De Russen pogen divisie te ontzetten Britsch-Noorsch debat over de „Altmark" Wxmfi&pig, aewzet aan ingzóiatea ÜluMm Chamberlain en Koht over het inter nationale recht Op en boven de zee Tegen de communisten. LUCHTVAART WOENSDAG 21 FEBRUARI 194u CE LEIDSCHE COURANT TV/cenp pi*n - 6 Uitbreiding van offensief OP DE KARELISCHE LANDENGSTE. De laatste berichten in Finland melden, dat de Russen hun aanvallen uitgebreid hebben tot dwars over de Karelische land engte. Ook hebben zij nogmaals getracht om massa's manschappen te sturen over het ijs van het meer Suvento, dat twee tot vier mijl breed is en nergens ook maar de geringste dekking biedt. Men kon dan ook gisteravond waarnemen, hoe het ijs be zaaid ligt met doode Russen. De pc-gingen van het Russische opper bevel, de 164e divisie, welker verbindin gen zijn afgesneden en die nabij Kitela wanhopigen tegenstand biedt, te ontzetten, zijn tot dusver mislukt. De Russen trach ten deze divisie te ravitailleeren door mid del van vliegtuigen, doch het gebrek aan levensmiddelen en munitie is zoo groot, dat de weerstandkracht der divisie er aan zienlijk door geschaad wordt. Sedert geruimen tijd is te Helsinki niet zoo vaak luchtalarm gemaakt als giste ren. Zesmaal klonken de waarschuwings sirenes. De trein van Turku naar Helsinki is op 40 K.M". van de hoofdstad door vijandelijke vliegtuigen gebombardeerd. Hij moest zes maal wegens luchtalarm stoppen, waarop de passagiers een goed heenkomen zochten in de langs de spoorlijn gelegen bosschen. Twee personen werden door splinters van brekende treinruiten gewond. Ook het sta tion Karis op de lijn Pilku werd aange vallen. Verder is ook Viborg verscheidene malen hevig gebombardeerd. HET FINSCHE LEGERBERICHT. In het Finsche legerbericht van giste ren wordt o.a. het volgende gezegd: het oostfront t n.van het ladoga meer Het bijgaand kaartje geeft de positie der Finnen weer ten Noorden van het Ladoga- meer, nadat zij hun front hadden gecon solideerd na den slag by Syskyarvi. Daar werd de 18e Russische divisie om singeld en vernietigd; ten noorden van Kitela verkeert de 104ste Russische divisie in ernstige moeilijkheden. Aanvankelijk waren de Russen ten Noor den van Loimola opgerukt en bevonden zich tusschen Ruokojarve en Syskyjarvi, toen de Finnen hen stelselmatig wisten te omsingelen en terug te dringen. Kitela was ernstig bedreigd, ook hier wisten de Finnen de Russische eenheden te verspreiden en vele gevangenen te maken. Daar, waar op de kaart de pijltjes zijn aangegeven, rukken de Finnen op. DE HULP AAN FINLAND. LUCHTAANVAL OP BRITSCHE SCHEPEN. Reuter meldt uit Londen, dat vijandelijke vliegtuigen gistermiddag ter hoogte van de kusi van Northumberland, Norfolk, Lin colnshire en Suffolk aanvallen hebben ge- uaan op schepen. Radioluisteraars aan de kust van Nor- ioik hebben nooaseinen gehoord van een aangevallen schip. De reddingboot van iNonoik is uitgevaren, nadat een nader uericnt was ontvangen, dat op 50 urn. van ue Kust scnepen werden gcuombaraeerd. in Luiu -asex werd macninegeweervuur genoóra. In dit district werd lucntaiarm gemaakt, waarna de bevolking zich naar de scnunpiaaisen begaf. Vijl minuten latei volgde net signaal: alles veilig. liuilschers melden: drie schepen gezonken. Het Duitsche Nieuwsbureau deelt mede: Duitsche vliegtuigen hebben wederom verkenningsviucnten ondernomen aan de Briiscüe en Schotscne kust. Hieroij kwam het tot aanvallen op bewapende, resp. in Brilsch convooi varende schepen. Twee Lngeische mijnenie6gers