BINNENLAND Jaarbeurs in oorlogstijd DINSDAG 5 MAART 1940 ÖE LEWSCHE C0IJRAN1 TWEEDE BLAD - PAO. fi De 42ste Jaarbeurs van morgen geopend week vroeger dan in andere jaren is vanmorgen onder, de omstandigheden in aanmerking nemende, alleszins bevredi gende belangstelling der 42ste Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs geopend. Het vervroegen van den termijn der voor- jaarbeurs houdt verband met het feit, dat wij dit jaar een zeer vroege Paschen heb ben. Dit is de tweede Jaarbeurs in dezen oor logstijd. Ondanks de oorlogsomstandighe den heeft het jaarbeursbestuur niet geaar zeld, ook nu de organisatie met groote kracht aan te vatten. De deelneming aan deze „Jaarbeurs in oorlogstijd" is alleszins bevredigend. De groote jaarbeursgebouwen zijn nagenoeg geheel bezet en ook het terrein Vreden- burg is geheel door exposities ingenomen. Ondanks de te verwachten moeilijkheden als gevolg van den oorlog in de bouwnij verheid is de groep bouwmaterialen en we genbouw op deze jaarbeurs zeer uitgebreid. Zij beslaat zoowel een gedeelte van de parterre-ruimten in de vaste Jaarbeursge bouwen als een groot deel van het terrein Vredenburg. De groote Beatrix-hal wordt voor het grootste gedeelte bezet door de machine- industrie en door de metaalnijverheid. Alle afdeelingen, zooals wij deze van vo rige Jaarbeurzen kennen, zijn ook thans aanwezig. Het is een verheugend teeken verder, dat ondanks de oorlogsomstandigheden het bui tenland in grooten omvang aan deze „Jaar beurs in oorlogstijd" deelneemt. Het totaal aantal deelnemers aan deze Jaarbeurs is bijna gelijk aan dat van die van het vorige jaar, namelijk 1994, waaron der 366 buiten!andsche, tegen 2032, waar onder 474 buitenlandsche, in het voorjaar van 1939. Ook de verhuurde oppervlakte is slechts 400 vierkante meter kleiner dan het vorige jaar en bedraagt 17.100 vierkan te meter. Bezoek van Prins Bernhard. Z. K. H. Prins Bernhard is voornemens Vrijdag 8 Maart en Woensdag 13 Maart de voorjaarsbeurs te bezoeken, de minister van koloniën zal op Woensdag 13 Maart, de minister van economische zaken en wa terstaat zullen op een nader te bepalen dag komen. De nieuwe gezanten van België en Denemarken hebben voor Maandag 11 Maart hun bezoek aangekondigd. BEZOEK VAN DE KONINGIN AAN HET EERSTE LEGERKORPS. Défilé van het regiment Jagers. H. M. de Koningin heeft gistermiddag vergezeld van de hofdame, jkvr. van Tets en den adjudant generaal-majoor jhr. de Jonge van Ellemeet meerdere onderdee- len van haar eerste legerkorps in het West- land bezocht. Als slot heeft het regiment Jagers voor Hare Majesteit gedefileerd. HET VRAAGSTUK VAN HET SNEEUWRUIMEN. In een nota, mede onderteekend door de ministers van financiën en van binnen- landsche zaken, naar aanleiding van het verslag in de Tweede Kamer over de be- grcoting van het werkloosheidssubsiidie- fonds voor 1940, schrijft de minister van sociale zaken o.m: Gelijk reeds in de vergadering van de Eerste Kamer op 8 Februari j.l. is uiteen gezet, gaat het hier niet over de vraag, of de werkloozen zouden sneeuwruimen, doch over de vraag, wie de loonen zal betalen. Deze loonen dienen, naar het den minister voorkomt, te blijven ten laste van die open bare lichamen, tot welker taak het sneeuw ruimen behoort, dus in de eerste plaats ten laste van de gemeenten. Door de loonen geheel of gedeeltelijk voor rekening van het werklcosheidssubsidiefonds te brengen, zouden de