BINNENLAND
Jaarbeurs in
oorlogstijd
DINSDAG 5 MAART 1940
ÖE LEWSCHE C0IJRAN1
TWEEDE BLAD - PAO. fi
De 42ste Jaarbeurs van
morgen geopend
week vroeger dan in andere jaren is
vanmorgen onder, de omstandigheden in
aanmerking nemende, alleszins bevredi
gende belangstelling der 42ste Koninklijke
Nederlandsche Jaarbeurs geopend.
Het vervroegen van den termijn der voor-
jaarbeurs houdt verband met het feit, dat
wij dit jaar een zeer vroege Paschen heb
ben.
Dit is de tweede Jaarbeurs in dezen oor
logstijd. Ondanks de oorlogsomstandighe
den heeft het jaarbeursbestuur niet geaar
zeld, ook nu de organisatie met groote
kracht aan te vatten.
De deelneming aan deze „Jaarbeurs in
oorlogstijd" is alleszins bevredigend. De
groote jaarbeursgebouwen zijn nagenoeg
geheel bezet en ook het terrein Vreden-
burg is geheel door exposities ingenomen.
Ondanks de te verwachten moeilijkheden
als gevolg van den oorlog in de bouwnij
verheid is de groep bouwmaterialen en we
genbouw op deze jaarbeurs zeer uitgebreid.
Zij beslaat zoowel een gedeelte van de
parterre-ruimten in de vaste Jaarbeursge
bouwen als een groot deel van het terrein
Vredenburg.
De groote Beatrix-hal wordt voor het
grootste gedeelte bezet door de machine-
industrie en door de metaalnijverheid.
Alle afdeelingen, zooals wij deze van vo
rige Jaarbeurzen kennen, zijn ook thans
aanwezig.
Het is een verheugend teeken verder, dat
ondanks de oorlogsomstandigheden het bui
tenland in grooten omvang aan deze „Jaar
beurs in oorlogstijd" deelneemt.
Het totaal aantal deelnemers aan deze
Jaarbeurs is bijna gelijk aan dat van die
van het vorige jaar, namelijk 1994, waaron
der 366 buiten!andsche, tegen 2032, waar
onder 474 buitenlandsche, in het voorjaar
van 1939. Ook de verhuurde oppervlakte
is slechts 400 vierkante meter kleiner dan
het vorige jaar en bedraagt 17.100 vierkan
te meter.
Bezoek van Prins Bernhard.
Z. K. H. Prins Bernhard is voornemens
Vrijdag 8 Maart en Woensdag 13 Maart de
voorjaarsbeurs te bezoeken, de minister
van koloniën zal op Woensdag 13 Maart,
de minister van economische zaken en wa
terstaat zullen op een nader te bepalen dag
komen. De nieuwe gezanten van België en
Denemarken hebben voor Maandag 11
Maart hun bezoek aangekondigd.
BEZOEK VAN DE KONINGIN AAN HET
EERSTE LEGERKORPS.
Défilé van het regiment Jagers.
H. M. de Koningin heeft gistermiddag
vergezeld van de hofdame, jkvr. van Tets
en den adjudant generaal-majoor jhr. de
Jonge van Ellemeet meerdere onderdee-
len van haar eerste legerkorps in het West-
land bezocht. Als slot heeft het regiment
Jagers voor Hare Majesteit gedefileerd.
HET VRAAGSTUK VAN HET
SNEEUWRUIMEN.
In een nota, mede onderteekend door de
ministers van financiën en van binnen-
landsche zaken, naar aanleiding van het
verslag in de Tweede Kamer over de be-
grcoting van het werkloosheidssubsiidie-
fonds voor 1940, schrijft de minister van
sociale zaken o.m:
Gelijk reeds in de vergadering van de
Eerste Kamer op 8 Februari j.l. is uiteen
gezet, gaat het hier niet over de vraag, of
de werkloozen zouden sneeuwruimen, doch
over de vraag, wie de loonen zal betalen.
