DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN De torpedeering „Burgerdijk" Vragen van oorlog en vrede WOENSDAG 14 FEBRUARI 1940 31ste Jaargang No. 9566 Sh £cid4eli£(Sou/fca/nt Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Adr. en Abonm-tarleven de pag 2. Giro 103003. Poetbus 11, v V Over den alschuwelifken oorlog. Er blijken nu nog menschen te zyn, die den oorlog niet beschouwen als een af- schuwelijk verschijnsel, dat ieder volk en iedere mensch moet voorkomen of terug dringen, zoo 't ook maar eenigszins moge lijk is. Zeker ook de oorlog kan een aanlei ding zijn voor de ontplooiing van edele menschelijke gevoelens, voor de openba ring van mooie menschelijke daden: van heldhaftigheid, zelfbedwang, zelfverlooche ning, naastenliefde. Maar dat is geen reden, om den oorlog niet te verafschuwen. Uit alle kwaad kan iets goeds geboren worden juister ge zegd: alle kwaad kan een voor de geboorte van iets goeds gunstige omstandigheid worden. Wij komen terug op ons uitgangspunt: dat er nu nog menschen blijken te zijn, die den oorlog niet beschouwen als een afschuwelijk verschijnsel In het officieele soldaten-weekblad D e Wacht is dezer dagen naar 't schijnt, met instemming overgenomen een arti kel uit een Protestantsch militair blad: „De oorlog is voor de menschheid noodzakelijk, hij is een biologische nood wendigheid, een regulator in het leven der menschheid. die niet kan worden ontbeerd. De oorlog oefent de meest meedoogenlooze, maar ook de meest juiste selectie uit. Inderdaad, in den oorlog komen de edelste eigenschap pen van den mensch voor den dag: me delijden, standvastigheid, zielenadel, kameraadschap, opofferingsgezindheid. Ook minder edele karakter-eigenschap pen, zooals wreedheid,, hebzucht en vernielzucht worden ontwikkeld, maar deze zijn verre in de minderheid". In het „Alg. Weekblad voor Kerk en Christendom" wordt, eveneens van Pro- tstantsche zijde, deze beschouwing als ont stellend gekwalificeerd. De schrijver van het fraais is een kolonel, die in het bur ger-leven mr. dr. is. En genoemd weekblad maakt zeer ad rem de sarcastische opmer king: .,In ieder geval weten we nu, dat, als kolonel mr. drnog eens als slacht offer mocht vallen van de „biologische re gulator in het leven der menschheid", dan „de meest juiste selectie" is uitgeoefend..." Zeer juist! Mede in verband met het hier geschre vene vestigen wij de aandacht onzer lezers op het artikel op deze pagina van een zeer bekend journalist. van de Duitsctae onderzeeboot kapitein weigerde inzage te nemen van de papieren De directie van de Holland-Ameri- ka Lijn deelt mede, dat uit de verkla ringen door den gezagvoerder van het s.s. „Burgerdijk" te Londen is geble ken, dat de kapitein van de onderzee boot weigerde inzage van de papieren te nemen en slechts onder bewerng, dat het schip en de lading voor een Engel- sche haven bestemd waren, tot torpe deering is overgegaan, nadat de gezag voerder, état-major, bemanning en pas sagiers van de „Burgerdijk" in de ge legenheid waren gesteld in de redding- booten te gaan. Kapitein, officieren en bemanning van de „Burgerdijk" zullen eerstdaags met het s.s. „Boskoop" va nde K. N. S. M. naar Amsterdam vertrekken. Van bevoegde zijde wordt te Berlijn be toogd, dat het Nederlandsche vrachtschip „Burgerdijk" doc-r een Duitsche duikboot werd getorpedeerd overeenkomstig artikel 23 van de Duitsche prijzenverordening van September 1939. Volgens dit artikel moeten schepen, die contrabande aan boord hebben en zich naar de Duins begeven, worden beschouwd als schepen, welke een vijandelijke haven aandoen. Het feit, dat zy zich om welke re den ook naar een vijandelijke haven be geven, wordt beschouwd als een „dolus eventuali" (een daad, welke de mogelijk heid biedt een wederrechtelijke handeling te plegen), aangezien zulks het ■■•ermoeden doet opkomen, dat de goederen voor den vijand bestemd zijn. Dat Nederland in den tegenwoordigen oorlog een strikte neutraliteit betracht en in die houding ook wenscht te volharden, is door onzen minister van