DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Nederlandsch schip door ontploffing getroffen WOENSDAG 21 FEBRUARI 1940 31ste Jaargang No. 9572 3)e £etd&ehe(2oii/fca/itt Bureaus Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Adv. en Abonn.-tarieven zie pog 9 Giro 103003. Postbus 11, Dit nummer drie bladen. bestaat uit RECHT OF Bioscoopbond en Katholieke moraal. De overtuigingen over wat zedelijk goed of slecht, geoorloofd of ongeoorloofd is wijken in onze samenleving van elkaar af. Wij erkennen die afwijkingen, hoewel wij er onmiddellijk aan toevoegen, dat ze in werkelijkheid niet zoo groot zijn, als ze schijnen. Als ieder zijn eerlijke overtui ging zou laten spreken, zouden er niet zoo veel afwijkingen zijn. Velen volgen praktijken, waarvan zij zeg gen, dat ze, naar hun overtuiging, niet slecht zijn, maar.zij zijn niet eerlijk ten opzichte van zichzelf. Als zij een eer lijke overtuiging zouden laten spreken, dan zouden zij tot een tegenovergesteld oordeel zijn gekomen. In wat de natuurwet ons direct en duidelijk leert kruinen eigenlijk de over tuigingen niet van elkaar afwijken. De katholieke moraal is gebaseerd op de natuurwet, heeft in al haar voorschrif ten de natuur van den mensch waar onder ook is begrepen zijn oorsprong en zijn bestemming als leiddraad. Wij vonden een aanleiding, om deze op merkingen te maken, in het volgende, wat gisteren de „Tijd" berichtte: Zooals men weet hebben Bioscoop bond en K.F.A. een verbond gesloten, waarbij bepaald is, dat de katholieken voortaan alle films kunnen nakeuren voor het Zuiden des lands. Deze over eenkomst heeft ertoe geleid, dat eenige onderafdeelingen van den Bioscoop bond alsmede vertegenwoordigers van de K.F.A. bijeengekomen zijn o.a. om te luisteren naar een uiteenzetting van Prof. Dr. J. B. Kors, die, zelf eveneens aan de K.F.A. verbonden, een inleiding hield over de normen der katholieke filmkeuring. Van deze inleiding brengt het jongste nummer van het Offici- eele Orgaan v. d. Bioscoopbond uit voerig verslag uit, daarbij vermeldend, dat de aanwezigen met groote belang stelling naar Prof. Kors hebben ge luisterd. Er zijn karakterlooze katholieken, die zich schijnen te schamen, om uit te komen voor wat de katholieke moraal afkeurt en veroordeelt; die zich schijnen te schamen om vierkant te verklaren, dat deze film of dat tooneelstuk volgens de katholieke moraal slecht is en zeker voor den katho liek verboden moet worden geacht. En toch de katholieke moraal is aan alle kanten redelijk en houdt volkomen rekening met wezen en waarde en waardig heid van den mensch. 't Is een schoone, een voortreffelijke ge dachte geweest, om prof. dr. Kors, Domini caan, een uiteenzetting te laten geven over de katholieke moraal voor een zoo gemengd gezelschap, als dat van een aantal leden van den Bioscoopbond. En al dezen hebben „met groote belang stelling" geluisterd. 't Verwondert ons niet. Een uiteenzet ting van de katholieke moraal moet alléén reeds boeien door de schoonheid der logica, der consequente redelijkheid, die er in ligt. Het Officieel Orgaan v. <L Bioscoopbond heeft een en ander aan de rede van pater Kors ontleend. Wij nemen hier over het slot van het verslag, zooals genoemd orgaan dat heeft gegeven: Spreker geeft aan het eind van zijn betoog aan de aanwezigen de verzeke ring, dat zij de Katholieke nakeuring niet behoeven te vreezen. Er zal geen sprake zijn van preutschheid of puri tanisme. De Katholieke Kerk aan vaardt heel de schepping, zooals zij er is; ook het sexueele leven daarin. Het is haar er slechts om te doer, dat de harten der menschen niet worden ver giftigd en dat alles, wat in de schep ping