Deze loonen dienen, naar het den minister
voorkomt, te blijven ten laste van die open
bare lichamen, tot welker taak het sneeuw
ruimen behoort, dus in de eerste plaats ten
laste van de gemeenten. Door de loonen
geheel of gedeeltelijk voor rekening van
het werklcosheidssubsidiefonds te brengen,
zouden de middelen van dit fonds worden
bestemd voor andere doeleinden dan voor
welke het fonds in het leven is geroepen.
De minister sluit zich dan ock aan by de
sneening van die leden, die verklaarden, dat
de sneeuwonruiming ongetwijfeld tot de
normale taak der gemeenten behoort en
die het niet juist zouden achten, dat. door
het aannemen van gesteunde werkloozen
voor het verrichten van bepaalde diensten,
gemeenten en andere openbare lichamen
werkkrachten zouden kunnen verkrijgen,
wier loon in feite voor een groot deel ten
laste van het rijk zou komen. Voor zoo
ver dcor de toeneming van het wegverkeer
ook andere d°n pemeertel"ke be'angen bi'
het sneeuwvrij maken van bepaalde wegen
ziin betrokken, behoort hei sneeuwruimen
tot de taak van die openbare lichamen,
welke met de zorg voor de algemeene ver-
keersbelangen zijn belast. Dienovereen
komstig heeft o.a. de dienst van den rijks
waterstaat getracht, de belemmering van
het verkeer, voor zooveel mogelijk, te voor
komen.
NAGELATEN BETREKKINGEN VAN
OMGEKOMEN MILITAIREN.
Door minister van Defensie beantwoorde
vragen.
Op vragen van mevrouw Bakker-Nort
(Chr.-Hist.) betreffende het pensioen van
weduwen en weezen van in militairen
dienst omgekomen dienstplichtigen en de
regeling van de begrafeniskosten van die
dienstplichtigen, heeft de minister van de
fensie als volgt geantwoord:
1. Den minister zijn slechts enkele geval
len bekend, dat gezinnen van onbemiddel
de dienstplichtigen, die tijdens de mobili
satie in dienst zijn omgekomen, in kommer
volle omstandigheden verkeeren.
2. In deze enkele gevallen kan de minis
ter vooralsnog geen aanleiding vinden,
voorstellen in te dienen tot wijziging ten
behoeve van de weduwen en weezen van
getroffenen van de te dezer zake be
staande wettelijke pensioenregelingen. Wel
ligt het in het voornemen, om, indien -
en zoolang zulks noodig mocht blijken,
de hierbedoelde weduwen financieel tege
moet te komen door middel van het ver-
leenen van een jaarlijksche gratificatie bo
ven het wettelijk pensioen In enkele ge
vallen is zulks reeds geschied.
3. Ingeval het stoffelijk overschot van een
in en door den dienst omgekomen dienst
plichtige niet van rijkswege, doch door de
zorg van nabestaanden wordt begraven,
wordt hun op grond van art. 2 van de wet
van 9 Juli 1906 een vergoeding toegekend
tot het bedrag, hetwelk zou zijn betaald, in
dien de staat zelf voor het begraven had
gezorgd
Indien de dcor de nabestaanden ge
maakte kosten hooger zijn dan bedoelde
vergoeding en zij den minister daarmede
in kennis stellen, wordt een gratificatie
toegekend, waarmede als regel de gedane
meerdere uitgaven geheel kunnen worden
bestreden.
Op grond van het vorenstaande kan de
minister geen aanleiding vinden om wijzi
ging van de bestaande wettelijke regeling
te bevorderen.
Het antwoord op de gestelde vragen lijkt
ons niet onbevredigend, maar ook niet hec-
lemaal geruststellend.
In de enkele gevallen „enkele" is een
relatief begrip waarin gezinnen van on-
bemiddeiden dienstplichtigen, die tijdens de
mobilisatie in den dienst zijn omgekomen,
„in kommervolle omstandigheden'' óók
een relatief begrip! verkeeren, worden
gratificaties gegeven.
Als die gratificaties voldoende zijn
voldoende groot en in een voldoend aantal
gevallendan kan men den toestand aan
vaarden als niet onbevredigend.
Heelemaal gerustgesteld zijn wij echter
niet.
KEURING VAN ZAATZADEN.