Buitenland- sche Zaken op zoo klare en klemmende wijze betoogd, dat daaromtrent zelfs geen schijn van twijfel meer kan bestaan. Van een rechtsplicht, of een moreelen plicht tot deelneming aan den oorlog is voor ons land eenvoudig geen sprake. Wij hebben er voor gezorgd vrij te staan, zeide de minister, en van die vrijheid gebruik makend houden wij vol, dat onze weloverwogen taak is: eigen erf in eigen hand, geen aansluiting bij anderen. Dat is een positieve houding en positieve politiek ,en het voeren van die politiek is bovendien nog ons goed recht. Inderdaad. Het ware ongerijmd ons dit recht te willen betwisten. Er wordt werke lijk den neutralen reeds genoeg leed en onrecht aangedaan. En het is duidelijk, dat de zaak van den vrede en van de verhou dingen in de toekomst er allerminst bij zou zijn gebaat, indien thans aan den oor log nog grooter uitbreiding werd gege ven. De wonden, door het krijgsgeweld ge slagen, genezen niet gemakkelijk en niet spoedig. Ze laten litteekenen en herinne ringen na, die dikwijls voor langen tijd de internationale sfeer bederven en maar al te dikwijls de stemming rijp maken voor nieuwe conflicten. Het is mede daarom, dat de Pausen zoo herhaaldelijk hebben aan gedrongen op het vermijden van den oor log en het bezigen van andere middelen, om~geschillen tusschen de staten te be slechten. Een instituut als de Volkenbond vindt daarin ook zijn voornaamste reden van be staan; en men kan het slechts betreuren, dat hij tot dusver nog zoo weinig heeft kunnen bereiken. Dat voor de kleine sta ten van Europa, waaronder Nederland, thans het oogenblik zou zijn aangebroken den Bond te verlaten, werd door mr. Van KI effens ontkend. Maar tevens gaf hij te verstaan, dat op den duur bestendiging van het lidmaatschap onmogelijk zou wor den, indien het eenzijdige karakter van den Bond in zijn huidigen vorm zou blij ven gehandhaafd. De minister roerde hier een teer punt aan, dat voor de internationale verhoudin gen van de grootste beteekenis is. „Ik er ken, dat het tot stand komen van den Volkenbond het meest reëel e en meest ac- tueele vraagstuk is", verklaarde in Novem ber 1917 onze toenmalige eerste minister Cort van der Linden. Den weg naar zulk een Bond achtte hij den einigen, die leidde naar den duurzamen vrede, en die het be houd van de beschaving kon waarborgen. Het is echter duidelijk, dat die waarbor gen alleen mogelijk zijn, indien de Bond niet het eenzijdig karakter vertoont, of zou blijven vertoonen, waarvan minister Van Kleffens sprak, waarbij hij doelde op de houding, of de onthouding, van groote mo gendheden. Wil de Volkenbond aan zijn doel beantwoorden, ten volle beantwoor den, dan moet hij in werkelijkheid alzij dig en algemeen zijn, en aan alle aange slotenen dezelfde rechten garandeeren. Het was deze gedachte, welke twintig jaren geleden aan prof. C. van Vollenho ven zijn korte, maar zeer belangrijke ver handeling in de pen gaf oVer „de drie tre den van het Volkenrecht". Hij hoopte, dat eindelijk de theorie van Hugo de Groot omtrent de pl i c h t e n 1 e e r der sta ten in vervulling zou gaan. Die plichten leer brengt mee, dat alleen en dan met vereende krachten naar het zwaard ge grepen wordt ter beteugeling en bestraf fing van den staat, die door agressie zich aan een anderen staat vergrijpt, evenals in elk land de overheid tusschenbeide komt en maatregelen treft, om het recht der burgers te verzekeren. Geen vrijheid dus voor Staten, om goed of kwaad te doen, maar hun daden gemeten naar stipte re gels van recht en onrecht; handgemeen tusschen staten geen vechtspel, maar een misdaad, die om bestraffing schreit, zie daar (aldus Van Voilenhoven's formulee ring) wat Grotius geloofde met geheel zijn ziel. Toen onze geniale landgenoot zijn theo rie opstelde, was het, naar de ondervinding leerde, nog te vroeg, om haar tot werke lijkheid te maken. Zelfs werd zijn leer ver knoeid en verminkt, onder een aschlaag be dolven. Het is ook thans nog te vroeg, he laas. Maar hoe benauwend de tijdsom standigheden ook mogen