middelen van dit fonds worden bestemd voor andere doeleinden dan voor welke het fonds in het leven is geroepen. De minister sluit zich dan ock aan by de sneening van die leden, die verklaarden, dat de sneeuwonruiming ongetwijfeld tot de normale taak der gemeenten behoort en die het niet juist zouden achten, dat. door het aannemen van gesteunde werkloozen voor het verrichten van bepaalde diensten, gemeenten en andere openbare lichamen werkkrachten zouden kunnen verkrijgen, wier loon in feite voor een groot deel ten laste van het rijk zou komen. Voor zoo ver dcor de toeneming van het wegverkeer ook andere d°n pemeertel"ke be'angen bi' het sneeuwvrij maken van bepaalde wegen ziin betrokken, behoort hei sneeuwruimen tot de taak van die openbare lichamen, welke met de zorg voor de algemeene ver- keersbelangen zijn belast. Dienovereen komstig heeft o.a. de dienst van den rijks waterstaat getracht, de belemmering van het verkeer, voor zooveel mogelijk, te voor komen. NAGELATEN BETREKKINGEN VAN OMGEKOMEN MILITAIREN. Door minister van Defensie beantwoorde vragen. Op vragen van mevrouw Bakker-Nort (Chr.-Hist.) betreffende het pensioen van weduwen en weezen van in militairen dienst omgekomen dienstplichtigen en de regeling van de begrafeniskosten van die dienstplichtigen, heeft de minister van de fensie als volgt geantwoord: 1. Den minister zijn slechts enkele geval len bekend, dat gezinnen van onbemiddel de dienstplichtigen, die tijdens de mobili satie in dienst zijn omgekomen, in kommer volle omstandigheden verkeeren. 2. In deze enkele gevallen kan de minis ter vooralsnog geen aanleiding vinden, voorstellen in te dienen tot wijziging ten behoeve van de weduwen en weezen van getroffenen van de te dezer zake be staande wettelijke pensioenregelingen. Wel ligt het in het voornemen, om, indien - en zoolang zulks noodig mocht blijken, de hierbedoelde weduwen financieel tege moet te komen door middel van het ver- leenen van een jaarlijksche gratificatie bo ven het wettelijk pensioen In enkele ge vallen is zulks reeds geschied. 3. Ingeval het stoffelijk overschot van een in en door den dienst omgekomen dienst plichtige niet van rijkswege, doch door de zorg van nabestaanden wordt begraven, wordt hun op grond van art. 2 van de wet van 9 Juli 1906 een vergoeding toegekend tot het bedrag, hetwelk zou zijn betaald, in dien de staat zelf voor het begraven had gezorgd Indien de dcor de nabestaanden ge maakte kosten hooger zijn dan bedoelde vergoeding en zij den minister daarmede in kennis stellen, wordt een gratificatie toegekend, waarmede als regel de gedane meerdere uitgaven geheel kunnen worden bestreden. Op grond van het vorenstaande kan de minister geen aanleiding vinden om wijzi ging van de bestaande wettelijke regeling te bevorderen. Het antwoord op de gestelde vragen lijkt ons niet onbevredigend, maar ook niet hec- lemaal geruststellend. In de enkele gevallen „enkele" is een relatief begrip waarin gezinnen van on- bemiddeiden dienstplichtigen, die tijdens de mobilisatie in den dienst zijn omgekomen, „in kommervolle omstandigheden'' óók een relatief begrip! verkeeren, worden gratificaties gegeven. Als die gratificaties voldoende zijn voldoende groot en in een voldoend aantal gevallendan kan men den toestand aan vaarden als niet onbevredigend. Heelemaal gerustgesteld zijn wij echter niet. KEURING VAN ZAATZADEN. Dcor minister van Economische Zaken beantwoorde