en een gewapend koopvaardijschip zyn tot zinken gebracht. Alle Duitscne Vliegtuigen keer den ongedeerd naar hun bases terug. NEUTRALE SCHEPEN, 91£ ZONKEN. Het Grieksche schip, dat eergisteren op 6U mijl afstand van kaap Finisterre is ge- torpeueerd, is het 4917 ton metende semp „Eiiin" en niet „Eili" zooais werd bericht. Zooals reeds werd gemeld, is de beman ning, welke uit 26 man bestond, door de „Manin" aan boord genomen. De reedery van het Donderdagavond ge zonken Deensche s.s. „Sleipner" deelt mede, dat de zeven leden der bemanning en zes Grieksche passagiers, die nog vermist wer den, gisteren in een Britscne haven zijn aangekomen. DE FRANSCHE KAMER STOOT HEN UIT. Zestig communistische mandaten vervallen verklaard. De Fransche Kamer is gistermiddag bij eengekomen ter behandeling van het voor stel, de communistische afgevaardigden, die niet met de Derde Internationale heb ben gebroken, van het lidmaatschap der Kamer vervallen te verklaren. Eer door Ramadier ingediend en door Marin gesteund voorstel, de zaak terug te verwijzen naar de commissie, opdat deze de afgevaardigden, die met vervallenver klaring van hun mandaat worden bedreigd, eerst nog zou kunnen hooren, werd op ver zoek van den voorzitter der commissie door de Kamer verworpen met 468 tegen 12 stemmen. De Rapporteur der commissie, Barthe- lemy, verklaarde, dat de betrokken afge vaardigden agenten van het buitenland zyn. Hij keerde zich tegen de gemeene en bedekte propaganda, die in sommige wa penfabrieken wordt gevoerd. Nadat eerst de tekst, zooals deze door de commissie is opgesteld, met handopsteken was goedgekeurd, werd de resolutie in haar geheel met algemeene (492) stemmen aangenomen. Daardoor zijn zestig communistische af gevaardigden van het lidmaatschap ver vallen verklaard. Hutten!andsctie Berichte» HET WATER WAST IN BELG1E. De dooi heeft in verscheidene gebieden van België tot ernstige overstroomingen geleid, o.a. in de Ardennen en in Henegou wen, waar het water talrijke huizen is bin nengedrongen. Het wegverkeer wordt ern stig belemmerd en belangrijke schade is aangericht. De aanhoudende was van som mige rivieren heeft op verscheidene plaat sen ongerustheid gewekt. OVERSTROOMINGEN IN GEBIED VAN SMYRNA. Door wolkbreukachtige regens wordt het gebied van Smyrna opnieuw geteisterd foor overstroomingen. De rivieren Geniz c'. Baertchai zijn buiten haar oevers ge- 'reden. In Thracie is de Ergemi buiten zijn tevers getreden. Het water sleurde molens en boerderijen weg en maakte verscheide ne slachtoffers. DE POSITIE VAN DE INDIë VLIEG TUIGEN. Op de uitreis bereikte de „Reiger" 'Both) Athene, en de „Emoe" (Tepas) Singapore. Op de thuisreis arriveerden de „To renvalk" (van Dijk) te Rangoon, en de „Wielewaal" (Frijns) te Napels. „Uitstekend gelelde ope ratie", zelde Chamberlain Chamberlain heeft betreffende het inci dent met de „Altmark", in antwoord op een vraag van een Lagerhuislid, een ver klaring afgelegd, die als volgt luidde: „Deze uitstekend geleide operatie (luide, aanhoudende toejuichingen) heeft tot resul taat gehad de redding van 299 officieren en manschappen behoorende tot Britsche koop vaardijschepen, tot zinken gebracht door het Duitsche pantserschip „Admiraal Graf von Spee". De Britsche regeering wacht thans nog op de volledige rapporten van de marine-officieren, welke betrokken waren bij deze schermutseling, maar ik ben er zeker van, dat het Huls met de regeering zal instemmen in de voldoening, welke deze gevoelt n.l. van de bevrijding