zijn en hoe on gunstig voor vredesactie en plichtenleer der staten er zijn toch verschijnselen, die wijzen naar een betere toekomst. Het we reld-geweten ontwaakt en komt in verzet tegen een aanval, als die van Rusland op Finland. Een ieder voelt, dat hier grof on recht wordt gepleegd, een gewelddaad ge steld, die verdient te worden bedwongen en gestraft. En dit zou ongetwijfeld ook ge schieden, indien de Volkenbond werkelijk algemeen was en de toestand in Europa een andere, dan wü thans moeten bele ven. De menschen, die tegenwoordig in Moskou de dictatuur uitoefenen met veel meer macht dan de Czaar ooit bezeten heeft, zouden zich trouwens wel gewacht hebben hun agressie te plegen onder nor male omstandigheden. Zelfs het veel ge bruikte motief van „levensruimte" kan in hun geval geen dienst doen. Wanneer er aan iets in hun reuzenrjjk geen gebrek is, dan is het aan ruimte! De tragedie van Finland stelt intus- schen wel zeer overtuigend in 't licht, hoe dringend de behoefte is aan een regeling der internationale verhoudingen, die der gelijke gruwelijke gebeurtenissen uitsluit. Het besef daarvan bij de volken, en in alle kringen der volken, is daardoor ongetwij feld zeer versterkt. Want wanneer de nu nog bestaande anarchie voortduurt, dan is de ellende niet te overzien. Dan komen na Finland andere kleine staten en ook groo- tere aan de beurt. Dan is het gedaan met de vrijheid en het recht en de zelfbeschik king der Naties. Dan zal slechts één vraag beslissend zijn: wie, in militairen zin ge sproken, de sterkste is en het meeste totdoodenen vernielenin staat. Be schaving en cultuur kan men dan wel op bergen! Aan waarschuwingen op dit gebied heeft het in 't verleden niet ontbroken. Het aan tal gewelddaden was legio en sprak in zijn jammerlijke gevolgen een duidelijke taal. Sinds eeuwen had men daaruit de juiste conclusie kunnen trekken. Maar 't schijnt, dat men in de kringen der „hooge politiek" niet altijd vlug leert, en dat dit in de krin gen, die het militairisme cultiveeren, nog heel wat erger is. De vergoelijking en ver heerlijking van het krijgsgeweld valt daar uit te verklaren. Van een historicus een Nederlander nog wel! kwam mij dezer dagen de vol gende uitspraak onder de oogen: „Oorlog is een der zuiverings-prccessen, die een krachtig staatslichaam, blijkens de histo rie, schijnt te behoeven". De man, die dit schreef, is van de ge beurtenissen der jongste kwart eeuw geen getuige meer geweest. Misschien zou hij anders een dergelijke bewering in de pen, of in den mond hebben gehouden, al is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat hij, als te veel anderen, ook nu nog in zijn verblinding zou hebben volhard. Na de gruwelijke ervaringen van dezen tijd kan men zich echter moeilijk meer voorstellen, dat een Nederlandsch auteur, die van de Geschiedenis zijn vak heeft ge maakt, een dergelijke, van alle historisch begrip gespeende stelling zou aandurven. Van hoeveel meer wijsheid en menschen- liefde getuigt het gebed der Katholieke Kerk: „Van pest, hongersnood en oorlog, verlos ons, Heer!" P. S. RUSSEN NIET IN DE MANNERHEIMLINIE Met betrekking tot de Russische be wering, dat 32 „verdedigingswerken" van de Mannerheimlinie zijn veroverd, hebben gezaghebbende kringem ver klaard, aldus Reuter, dat de Russen tijdens felle gevechten tijdelijk zekere versterkte stellingen hadden bezet. Deze werden echter daarna door de Finnen heroverd. Er is geen sprake van, dat de Russen de Mannerheimlinie zijn binnengedrongen. DE FINNEN HEROVEREN POSITIES. HAPARANDA, 14 Februari (ANP). De Finnen hebben in tegenaanvallen alle posities te Summa en Muolaj lervi weten te heroveren. In Taipale hebben de Rus sen zich evenwel weten te handhaven. FINLAND PROTESTEERT TEGEN RUSSISCHE OORLOGSVOERING. De Finsche regeering heeft allen bulten- landsche regeeringen een nota doen toeko men, waarin gezegd wordt, dat de Sovjet- Unie „de fundamenteele regelen van het oorlogsrecht ernstig heeft geschonden." De nota dringt er op aan, dat de vijan delijkheden tot de militaire