vragen. Op vragen van den heer Droesen (R.K. St.) betreffende het keuringswezen van zaaizaden heeft de minister van Economi sche Zakpn als volgt geantwoord: De oorzaak, dat ook de pogingen van staatsraad dr. A. A L. Rutgers, om een heid te brengen in de keuring van zaaizaad, mislukten, moet naar de opvatting van den minister vooral toegeschreven worden aan de verschillende zienswijze, die N.A.K. cn B.K.Z omtrent de zaaizaadkeuringen op het oogenblik nog hebben. Het is den minister bekend, dat in de zaadwereld tegenstellingen bestaan, al moeten deze niet overdreven worden. Bij de oprichting van den Nederlandschen Al- gemeenen Keuringsdienst moesten even eens moeilijkheden overwonnen worden, ten einde de toen bestaande centrale com missie, ingesteld door den gecrganiseerden landbouw, en het keuringsinstituut voor zaaizaden instelling van den handel tot samenwerking in een keuringsdienst te brengen. De buitengewoon groote voordee- len, door deze samenwerking verkregen, die zich in het bijzonder nog steeds open baren in den handel in goedgekeurd poot goed, hebben bij ondergeteekende de over tuiging gevestigd, dat het welbegrepen eigenbelang van Landbouw en Handel uit eindelijk zal leiden tot eenheid van inzicht. Mocht de eenheid over de geheele lijn worden verbroken, tot welke ver onderstelling op het oogenblik geen aanleiding aanwezig is, dan zoude dit inderdaad een groot nadeel voor onze bodemproductie beteekenen. Het ligt thans in het voornemen van den minister het tot stand komen van zooda nige wettelijke regelingen te bevorderen, waarbij de controle op de teelt van zaai zaden en pootgoed in vollen omvang ver plichtend wordt voorgeschreven, terwijl daarnaast ook de aflevering gereglemen teerd zou worden. Zyn gedachten gaan uit naar een op de wet gebaseerde regeling, waarbij de ge bruikers van zaaizaad en pootgoed in de gelegenheid worden gesteld, zaaizaad en pootgoed te betrekken, voorzien van een rijksmerk, dat uitgereikt wordt door een var overheidswege erkend controlestation voor zaad en pootgoed, in welks bestuur het daarbij betrokken bedrijfsleven in zijn verschillende schakeeringen zitting heeft. De aansluiting bij dit controlestation dient geheel vrijwillig te zijn. Het ligt voor de hand, dat voor elk product slechts een station erkend kan worden. AMBTENAAR O.M. EN KANTON RECHTER GEEN VRIENDEN VAN DE TRAM. Door minister van Justitie beantwoorde vragen. Op vragen van den heer van Braambeek (S.D.) luidende: Wil de minister doen onderzoeken of de ambtenaar van het openbaar ministerie bij het Kantongerecht te Haarlem op 22 Ja nuari j.l. op een terechtzitting o.a. de vol gende opmerking heeft gemaakt: „De tram is het grootste gevaar voor het verkeer in Haarlem. De manier, waarop bestuurders, door onophoudelijk bellen de weggebruikers zenuwachtig maken, is zeer laakbaar. Wij laten ons niet van de rails verdrijven, doch het groote publiek wel. De schuld ligt dan ook vrijwel geheel bij de tram", waarbij de kantonrechter zich zou heb ben aangesloten met o.a. de volgende op merking: „Je moet kalm voor de tram blijven rij den. De bestuurder ziet je heusch wel en zal dan wel vaart verminderen"? Indien het onderzoek mocht uitwijzen, dat de ambtenaar van het openbaar ministe rie en de kantonrechter deze aansporing in bovenstaande bewoordingen of in bewoor dingen van soortgelijke strekking hebben gegeven, is de minister dan ook van oor deel, dat