van de offi cieren en de bemanningen van de door de Duitschers tot zinken gebrachte schepen, na hun lange beproeving; en dat de leden tevens zullen verlangen de koninklijke marine op de hartelijkste wijze geluk te wenschen met deze zeer bijzondere aan winst voor de lijst van haar daden". (Op nieuw toejuichingen). Chamberlain verklaarde verder geen verdere mededeelingen van de Noorsche regeering ontvangen te hebben na het oor spronkelijk protest dat j.l. Zaterdag aan Lord Halifax ter hand werd gesteld, maar „ik heb in de pers, een volledig verslag ge zien van de -erklaring van den Noorschen minister van buitenlandsche zaken, Koht, en ik wensch naar aanleiding daarvan enkele opmerkingen te maken. Ik voel mij genoodzaakt te zeggen, dat dit verslag die activiteit, of liever de inactiviteit van de Noorsch regeering zelfs nog moeilijker te begrijpen maakt dan ik aanvankelijk meen de. (Toejuichingen). Wij leefden in de overtuiging, dat de Noorsohe regeering op eenigerlei wijze een onderzoek aan boord van de „Altmark" had' ingesteld en ons bezwaar was, dat dit onder zoek zoodanig oppervlakkig was geschied, dat de aanwezigheid van Britsche gevange nen aan boord daarbij niet aan den dag was getreden. Het blijkt thans echter, dat de Noorsche regeering geen enkel onder zoek heeft ingesteld". Chamberlain herhaalde vervolgens Kohts verklaring en zeide dat het Noorsche stand punt blijkbaar was, dat, daar de „Altmark werd beschouwd als een oorlogsschip en een Duische staatsvlag voerde, een onder zoek onmogelijk was. Na herinnerd te hebben aan het opont houd van de „Altmark" bij Bergen, zeide Chamberlain, dat hel feit, dat de „Altmark" in de territoriale wateren gebruik maakte van de draadlooze, de Noorsche autori teiten niet tot eenigerlei actie bracht, be halve dan een beklag en een aanvaarding van hét excuus. Chamberlain bracht vervolgens in her innering de Noorsche weigering een ge meenschappelijk onderzoek te Bergen in te stellen. Verder weigerde de Noorsche officier de Britsche enter-patrouille aan boord van de „Altmark" te vergezellen. „Het zal dus duidelijk zijn, aldus Chamberlain, dat niet bij één, maar bij drie gelegenheden de Noorsohe autori teiten verzuimd hebben een deugdelijk onderzoek te doen plaats grijpen. Slechts na twee of drie weigeringen gingen de Britsche schepen over tot actie tegen de „Altmark" en indien zij diit niet gedaan -hadden, zou het aan het schip veroorloofd zijn geweest zijn reis naar Duitschland voort te zetten zonder hinder en zonder eenig onder zoek naar de bijzondere, omstandig heden. Ik wil tevens opmerken, dat prof. Koht verklaard heeft, dat de Noorsche auori- teiten onkundig waren van het feit, dat Britsche gevangenen aan boord waren van de „Altmark". Gezien het feit, dat dit reeds weken geleden in de wereldpers bekend was gemaakt, kan ik dit niet anders zien dan als een hoogst' bevreemdende verkla ring. Het valt mij moeilijk onder deze om standigheden mij te onttrekken aan de con clusie, dat de Noorsche autoriteiten een vol komen onverschilligheid hebben doen blij ken in zake het gebruik, dat gemaakt zou kunnen worden van hun territoriale wate ren door de Duitsche vloot. Zelfs indien zulk een onverschilligheid het gevolg is van Duitschen druk, is het niettemin in de oogen der Britsche regeering onvereenig- baar met de actieve onpartijdige uitoefe ning van den plicht als neutralen slaat jegens ons als oorlogvoerenden. (Toe juichingen). Volgens de inzichten van prof. Koht ziet de Noorsche