strijdkrachten en de militaire objecten beperkt blijven. Zij geeft vele voorbeelden, die ten doel heb ben „den barbarschen aard" der Russische oorlogsvoering aan te toonen. Zij spreekt van het gebruik van gas en ontplofbare kogels, het misbruik van de witte vlag, het bombardeeren van kerken, ziekenhui zen en wetenschappelijke instellingen, het gebruiken van gevangenen en burgers als .schilden voor de infanterie, aanvallen op menschen, die zich op zee in nood bevin den, aanvallen op schepen van andere na tionaliteit en het bcmbardeeren van onbe schermde steden en dorpen, De Finsche regeering voegt hieraan toe, dat zy, ondanks dit alles nog steeds wordt gedreven door het verlangen naar vrede. GERUCHTEN OVER HULP AAN FINLAND. NEW-YORK, 14 Februari. (A. N. P.). Te New-York doet het hardnekkige ge rucht de ronde, dat Engeland en Frank rijk drie divisies een Fransche, een Pool- sche en een Canadeesche, voorbereiden, die naar Finland zouden worden gezon den, wanneer de Russische aanvallen suc ces zouden hebben of Duitschland in Scan dinavië tusschenbeide zou komen. Volgens de ..New York Times" heeft men in diplomatieke kringen te Washington vernomen, dat een reusachtig geoefend le ger uit de Oekraine, Wit-Rusland en Mos kou naar de Finsche grens wordt gezon den. Men gelooft, aldus het blad. dat Stalin het Finsche avontuur zoo spoedig mogelijk wenscht te liquideeren, daar hij zich steeds meer bezorgd maakt over de opeenhooping van geallieerde troepen in het naburige Oosten en kwetsbare punten als de petro- leumvelden van Bakoe op doelmatige wij ze wenscht te verdedigen. DE „GRETAFIELD" TOT ZINKEN GEBRACHT. Britsch tankschip van 10.000 ton. Dertien vermisten. LONDEN, 14 Febr. (ANP). Het Brit- sche petroleumtanksohip „Gretafield" 10.191 ton groot, is vanochtend vroeg aan de noord-oostkust van Schotland tot zin ken gebracht. Het schip raakte in brand. Treilers hebben 28 opvarenden gered, 13 zeelieden worden vermist. Oplichting op groote schaal met fournituren voor militaire kleeding HET RIJK DOOR CONFECTIONNEURS BEDROGEN. Op aanwijzing van de militaire over heid is de hoofdstedelijke politie er in geslaagd een groote oplichterszaak met fournituren voor militaire kleeding aan het licht te brengen. Nu het Nederlandsche leger op oorlogs sterkte is gebracht worden de benoodigde uniformen en jassen der militairen ge maakt door een groot aantal confection- neurs. Ruim driehonderd van deze kleer makers zijn in den lande voor het rijk werkzaam. Bij iedere jas, welke wordt vervaardigd, krijgt de confectionneur een bepaalde hoeveelheid watten, waarmede zoowel jassen als uniformen zijn gevoerd. Akes wat over is blijft eigendom van het ryk. Of er nu in de uniformjassen te wei- ig watten is gebruikt, of dat de confec- tionneurs geknoeid hebben, is nog niet geheel uitgemaakt. Verondersteld wordt, dat de confectionneurs de vellen watten in tweeën hebben gesplitst, zoodat zij op den duur zeer veel overhielden. Ge bleken is in ieder geval, dat een aantal confectionneurs groote partijen watten, welke dus aan het rijk toebehooren, hebben verkocht aan kooplieden van textielafval voor een derde van de of ficieele waarde. Met eenige winst gin gen partijtjes van deze watten van den eenen opkooper naar den ander, totdat deze kettinghandel bij den groothan del werd besloten. Het gevolg hiervan was, dat het rijk aan biedingen kreeg voor partijen watten, waarvan de prijs ver beneden den fabrieks prijs gelegen was. De groothandel kon hier tegen uiteraard niet conourreeren. Het vermoeden van knoeierijen ontstond. Het zonderlinge geval deed zich dus voor dat goederen, toebehoorend aan het rjjk, dangs een omweg via confectionneurs cn opkoopers, wederom bij het rijk werden aangeboden. Toen de zaken eenmaal zoover stonden, heeft de militaire overheid de hoofdstede lijke politie opgedragen een onderzoek raar de herkomst van de watten in te stellen. De centrale recherche heeft na een uit gebreid onderzoek, waarbij de geschetste gang van zaken aan het licht kwam, gis termiddag een