hier voor de veiligheid van het verkeer een zeer gevaarlijke raad is ge geven? Acht de minister deze aansporing niet strijdig met de wet? Heeft de minister van Justitie als volgt geantwoord: 1. Bij onderzoek is gebleken, dat inder daad opmerkingen van de strekking, als in de vragen bedoeld, door den ambtenaar van het openbaar ministerie bij het kanton gerecht te Haarlem en den kantonrechter aldaar zijn gemaakt. Bij de beoordeeling van deze opmerkin gen dient rekening te worden gehouden met den toestand ter betrokken plaatse in de gemeente Haarlem, welke het buiten de tramrails uitwijken van wielrijders voor andere weggebruikers dikwijls bepaald ge vaarlijk maakt; voorts dient in aanmer king te worden genomen, dat vcor de tram aldaar krachtens een op grond van art. 56 van het tramreglement uitgevaardigd voor schrift een zeer lage maximum snelheid is vastgesteld. 2. en 3. De minister beantwoordt in ver band met het bovenstaande deze vragen ontkennend. Wel zou hij meenen, dat het requisitoir, hetwelk thans tot eenig mis verstand aanleiding zou kunnen geven, be ter in iets voorzichtiger'bewoordingen had kunnen zijn vervat. 4. Gezien het vorenstaande behoeft deze vraag geen. beantwoording. VROUWELIJKE JEUGDBEWEGING VOOR KATHOLIEKE ACTIE Weekend voor Gidsenleidsters in het Centrale Cursushuis te Scheveningen 23 Maart j.l. werd in het Centraal Cursushuis van de Vrouwelijke Jeugd beweging voor Katholieke Actie in het Bisdom Haarlem een studie en practijk- v. eekend georganiseerd voor de leidsters en adspirant-leidsters der Gidsenbcweging. Op dit weekend werd allereerst St. Jeanne d'Arc geproclameerd tot de bijzondere patrones der Gidsen. In zijn openingsrede schilderde de Dioce saan Almoezenier, de zeereerw zeergeleer de heer A. M. A. Vollaerls deze Heilige niet alleen als een moedige jonge vrouw, die ondanks schijnbaar onoverkomelijke moei lijkheden haar zending wist te volbren gen, maar ook als een echt jong meisje, dat momenten van vrees de zwakheid kende, die ze in haar geloovig vertrouwen op God wist te overwinnen, om velen, die uiterlijk sterker schenen dan zij, moed en kracht te geven, en hen te inspireeren heldhaftig verder te strijden tot de over winning behaald was. Ook onze tijd heeft zulke vrouwen noodig, die leven met God en door hun groot geloof een steun en een voorbeeld zijn voor velen rondom hen. De avond stond in het teeken „Practijk" en bracht een serie „Flitsen", waarin han dige tips gegeven werden op het gebied van leekenspel, improvisatie, regie, cos- tuumkeuze, grime enz., die aanleiding wer den dat de cursisten zich spontaan zelf aan eenige proefnemingen waagden welke door een even spontaan gevormde jury critisch werden beoordeeld. De avond werd be sloten met een vlotte causerie door Miss Baby Rüys," meisjesstudente uit Australië, die geïllustreerd werd door lichtbeelden en platen over de sprookjesachtig schoone natuur van idt verre werelddeel. De Zondagmorgen werd begonnen met een gezamenlijke H. Mis in de kapel van het Cursushuis, die voorafgegaan werd door de installatie van een der aspirant leidsters. Mejuffrouw R. Donders. Presidente der Vrouwelijke Jeugdbeweging voor Katho lieke Actie, hield een inleiding, waarin ze het onstaan, het wezen en de groei van de jeugdbeweging in het algemeen besprak. In de practijkuren werd genoten van zang, spel en dans. Tegen het eind van den dag werd een geestige vlotte gedachten- wisseling