I
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Mieuiae óCagen aaa* de Atedet-
iatidöche Scfreepvaatt
Nederlandsche schepen door Duitsche
vliegtuigen bestookt
Groninger kust
vaarder „Elziena'
beschoten en
gezonken
Vier N*d. kustvaar
ders onder
mitrailleurvuur
De „Jonge Willem'
beschoten
Het standpunt der
regeering
Het Ned. stoomschip
„Rijnstroom"
vergaan?
DINSDAG 5 MAART 1940
31ste Jaargang No. 9583
Ste £eid&elic(2owïci/nt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Adv. en Abonn.-tarieven zie pog 2
Giro 103003. Postbus 11.
V De menschen zijn niel
zoo slecht.
Dit is geen bewering van de gezellige
buurvrouw of den praatgragen nietsnutter.
Als dat waar zou zijn, waarover zou je
dan moeten converseeren; er viel niets of
weinig te rode alen. Voor dezulken zijn
juist de menschen behalve zij zelf, de
braven! over het algemeen heel erg
slecht, slechter dan je wel denkt.
Neen, wat wij als titel boven dit stukje
neerschreven, is een samenvatting van de
conclusie, waartoe komt de schrijver van
een artikel hij onderteekent: B. in
de „Maasbode" van Zaterdagavond, in
welk artikel een oorlogsverhaal wordt me
degedeeld, gaen phantasie maar werke
lijkheid.
't Stemt dankbaar, als men tusschen al
het verschrikkelijke en afschuwelijke oor
logsnieuws ook 'ns een waar verhaal leest
over oorlogsfeiten, waaruit ware mensche-
lijkheid spreekt.
Zulk een verhaal geeft B. in de „Maas
bode". De korte inhoud ervan is deze:
Een officier van de Fransche luchtmacht
werd aangewezen, om een verkenningstocht
te doen boven het vijandelijk gebied. De
officier was gehuwd en vader van een gezin
met drie kinderen. Toen een landge
noot, pater Geoffroy, doctor en professor
aan het internationale studiehuis van de
Dominicanen te Rome, gemobiliseerd offi
cier bij de Fransche luchtmacht, dit ver
nam, bood deze zich aan voor de zeer
gevaarlijke onderneming. Hij drong met
zooveel vasthoudendheid aan, dat de ander
ten slotte het aanbod aannam. Het gevolg
is geweest, dat de pater met nog een an
der van de drie inzittenden verongelukt
is, nadat de machine in brand was gesto
ken. De machine kwam neer bij een klein
dorp in de buurt van Trier.
De geredde Franschman kon na zijn ge
vangenneming aan de Duitschers mede-
deelen dat zijn omgekomen makkers ka
tholieken waren. Hij wist niet, dat een
hunner een priester was. De beide licha
men zijn met militaire eer begraven. De
katholieke aalmoezenier van de daar ge
legerde Duitsche legerafdeellng heeft de
begrafenisplechtigheden verricht volgens
het cermonieel van de Katholieke Kerk.
Er is een H. Mis van Requiem opgedragen.
Eenigen tijd later heeft men aan het
Dominicaner-college te Rome vernomen,
dat pater Geoffroy verongelukt was. De
bijzonderheden wist men nog niet.
De overste van het College, die zelf on
derdaan is van een neutralen Staat, heeft
zich toen in correspondentie gesteld met
een Duitschen confrater. Deze kende een
medebroeder, die als leekebroeder mili
tairen dienst verrichtte en in de buurt van
Trier gelegerd was. Hij schreef het relaas
aan dien soldaat, met de vraag of er iets
naders kon werden vernomen. De soldaat
bracht de zaak bij zijn commandant, die
terstond met de grootste voorkomendheid
behulpzaam is geweest. Hij is persoonlijk
medegegaan om per auto het kerkhof en
het graf te zoeken: en bij den pastoor van
het dorp heeft men toen de vele bijzon
derheden vernomen. De broeder stelde zijn
klooster-overheden in kennis van zijn be
vindingen; met aangeving van de plaats
waar de gevallen confrater rust. Dank zij
de zorgen van de paters der Duitsche Do
minicanerprovincie, staat thans op het graf
een eenvoudig marmeren kruis met vol
ledig opschrift, vermeldend naam en hoe
danigheden van pater Geoffroy, met datum
van sterven en begraven.
B. besluit zijn verhaal:
„Dit eenvoudige verhaal moge iets bij
dragen om ons te behoeden voor te
groot pessimisme omtrent onze mede-
menschen. Overal en bij alle volken
zijn nog heel veel goede menschen.
Wel hooren wij' dagelijks van gebeur
tenissen, die ons aan veler goedheid
en mensckelijkheid doen twijfelen en
ons haast met wanhoop en verbittering
vervullen. Maar ook zij, die deze tee
kenen geven van slechtheid, toonen
bij andere gelegenheid toch weer, dat
zij minder slecht zijn en dikwijls aan
merkelijk minder slecht dan wij den
ken".
