De torpedeering der „Burgerdijk" Rijksmiddelen ZATERDAG 17 FEBRUARI 1940 31ste Jaargang No. 9569 S)e CckidclveSoii^ant Bureaus Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Adv. en Abonn.-tarieven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. Voor de jeugd De Katholieken kunnen er haast niet le vendig genoeg van overtuigd zijn, dat de jeugdorganisatie onontbeerlijk is! Deze week hebben we weer 'ns op deze plaats onder het licht gezet de noodzake lijkheid van katholiek onderwijs. Maar in dezen tijd is katholiek onder wijs alléén niet voldoende voor de vol-rijpe vorming der jeugd. De vorming in en door de verschillende jeugdorganisaties kunnen zeer velen niet ontbeeren dat is zeker! Niet is de reden, om jeugdorganisaties op te richteri, gelegen in het feit, dat de katholieke jongens en meisjes anders naar „neutrale" vereenigingen zouden gaan. Natuurlijk is dit ook een reden. In de „neutrale" organisaties liggen vaak geva ren.bekende gevaren. Trouwens, in de neutraliteit als zoodanig ligt al een gevaar voor de jeugd, wier levensbeschouwing moet worden gebouwd op een overtuiging, op positieve beginselen, 't Is al een gevaar voor de jeugd, als zij voor zich ziet en rondom zich constateert een doen en laten, dat wordt geleid door.„neutraliteit". Maar toch is, naar onze overtuiging, een nóg voornamere, een nóg dringender reden voor de noodzakelijkheid, katholieke jeugd organisaties op te richten, gelegen in het feit, dat deze noodig zijn voor de vol-rijpe vorming der jeugd. Om katholieke mannen en vrouwen te vormen, in staat om midden in het leven van dezen tijd het geloof Conse quent te beleven en doeltreffend te verde digen, in staat om een waarachtige katho lieke actie te voeren zijn de katholieke jeugdorganisaties noodzakelijk. En daarom dit is een ónontkoombare consequentie daarom is het de plicht van iederen Katholiek, om, voorzoover hij aaartoe in staat is, het bestaan van de ka tholieke jeugdorganisaties te bevorderen en te steunen, daarin mede te hel pen. Met mooie woorden alleen komen de katholieke jeugdorganisaties er niet. In stad en dorp moeten d e Katholieken de instandhouding, het zoo effectief m o g e 1 ij k bestaan van de katholieke jeugdorganisaties beschouwen als hun gezamenlijke taak en plicht. Zij mogen dat niet overlaten aan enkelen, of aan één, op wien dan de zware last van alle zorgen drukt. Dat is onbillijk, onrechtvaardig en ge tuigt van gemis aan plichtsbesefMen zou het kunnen verklaren, als die enkelen of die eenling over zulk een gemis aan me dewerking zouden klagen en een zekeren wrevel niet zouden kunnen onderdrukken. En nu springen wij van deze algemeene beschouwing over op een bijzonder geval. Tengevolge van het sportwerk voor de ka tholieke jeugd te Leiden is er schuld ont staan een in Leiden bekende historie, die wij niet behoeven te releveeren welke schuld, dank zij loyale en royale me dewerking, aanzienlijk is geslonken, maar. voor de rest laten de Katholieken in Lei den maar kalmpjes rector Beune zorgen, rector Beune, die aan het ontstaan van be doelde schuld part noch deel heeft! Vol gende week moet, naar wij vernamen, rec tor Beune weer een deel van de nog res- teerende schuld aflossen. Maar aan de middelen, om dat te doen, ontbreekt nog veel.... Wie toont nu 'ns daadwerkelijk 2ijn sympathie voor het jeugdwerk? De brievenbus van rector Beune weet men wel te vinden aan het St. Lidwinagesticht, Zoeterwoudsche Singel, en diens gironum mer is 69230. Men late den rector niet al léén staan voor ons aller taak, de jeugd organisatie te steunen.... NOORSCH SCHIP OP EEN MIJN GELOOPEN. Twintig man te Hoek van Holland binnengebracht. Het Nederlandsche s.s. „Oranjepolder" van Cornelder's Scheepvaart en Agenturen Maatschappij te Rotterdam, dat op weg was naar Londen, heeft op een halve mijl