Dcor minister van Economische Zaken
beantwoorde vragen.
Op vragen van den heer Droesen (R.K.
St.) betreffende het keuringswezen van
zaaizaden heeft de minister van Economi
sche Zakpn als volgt geantwoord:
De oorzaak, dat ook de pogingen van
staatsraad dr. A. A L. Rutgers, om een
heid te brengen in de keuring van zaaizaad,
mislukten, moet naar de opvatting van den
minister vooral toegeschreven worden aan
de verschillende zienswijze, die N.A.K. cn
B.K.Z omtrent de zaaizaadkeuringen op
het oogenblik nog hebben.
Het is den minister bekend, dat in de
zaadwereld tegenstellingen bestaan, al
moeten deze niet overdreven worden. Bij
de oprichting van den Nederlandschen Al-
gemeenen Keuringsdienst moesten even
eens moeilijkheden overwonnen worden,
ten einde de toen bestaande centrale com
missie, ingesteld door den gecrganiseerden
landbouw, en het keuringsinstituut voor
zaaizaden instelling van den handel
tot samenwerking in een keuringsdienst te
brengen. De buitengewoon groote voordee-
len, door deze samenwerking verkregen,
die zich in het bijzonder nog steeds open
baren in den handel in goedgekeurd poot
goed, hebben bij ondergeteekende de over
tuiging gevestigd, dat het welbegrepen
eigenbelang van Landbouw en Handel uit
eindelijk zal leiden tot eenheid van inzicht.
Mocht de eenheid over de geheele
lijn worden verbroken, tot welke ver
onderstelling op het oogenblik geen
aanleiding aanwezig is, dan zoude dit
inderdaad een groot nadeel voor onze
bodemproductie beteekenen.
Het ligt thans in het voornemen van den
minister het tot stand komen van zooda
nige wettelijke regelingen te bevorderen,
waarbij de controle op de teelt van zaai
zaden en pootgoed in vollen omvang ver
plichtend wordt voorgeschreven, terwijl
daarnaast ook de aflevering gereglemen
teerd zou worden.
Zyn gedachten gaan uit naar een op de
wet gebaseerde regeling, waarbij de ge
bruikers van zaaizaad en pootgoed in de
gelegenheid worden gesteld, zaaizaad en
pootgoed te betrekken, voorzien van een
rijksmerk, dat uitgereikt wordt door een
var overheidswege erkend controlestation
voor zaad en pootgoed, in welks bestuur
het daarbij betrokken bedrijfsleven in zijn
verschillende schakeeringen zitting heeft.
De aansluiting bij dit controlestation
dient geheel vrijwillig te zijn. Het ligt voor
de hand, dat voor elk product slechts een
station erkend kan worden.
AMBTENAAR O.M. EN KANTON
RECHTER GEEN VRIENDEN
VAN DE TRAM.
Door minister van Justitie beantwoorde
vragen.
Op vragen van den heer van Braambeek
(S.D.) luidende:
Wil de minister doen onderzoeken of de
ambtenaar van het openbaar ministerie bij
het Kantongerecht te Haarlem op 22 Ja
nuari j.l. op een terechtzitting o.a. de vol
gende opmerking heeft gemaakt:
„De tram is het grootste gevaar voor het
verkeer in Haarlem. De manier, waarop
bestuurders, door onophoudelijk bellen de
weggebruikers zenuwachtig maken, is zeer
laakbaar. Wij laten ons niet van de rails
verdrijven, doch het groote publiek wel.
De schuld ligt dan ook vrijwel geheel bij
de tram",
waarbij de kantonrechter zich zou heb
ben aangesloten met o.a. de volgende op
merking:
„Je moet kalm voor de tram blijven rij
den. De bestuurder ziet je heusch wel en
zal dan wel vaart verminderen"?
Indien het onderzoek mocht uitwijzen,
dat de ambtenaar van het openbaar ministe
rie en de kantonrechter deze aansporing in
bovenstaande bewoordingen of in bewoor
dingen van soortgelijke strekking hebben
gegeven, is de minister dan ook van oor
deel, dat hier voor de veiligheid van het
verkeer een zeer gevaarlijke raad is ge
geven?
