggekeerd. Te kwart over zeven kwam het schip te IJmuiden aan. Zooals bekend, had de „Stuyvesant" de leden van de bemanning van het s.s. „Alk maar" van dezelfde maatschappij, dat op 18 Februari nabij de Kaap Verdiache eilan den is gestrand en gaheel verloren ging, aan boord. De bemanning, die na de stran ding een nabijgelegen rots wist te berei ken, werd opgepikt door het sa. „Farm- sum" van de stoomvaart maatschappij „Oostzee" van welk schip zij een dag la ter werd overgezet op de „Stuyvesant". Van de veertig leden der „Alkmaar"Jbe- manning gingen er 38 in IJmuiden van boord; teneinde 2ich per spoor naar hun respectievelijke woonplaatsen te begeven. Twee opvarenden bleven aan boord van de „Stuyvesant" om de verdere reis naar Amsterdam mede te maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 9