tën Zuiden van Schouwenbank de beman ning aan boord genomen van het Noorsche stoomschip „Kvernaas", dat vermoedelijk op een mijn is geloopen. De geredden, van wie eenigen licht gewond, zijn, zijn door den „Oranjepolder" te Hoek van Holland aan land gebracht. Berlijn geeft zijn zienswijze Van gezaghebbend Neder landsche zijde bestreden Het Duitsche Nieuwsbureau publiceert de volgende verklaring over het tot zinken brengen van de „Burgerdijk": „Het tot zinken brengen van het Neder landsche schip „Burgerdijk" door een Duitsche onderzeër, wordt in een deel van de buitenlandsche pers onjuist voorge steld. De gang van zaken is volgens de beschikbare berichten als volgt: Het schip kwam van een Amerikaansche haven en werd aan den ingang van het Kanaal door een Duitsche onderzeeër aan gehouden. Daartoe kwam de duikboot in de nabijheid van de Scilly-eilanden boven Water en heeft met het hieraan verbonden risico het schip overeenkomstig het prijs- recht doorzócht. Zooals algemeen bekend is, zijn voor een dergelijk onderzoek de scheepspapieren alleen niet beslissend, doch moet ook rekening worden gehouden met andere factoren, die in de Duitsche prijsverordening in detail zijn vermeld. Nadat het onderzoek overeenkomstig het prijsrecht was geschied, werd het schip tot zinken gebracht, nadat zorg was ge dragen voor het redden van de beman ning. Het schip is derhalve niet zonder waarschuwing, noch in tegenspraak met de internationale regelen, doch overeenkom stig het prijsrecht tot zinken gebracht. Indien de neutrale pers in dit verband het begrip contrabande bespreekt, dan zijn de bepalingen van de Duitsche prijsveror dening op dit punt volkomen ondubbel zinnig en in overeenstemming met de in ternationale beginselen. Tot het begrip contrabande behoort de vijandelijke be stemming. Deze blijkt uit verscheidene omstandigheden. De in de scheepspapieren aangegeven bestemming is hiervoor geens zins alleen beslissend. Een lading, die op zichzelf beschouwd voor neutraal gebruik is bestemd, kan bijvoorbeeld reeds hier door gediskwalificeerd worden in haar eigenschap van neutrale lading, doordat zij onder het voorwendsel van controle in een vijandelijke haven het risico loopt, door den vijand is beslag te worden genomen. Onder deze omstandigheden speelt het by de beslissing op volle zee geen rol, of het neutrale schip een Britsche controle- Sinds 1829/1830 niet zoo koud geweest Tot hoe ver moet men teruggaan om een winter aan te treffen,' die het van den tegenwoordigen in strengheid wint? Nu de recordwinter van 1890/1891 is overtroffen, wordt van verschillende zijden deze vraag gesteld. Door het ontbreken van waarnemin gen, die geheel met de tegenwoordige vergelijkbaar zijn aldus deelt het Koninklijk Nederlandsch Meteorolo gisch Instituut te de Bilt ons mede is het antwoord niet zoo gemakkelijk. Door gebruik te maken van de oudere waarnemingen (van Zwanenburg), kan men met vrij groote zekerheid vaststellen, dat na den winter van 1829/1830 er geen geweest is, zoo streng als de winter, dien wij nu me demaken. Er is echter niet aan te twij felen, dat de groote winter van 1829/ 1830 nog niet is ingehaald. Wanneer de temperatuur in het over blijvende gedeelte van Februari even veel beneden normaal is als in het af- geloopen deel der maand, zullen de maanden December, Januari en Fe bruari gemiddeld ongeveer even koud geweest zijn in beide winters, maar dan wint 1829 het nog, omdat toen de winter reeds op 14 November is begon nen, terwijl in 1939 November belang rijk te warm is geweest. Om het record van 1829/1830 te slaan aldus het K.N.M.I. zal deze winter zich nog een eind in Maart moeten voortzetten. haven vrijwillig opzoekt, dan wel op grond van een door Engeland uitgeoefende dwang. De geheele kwestie heeft in het geheel niets te maken met een zoogenaamd