HET SCHAAKSPEL a a a MlWn LUCHTVAART KLEINE ANNIE DONDERDAG 22 FEBRUARI 1940 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 Alle correspondentie, deze rubriek be treffende, gelieve men te zenden aan den redacteur W. H. van der Nat, Witte Ro zen straat 40a, Leiden. Het slaan der stukken. Aan de hand van een, gefantaseerde, partij zullen wij nu het slaan der stukken bespreken. Tegelijkertijd zullen we ken nis kunnen maken met verschillende spel regels en nuttige wenken geven. We stellen de figuren op in den aan- vangsstand. g ft 1 W.+ 1 ft I k k k k k i k i ÉH j rx'i ABCDEFGH Wit begint en speelt: 1. d2d4 Dat wil dus zeggen, pion d2 wordt op veld 4 geplaatst. Wit had ook een andere pion op kunnen spelen, bijv. de e-pion. We merken op, dat in den aanvangsstand behalve de pionnen, alleen de paarden ge speeld kunnen worden. Het paard op gl bijv. kan, springend over pion g2 naar f3 (of h 3) gaan. De andere officieren kun nen een veld, waarop zich een stuk be vindt, niet passeeren. Wit had ook zijn d-pion naar d3 kun nen brengen. Het is echter van belang zoo spoedig mogelijk zoo veel mogelijk ter rein te bezetten. Men houdt dan meer be wegingsvrijheid voor zyn later te ontwik kelen stukken. 1d7d5 is het antwoord van .zwart. De zelfde zet dus als wit deed en, op de zelfde overwe gingen steunend. Deze beide pionnen kunnen elkaar nu voorloopig, geen kwaad doen. Pion d4 kan niet verder, daar zijn zwarte collega hem den weg naar d5 verspert. Omgekeerd kan ook de zwart d5-pion niet naar d4. 2. c3—c4 Een eigenaardige zet. Pion c2 wordt naar c4 gebracht, waarmee nu twee witte pion nen in het centrum zijn gekomen. Het centrum is het midden-gedeelte van het schaakslagveld en meestentijds het be langrijkste operatiegebied. Het eigenlijke centrum wordt gevormd door de velden e4d4d5e5. Het is van belang voor ieder der strij dende partijen een of beide velden van het centrum te bezetten. Met den zet c2c4 poogt wit aan zwart een centrum-veld (d5) te betwisten. Want, *in tegenstelling met de pionnen d4 en d5, die elkaar niets kunnen doen, bedreigen c4 en d5 elkaar wel. Een pion slaat n.l. in schuine richting. Was wit nu opnieuw aan de beurt om te spelen („aan zet") dan kon hij met zijn c4-pion den zwarten op d5 slaan. Dat wil zeggen, de zwarte pion op d5 wordt van het bord genomen en op zijn plaats (d5) de witte van c4 geplaatst. Echter zwart is aan zet en we laten zwart nu eens spelen. 2. d5 xc4 Dat beteekent: pion c4 verdwijnt van het bord en pion d5 wordt op c4 geplaatst. Zwart was in het geheel niet verplicht om den witten pion te nemen. Bij het andere bordspel, het damspel, is men verplicht te slaan, wanneer dit moge lijk is. Bij het schaakspel bestaat deze ver plichting niet. Wit is nu aan zet, maar hij is een pion kwijt geraakt! En, ofschoon hij nu zetten mag, kan hij dezen pion toch niet direct terug winnen! Later zullen we zien, dat het geen ver gissing van wit is geweest om zoo maar een pion weg te geven! Men noemt het weggeven, in de opening, van een pion een gambiet en het weggeven van een pion of stuk, met een bepaald doel! het offeren van een pion of stuk. We zullen wit weer verder laten spelen. 3. Ddl—a4f De hoofdletter D beteekent, dat de Ko ningin of Dame is bedoeld. Evenzoo ge bruikt men de hoofdletters K voor een zet met den Koning, T voor die van den toren, L duidt een looperzet en P een paardenzet aan. De witte dame, op a4 gekomen, biedt hierdoor een nieuw, zeer belangrijk onder werp van bespreking. Het kruisje (t) ach ter den zet is een afgesproken teeken voor het woord „schaak". Schaak beteekent: de koning van de tegenpartij dreigt geslagen te worden! En. dat is het ergste wat er in een schaakpartij gebeuren kan. Hiermede zijn we ineens belang bij het einddoel, bij de beslissende