gehouden naar aanleiding van de op dit weekend behandelde stof. Vooral de belangstelling voor het cultu- reele element in het werkprogram, met name de zang, kwam tot uiting. Het slot van den dag bracht nog een tweetal verrassingen. Er werd een Eere garde is het leven geroepen, die gevormd zal worden door leidsters, die een belang rijke dienst hebben bewezen, rechtstreeks aan het Gidsen-departement. Tot Districts-Commissaresse van Rotter dam werd een der Rotterdamsche leidsters, Mej. Fien Knüppe benoemd, zoodat Am sterdam en Rotterdam nu elk een eigen Commissaresse bezitten, die uit de leid- stersgroep gekozen werd. Bij de sluiting van het weekend deed de Diocesaan Aalmoezenier een krachtig be roep op de leidsters om de eenheid te be waren en te versterken als een onmisbare factor in de gezonde ontwikkeling van een jonge beweging. te Leeuwarden, J. Bouwman te Amster dam, Tj. Hettema te Beetgum (Fr.), W. de Kroes te Overschie, J. Mol te Dor drecht, A. Troost te Amsterdam. R. K. ARTSEN-VEREENIGING. Buitengewone Alg. Vergadering, gewijd aan de sociale gezondheidszorg. In verband met de steeds toenemende be- teekenis van het werk van de sociale ge zondheidszorg, heeft het Hoofdbestuur van de R. K. Artsen-Vereeniging besloten het vraagstuk van de houding van den Katho lieken medicus ten opzichte van dit werk in den kring van de Katholieke Artsen- Vereeniging aan de orde te stellen. Als eerste uitvloeisel van dit besluit zal op Zondag 10 Maart a.s. te 's Hertogenbosch een buitengewone algemeene vergadering worden gehouden, waar het woord zullen voeren: de heer H. Matthee, lid van het Hoofdbestuur van den Noord-Brabantschen Bond van het Wit-Gele Kruis, Dr. L. Vee- ger, geneeskundig inspecteur van de volks gezondheid, en Rector C. Venings, geeste lijk adviseur van de Nationale Federatie het Wit-Gele Kruis. GELDELIJKE TEGEMOETKOMING BIJ OVERLIJDEN VAN DIENSTPLICHTIGEN De Minister van Defensie heeft de Bur gemeesters medegedeeld, dat Kostwinners vergoeding slechts mag worden uitgekeerd iot een eventueel overlijden van een dienst plichtige. Om echter te voorkomen, dat in zulke gevallen de verwanten plotseling zonder uf zonder voldoende inkomsten komen te staan, is de Minster bereid te overwegen, gedurende eenigen tijd een geldelijke te gemoetkoming te verstrekken, als de Bur gemeester daartoe een gemotiveerd voor stel doet. In zeer dringende gevallen is er geen bezwaar tegen, dat de Burgemeester een voorschot verleent tot een bedrag, dat ge lijkstaat met één week kostwinnersvergoe ding. COMMISSIE VAN ADVIES AKKERCENTRALE. De minister van Economische Zaken heeft ingesteld een commissie, welke het bestuur der stichting Nederlapdsche Ak- kerbouwcentrale, gevestigd te 's-Graven- hage, hetzij eigener beweging, hetzij op verzoek van dit bestuur, zal adviseeren omtrent het nemen van nieuwe maatre gelen, zoomede omtrent het aanbrengen van wijzigingen in reeds bestaande maat regelen op het gebied van den aankoop, 'en verkoop en de distributie van late aardappelen in het binnenland. Tot lid, tevens voorzitter, dezer com missie is benoemd R. W. Janssen te Roo sendaal (N.