is, wordt gezien in verband met haar eigenlijke doelstelling. Alles wat op deze doelstelling gericht is, is vol gens haar zedelijk, alles wat hier tegen in gaat, onzedelijk. In dezen laatsten zin ligt de schoone kern der katholieke moraal. BILLIJKHEID? Het wordt meer en meer duidelijk, dat het incident met de „Altmark" in de Noorsche territoriale wateren een keer punt beteekent in de Engelsche houding tegenover de neutralen, zooals het torpe- deeren van de „Burgerdijk" zoo'n keer punt in de Duitsche houding tegenover de neutrale scheepvaart was. Hoe Engeland staat tegenover de duide lijke en bewuste schending van de Noor sche neutraliteit blijkt uit de rede van Chamberlain. Het komt hierop neer: Als de Noorsche regeering zoo slap is om de Duitschers door hun territoriale wateren te laten trekken, dan zal Engeland zich niets aantrekken van de neutraliteit van dat gebied en zelfstandig ingrijpen. Wil dat zeggen, dat Engeland voortaan de bestaande internationale bepalingen aan zijn laars lapt, wanneer het meent, dat de neutralen hun zelfstandigheid niet krachtig genoeg handhaven? Het heeft er inderdaad veel van weg. De Londensche correspondent van het „Vaderland" zegt, deze koersverandering te hebben zien aankomen. Churchills uitbarsting van een maand geleden en de groeiende prikkelbaarheid van de Engelsche pers waren duidelijke aanwijzingen Terecht of ten onrechte had men te Londen de overtuiging gekregen, dat Engeland de dupe was van zijn tot nu toe aangenomen houding. Men kreeg het gevoel, dat het verschil tusschen de Duitsche en Engelsche wijze van oorlogvoering het paradoxale resultaat had, dat de neutralen zich door Duitsch- lands „grove behandeling" lieten intimi- deeren, terwijl Engelands „ontzag voor hun rechten" als zwakheid scheen te wor den opgevat. Daaraan wil men thans een einde ma ken. Er zit in deze houding iets, dat gebillijkt kan worden, vooral omdat de bepalingen van het internationale recht niet altijd even duidelijk en scherp omlijnd zijn en omdat de uitlegging van die bepalingen niet overal gelijkluidend is. Maar door de betrekkelijke vaagheid van het internatio nale recht is een dergelijke houding ook buitengewoon gevaarlijk, want dan hangt alles af van de opvatting, welke de Brit- sche regeering heeft van hetgeen billijk is. Het incident van de „Altmark" is in dit opzicht wel zeer instructief. Juridisch beschouwd gaat het verschil in opvatting tusschen de Britsche en de Noor sche regeering om twee punten. Was de „Altmark" een oorlogsschip en mogen Duitsche en andere oorlogsschepen door de Noorsche territoriale wateren varen. De Noren staan op het standpunt, dat de „Altmark" zeker geen koopvaardijschip was en daar het internationale recht slechts twee begrippen kent een oorlogs schip en een koopvaardijschip moest de „Altmark" derhalve beschouwd worden als een oorlogsschip. Nu hebben oorlogsschepen het recht om zich te verzetten tegen een onderzoek. Vandaar dat de Noren den ka pitein van de „Altmark" ook niet dwingen wilden zijn schip te laten onderzoeken. Maar als het een oorlogsschip was, mocht het dan door de territoriale wateren va ren? Neen, zeggen de Engelschen en Chamberlain formuleerde het aldus: „Naar de meening van de Britsche re geering zou de houding van Koht, geen bezwaar te maken tegen de doorvaart van een Duitsch oorlogsschip, het misbruiken van neutrale wateren door Duitsche oor logsschepen wettigen en een toestand scheppen, welke de Britsche regeering on der geen omstandigheden zou kunnen aan vaarden". Waarop Koht den Engelschen er aan herinnerde, dat zij in 1938 zelf van een andere meening waren. Toen wees de Britsche regeering er