Deze „moraal" uit het verhaal willen wij
graag mede aan onszelf en onzen lezers ter
overdenking presenteeren!
Maar wij willen ons ook veroorloven, er
nog iets aan toen te voegen.
Korten tijd geleden hadden wij het
voorrecht, bij te wonen een bijeenkomst
van het St. Ignatiusgilde te Leiden, waar
op een causerie werd gehouden over Gods
Voorzienigheid en de oorlog. Wij waren
daar niet aanwezig als dagbladschrijver,
maar 't is ons inziens zeker geen onbe
scheidenheid, als wij in de krant zetten
om er aller aandacht op te trekken! één
uitlating van den geleerden en sympathie-
De kapitein en de motor-
drijver om het leven
gekomen
Het Nederlandsche motorschip „El
ziena", thuisbehoorend te Sappemeer,
dat op weg was van Galathee bij Oolt-
gensplaat naar Leith in Schotland met
een lading uien, is gisterochtend op de
Noordzee door een vliegtuig bescho
ten, waarbij de kapitein, de heer H.
Eldriks, en de motordrijver werden ge
dood.
Reuter meldt hieromtrent nader uit Lon
den, dat het schip bij de beschieting in
brand geraakte en dat het na twee uur
tijds zonk, de bemanning bestond in totaal
uit vijf personen. De drie overlevenden
werden gered. Twee hunner werden ge
wond.
De aanval geschiedde Zondagochtend
vroeg. Op de scheepswanden waren groo-
te Nederlandsche vlaggen geschilderd, zoo
dat de nationaliteit van het schip duidelijk
zichtbaar was. Naar de kok, de heer Ja
ger, die in het ziekenhuis is opgenomen,
met verwondingen aan het hoofd, het ge
laat en de armen, verklaarde, heeft een
Duitsche vliegtuig, na zeer laag over het
schip gecirkeld te hebben, de „Elziena" zes
maal met machinegeweervuur bestookt.
De kapitein was om zich te beschermen
plat op den vloer van de stuurhut gaan
liggen en gaf mij. aldus de heer Jager, be
vel om naar beneden te gaan. Het achter
dek werd door een bom getroffen, waarna
een andere bom de stuurhut verplinterde.
De kapitein kwam hierbij om het leven.
De heer Jager werd door de in het rond
springende splinters van de stuurhut ge
troffen en gewond. Toen de motordrijver
ken spreker. Eiken dag, zoo zeide hij, bid ik
voor Stalin, opdat het licht van Gods ge
nade hem moge treffen....
Dat is een verheven gedachte van chris
telijke levenspractijk!
„Overal en bij alle volken zijn nog heel
veel goede menschen." Deze waarheid, door
B ons in de „Maasbode" voorgehouden, op
de eerste plaats.
Maar, behalve die heel veel goede men
schen, zijn er, ongetwijfeld, „overal en bij
alle volken", ook slechte!Er zijn men
schen, die slecht doen. Of hun inten
tie, hun bedoeling al dan niet
slecht is, kan vaak moeilijk worden gecon
stateerd. Maar, hoe het ook zij, wij moeten
niet onze kracht uitputten in het schelden
op die menschen, maar wij moeten voor
hen bidden! Als zóó onze levenshouding
'ns zou zijn!....
V Dansen voor Finland.
Zaterdag was er in 's-Gravenhage een
soirée-dansante ten bate van het Finsche
Roode Kruis, s Is op dat bal zeer druk
zeer gezellig geweest, zoo lezen we.
Het „Nationaal Dagblad" ziet tusschen
dit bal voor de Finnen en het strijden en
lijden der Finnen een „bittere tegenstel
ling". En wij zijn het deze keer met ge
noemd blad volkomen eens.
Er is hier een schrijnende tegen
stelling.
't Schrijnt tegen ons gevoel, 't doet ons
pijn, als er ten bate van zulk een charita
tief doel, als ter leniging van zulk een vree-
selijk lijden, wordt.!., gedanst op een
„soirée-dansante" volgens alle regels van
de moderne genoegens!
Deze moderne „cultuur" (aanhalingstee-
kens) kunnen wij niet genieten!
en de eerste stuurman trachtten een red
dingboot neer te laten, dook het vliegtuig
opnieuw omlaag en liet het een derde bom
vallen, welke de reddingboot vernielde en
den motordrijver doodde. „Ik gooide een
vlot over boord", aldus vervolgde de heer
Jager, „en dook in de zee. De eerste stuur
man en de matroos volgden mij en wij
slaagden er in met het vlot weg te komen,
maar het Was zoo enorm koud, dat wij op
elkaar moesten gaan liggen om een beetje
warmte te krijgen." Een Deensch schip
heeft de drie mannen, nadat deze 36 uur
hadden rondgedreven, opgepikt.