Acht de minister deze aansporing niet
strijdig met de wet?
Heeft de minister van Justitie als volgt
geantwoord:
1. Bij onderzoek is gebleken, dat inder
daad opmerkingen van de strekking, als in
de vragen bedoeld, door den ambtenaar
van het openbaar ministerie bij het kanton
gerecht te Haarlem en den kantonrechter
aldaar zijn gemaakt.
Bij de beoordeeling van deze opmerkin
gen dient rekening te worden gehouden
met den toestand ter betrokken plaatse in
de gemeente Haarlem, welke het buiten de
tramrails uitwijken van wielrijders voor
andere weggebruikers dikwijls bepaald ge
vaarlijk maakt; voorts dient in aanmer
king te worden genomen, dat vcor de tram
aldaar krachtens een op grond van art. 56
van het tramreglement uitgevaardigd voor
schrift een zeer lage maximum snelheid is
vastgesteld.
2. en 3. De minister beantwoordt in ver
band met het bovenstaande deze vragen
ontkennend. Wel zou hij meenen, dat het
requisitoir, hetwelk thans tot eenig mis
verstand aanleiding zou kunnen geven, be
ter in iets voorzichtiger'bewoordingen had
kunnen zijn vervat.
4. Gezien het vorenstaande behoeft deze
vraag geen. beantwoording.
VROUWELIJKE JEUGDBEWEGING
VOOR KATHOLIEKE ACTIE
Weekend voor Gidsenleidsters in het
Centrale Cursushuis te Scheveningen
23 Maart j.l. werd in het Centraal
Cursushuis van de Vrouwelijke Jeugd
beweging voor Katholieke Actie in het
Bisdom Haarlem een studie en practijk-
v. eekend georganiseerd voor de leidsters
en adspirant-leidsters der Gidsenbcweging.
Op dit weekend werd allereerst St. Jeanne
d'Arc geproclameerd tot de bijzondere
patrones der Gidsen.
In zijn openingsrede schilderde de Dioce
saan Almoezenier, de zeereerw zeergeleer
de heer A. M. A. Vollaerls deze Heilige
niet alleen als een moedige jonge vrouw, die
ondanks schijnbaar onoverkomelijke moei
lijkheden haar zending wist te volbren
gen, maar ook als een echt jong meisje,
dat momenten van vrees de zwakheid
kende, die ze in haar geloovig vertrouwen
op God wist te overwinnen, om velen, die
uiterlijk sterker schenen dan zij, moed en
kracht te geven, en hen te inspireeren
heldhaftig verder te strijden tot de over
winning behaald was. Ook onze tijd heeft
zulke vrouwen noodig, die leven met God
en door hun groot geloof een steun en een
voorbeeld zijn voor velen rondom hen.
De avond stond in het teeken „Practijk"
en bracht een serie „Flitsen", waarin han
dige tips gegeven werden op het gebied
van leekenspel, improvisatie, regie, cos-
tuumkeuze, grime enz., die aanleiding wer
den dat de cursisten zich spontaan zelf aan
eenige proefnemingen waagden welke door
een even spontaan gevormde jury critisch
werden beoordeeld. De avond werd be
sloten met een vlotte causerie door Miss
Baby Rüys," meisjesstudente uit Australië,
die geïllustreerd werd door lichtbeelden en
platen over de sprookjesachtig schoone
natuur van idt verre werelddeel.
De Zondagmorgen werd begonnen met
een gezamenlijke H. Mis in de kapel van
het Cursushuis, die voorafgegaan werd
door de installatie van een der aspirant
leidsters.
Mejuffrouw R. Donders. Presidente der
Vrouwelijke Jeugdbeweging voor Katho
lieke Actie, hield een inleiding, waarin ze
het onstaan, het wezen en de groei van de
jeugdbeweging in het algemeen besprak.
In de practijkuren werd genoten van
zang, spel en dans. Tegen het eind van den
dag werd een geestige vlotte gedachten-
wisseling gehouden naar aanleiding van de
op dit weekend behandelde stof.
