BEHOUDEN THUIS
NA EEN EMOTIEVOLLE REIS.
Avontuur
Venezuela.
Een onafzienbare menigte was te Melbourne getuige van den afscheidsmarsch
bij het vertrek van de Australische- en Nieuw Zeelandsche expeditie
strijdkrachten naar Egypte
Een der nieuwste aanwinsten ran den Gemeentelijken Genees- De historische watermolen te Vaassen op de Veluwe is Woensdag in rlammen
kondigen-, en Geiondheidsdienst te Amsterdam. Met de radio- opgegaan. - Het typisch bouwwerk, dat reel bekendheid genoot, dateert
installatie in de doktersauto kan een geregeld contact met de waarschi|nliik reeds uit de 14e eeuw
ziekenhuizen worden onderhouden
Slachtoffer van een noodlottig misverstand. Het stoffelijk
overschot van dokter Meeuwissen, die aan de grens te Vlodrop
werd doodgeschoten, is onder groote belangstelling ter aarde
besteld
Een aantal opvarenden van het getorpedeerde s.s. .Burgerdijk
is Woensdagavond met het s.s. .Boskoop" in ons land terug
gekeerd. De geredden aan boord van het schip na aankomst
in IJmuiden
Een ijskoud werk.
De wachters van
de Willemssluis te
Amsterdam pro-
beeren de inge
vroren sluis uit den
knellenden greep
van het ijs te
bevrijden
FEUILLETON
In
Naar het Amerikaansch van
R. HARDING DAVIS.
(Nadruk verboden).
1)
Toen generaal Don Miguel Rojas, die als
jonge man den bijnaam van „den Leeuw
van Valencia" had gekregen en die later
Venezuela met eere gediend had als Mi
nister van Buitenlandsche Zaken, als Mi
nister van Oorlog, al gezant bij'het Hof
van St. James en bij de Fransche repu
bliek, den leeftijd van zestig jaar bereikt
had, bevond hij zich in een kerker onder
het fort, dat bij de haven van Porto Ca-
bello staat. Hij was daar toen twee jaar
geweest. De kerker was donker en voch
tig en bij vloed sijpelde het water door de
poriën van de muren van kalksteen. De
lucht was er als in een grafkelder.
Generaal Rojas zat ineengedol 3n op een
met zeildoek bespannen krib, met een de
ken om zich heen geslagen en een andere
over zijn knieën en las bij het licht van
een kaars de geschiedenis van Don
Quichotte. Af en toe viel er een druppel
water in de kaars zoodat ze even sput
terde en bijna geen licht meer gal En ook
vielen er soms zooveel druppels op het
witte hoofd van den Leeuw van Valen
cia, dat hij eveneens zat te sputteren en
zoo hevig hoestte, dat de pijn hem zijn
zwakke handen op de borst deed Slaan.
En zijn licht was ook bijna onzichtbaar in
de duisternis.
Aan den anderen kant van den aardbol
zaten vier jonge Amerikanen met ge
kruiste beenen en zonder schoenen op de
matjes van het Theehuis der Honderd-
Een-Treden. Op hun gebruinde gezichten
lag de stralende zonneschijn van de Yo
kohama Baai, in hun oogen glansde het
licht van jeugd, van intelligenten belang
stelling, van avontuur. Ze hadden elk een
kopje met bittere thee in de hand. Drie
van hen waren nog geen dertig en alle
vier droegen ze pakken van Chineesche
zyde, zooals C. Tom of Little Ah Sing, de
Chineesche King, die binnen achttien uur
voor iedereen maakt en die in het verre
Oosten het kenmerk zijn van iedereen, die
tot het genus der toeristen hoort. Eén van
die drie was Rodman Forrester. Zijn vader
(behalve dat hij de „ouwe heer" was van
Roddy" Forrester, vroeger de gevierde
cricketter van Yale University) stond lang
niet ongunstig bekend bij heel wat gou
vernementen als bouwer van sky-scrapers,
pieren, bruggen, kaden en vuurtorens, wel
ke laatste hij gewoonlijk oprichtte op glib
berige rotsen aan onbereikbare kusten. Bij
zijn mede-industrieelen stond hij bekend
als de Forrester Construction Company,
of kortweg, de F.C.C. In die kwaliteit deed
Mr. Farrester nu' een poging om aan de
Japanners drie vuurtorens kwijt te raken,
die de binnenzee tusschen Kobe en Yoko
hama moesten verlichten. Om het tot stand
komen van deze transactie te bevorderen,
had hij „Roddy" regelrecht van de machi
nefabrieken naar Yokohama „verscheept".
Voor drie jaar, toen Roddy de universi
teit van Yale verliet, had zijn vader hem
naar Europa gestuurd om door reizen zijn
blik te verruimen en om een paar vuur
torens en pieren te inspecteeren aan alle
bei de kusten van het kanaal. Terwijl hij
van Dover naar Calais overstak, inspec
teerde Roddy de vuurtorens op hoogst-
vluchtige wijze en berichtte, dat ze, voor
zoover hij bij daglicht zien kon, nog op
hun plaats stonden Zijn vader, die zelf
ook niet van gevoel voor humor ontbloot
was, trok Roddy's credietbrief in, tele
grafeerde dat hij thuis moest komen en
zette hem aan het werk in zijn fabriek.