regeering er geen be zwaar in het gebruik van haar territoriale wateren voor honderden mijlen coor een Duitsch oorlogsschip, dat daarvan gebruik maakt met het doel te ontsnappen aan bu;t- making op de oper zee en om Britsche krijgsgevangenen naar Duitsche gevangen kampen te oeren. Zulk een stelling is in strijd met het internationale recht zooals de Britsche regeering dit verstaat. In haar oogen zou dit beteekenen, dat misbruik van neutrale wateren door Duit sche oorlogsschepen gewettigd zou zijn en een toestand zou scheppen, welke de Brit sche regeering onder geen omstandigheden zou kunnen aanvaarden". MINISTER KOHT ANTWOORDT CHAMBERLAIN. Hedennacht meldde het Noorsche tele- graafagentschap uit Oslo: In een interview met het Noorsche tele- graafagentschap naar aanleiding van de door Chamberlain afgelegde verklaring, heeft de minister van buitenlandsche za ken Koht het volgende verklaard: 1. Wat betreft de door Chamberlain naar voren gebrachte theorie betreffende het varen van oorlogsschepen door neu trale territoriale wateren, heeft de Noor sche regeering gemeend, dat haar inzicht volstrekt in overeenstemming was met dat van Engeland. In 1938 heeft de Noorsche regeering de bepalingen inzake de verplichtingen en rechten van de neutraliteit herzien. Onder de bepalingen kwam er ook een voor, die betrekking had op het recht van een oorlogsschip eener oorlogvoerende mo gendheid, zich in de Noorsche territoriale wateren te bevinden. De Britsche regee ring meende, dat deze bepaling ook be trekking had op het varen door de Noor sche wateren, terwijl de Noorsche regee ring slechts het oog had op het verblijf in een haven van een oorlogsschip eener oor logvoerende mogendheid. In den zomer van 1939 vroeg de Brit sche aan de Noorsche regeering, hoe deze bepaling moest worden opgevat, en de Britsche regeering wees er met nadruk op, dat oorlogsschepen het recht moesten hebben, zoolang zij kunnen, in de Noor sche territoriale wateren te varen, onge acht de 24-uur-limiet. De Britsche regee ring voegde hieraan toe, dat een dergelij ke regel in alle andere landen gold. De Noorsche regeering antwoordde toen, dat zij de betreffende bepaling uitlegde op dezelfde wijze als de Britsche regeering zulks wenschte en dat de Noorsche regee ring den tekst had opgesteld in overeen stemming met de Internationale Conventie van 1907, welke ook door de Britsche re geering was onderteekend. 2. Het kan betwist worden of een regee- ringsvaartuig als in het onderhavige geval beschouwd moet worden als oorlogsschip of niet, doch het is duidelijk, dat het in geen geval als een koopvaardijschip kan worden beschouwd. En daar het interna tionale recht slechts twee soorten schepen kent, moet het als oorlogsschip worden be schouwd, in dit geval als hulpschip voor de Duitsche marine. De „Altmark" kon bij gevolg dezelfde rechten laten gelden als een oorlogsschip, met inbegrip van het recht, zich niet te laten doorzoeken. De Noorsche regeering, zoo vervolgde Koht, heeft niet toegegeven aan druk van welken kant ook. In dit, als in andere ge vallen, heeft de Noorsche regeering er slechts naar gestreefd, te handelen over eenkomstig de regels van het internatio nale recht. De werken, die Britsche deskundigen op het gebied van het internationale recht hebben geschreven, wijzen er met nadruk op, dat de aanwezigheid van gevangenen aan boord van zulk een schip geen verschil maakt en niet belet, dat het schip recht op vrije doorvaart kan doen gelden. VERKLARINGEN VAN