De „Elziena" was het eigendom van den
heer J. Patje en had een bruto inhoud van
197 ton. Het was in 1931 te Groningen ge
bouwd.. De N.V. Carebeka te Groningen
trad als cargadoor van het schip op. Het
was op 22 Februari van Galathee naar Leith
vertrokken met een lading van 200 ton
De verschepers hiervan waren de NV.
Handel Maatschappij J. van As J.J.zn. en
de firma N. J. Mulder te Rotterdam. De
Elziena" werd Donderdag of Vrijdag j.l.
te Leith verwacht en was dus enkele dagen
over tijd. De afladers hadden gistermor
gen een telegram uit Leith ontvangen,
waarin bericht werd, dat omtrent de aan
komst van het schip nog niets bekend was.
Namen der opvarenden.
Nader is gebleken, dat bij de beschie
ting van de „Elizena" de kapitein H. El
driks en de machinist Lou Molenbroek om
het leven zijn gekomen. De drie geredde
leen der bemanning zijn: de eerste stuur
man Albert Dinkele, de kok Marinus de Ja
ger en de matroons Hendrik Hendriks.
Zij zijn te Blyth aan land gebracht. El
driks, die 22 jaar was, maakte zijn eerste
reis als kapitein.
Drie schepen veilig aange
komen, van het vierde
niets bekend
De Nederlandsche kustvaarders „Wasa".
„Amazone" en. „Boekelo" zijn tijdens de
vaart op de Noordzee door onbekende
vliegtuigen met mitrailleurvuur bestookt.
De schepen waren Vrijdagavond om ze
ven uur uit New Castle on Tyne vertrok
ken, allen geladen met kolen voor België.
Zij werden aangevallen, nadat zij onge
veer een uur gevaren hadden.
De „Wasa" en de „Boekelo" hebben in
middels de haven van bestemming bereikt.
Zij bekwamen geen schade bij de beschie
ting. Men heeft niet gehoord, dat dit bij
de „Amazone" wel het geval zou zijn.
Een Engelsche boot, welke in de nabij
heid van het drietal Nederlandsche kust
vaarders voer, werd gebombardeerd.
Opvarenden van de „Boekelo" namen
waar, dat van den Engelschen wal af een
vliegtuig werd neergeschoten en in zee
stortte.
Verder kwam te Vlissingen nog binnen
het Ned. m.s. „Bart", dat tijdens den aan
val op het m.s. „De Ruyter", welke Maan
dagmorgen geschiedde, in de nabijheid
vertoefde. De voorsteven van de „Bart"
was fink beschadigd. Het bleek echter
oude wonde te zijn, daar het schip enkele
reizen geleden, op de Theems inaanva
ring was geweest met een ander Neder-
landsch schip.
Zij hadden van de vliegmachines niets
te lijden gehad en hadden geen aanval op
zich gericht gezien.
Een ander schip, dat gelukkig aan de ge
varen is ontkomen, is het motorvracht
schip „Limburg" van de N.V. Scheepvaart
Mij. „Limburg" te Terneuzen, een schip
van 345 ton, dat evenals de gisteren reeds
vermelde „Schieland" Zondagavond in
Ostende binnenkwam.
Ook dit schip had een lading steenkool
in en kwam van Newcastle.
Onderweg naar Ostende zag de beman
ning plotseling een vliegtuig boven zich
verschijnen, van waaruit machinegeweer-
vuur op hen werd afgegeven. Gelukkig
echter werd ook hier niemand gedeerd en
werd geen schade aangericht.
Had geredden van de
„Domaia" aan boord
De Engelsche bladen berichten, dat het
Nederlandsche motorschip „Jonge Wil
lem" van de Middellandsche Zeevaart
Comp., dat vijftig overlevenden van het
gebombardeerde Engelsche passagiersschip
„Domaia" redde, zelf heeft blootgestaan
aan bommen en machinegeweervuur van
Duitsche vliegtuigen.
De bemanning van de „Jonge Willem"
vertelde, dat een bom op slechts twintig
voet van het schip in zee viel, en dat het
vliegtuig een duikvlucht deed en de dek
ken met machinegeweerkogels bezaaide.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet
voor.
Een half uur later zag de bemanning,
dat de „Domaia" aan den horizon in vlam
men stond.
Naar aanleiding van de aanval'en
van vreemde vliegtuigen op Neder
lands j. schepen in de Noordzee, heb
ben wij te bevoegder plaatse geïnfor
meerd naar hetgeen de regeering zich
voorstelt ter zake te verrichten.