Vooral de belangstelling voor het cultu-
reele element in het werkprogram, met
name de zang, kwam tot uiting.
Het slot van den dag bracht nog een
tweetal verrassingen. Er werd een Eere
garde is het leven geroepen, die gevormd
zal worden door leidsters, die een belang
rijke dienst hebben bewezen, rechtstreeks
aan het Gidsen-departement.
Tot Districts-Commissaresse van Rotter
dam werd een der Rotterdamsche leidsters,
Mej. Fien Knüppe benoemd, zoodat Am
sterdam en Rotterdam nu elk een eigen
Commissaresse bezitten, die uit de leid-
stersgroep gekozen werd.
Bij de sluiting van het weekend deed de
Diocesaan Aalmoezenier een krachtig be
roep op de leidsters om de eenheid te be
waren en te versterken als een onmisbare
factor in de gezonde ontwikkeling van een
jonge beweging.
te Leeuwarden, J. Bouwman te Amster
dam, Tj. Hettema te Beetgum (Fr.), W.
de Kroes te Overschie, J. Mol te Dor
drecht, A. Troost te Amsterdam.
R. K. ARTSEN-VEREENIGING.
Buitengewone Alg. Vergadering, gewijd
aan de sociale gezondheidszorg.
In verband met de steeds toenemende be-
teekenis van het werk van de sociale ge
zondheidszorg, heeft het Hoofdbestuur van
de R. K. Artsen-Vereeniging besloten het
vraagstuk van de houding van den Katho
lieken medicus ten opzichte van dit werk
in den kring van de Katholieke Artsen-
Vereeniging aan de orde te stellen. Als
eerste uitvloeisel van dit besluit zal op
Zondag 10 Maart a.s. te 's Hertogenbosch
een buitengewone algemeene vergadering
worden gehouden, waar het woord zullen
voeren: de heer H. Matthee, lid van het
Hoofdbestuur van den Noord-Brabantschen
Bond van het Wit-Gele Kruis, Dr. L. Vee-
ger, geneeskundig inspecteur van de volks
gezondheid, en Rector C. Venings, geeste
lijk adviseur van de Nationale Federatie
het Wit-Gele Kruis.
GELDELIJKE TEGEMOETKOMING BIJ
OVERLIJDEN VAN DIENSTPLICHTIGEN
De Minister van Defensie heeft de Bur
gemeesters medegedeeld, dat Kostwinners
vergoeding slechts mag worden uitgekeerd
iot een eventueel overlijden van een dienst
plichtige.
Om echter te voorkomen, dat in zulke
gevallen de verwanten plotseling zonder
uf zonder voldoende inkomsten komen te
staan, is de Minster bereid te overwegen,
gedurende eenigen tijd een geldelijke te
gemoetkoming te verstrekken, als de Bur
gemeester daartoe een gemotiveerd voor
stel doet.
In zeer dringende gevallen is er geen
bezwaar tegen, dat de Burgemeester een
voorschot verleent tot een bedrag, dat ge
lijkstaat met één week kostwinnersvergoe
ding.
COMMISSIE VAN ADVIES
AKKERCENTRALE.
De minister van Economische Zaken
heeft ingesteld een commissie, welke het
bestuur der stichting Nederlapdsche Ak-
kerbouwcentrale, gevestigd te 's-Graven-
hage, hetzij eigener beweging, hetzij op
verzoek van dit bestuur, zal adviseeren
omtrent het nemen van nieuwe maatre
gelen, zoomede omtrent het aanbrengen
van wijzigingen in reeds bestaande maat
regelen op het gebied van den aankoop,
'en verkoop en de distributie van late
aardappelen in het binnenland.
Tot lid, tevens voorzitter, dezer com
missie is benoemd R. W. Janssen te Roo
sendaal (N.-Br.) en tot leden J. Bekius
TOEPASSING VESTIGINGSWET
Heden zijn uitgegeven de staatsbladen
no. 647, 648 en 619, houdende algemeenen
maatregel van bestuur tot toepassing van
de festigingswet kleinbedr;jf 1937 onder
scheidenlijk ten aanzien van den brand
stof fenhande!, het rijwielbedrijf en het
schildersbedrijf.