Daar rapporteerde de bedrijfsleider, dat
hij zijn vijftien dollar per week niet
v/aard was, alleen had hij getoond een
goed „cocktailmixer" te zijn, had hü een
picnic in elkaar gezet voor de arbeiders-
vereeniging en een base-ball negental sa
mengesteld.
Toen Roddy bij hem werd geroepen, zei
zijn vader:
Het is zonde, dat jouw zeldzame aan
leg voor „mixer" achter een draaibank ver
knoeid wordt. Callahan vettelt me, dat jij
je een weg zou kunnen redeneeren door
gloeiend ijzer, dus ik zal je kans geven om
zóó tegen de Japanners te boomen, dat ze
ons een contract geven. Maar denk er aan,
Roddy, vervolgde zijn vader, de Japan
ners zijn de Joden van den tegenwoordi-
gen tijd Wees beleefd, maar alsjeblieft
niet te happig. Als je dat doet, zullen ze
gaan pingelen.
Misschien was deze afscheidsrede voering
de reden waarom Roddy, vanaf het oogen-
biik dat hij arriveerde in het land van de
Rijzende Zon, zich geheel en al had ge
wijd aan de theehuizen van Yokohama en
het base-ball negental van het Amerikaan-
sche marine-hospitaal. Hij probeerde, zei
hy, niet al te begeerig te lijken. Hij hoop
te, dat zijn vader tevreden zon zijn.
Met Roddy was, als gezelschap, vriend
en mede-toerist, mee naar Japan gekomen
Peter de Peyster, die van de oevers van de
Hudson kwam en die. zooals Roddy het
noemde, afstamde van „een van onze ouwe
families van hazeharten". In Yale waren
ze kamergenooten geweest, al was Peter
Rcdy twee jaar voor en ze waren zulke
dikke vrienden geworden, dat ze elkaar
aan één stuk door tegenspraken. En na
dat ze twee jaar universiteitsleven door-
gekibbeld hadden, stonden ze op zoo'n vol
maakten voet van vriendschap net elkaar,
dat ze onafscheidelijk waren.
De derde van het gezelschap was de .Or
chideeën-Jager". Zijn vader fabriceerde
het bier, dat volgens Roddy de heele stad
katterig maakte. Hij was geen echte or
chideeën-jager, maar op zijn reizen rond
den aardbol had hij er zich zoo over ge
schaamd, dat hij de menschen moest ver
tellen, dat hij niets anders te doen had
dan zijn vaders geld uit te geven, dat hij
besloten had te zeggen, dat hij orchideeën
verzamelde.
Dan kunnen ze zien dat je fantasie
hebt, legde hij uit, en ik heb genoeg geld
verspild aan orchieeën in Fifth Avenue, dat
het niet heelemaal een leugen is.
De vierde van het stel droeg de uniform
en de onderscheidingsteekenen van luite
nant van de Amerikaansche marine. Hij
heette Perry en van het popperige balkon
netje van het theehuis, dat als een vogel
nestje tegen de rots gedrukt stond, kon
den ze zijn slagschip voor anker zien lig
gen. Het was Perry geweest, die ze naar
O Kin San en haar verrukkelijk theehuis
had geëscorteerd en het was Perry, die
aan het woord was.
Maar het allerbelangrijkste lid van de
bemanning op een onderzeeër, zei de zee
man, vraagt heelemaal geen gage en hy
krijgt geen rantsoen, 't Is een muis.
Wat is ie? vroeg de Orchideeën-Jager.
Hij had heel vaderlandslievend de aan
komst van het Amerikaansche eskader ge
vierd. Onder de lunch had het zien van de
witte uniformen in het hotel zijn vader
landsliefde opgewekt en na de lunch had
het vertrek van ie Pacific Mail, die zoo
veel „piuke kerels" weer meenam, 't ver
der opgewekt. Tot den vorigen vond in de
billard-zaal had hy nog nooit één van de
puike kerels ontmoet, maar de gedachte,
dat hij ze misschien nooit meer terug zou
zien, drukte hem. En de thee, die hij dronk,
maakte hem noch vroolijk noch typsi. Dus
teen de Orchiedeeën-Jager iets zei, was er
iets geprikkelds in zijn manier van praten.
Klets geen zeemanstaal tegen me, be
val hij; als je vertelt dat 't een muis is,
wat bedoel je dan met een muis?
Ik bedoel een muis, zei de zee-offi
cier. Een witte muis met roode oogen. Hij
maft in de machinekamer en als hy ergens
ontsnappend zwagelgas ruikt, dan piept-ie,
en de chef van de machinekamer vindt het
lek en het schip vliegt niet in de lucht.
Soms redt zoo n kriel van een witte muis
het leven van een dozijn Jantjes.
(Wordt vervolgd).