met nadruk op, dat oorlogsschepen het recht moesten hebben, zoolang zjj kunnen in de Noorsche territo riale wateren te varen, ongeacht de 24- uurs-limiet. De Britsche regeering voeg de hieraan toe, dat een 'dergelijk regel in alle landen gold. Dit laatste lijkt ons niet juist, want als wij ons niet vergissen, is dat zeker niet de Nederlandsche opvatting. Uit dit debat blijkt wel duidelijk, hoe zeer de regels van het internationale De ,Tara" in zinkenden toestand Bij de directie van de N.V. Maat schappij „Vrachtvaart" te Rotterdam is van den kapitein van het s.s. „Tara" bericht ontvangen, dat het schip op 60 mijl Zuid-West van Kaap Finisterre door een explosie is getroffen. Het schip is zinkende. De „Tara" was op weg van Bahia Blanca naar Rotterdam met een lading graan, geconsigneerd aan de Neder landsche regeering. Het schip is eigendom van de scheep vaart- en Steenkolen Maatschappij te Rot terdam. Het meet 4760 ton. Het werd in l°29 op de werf van Piet Smit Jr. te Rot terdam gebouwd. Omtrent de oorzaak van de ontploffing en het lot van de opvarenden is niets bekend. Prijsverhooging alleen bij hoogere kostprijzen Minister doet een beroep op het bedrijfsleven. De minister van Economische zaken deelt met betrekking tot de prijspolitiek het volgende mede: Na het uitbreken van den oorlog is be kend gemaakt, dat geen bezwaar bestond tegen een verhooging van den verkoops prijs boven het peil, dat in de maand Augustus 1939 gold, voorzoover deze ver houding van den kostprijs werd gemoti veerd. Nadat de oude voorraden in het al gemeen waren opgeruimd, is vervolgens op de persconferentie van 3 November 1939, alsook bij de schriftelijke behandeling van de begrooting van het departement van Economische Zaken medegedeeld, dat ten aanzien van de prijsbepaling door het be drijfsleven accoord kon worden gegaan met een calculatie op basis van de vervan gingswaarde, indien en voorzoover nor male handelsvoorraden werden aangevuld. Het is in tusschen wenschelijk gebleken deze richtsnoeren te verduidelijken met be trekking tot de handelsmarges. In sommige gevallen blijkt men er name lijk van te zijn uitgegaan, dat bij de her ziening der prijzen de procentueele bruto winstmarges konden worden gehandhaafd. Dit standpunt moet als onjuist wor den beschouwd. Ook voor den handel geldt, dat prijsverhooging door een aantoonbare kostprijsstijging moet worden gemotiveerd. Bij de prijsbe paling door den handel mag dus het totale geldsbedrag van de bruto-winst- marge slechts worden verhoogd, in dien en voorzoover een aantoonbare verhooging van de handelskosten heeft plaats gevonden. De minister doet een beroep op het be drijfsleven, deze aanwijzingen nauwgezet na te leven, ten einde, zonder dat van de bijzonder bevoegdheden van de Prijsop- drijvings- en Hamsterwet 1939 gebruik be hoeft te worden gemaakt, een verhooging van de prijzen en daarmede van de kosten van levensonderhoud zooveel mogelijk te beperken. Ten slotte wordt de aandacht erop ge vestigd, dat voorlichting met betrekking tot de materie der prijzen wordt verleend door de afdeeling nijverheid en de afdee- ling middenstand van de directie van han del en nijverheid van het departement van Economische Zaken. recht aan verschillenden uitleg onderhe vig zyn. Aanvankelijk was onze indruk, dat aan de Noorsche regeering een onvergeeflijke slapheid tegenover de „Altmark" verwe ten kon worden, maar na het bekend wor den van nadere gegevens staat het voor ons niet vast, dat Noorwegen het interna tionale recht heeft geschonden of ver keerd heeft toegepast. Slechts één ding achten wij onjuist, n.l. dat de Noren den Engelschen overval niet met geweld