DEN GEZAGVOERDER VAN DE „ALTMARK" Voor de microfoon van den officieelen Duitschen omroep heeft de gezagvoerder van de „Altmark", kapt. Dau, een relaas gegeven van de gebeurtenissen in de Joes- singfjord. Hij zeide o.m.: „Het schip ligt thans met zijn achtersteven op de kust, met gebroken roer en een beschadigde schroef. Wij zullen probeeren het schip vlot te krijgen en dan overwegen wat er gedaan moet worden". Verder verklaarde de gezagvoerder o.m.: „Op 14 Februari kwam de „Altmark" in Noorsche wateren. Een loods kwam aan boord en met hem een Noorsch vlootoffi- cier, die inlichtingen vroeg over tonnage van mijn schip, het aantal leden der be manning en meer dergelijke vragen stel de. Hij gaf mij verlof de reis in Noorsche wateren voort te zetten". Over het aan den grond zetten van de „Altmark" zeide hij: „Ik manoeuvreerde de „Altmark" zoodanig, dat zij op de rot sen moest loopen, om het den Engelschen onmogelijk te maken het schip te nemen en er mee weg te varen. Ik gaf bevelen, dat er geenerlei weerstand moest worden geboden". RUSLAND STEUNT DUITSCH STANDPUNT. De Russische pers kiest in de zaak der „Altmark" partij ten gunste van het Duit sche standpunt. Zoo publiceerden de te Moskou verschijnende bladen een tele gram uit Oslo onder het opschrift: „Pro- voceerend optreden der oorlo^saanstich- ters in Noorwegen", waarin Engeland er van beschuldigd wordt op ongehoorde en grove wijze de Noorsche re"tr?litpit te 'hebben geschonden. Vcor de ..Komsomcls- kaya Prawda" kan de geheele zaak aldus samengevat worden: „Het Engelsch-Fran- sche oorlogsblok gaat van aanmaningen en bedreigingen over tot rechtstreeksche in menging in de binnenlandsche aangelegen heden der neutrale staten". Te land: De vijand heeft gisteren de aanvallen tusschen de Finsche Golf en Moulajarvi voortgezet, doch deze werden afgeslagen. In het oostelijk deel van de landengte trachtte de vijand over het Suvantomeer op te rukken naar Voprsuula, doch hij werd op het ijs tot staan gebracht en trok terug met zware verliezen. Te Taipale werden sterke aanvallende Sovjettroepen met zware verliezen teruggedreven. Ten ncoroosten van het Ladogameer gingen de Finsche troepen door met het vernietigen van vijandelijke steunpunten en zij sloegen alle Russische tegenaanval len af. Te Kuhmo namen de Finnen ver scheidene Russische stellingen. Ter zee: De Finsche kustbatterijen ver spreidden een vijandelijke afdeeling, die, gesteund door tanks en andere gemechani seerde wapens, over het Ladogameer trachtte op te rukken ten einde de Fin sche stellingen rond Taipale om te buigen. De vijand verloor tweehonderd man, een tank en een slede. Ten noordoosten van het Ladogameer vernietigden de Finsche kustbatteryen munitie-bergplaatsen en een batterij zware Russische artillerie. In de lucht: De Finsche luchtmacht ging door met het aanvallen van vijandelijke col-nnes en troepenconcentraties. De vijan delijke activiteit in de lucht werd op groo- te schaal voortgezet. Naar tot dusver werd gemeld, zijn slechts zeven personen ge dood en zes gewond. Zes Russische vlieg tuigen zijn neergehaald, doch naar ver luidt zijn nog zes andere Russische toestel len verloren gegaan. HET RUSSISCHE LEGERBERICHT. Het Russische legerbericht luidt als volgt: Op 20 Februari gingen de Sovjettroepen voort met succes het offensief op de Kare lische iandengte tot ontwikkeling te bren gen. Zij bezetten de stad en het fort Koj- visto (Bjorke), zuiverden het schiereiland Kojvisto (Bjorke) van vijanden en maak ten een groot aantal trofeeën buit. In de andere sectoren deed zich niets van belang voor. De Sovjetluchtmacht deed met succes aanvallen op vijandelijke troepen en mili taire doelen. 