tot zinken brengen zonder waarschuwing. Zij raakt slechts een van de verschillende fac- tox-en, die van belang zijn voor de beslis sing, of een lading contrabande is of niet. Van deze beslissing hangt het af, of een schip na zijn opbi'enging tot zinken mag worden gebracht. Het gevaar voor de neu trale scheepvaart komt ook in dit geval enkel en alleen voort uit de bepalingen van de Britsche Admiraliteit en uit het feit, dat aan deze bepalingen wordt vol daan. De rechtmatigheid van het opbren gen en tot zinken brengen, volgt uit het prijsrecht Men moet aan de neutralen overlaten of zij bij het beslissen over de vraag of een Britsche controlehaven moet worden aangedaan of niet, de les uit deze gebeurtenis zullen trekken. Het kan niet als een teeken van een neutrale houding worden beschouwd, wan neer een volkomen duidelijke juridische zaak voor neutrale bladen aanleiding is, een der beide oorlogvoerende partijen een zijdig verwijten te maken en zonder critiek de argumenten van de tegenpartij over te Van gezaghebbende zijde wordt erop ge wezen, dat bovenstaand betoog, voor zoo ver de los aaneengeregen opmerkingen daarop aanspraak kunnen maken, elke overtuigingskracht mist. De „Burgerdijk" was niet op weg naar een Britsche con trolehaven en had geen contrabande aan boord, zoodat de handelwijze van den duik boot-commandant noch in het internatio nale recht noch in de Duitsche Prisenord- nung zelve steun vond. De redeneering, welke het D.N.B. tegenover de nuchtere feiten en de daaruit door de Nederland sche pers getrokken logische conclusies vclgt, is hiermede voldoende gekenschetst. EEN „KWAADWILLENDE CAMPAGNE"? De „Deutsche Allgemeine Zeitung" wijst er op, dat de Britsche propaganda heeft ge werkt met het onjuiste b-richt, dat de „Burgerdijk" zonder voldoende reden en zonder meer tot zinken is gebracht, waar bij de scheepspapieren den Duitschen com mandant onverschillig waren. Het blad herinnert hierbij aan de verklaring van den eersten stuurman, die heeft verklaard, dat de houding van de Duitschefs vol komen correct is geweest en dat de com mandant van den onderzeeër de scheeps papieren heeft gehouden, waaruit blijkt, dat hij hieraan wel degelijk waarde hechtte. Het blad bespreekt verder de vraag of het schip zig-zag heeft gevaren, hetgeen door den kapitein in zooverre werd be streden, dat hij over een koerswijziging heeft gesproken, welke hij noodig oordeel de, doordat hij den onderzeeër heeft aan gezien voor een rots. De „D.A.Z." merkt ten aanzien hiervan op, dat het schip zich zoover uit de kust bevond, dat men hier onmogelijk kon veronderstellen, dat er onderzeesche rotsen lagen. Het Berlijnsche blad besluit met de op merking, dat het geval van de „Burger dijk", waarbij een schip tot zinken is ge bracht, overeenkomstig het prijsrecht, en de geheele bemanning en alle passagiers werden gered, aanleiding is geweest tot een kwaadwillende campagne in een aan tal buitenlandsche bladen. EEN DEENSCH COMMENTAAR. In zijn hoofdartikel van gisteren schrijft de „National Tidende' over het zinken brengen van het Nederlandsche s.s. „Bur gerdijk" en het Deensche schip „Chastine Maersk". Waarom, zoo vraagt het blad, bracht de Duitsche duikboot de „Chastine Maersk" tot zinken? Omdat het een Deensch schip was, dat met goederen van een oorlogvoerende opweg was naar Dene marken. Maar Denemarken kan niet leven zonder import uit en export naar de drie oorlogvoerende mogendheden Duitschland, Engeland en Frankrijk. Stopzetten van dezen zeehandel af te dwingen, staat gelijk met een uitnoodiging tot zelfmoord, een dood, die volkomen nutteloos is voor al onze naburen. Evenals de Belgische en de Nederlandsche pers schrijven wij dezen woorden niet om te polemiseeren. De oor log heeft ons tot dusverre duidelijk ge maakt, dat voor een oorlogvoerende