-Br.) en tot leden J. Bekius TOEPASSING VESTIGINGSWET Heden zijn uitgegeven de staatsbladen no. 647, 648 en 619, houdende algemeenen maatregel van bestuur tot toepassing van de festigingswet kleinbedr;jf 1937 onder scheidenlijk ten aanzien van den brand stof fenhande!, het rijwielbedrijf en het schildersbedrijf. Deze besluiten treden met ingang van 7 Maart 1940 in werking. DE ONDERGANG VAN HET M.S. „DEN HAAG" Teraardebestelling van den lieer J. H. Uilenbroek Vanochtend is op de R.K. begraafplaats te Rotterdam begraven de heer J. H. Uilenbroek, die bij den ondergang van het m.s. „Den Haag" om het leven is gekomen. Voor deze begrafenis bestond groote be langstelling en geruimen tijd van tevoren hadden zich op de begraafplaats vele familieleden, vrienden en kennissen van den overledene verzameld. Daar waren ook aanwezig de heeren ir. J. A. Beukers, F. J. C. Barten en S. S. Ulricht namens de directie van de standard Amerikaansche Petroleum Comp., de eigenaresse van het ondergegane schip. Ook de kapitein van het schip, de heer C. Wijker, was met verschillende geredde leden van de bemanning aanwezig om den gevallen zeeman de laatste eer te bewijzen. iladat in de kerk aan de Mathenesserlaan een plechtige requiem mis was opge dragen, begaf de droeve stoet, welke uit negen auto's bestond, zich naar het kerk hof, waar pastoor H. van den Burg de be- aardingsplechtigheid verrichtte. WEER EEN RECHTSTREEKSCHE VER BINDING UTRECHT—LEIDEN. Vleuten wordt weer in het reizigers verkeer opgenomen. Bij de invoering van den half uurs- dienst op het z.g. middennet der Neder landsche spoorwegen moest de recht- streeksche verbinding UtrechtLeiden vervallen, daar de dienstregeling geen ruimte overliet voor de stoomtreinen naar OP DE BOLLENBEURS Haarlem, 4 Maart. De „Vraag- en Aanbodborden" hingen stampvol met vele lijsten van vraag naar diverse soorten bollen, maar ook met niet minder lijsten van pootaardappelen en al lerlei soorten zaad Jammer, dat de meeste kweekers nog niet weten wat zij telen mogen, anders zou er in pootgoed en zaaizaad al aardig han del gedaan kunnen worden. De N.C.S. doet echter in dezen wat haar mogelijk is blijkens de circulaire, welke onder de betrokkenen verspreid zijn. Verder is er van handel nog weinig te bespeuren, ofschoon er in de maand Ja nuari naar sommige landen nog aardig ge ëxporteerd is; het totaal is echter belang rijk minder dan in 1939 toen 197 ton, nu 79 ton. Een juiste vergelijking is niet te ma ken, daar ook de vorst een groote belem mering geweest is. Ondanks die vorst is er, en daar kan niet genoeg de aandacht op gevestigd worden, ruim 141^ ton naar het Zuidelijk halfrond gegaan, waarvan naar Afrika en Zuid-Amerika elk bijna 65.000 K.G. In 1939 werd in het geheel in Januari naar het Zuidelijk Halfrond uitgevoerd 94.200 K.G. Deze vergrooting van het ex port-gebied is althans een hoopvol teeken voor de streek; meerdere niet-hoopvolle teekenen zijn er helaas ook. De advertentie op de achter-pagina van „Bloembollencultuur", b.v. waarin expor teurs op Engeland, die niet aan hun ver plichtingen kunnen voldc-en, worden uit- genoodigd tot gezamenlijke actie, gaf re den tot ernstig vreezen voor de belangrijke datum van 1 Mei, welke met rasse schre den nadert. Ook de teekenen van Regeeringszijde zijn niet hoopvol. Bij de behandeling der begrooting van Economische Zaken in de Eerste Kamer heeft Minister Steenberghe o.m. gezegd: „Ik heb in de Tweede Kamer gezegd: ik ben bereid te zorgen, dat het surplusfonds behoorlijk werkt en dat men de naar ik meen 71 pet. van den minimum-prijs zal kunnen betalen. Die belofte houd ik. Ik heb gezegd: ik heb daarvoor 3 millioen uit getrokken; als er meer voor noodig is, zal ik