Naar wij vernamen, beschikt de re
geering op dit oogenblik nog niet over
andere gegevens dan de mededeelin-
gen, in de pers over het gebeurde
verbreid. Zij zal echter niet nalaten
om, zoodra haar authentieke gegevens
ten dienste staan, de stappen te onder
nemen, welke ter bescherming van
onze "cheepvaart tegen dergelijke aan
vallen noodig kunnen blijken.
Een aantal eigendommen
van hel schip, sloep
drijvende aangelroiien
HET SCHIP WAS ZONDAG VAN DUINS
NAAR AMSTERDAM VERTROKKEN.
Gisteravond werd gemeld: Bij de
Hollandsche Stoomboot Maatschappij
verkeert men in de grootste ongerust
heid over het stoomschip „Rijnstroom"
van deze reederij, dat Zondag van
Duins naar Amsterdam is vertrokken
waarvan men sindsdien niets meer
heeft vernomen.
Met vrij groote zekerheid kan wor
den aangenomen, dat het schip is ge
zonken. Een sterke aanwijzing daar
voor vormt het feit, dat Zondag in de
buurt van den boei bij Westhinder
verschillende eigendommen van de
„Rijnstroom" drijvende zijn aangetrof
fen n.l. een gekapseisde reddingsloep,
enkele reddingboeien, verscheidene
goederen, welke tot de lading behoor
den en dekplanken. Deze vondst werd
gerapporteerd door de kapiteins van
het Nederlandsche motorschip „Bran-
daris", dat Zondagochtend om negen
uur genoemde plek passeerde, en van
het s.s. „Amstelstroom", eveneens van
de Hollandsche Stoombootmaatschap
pij, dat op weg van Huil naar Amster
dam Zondagmiddag om een uur langs
genoemden boei kwam.
Aangezien er zich aan boord van de
„Rijnstroom" twee reddingsloepen be
vonden, is er nog hoop, dat de beman
ning, die uit 12 personen bestond, zich
in deze boot heeft kunnen redden.
Kapitein van de „Rijnstrom" was de
heer Verhoef.
Het schip een bruto inhoud van 695
Dit nummer bestaat uit
drie bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
VIIPURI NOG ALTIJD IN FINSCHE
HANDEN. (2de blad).
DE ENGELSCHEN PUBLICEEREN EEN
WEEK-BALANS VAN DEN ZEE-OORLOG.
(2de blad).
BELANGRIJKE DECRETEN IN FRANK
RIJK t. a. v. HET EIGENDOMSRECHT
DER MISSIE-CONGREGATIES. (2de
blad).
TREINRAMP IN JAPAN. (1ste blad).
Binnenland
AANVALLEN VAN VREEMDE VLIEG
TUIGEN OP NEDERLANDSCHE SCHE
PEN (1ste blad).
TOEPASSING VESTIGINGSWET (2de
blad).
ton en is in 1937 in Amsterdam ge
bouwd.
Een ledig vlot opgepikt.
Vanochtend is, komende van Caen, het
Nederlandsche m. s. „Vrede" te IJmuiden
gearriveerd, dat een ledig vlot, afkomstig
van het m. s. „Rijnstroom", had opgepikt.
Dit vlot was reeds eerder door andere
schepen op de Noordzee gesignaleerd.
Over de „Rijnstroom" zijn bij de Hol
landsche Stoomboot Maatschappij geen na
dere berichten ontvangen. Aan de Neder
landsche marine is gisteren verzocht zoo
mogelijk maatregelen te nemen ter opspo
ring van het schip. Ook tot de Britsche
autoriteiten is een dergelijk verzoek ge
richt.
VOORSCHOTEN.
PASTOOR P. J. DE ROOS
benoemd tot herder der St Laurens-
parochie in Voorschoten.
Spoorwegramp in Japan
MEN VREEST: 120 DOODEN.
Bij de grens tusschen de Japansche
provinciën Jamagata en Niigata heeft
zich vandaag in den vroegen ochtend
een spoorwegongeluk voorgedaan,
dat, naar men vreest, 120 menschen
het leven gekost hheeft.
Een uit zes wagons bestaande trein
van den dienst Jonezawa-Sakamati is
even na het verlaten van een tunnel in
het water gereden doordat de brug, die
ier plaatse is gebouwd, door een lawine
vernield was. De locomotief en vijf wa
gons vielen 25 meter omlaag, vier der rij
tuigen geraakten in brand.
Een hulptrein met medicamenten en
ambulancepersoneel was spoedig op de
plaats van de ramp aangekomen, doch
het reddingswerk wordt belemmerd door
ie hoogliggende sneeuw. Tot dusverre
zijn twee lijken gevonden. Men heeft 21
menschen bevrijd, doch 8 hunner waren
zwaargewond. Gemeld wordt, dat het ge-
heele treinpersoneel is omgekomen.
i