Deze besluiten treden met ingang van
7 Maart 1940 in werking.
DE ONDERGANG VAN HET
M.S. „DEN HAAG"
Teraardebestelling van den lieer
J. H. Uilenbroek
Vanochtend is op de R.K. begraafplaats
te Rotterdam begraven de heer J. H.
Uilenbroek, die bij den ondergang van het
m.s. „Den Haag" om het leven is gekomen.
Voor deze begrafenis bestond groote be
langstelling en geruimen tijd van tevoren
hadden zich op de begraafplaats vele
familieleden, vrienden en kennissen van
den overledene verzameld.
Daar waren ook aanwezig de heeren ir. J.
A. Beukers, F. J. C. Barten en S. S.
Ulricht namens de directie van de standard
Amerikaansche Petroleum Comp., de
eigenaresse van het ondergegane schip.
Ook de kapitein van het schip, de heer
C. Wijker, was met verschillende geredde
leden van de bemanning aanwezig om den
gevallen zeeman de laatste eer te bewijzen.
iladat in de kerk aan de Mathenesserlaan
een plechtige requiem mis was opge
dragen, begaf de droeve stoet, welke uit
negen auto's bestond, zich naar het kerk
hof, waar pastoor H. van den Burg de be-
aardingsplechtigheid verrichtte.
WEER EEN RECHTSTREEKSCHE VER
BINDING UTRECHT—LEIDEN.
Vleuten wordt weer in het reizigers
verkeer opgenomen.
Bij de invoering van den half uurs-
dienst op het z.g. middennet der Neder
landsche spoorwegen moest de recht-
streeksche verbinding UtrechtLeiden
vervallen, daar de dienstregeling geen
ruimte overliet voor de stoomtreinen naar
OP DE BOLLENBEURS
Haarlem, 4 Maart.
De „Vraag- en Aanbodborden" hingen
stampvol met vele lijsten van vraag naar
diverse soorten bollen, maar ook met niet
minder lijsten van pootaardappelen en al
lerlei soorten zaad
Jammer, dat de meeste kweekers nog
niet weten wat zij telen mogen, anders zou
er in pootgoed en zaaizaad al aardig han
del gedaan kunnen worden.
De N.C.S. doet echter in dezen wat haar
mogelijk is blijkens de circulaire, welke
onder de betrokkenen verspreid zijn.
Verder is er van handel nog weinig te
bespeuren, ofschoon er in de maand Ja
nuari naar sommige landen nog aardig ge
ëxporteerd is; het totaal is echter belang
rijk minder dan in 1939 toen 197 ton, nu 79
ton. Een juiste vergelijking is niet te ma
ken, daar ook de vorst een groote belem
mering geweest is. Ondanks die vorst is er,
en daar kan niet genoeg de aandacht op
gevestigd worden, ruim 141^ ton naar het
Zuidelijk halfrond gegaan, waarvan naar
Afrika en Zuid-Amerika elk bijna
65.000 K.G.
In 1939 werd in het geheel in Januari
naar het Zuidelijk Halfrond uitgevoerd
94.200 K.G. Deze vergrooting van het ex
port-gebied is althans een hoopvol teeken
voor de streek; meerdere niet-hoopvolle
teekenen zijn er helaas ook.
De advertentie op de achter-pagina van
„Bloembollencultuur", b.v. waarin expor
teurs op Engeland, die niet aan hun ver
plichtingen kunnen voldc-en, worden uit-
genoodigd tot gezamenlijke actie, gaf re
den tot ernstig vreezen voor de belangrijke
datum van 1 Mei, welke met rasse schre
den nadert.
Ook de teekenen van Regeeringszijde zijn
niet hoopvol.