meer geven. Maar wat heeft men ge daan? Men heeft bij de bollen het surplus fonds uitgebreid; men heeft het plantgoed, dat niet in het surplusfonds thuis hoort, ook in het surplusfonds gebracht; men heeft, in tegenstelling met vorige jaren, geen verplichte inlevering bepaald". De Minister zegt dan verder, dat hij begrijpt, dat :het op het oogenblik heel moeilijk is om nog tot inlevering over te gaan, maar betoogt, dat het niet aanging om het plant goed in het surplusfonds te verwerken, omdat de Minister 71 pet. van den mini mumprijs heeft gegarandeerd. Gaat dat niet lijken op een dekking van een terugtocht in deze kwestie. De voorzitter van het H.B.G., de heer Schoneveld, sprak als zijn overtuiging uit, dat de Regeering het surplusfonds zal doen betalen, anderen, niet minder vooraan staanden. geven reeds minder kans. Erg scheutig is de Regeering in ieder geval niet, hetgeen ook blijkt uit het feit, dat zij zelfs nog niet is overgegaan tot uit betaling van de voor veevoeder ingenomen bollen In zijn rede bij de Senatoren deelde de Minister verder mede, dat hij bereid is te overwegen, hoe men toch zou kunnen be reiken, dat men in ieder geval de mini mumprijs zal kunnen ophouden, vooral omdat Zijne Excellentie weet, wat de mo- reele werking van het stelsel, ten opzichte juist van de kleine kweekers, beteekent. „Misschien in den vorm van een voorschot aan het surplusfonds" zeide de Minister. Dus nu nog gaan leenen! Men heeft in den Haag niet het minste begrip van den nood in de bollenstreek! Intusschen de tijd snelt voort en de bol- lermenschen zitten niet stil! A.s. Zaterdagmiddag houdt de Kring „Bloembollenstreek" een vergadering waarop o.m. aan den heer B. Machielse van de R.K. Tuinbouwwinterschool te Be verwijk gelegenheid gegeven zal worden een inleiding te houden over het onder werp: „Wat te telen op het vrijgekomen bollenland'" Lezers, nog geen lid van den L.T.B., sluit u bij deze gelegenheid aan bij uw standsor ganisatie, die ook zulk een belangrijk aan deel heeft in de besprekingen met de Re geering. Maakt haar sterk door haar leden tal te vergrooten; met nog meer autoriteit zal de L.T B. dan op kunnen treden. Bloemen. Veel Narcissen, weinig Tulpen, een mand Hyacinthen! Geen keuring van „vak-schokkende" be- teekenis, ofschoon er heel mooie aanwinsten b(j waren. en van Leiden op het traject Utrecht Woerden. Derhalve werd alleen de dienst tusschen Woerden en Leiden gereden, v/aarbij dan te Woerden aansluiting met de electrische treinen werd verkregen. Sedert eenigen tijd is evenv/el op de lijn naar Leiden de diesel-electrische trac tie ingevoerd. Doordat deze treinen snel ler rijden en sneller optrekken, ontstond hierdoor echter tevens weer de mogelijk heid, ze ook op het drukke traject tus schen Woerden en Utrecht in te leggen. Dat zal, naar de „N. R. Crt." meldt, met iiigang van de a.s. zomerdienstregeling dan ook 't geval zijn, waardoor de rechtstreek- sche verbinding tusschen Utrecht en Leiden weer in eere zal worden hersteld. Dit zal tevens tot gevolg hebben, dat de halte Vleuten wederom voor het personen vervoer zal worden opgesteld. Deze halte wordt door de electrische treinen voorbij- gereden, maar de treinen van en naar Lei den hebben er altijd gestopt. Nu deze trei nen ook weer het traject UtrechtWoer den zullen berijden, zal ook in dit opzicht de oude toestand worden hersteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6