inval gedaan bij een opkoo per in de buurt van de Nieuwe Markt. Gis teravond volgde de inval in de Utrecht- schestraat, waarover wij reeds berichtten. (Zie 3é blad). Een groot aantal pakken met watten kon in beslag worden genomen. Twee confectionneurs werden aangehou den terzake van verduistering en vier opkoopers terzake van heling. Op welk een uitgebreide schaal dezer oplichtingen zijn gepleegd valt hieruit af te leiden, dat de hoofdstedelijke politie in de stellige overtuiging verkeert, dat per maand duizend pakken door de confection neurs aan de opkoopers werden verkocht. Zonder twijfel zullen nog meerdere aan houdingen volgen, omdat het euvel met deze eerste actie van de politie nog niet is uitgeroeid. eHt onderzoek wordt der halve in vele richtingen voortgezet. Dit nummer beslaat alt drie bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland ZWARE AANVALLEN BIJ SUMMA OP DE MANNERHEIMLINIE. HOUDEN l»E FINNEN STAND? (2de blad). DUITSCHE SCHEPEN TRACHTEN BRITSCUE BLOKKADE TE DOORBRE KEN. (2de blad). .HET BEZOEK VAN SUMNER WELLES AAN EUROPA. (2de blad). Binnenland DE TORPEDEERING VAN DE „BUR GERDIJK". (1ste blad). EEN OPLICHTERSZAAK MET FOUR NITUREN VAN MILITAIRE KLEEDING. (lste blad). SNEEUWSTORMEN IN HONGARIJE. BOEDAPEST, 14 Febr. (A. N. P.). In heel Hongarije woeden sinds 48 uur on gekend zware sneeuwstormen. Elk verkeer op de buitenwegen is onmogelijk gewor- oen. Ook het spoorwegverkeer ligt grooten- deels stil. Het land ligt een tot drie meter dik onder de sneeuw. Niet alleen dorpen en gehuchten, maar ook talrijke provincie steden zijn geheel van de buitenwereld af gesneden. In het district Zemplen zijn zes wolven waargenomen. Twee daarvan zijn *oor boeren eergelegd. Uit alle deelen des Jands worden gevallen gemeld van dood gevroren menschen. In Boedapest en om geving is de laatste 24 uur 2 5 millioen kub. meter sneeuw gevallen. In Boedapest zijn tal van ongelukken gebeurd. MUNITIEDEPOT IN IERLAND ONTDEKT In Faughart, nabij Bubdalk in het graaf schap Louth Leire is een munitiedepot ontdekt, waar 68 geweren, 2 mitrailleurs benevens munitie en uitrustingsstukken waren opgeslagen. DRAMA TE EINDHOVEN. Man doodt zijn vrouw en pleegt zelfmoord. In een der oude noodwoningen, welke temidden van een aantal half gesloopte huizen in de van Bijlandtstraat te Gestel, staan, heeft zich in den afgeloopen nacht een drama afgespeeld, dat twee echtelie den het leven heeft gekost. Een dezer huisjes werd nog bewoond door het echtpaar Kuenen-van Es, en drie kinderen, respectievelijk van vier, twee en een half jaar. De man, de 25-jarige A. R. Ru en en was gemobiliseerd, doch gisteravond half acht kwam hij met verlof thuis. Vanochtend kwam de 50-jarige kostgan ger van Lier, bijgenaamd de Kat, beneden. Hij trof het echtpaar niet en ging boven kijken. Op de slaapkamer wachtte hem een afschuwelijken aanblik. Op het bed lag laf de vrouw, de 31-jari- ge M. M. Kuenen-van Es. Zij 'bleek ge wurgd te zijn. Ontsteld holde van Lier naar beneden, waar hij in een open schuur tje, naast een primitief paardenstalletje achter het huis, het lijk van den man vond. Deze had zich door ophanging van het leven beroofd. De kostganger, die evenals Kuenen, een lompenhandel drijft, snelde daarop met de kleine kinderen naar het politiebureau om van zijn vreeselijke bevinding aangifte te doen. Aanstonds gingen de commissaris, de heer Brinkman en hoofdinspecteur ten Haaf, vergezeld van eenige rechercheurs en agenten, naar de woning, waar zich het drama had afgespeeld. De gemeentelijke geneeskundige dienst werd eveneens ge waarschuwd. De oorzaak van het gebeurde laat zich raden. De man was zenuwpatiënt en. het huwelijk was niet gelukkig. De vrouw was afkomstig uit Oss, waar zij gehuwd was geweest met zekeren van Haren. De drie kinderen uit dit huwelijk waren destijds door den voogdij daar in een gesticht ge plaatst. Na haar scheiding was de vrouw met Kuenen getrouwd. Deze laatste moet in een vlaag van jalouzie hebben gehan deld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1