hebben gekeerd. Voorzoover wij d?n geest van onze re geering en van onze weermacht kennen, zijn wij ervan overtuigd, dat, wanneer een dergelijk incident zich voordeed in onze territoriale wateren, door wie ook veroor zaakt, geweld met geweld zou worden ge keerd. DUITSCH VLIEGTUIG BOVEN LEEUWARDEN. Door Nederlandsch vliegtuigpatrouille onder vuur genomen en verjaagd. De regeeringspersdienst meldt: Vanmiddag omstreeks half vier heeft zich een Duitsch militair vliegtuig boven Leeuwarden vertoond. Een Ne derlandsche vliegtuigpatrouille is op gestegen en heeft het Duitsche vlieg tuig achtervolgd en onder vuur ge nomen, waarna het ons rechtsgebied heeft verlaten. VREEMDE VLIEGTUIGEN BOVEN NEDERLAND. De regeeringspersdienst meldt, dat er hedennacht bij Den Helder door afdee- lingen luchtafweergeschut op vreemde vliegtuigen van onbekende nationaliteit is geschoten. CHAMBERLAIN EN DE „ALTMARK". De Noorsche pers dient van repliek. OSLO, 21 Febr. (A. N. P.). „Morgen- bladet" schrijft: „Chamberlain toont niet het minste be grip voor het meest vitale punt van de „Altmark"-kwestie, n.l. het feit, dat de Noorsche autoriteiten zich gedragen heb ben strikt.'volgens de begrippen van neu traliteit, welke wij twee jaar geleden heb ben aangenomen, en welke wij aan de vreemde mogendheden hebben meegedeeld. Engeland heeft nooit gezegd, dat deze be grippen te ver gingen, maar wanneer Chamberlain een geval ontdekt, waarin, naar zijn meening, deze begrippen Duitsch- land begunstigen, dan opent hij een aan val op de Noorsche regeering. Deze aanma tiging, indien wij deze uitdrukking mogen gebruiken, is zeer teleurstellend". „Aftenposten" schrijft: „De Noorsche re geering meent strikt overeenkomstig het Volkenrecht gehandeld te hebben, ook zoo als Engeland dit tevoren opvatte. Indien Engeland thans meent, dat Noorwegen on gelijk heeft, dan dient de Britsche regee ring er belang bij te hebben het geschil te later, regelen door een onpartijdig Hof. „Nationen", het voornaamste orgaan van de Boerenpartij, doet ook het denkbeeld aan de hand een beroep te doen op een in ternationaal Hof. Wij zijn diep teleurge steld, aldus dit blad, over het optreden van de Britsche regeering tegen een vreedzame natie en indien Engeland practijken ge bruikt als die door Chamberlain gevolgd worden, ontstaat er ernstig gevaar voor het Volkenrecht in het algemeen. Wat de Duitsche pers schrijft. BERLIJN, 21 Febr. (A. N. P.). De ge volgen van den Engelschen overval op de „Altmark" houden ook hedenmorgen de Duitsche pers zeer sterk bezig. Engeland heeft den piratenoorlog verklaard, schrijft de „Lokal-Anzeiger". Het Britsche geweld moet regeeren, waar het ook reikt. De be schaafde wereld staat voor een uitdaging, welke tot allen is gericht en allen bedreigt. Wij Duitschers worden des te meer vast beraden. De dooden van de „Altmark" zul len niet voor niets gestorven zijn. Wat doen echter de andere volkeren? Zullen zij ook tegenover de misdaad neutraal willen blijven? Een dergelijke neutraliteit ein digt onder de Engelsche laars: De .Deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft: De zinsnede van Chamberlain over „actieve neutraliteit" stemt verdacht over een met de zinsneden van de Fransche pers, welke gezegd heeft, dat een zuivere „passieve neutraliteit „van de kleine lan den op den duur niet geduld kan word'*c. Het doel van Engeland en Frankrijk is d% uitbreiding van den oorlog in het Noor den. Activieve neutraliteit, het woord is niet slecht, wanneer men daaronder de ac tieve poging der groote en kleine neu trale landen verstaat, hun neutraliteit te gen overvallen van de Westelijke plutocra- tiën zelf te