Bij de behandeling der begrooting van
Economische Zaken in de Eerste Kamer
heeft Minister Steenberghe o.m. gezegd:
„Ik heb in de Tweede Kamer gezegd: ik
ben bereid te zorgen, dat het surplusfonds
behoorlijk werkt en dat men de naar
ik meen 71 pet. van den minimum-prijs
zal kunnen betalen. Die belofte houd ik. Ik
heb gezegd: ik heb daarvoor 3 millioen uit
getrokken; als er meer voor noodig is, zal
ik meer geven. Maar wat heeft men ge
daan? Men heeft bij de bollen het surplus
fonds uitgebreid; men heeft het plantgoed,
dat niet in het surplusfonds thuis hoort,
ook in het surplusfonds gebracht; men
heeft, in tegenstelling met vorige jaren,
geen verplichte inlevering bepaald". De
Minister zegt dan verder, dat hij begrijpt,
dat :het op het oogenblik heel moeilijk is
om nog tot inlevering over te gaan, maar
betoogt, dat het niet aanging om het plant
goed in het surplusfonds te verwerken,
omdat de Minister 71 pet. van den mini
mumprijs heeft gegarandeerd.
Gaat dat niet lijken op een dekking van
een terugtocht in deze kwestie.
De voorzitter van het H.B.G., de heer
Schoneveld, sprak als zijn overtuiging uit,
dat de Regeering het surplusfonds zal doen
betalen, anderen, niet minder vooraan
staanden. geven reeds minder kans.
Erg scheutig is de Regeering in ieder
geval niet, hetgeen ook blijkt uit het feit,
dat zij zelfs nog niet is overgegaan tot uit
betaling van de voor veevoeder ingenomen
bollen
In zijn rede bij de Senatoren deelde de
Minister verder mede, dat hij bereid is te
overwegen, hoe men toch zou kunnen be
reiken, dat men in ieder geval de mini
mumprijs zal kunnen ophouden, vooral
omdat Zijne Excellentie weet, wat de mo-
reele werking van het stelsel, ten opzichte
juist van de kleine kweekers, beteekent.
„Misschien in den vorm van een voorschot
aan het surplusfonds" zeide de Minister.
Dus nu nog gaan leenen! Men heeft in
den Haag niet het minste begrip van den
nood in de bollenstreek!
Intusschen de tijd snelt voort en de bol-
lermenschen zitten niet stil!
A.s. Zaterdagmiddag houdt de Kring
„Bloembollenstreek" een vergadering
waarop o.m. aan den heer B. Machielse
van de R.K. Tuinbouwwinterschool te Be
verwijk gelegenheid gegeven zal worden
een inleiding te houden over het onder
werp: „Wat te telen op het vrijgekomen
bollenland'"
Lezers, nog geen lid van den L.T.B., sluit
u bij deze gelegenheid aan bij uw standsor
ganisatie, die ook zulk een belangrijk aan
deel heeft in de besprekingen met de Re
geering. Maakt haar sterk door haar leden
tal te vergrooten; met nog meer autoriteit
zal de L.T B. dan op kunnen treden.
Bloemen. Veel Narcissen, weinig Tulpen,
een mand Hyacinthen!
Geen keuring van „vak-schokkende" be-
teekenis, ofschoon er heel mooie aanwinsten
b(j waren.
en van Leiden op het traject Utrecht
Woerden. Derhalve werd alleen de dienst
tusschen Woerden en Leiden gereden,
v/aarbij dan te Woerden aansluiting met
de electrische treinen werd verkregen.
Sedert eenigen tijd is evenv/el op de
lijn naar Leiden de diesel-electrische trac
tie ingevoerd. Doordat deze treinen snel
ler rijden en sneller optrekken, ontstond
hierdoor echter tevens weer de mogelijk
heid, ze ook op het drukke traject tus
schen Woerden en Utrecht in te leggen.
Dat zal, naar de „N. R. Crt." meldt, met
iiigang van de a.s. zomerdienstregeling dan
ook 't geval zijn, waardoor de rechtstreek-
sche verbinding tusschen Utrecht en Leiden
weer in eere zal worden hersteld.
Dit zal tevens tot gevolg hebben, dat de
halte Vleuten wederom voor het personen
vervoer zal worden opgesteld. Deze halte
wordt door de electrische treinen voorbij-
gereden, maar de treinen van en naar Lei
den hebben er altijd gestopt. Nu deze trei
nen ook weer het traject UtrechtWoer
den zullen berijden, zal ook in dit opzicht
de oude toestand worden hersteld.