wij, kleine neutralen, geen subjecten, maar objecten zijn en dat het woord alleen aan de machtigen is. Ofschoon wy weten, dat wij gedwongen zijn de ons gegeven om standigheden te aanvaarden, moet men niet denken, dat wij ze beschouwen als billijke, om niet te spreken van rechtvaar dige regels en richtsnoeren, die ons het leven bitter maken alvorens het uit ons te persen. JANUARI 1940 WAS NIET ONFORTUINLIJK VOOR DE SCHATKIST Merkwaardige achterstand vertoont echter de grondbelasting Het vorig jaar is afgesloten met een stevig surplus van de opbrengsten der rijks middelen zoowel boven de ramingen als boven de bedragen van 1938. Ook de eerste maand van het nieuwe jaar is, blijkens het zoojuist verschenen overzicht van de stand der rijksmiddelen, niet onfortuinlijk ge weest voor de schatkist. Dit geldt dan speci aal voor de onder „overige middelen" ge rangschikte indirecte belastingen, die im mers een getrouwer weerspiegeling van de factoren, die de belastingcapaciteit van ons volk bepalen, geven dan de directe of kohierbelastingen. Men ziet de overige middelen (42.8 milli- oen) niet alleen de raming met 5.3 millioen overtreffen, maar ook, respectievelijk 4.4 en 3.6 millioen, de opbrengsten van Januari en December van het vorig jaar te boven gaan. Van de kohierbelastingen blijven grond belasting (0,3 millioen), vermogensbelas ting (6.4 millioen) en verdedigingsbelasting I (3.4 millioen) achter bij hetgeen in Janu ari 1939 binnenkwam. Voor de belasting op de doode hand treft men geen cijfer aan. De inkomstenbelasting overtreft met 32.2 millioen, 3.6 millioen het kohiercijfer van de vorige Januari-maand. De nieuwe op centen op de gemeentefondsbelasting (5,6 millioen) vinden in vroegere maanden geen tegenhanger. Opvallend groot is het nadeelig verschil bij de grondbelasting Grondeigenaren heb ben ruim 1 millioen (10 procent van de jaarraming) in Januari minder voldaan dan in de overeenkomstige maand van het vorige jaar. Hier openbaart zich dus een aanzienlijke vertraging, die uit een com plex oorzaken (stroefheden der oorlogs economie, de koude, de inundatiën e.d.) zal moeten worden verklaard. Bij nadere beschouwing van de overige middelen wordt de aandacht getrokken door de navolgende verschillen. De verbruiksbelastingen accijnzen op zout, geslacht, wijn, gedestilleerd, bier, suiker en tabak overtreffen gezamenlijk (13 millioen) zoowel het twaalfde deel der raming als de opbrengst over Jaunari 1939. Beneden de ramingen blijven slechts wijn en bier. Daar de wijnaccijns (ook beneden het cijfer voor Januari 1939 bleef bewijst wel, dat de aanvoer merkbaar is ingekrom pen. Het achterblijven van het statistiek- recht bij raming en Januari 1939 wijst op ingekrompen handelsverkeer met het bui tenland; met name in vergelijking met De cember 1939. Hetzelfde geldt voor het achterblijven van de opbrengst der loods gelden. De omzetbelasting maakte weer een flin ke sprong vooruit, 12,7 millioen voorname lijk doordat de zakenlieden weer zegels in sloegen. De beursbelasting steeg in vergelijking met December van 116 op 143,7 duizend, waaraan de activiteit als gevolg van de staatsleening niet vreemd zal zijn. TELEGRAMMEN AAN HET COMITé V.N.B. VAN Z.H. DEN PAUS EN H.M. DE KONINGIN. In antwoord op de op 11 Februari j.l. bij gelegenheid van den Boetetocht te Den Bosch verzonden telegrammen aan Z.H. den Paus en H.M. de Koningin, werden de navolgende telegrammen ontvangen. Vaticaanstad, 13 Febr. '40. Bisschop 's-Hertogenbosch. Zijne Heiligheid zeer gevoelig voor kin derlijke hulde van Nederlandsche pelgrims moedigt aan te volharden in gebed voor den vrede en zendt Uwe Excellentie, Pre sident Meyer en alle deelnemers den deelnemers den Pauselijken Zegen. CARDINAAL MAGLIONE. Deken Meyer, Peperstraat 19, s-Hertogenbosch. s-Gravenhage, 13 Febr. '40. Hare Majesteit de Koningin draagt mij op U te verzoeken aan de vele duizenden katholieken, te 's-Hertogenbosch in gebed vereenigd, Harer Majesteits dank te wil len overbrengen voor de in Uw telegram tot uiting gebrachte gevoelens en voor be tuiging van aanhankelijkheid en trouw. VAN HEEMSTRA, Particulier Secretaris. Dit nummer bestaat uit vf|f bladen» w.o. geïllustreerd Zondagsblad. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland DUITSCHE VOORSTELLING VAN ZA KEN OVER IIET TORPEDEEREN VAN DE „BURGERDIJK". (2de blad). HET OPTREDEN DER DUITSCHE DUIKBOOTEN. (2de blad). MILITAIRE BIJSTAND VOOR FIN LAND VAN DE ZIJDE DER GEALLIEER DEN? (2de blad). EEN NIEUWE VREDES-ACTIE VAN DEN PAUS? (2de blad). Binnenland DUITSCHE VERKLARING INZAKE DE TORPEDEERING VAN DE „BURGER DIJK" (1ste blad). MUTATIES IN DE HOOGERE LEGER LEIDING. (2de blad). OPBRENGST DER RIJKSMIDDELEN IN JANUARI. (1ste blad). HONDERDEN GEVANGENGENOMEN ZEELIEDEN BEVRIJD. LONDEN, 17 Februari. (A.N.P.) Press Association meldt, dat Britsche torpedo jagers 300 tot 400 Engelschc zeelieden, die gevangen zaten aan boord van het Duit sche schip „Altmark", bevrijd hebben. LONDEN, 17 Februari. (A.N.P.) De „Altmark" is op de Noordzee bij de Noor sche kust opgevangen. Het schip bood te genstand tot de torpedojagers langszij kon den komen en de gevangenen konden be vrijden, Deze zeelieden werden later op den dag in een Schotsche haven verwacht. De „Altmark", die de „Admiral Graf von Spee" van voorraden heeft voorzien, trachtte blijkbaar naar Duitschland terug te komen. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN HARD. Van den schrijver van „Oproerige Krab bels" in de socialistische pers: Merkwaardig is altijd de tegenstelling tusschen burgermansfatsoen en de moraal der openbare gemeenschap. De nette burger leent niet. Het weten rond te komen, zonder op welke wijze dan ook te leunen op anderen, is zijn hoogste eer. Niemand iets schuldig, van geen mensch afhankelijk, ieder vrij in de oogen te kunnen zien, ziedaar de deviezen, die hij als leuze in zijn wapen voeren zou, in dien niet een burgerman en een wapen (wij bedoelen het geschilderde, niet dat van den held) een natuurlijke tegenstel ling opleverde. De Staat echter leent wél. Het is zijn eer zelfs, zich dat te kunnen veroorlooven als het slaagt ten minste. Anders is het minder gezellig voor het crediet van de firma. Zoo dus: we gaan leenen, met de stok achter de deur ditmaal. Dat beteekent: geef het liever quasi vrijwillig want an ders moet je straks toch onder het juk door en onder minder gezellige voor waarden. Hier merk je 't verschil tusschen de open bare gemeenschap en den burgerman eerst recht. Indien de laatste zich veroorloof de, ergens in het land geld ter leen te gaan vragen, met zulk een lieve bedreiging als straf argument, zouden de knellende ge volgen hem spoedig duidelijk worden. Die voorbeelden doen zich nog al eens vóór, tegenwoordig. Nogeens zoo dus: de heer De Geer gaat leenen. Ambtshalve. In privé zou de rol hem niet liggen, toonbeeld van voorzichtige soliditeit als hij er uitziet. Hij gaat lee nen, dus houdt uw geld gereedindien gij althans met dat gemak geplaagd zijt. Want wie niet in de Vermogensbelasting is aangeslagen, behoeft niets voor te schie ten. Die dans ontspringen wij dus fyn, denkt u gerustgesteld. Des te erger voor u en voor mij. Wij hebben niets voor te schie ten, maar wij zijn wél de leeners, de af lossers en de dokkers van de rente zoo aan stonds. Daar zullen we nog pleizier van beleven. De burgerman, die zelf niet leenen wil, raakt graag of niet, diep onder de leen- schuld en de drukkende gevolgen van dien Wat hij voor ziel zelf altyd het meest ge vreesd en gemeden heeft. Laat ons bij alle onvermijdelijkheid erkennen, dat hei hard is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1