factor van elke schaakpar tij. Het is in een schaakpartij niet begon nen om meer stukken over te houden dan de tegenpartij, maar, om den vijandelijken koning te veroveren. Het is dus zeer begrijpelijk, dat zwart in onze partij zijn koning niet zoomaar laat slaan en dus een zet zal doen, die dit ge slagen worden belet. Wanneer aan den Ko ning schaak wordt geboden, bestaan er vier mogelijkheden. Ten eerste, de bedreigde Koning wijkt een veld uit, ten tweede er wordt een stuk geplaatst tusschen het schaakbiedende stuk en den Koning, ten derde, het schaakbiedende stuk wordt ge slagen en ten vierde, geen der drie ge noemde middelen is mogelijk en dus gaat de Koning verloren. In dit laatste geval zegt men, dat de Koning mat gezet is. Kan hier onze zwarte Koning een an der veld betreden om aan het schaak van de witte dame te ontkomen? Neen, want het eenige veld, waar hij heen kan is d7 en hier zou hjj eveneens geslagen worden. Kan de witte dame door een zwart stuk worden geslagen? Ook niet. Er moet dus een zwart stuk tusschen de witte dame en den zwarten koning geplaatst worden. Spelen we bijv. b7b5, dan zou dit wei nig baten, immers hierop volgde Da4xb5f (de dame gaat staan op b5 en de pion wordt van het bord genomen), waarna zwart voor dezelfde schaak-dreiging staat en bovendien een pion kwijt is. Er blijven Pb8c6, Pb&—d7, Lc8—d7, c7—c6 of Dd8—d7. 3Dd8d7 Met Ddla4f beoogde wit een dubbel doel, n.l. het schaak geven aan den ko ning en tegelijk aanval op pion c4. Het schaak bieden aan den koning kon gemakkelijk door zwart worden opgehe ven, maar het was zwart niet mogelijk tegelijk zijn pion op c4 te verdedigen. Er volgt dus: 4. Da4 x c4 Hiermede is het materieele evenwicht weer hersteld. Zwart vervolgt met: 4Dd7c6 Hiermede valt de zwarte dame de witte aan! Immers, was zwart nu opnieuw aan zet, dan zou er Dc6xc4 volgen. Wit moet dus of met Dc4xc6 de „dames r u i 1 e n", of bijv. e2e3 te spelen de dame verde digen, d.w.z. maken dat na Dc6xc4 zijn looper van fl deze -warte op zijn beurt kan slaan of de dame brengen naar een veld waar zij niet geslagen kan worden. Laten wij eens even aannemen, dat wit besluit om zijn dame te verplaatsen en wel naar b4. Dit blijkt een zeer groote fout te zijn een blunder, zooals men dit onder schakers noemt. Hierop speelt zwart dan: Dc6xcf. Er zou dus de volgende stand zijn ontstaan: Mat! Wanneer we eens onderzoeken over wel ke van de vier middelen wit beschikt om zijn aangevallen koning voor den onder gang te behoeden, zien we: lo. de koning kan niet uitwijken; 2o. er kan geen wit stuk tusschen hem en de zwarte dame geplaatst worden; 3o. de- zwarte dame kan niet geslagen worden. Er rest dus alleen het vierde geval, het geen beteekent, dat de witte koning is mat gezet! De partij zou dus reeds verloren zijn voor wit. Daarom gaan we de volgende week ver der met een betere zet dan Dc4b4, A BODE FG H Hoe geeft wit mat? Oplossing stelling vorige rubriek: 1. ThlJhS. LEIDSCHE SCHAAKBOND. De Competitie 2e klasse A. Inter Nos I(Boskoop) tegen Taveno met als resultaat 4x5x. Deze wedstrijd werd gisteravond ge speeld in Hotel Neuf te Boskoop. Hieronder geven wij het overzicht: Inter NosTaveno. C v. d. KleijW. A. v. Schayck 10 C. P. de RuyterJ. Kanbier 01 A. SytzemaJ. Snel xx J. A. Loef—J. F. Kriek Sr. 1—0 W. de RuyterJ. Scharloo 1/21/2 W. Trapman—H. J. Neuteboom 01 S J. v. WijkJ. F. Kriek Jr. 01 n Radder—W. F. Smit 1/2—1/2 H. TumpG. Spierenburg 01 W v. d. BergA. Smit 10 Totaal 4x5x De einduitslag zal waarschijnlijk een 5.5 —4.5 overwinning voor Taveno worden. Voor dezelfde klasse werd nog een wed strijd gespeeld in het Gebouw der Mij. voor Toonkunst. Hier was het resultaat een 6.5x2.5 overwinning van Caissa I op Oegstgeest I, zooals hieronder volgt: Caissa—Oegstgeest. H. E. ChristiaanseW. K. Sasburg