47 vijandelijke vliegtuigen werden tijdens luchtgevechten omlaagge haald. GEEN WIJKPLAATSEN VOOR BURGERBEVOLKING. De Finsche regeering heeft de interna tionale commissie voor de z.g. „plaatsen van Genève" medegedeeld, dat zij verlangt neutrale zones in te richten tot bescher ming van haar burgerbevolking. De regee ring van de Sovjet-Unie hQeft evenwel het meest absolute stilzwijgen in acht eeno men, zoodat de commissie niets anders heeft kunnen doen dan tot haar leedwe- zei meedeelen, dat door de negatieve hou ding van de Russische regeering een we- derkeerige overeenkomst niet mogelijk was. De rechtsche partijen te Stockholm hebben naar aanleiding van den toestand, die geschapen is door het standpunt, dat de Zweedsche regeering heeft ingenomen, een proclamatie het licht doen zien, waar in o.a. gezegd wordt: Het is onze plicht, de spontane hulp, wel ke aan Finland verleend wordt, tot ont wikkeling te brengen. Het is voor het Zweedsche volk een gevoelskwestie en voor het land een levenskwestie. Wij wil len onze pogingen voortzetten en zelfs ver haasten. De regeering moet het vertrou wen des volks genieten, doch dat vertrou wen moet gegrond zyn op de zekerheid, dat de regeering alles doet wat in haar vermogen is en alles wat van haar ver wacht wordt. Een der leden van het Zweedsche par lement heeft medegedeeld, dat in de ver gadering van gisteren een motie van af keuring is opgesteld aan den minister president. Overeenkomstig de bepalingen is de nota onder zegel overhandigd aan de Commissie voor de Grondwet. Naar de „Journal" meldt, geven duizen den Italianen zich bij het Garibaldisten- legioen te Parijs op voor dienstneming in Finland. Er zijn Italianen, die zich op eigen gelegenheid verbonden hebben in Finland te strijden, doch dezer dagen zal het eer ste belangrijke detachement, bestaande uit verscheidene honderden Italianen, uit Frankrijk vertrekken. Men verwacht, dat 5000 tot 6000 Italia nen in Frankrijk zich bij de vrijwilligers in Finland zullen voegen. Ook in de Ver- eenigde Staten echter wordt onder de Ita lianen een krachtige propaganda voor hulpverleening aan Finland gemaakt. Het is de bedoeling, dat zoo in Finland een autonome Italiaansche divisie wordt opge richt, deze zal vechten onder bevel van den commandant van het Garibaldistenle- gioen, Camillio Marabino. AMERIKA LEVERT OORLOGS MATERIAAL AAN RUSLAND. Het Amerikaansche departement van handel heeft volgens een telegram uit Washington aan het agentschap Dow Jones onthuld, dat 90 pet. van de Russische aan- koopen m de Vereenigde Staten sedert het uitbreken van den Europeeschen oorlog bestaan hebben uit strategische materialen en machinerieën, die van essentieel belang zijn voor de oorlogsindustrieën. Een ont leding van de statistieken, tot dit doel in gesteld, toont, dat van de exporten naar Rusland, in totaal 36.100.000 dollars gedu rende de vijf maanden, die eindigden op 31 Januari j.l., ongeveer 33 millioen dollar posten betroffen, die essentieel zijn voor een in oorlog zijnd land. Practisch de ge heele export van Januari naar Rusland, ter waarde van 11 313.000 dollars, bestond uit koper en machinerieën v/oor metaalbe werking. Deze export beteekende een stij ging. vergeleken met Januari 1939 met 9.556.000 dollars.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6