verdedigen. NOORSCHE SCHIPBREUKELINGEN AANGEKOMEN. LONDEN, 21 Febr. (A. N. P.). Na vijf dagen in een defecte motorboot te hebben rondgezwalkt, zijn 11 opvarenden van een Noorsch stoomschip, dat verleden week Donderdag bij de Westkust van Eire getor pedeerd was, op een eiland bij de kust van Engeland aangekomen. Men vreest, dat 13 opvarenden om het leven zijn gekomen. Het schip was den geheelen Woensdag door een duikboot gevolgd en Donderdag kreeg de bemanning order, van boord te gaan. Als naam van het schip wordt „Teenstad" opgegeven, doch deze naam komt in het re gister van Lloyds niet voor. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland CHAMBERLAIN EN KOHT ZETTEN HET BiUTSCHE EN NOORSCHE STAND PUNT UITEEN INZAKE HET INCIDENT MET DE „ALTMARK", (2de blad). WANHOPIGE POGINGEN DER RUS SEN OM DE 164e DIVISIE BU HET LA- DOGA-MEER TE ONTZETTEN. (2de blad). DE FRANSCHE KAMER STOOT 60 COMMUNIS' JHE AFGEVAARDIGDEN UIT. (2de blad). Binnenland HET S3. „TARA" BIJ KAAP FINIS TERRE DOOR EXPLOSIE GETROFFEN. (1ste blad). NED. KUSTVAARTUIG „ALJA" BU BREST VERGAAN. (3de blad). ZWARE BRAND LEGT TIMMERFA BRIEK TE ROTTERDAM IN ASCH. (2de blad). VREEMDE VLIEGTUIGEN BOVEN ONS LAND. (1ste blad). INLUVING PLOEGEN DIENSTPLICH TIGEN. (1ste blad). DE VERDERE ELECTRIFICATIE DER SPOORWEGEN. (2de blad). ITALIAANSCHE LOF VOOR ONZE DEFENSIE. PARAATHEID GEPREZEN. Verschillende Italiaansche bladen, o.a. de „Messagero" en de „Popoio di Roma" publiceren van correspondenten uit Ne derland uitvoerige verslagen over een ex cursie onder leiding van de militaire over heid naar de Nederlandsche verdedigings werken. De eenparige conclusie, waartoe deze correspondenties komen, luidt, dat de staat van verdediging waarin Nederland thans verkeert, aan de hoogste eischen be antwoordt. De geest onder de soldaten, zoowel als hun geoefendheid wordt uitste kend genoemd. „Een welverdedigde neutraliteit", zoo schrijft de „Massagero" in het opvallend opschrift, dat zij haar verslag meegeeft. „Nederland staat aan zijn versterkte gren zen op wacht", aldus de „Popoio di Roma". Wanneer men bedenkt, dat nog niet zoo heel lang geleden bij tijd en wijle slecht geïnformeerde artikelen in de Italiaansche pers verschenen, niet bepaald geschikt om een hoogen dunk van den Nederlandschen staat van verdediging te vestigen, dan kan men niet anders dan het initiatief, dat tot bovenvermelde verslagen leidde, zeer ge lukkig noemen. Het kan geenszins kwaad, wanneer men in het buitenland weet, dat Nederland terdege op alle eventualiteiten voorbereid is. Zooals wij reeds bij vroe gere gelegenheden meldden, heerscht hier in Italië de overtuiging, dat een sterke ver dediging van Nederland voor beide oor logspartijen niet anders dan welkom kan zijn. „Tel." INLIJVING DIENSTPLICHTIGEN LICHTING 1940. De regeeringspersdienst meldt: In de dagbladen ls eenigen tijd geleden bekend gemaakt, dat het in het voornem<-| lag om in het tijdvak 1524 April 1940 in te lijven de dienstplichtigen van de lichting 1940: a. het 1ste regiment huzaren (geen paar- denoppassers en -verzorgers); b. het 1ste, 2e, 3e en 4e regiment huza ren, voor zoover betreft de paardenverzor- gers en -oppassers bij de Koninklijke Mili taire Academie of Rijschool. Nader wordt thans medegedeeld, dat de inlijving van genoemde ploegen dienst plichtigen zal geschieden in het tijdvak 110 Mei 1940 (datum van inlijving 6 Mei 1940). SPAANSCH SCHIP GETORPEDEERD? ST. JEAN DE LUZ, 21 Febr. (A. N. P.). Het Spaansche vrachtschip „Banderas" welks ondergang eergisteren werd gemeld, is, naar men gelooft, door een Duitsche duikboot getorpedeerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1