xx J. J. Braggaar—V. v. d. Linden 1—0 L. A. den OudenJ. van Rij 10 P. VlugtJ. F. Broeken 10 J. VerduynJ. Brussee 1/21/2 J. G. Kardol—J. Oudegeest 10 D. J. MooyJ. Broekstra 01 J. J. EpskampA. M. Rotteveel 10 G. W. HorréeTh. P. v. d. Berg 01 J. ZitmanH. Baron 10 Totaal 6 l/2x2 l/2x DE POSTVLUCHTEN OP NED. INDIë De positie der Indiëvliegtuigen was Woensdag als volgt: Op de uitreis arriveerde de „Emoe" (gezagvoerde Tepas) te Bandoeng en de „Reiger" (gezagvoerde Both) te Basra. Op de thuisreis landde de „Toren valk" (gezagvoerde van Dijk) te Jodphoer, Katholieken, Uw eigen Dagblad is DE LEIDSCHE COURANT Dl BR/DA DIER ZAT PAL MAAli HEM. K mm ET DRAAD W DIKKOP'i PLAATS WLKHZ/JH. TELES WE! AlStKVktJKOn RElZEfl. HET ZAL VOOR LAM- i SEM WO OELAATSTE REU Z/JLT, D/f HIJ MAAKT. ZwAHHEER TE DE KRAHTEHLÊÈTA En DE MEniCHEH HOORT SPRE- ken, SAnoy, oA h zou je mee heli O Al SCHELMEN £R ALTIJO CÜEO AFKOMEN. MAAR ZOO N HET WET. EE Ti TIJD IAN0 ZAL HET HUN M!<> - U ICHIEN6EWKK&NZ/(HRUITErtMtT TEHOUOEH, MAARPEBIAIOOKOMT LOONTJE OM ZN/300NTJE EN fHRUOEH ZE W^TZE VERQ/ETiéMJ GOODBYE, MR. CHIPS DE BESTE FILM VAN 1939. Bij de jaarlijksche enquette van „The Film Daily" naar de tien beste films van het jaar zijn ditmaal aan Goodbye, mr. Chips de meeste stemmen toegekend. 472 van de 542 Amerikaansche filmcritici die aan de enquête hebben deelgenomen, heb ben Goodbye, mr. Chips als een der „ten best" genoemd en de film daarmee de meerderheid verschaft die haar den eere- tltel van „de beste film van 1939" be zorgde. Hoe sterk de voorkeur voor deze in En geland gemaakte Metro-Goldwyn-Mayer- film was, blijkt wel uit het feit, dat zij haar opvolgster-in-populariteit met een voor sprong van bijna 40 stemmen vooruit bleef. Tweede op de lijst werd n.l. het nog niet in ons land vertoonde Mr. Smith goes to Was hington met 433 stemmen. De volledige uitslag luidt: 1. Goodbye, Mr. Chips 2 Mr. Smith goes to Washington 3 Pygmalion 4. Wuthering Heights 5. Dark Victory 6. The Women 7 The Wizard of Oz 9 Juarez 9. Stanley and Livingstone i0 The old Maid Lucille Ball is uit New York terugge keerd op verzoek van RKO Radio Pictures om de vrouwelijke hoofdrol te vervullen in de Cliff Reid productie „The Romantic Mr. Hinkle". Ray MacCarey zal deze nieu we RKO comedie regisseeren, waarin be langrijke spelers zullen optreden. Reeds wordt geannonceerd dat een van Hollywood's nieuwste talenten, de Engelsch man. Robert Coote, de titelrol zal vervul len. Deze begaafde acteur trad o.a. op in 472 st. 433 st. 349 st. 283 st. 280 st. 254 st. 244 st. 216 st. 213 st. 166 st de films „Gunga", „Nurse Edith Cavell" en „Bad Lands" (de twee laatstgenoemde films zijn niet in Nederland uitgebracht) en zal tevens te zien zijn in Vigil In The Night". „The Romantic Mr. Hinkle" is een verhaal van Ray MacCarey en John Mc- Clain, dat door Jerry Cady voor de film be werkt is. Er is iets anders met „Pinocchio" Toen in 1937 Walt Disney's eerste ge- teekende hoofdfilm „Sneeuwwitje en de 7 Dwergen" haar voltooiing naderde, opper den verschillende van Disney's medewer kers het denkbeeld een volgende groote teekenfilm te baseeren op het kinderver haal „Pinocchio". Het enthousiasme voor deze idee groeide naarmate men de ge dachte ontwikkelde en in het begin van 1938 reeds gaf Disney het sein alles voor de productie van „Pinocchio" in gereed heid te brengen. Niet lang daarna lag het concept scenario voor Disney's tweede teekenfilm-van-anderhalf-uur gereed. Te zelf der tijd deed zich het merkwaar dige verschijnsel voor, dat, zonder dat iets van deze plannen naar buiten was uitge lekt, de correspondentie-afdeeling van de Walt Disney Studio's talrijke brieven ont ving van boekhandelaren, die het hoek „Pinocchio" aanbevolen als onderwerp om te verfilmen. Vooral verkoopers van kin derboeken wezen op de populariteit van het ledepopje, welke neus eenige centi- BETTE DAVIS IN DE FILM „LEVENSDANS" meters langer werd, iederen keer, dat het een jokkentje vertelde. „Pinoccihio" is een schepping van Carlo Lorenzini, die, onder het pseudoniem C. Collodi, diens wonderlijke avonturen be schreef. Ze verschenen eerst als feuilleton in een populair Italiaansch tijdschrift on der den titel „Le Adventure di Pinocchio". In ongeveer 200 talen en dialecten is het daarna vertaald en in boekvorm uitge geven. In de Vereenigde Staten was het, na publicatie in het voorjaar van 1900 een direct succes en is het sindsdien acht maal heruitgegeven. Lorenzini kreeg reeds als kind den bij naam Collodi, naar zijn moeder's geboorte plaats, waar hij in 1826 op de wereld kwam en zijn gelukkige kinderjaren doorbracht. Hij stierf in 1890 na een veelbewogen en rijk leven. In zijn jonge jaren was hij uit gever van een vooraanstaand Italiaansch nieuwsblad. In het leger werd hij wegens zijn moed gedecoreerd. Toen hij zich uit het openbare leven had teruggetrokken, begon Collodi kinderboeken te schrijven. Ofschoon Disney's versie van „Pinoc chio" eenigszins van het origineel ver schilt, is de essentie van Collodi's verheel bewaard gebleven. Reeds is in een krantenberichtje over de wereldpremière van „Pinocchio" te New- York, gemeld, dat de nieuwe geteekende hoofdfilm van Walt Disney superieur is aan „Sneeuwwitje en de 7 Dwergen". In welk opzicht? Indien wij enkele be schikbare uitspraken dienaangaande ver gelijken, dan schijnt steeds weer de tech nische volmaaktheid van Disney's nieuwe groote teekenfilm wel een bizonder diepen indruk nagelaten te hebben. De critische geest is daar echter niet mee tevreden. „Er is iets anders met „Pinocchio"," zegt de intuïtie.... en dan, opeens, is het daar in dat simpele regeltje van den criticus, die daardoor bekent argeloos toeschouwer te zijn geworden: „Van de eerste beelden af is de illusie geboren, dat dit wezens van vleesch en bloed zijn." Dat beteekent, dat de film met het groot ste gemak van onwerkelijke dingen ver haalt, zonder de pretentie van een teeken film te hebben! Welk een reusachtige schrede voorwaarts heeft Walt Disney, door deze nederigheid, gedaan! De evolutie van een gansche geteekende Richard Greene en Wendy Barrie als Sir Henry en Beryl in de 20ih Century-Foxfilm DE HOND VAN DE BASKERVILLES hoofdfilm was noodig voor Disney om de mat 1- meester te worden, en nu benut hij deze meesterschap niet in een exorbitante uitstalling van technisch kunnen, doch appelleert aan de eenvoudige menschelijke gevoelens. Imponeerde „Sneeuwwitje" door de beelden.... „Pinocchio" ontroert om het gebeuren, om het wezen der ver telling. Disney, de Disney van Mickey Mouse, Donald Duck en Dopey, heeft het bestaan om zijn kunst volledig middel te doen zijn niet het doel. „Pinocchio" is geen ster.geen Geppet- de houtsnijder, of Figaro, diens poes, of Jiminy Cricket, de krekel.... „Pinocchio" is de film van de marionet, die door tooverkracht het leven ontvangt eerst bewijzen moet de liefde van den vader, die haar gestalte gaf, waard te zijn zij een wezen van vleesch en bloed wordt. „Pinocchio" is.... de teekenfilm. Een pop met bellen behangen dient voor een zakkenrollersproef voor Edmond O'Brien als den dichter Gringoire, wanneer hij terecht komt in het Mirakelhof, ver- blij fplaatst van het „hedelaarsgilde" van Parijs in de 15e eeuw. Als hij er niet in slaagt de pop te berooven zonder de bellen te doen klingelen, wacht hem de dood door den strop. Dit is een der talrijke spannen de episoden van de grootsche RKO Radio productie „De Klokkenluider van P a r ij s", met Charles Laughton in de titelroL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10