BELANGSTELLING
VOOR DEN IJSGANG OP DE WAAL.
Contrabande
3)e ^idóobd (Boiiftmit
Koning George en koningin Elizabeth bezichtigen een vliegtuigenfabriek
tijdens het bezoek, dat zij dezer dagen brachten aan een der havenplaatsen
aan de Engelsche Zuid-West kust
De biljartwedstrijden Nederland-België zijn door het Nederlandsch team ge
wonnen. - Jhr. Molerus (links) neemt de trofee voor de winnende ploeg in
ontvangst
Dr. Euwe en Landau tijdens hun partij in den schaak
vierkamp, die te Delft georganiseerd werd ter gelegenheid
van het 16de lustrum der studentenschaakclub .Paris"
FEUILLETON
Uit het Engelsche van
HEADON HILL.
(Nadruk verboden).
41)
Het was een stryd op leven en dood en
Hector besloot alles op één kaart te zet
ten. Eerst aarzelde hij nog even, bang dat
Mapleton, zelfs onder directe noodzaak,
dadelijk zijn belofte zou breken en de
zaak in de lucht zou laten vliegen. Maar het
leek hem toch waarschijnlijker, dat Maple
ton eerst zijn schatten in veiligheid zou
willen brengen. In ieder geval zouden ze
daardoor tijd hebben gewonnen.
In orde, zei hij, ik neem het voor
stel aan, maar zou u aanraden te gaan,
voor ik van gedachten verander.
Een oogenblik later ademde Hector
vrijer. Wat de toekomst ook mocht bren
gen, voor het oogenblik waren ze bevrijd
van dien duivel. Zonder zich te bekomme
ren om de lampen had Mapleton, met Hec
tor's pistool voortdurend op hem gericht,
zijn vrije hand gebruikt om de deur van
zijn werkkamer te sluiten. Daarna was hij
de eerste kamer doorgegaan en had ook
deze afgesloten. Hector schoof de grendels
op de deur.
Daar! riep hij hij tot het bevende meis
je, hij kan ons in de lucht laten vliegen,
maar hij kan niet terugkomen voor wij
het hem toestaan!
O, mijnheer Yeldham, hij zal nooit
terugkomen!
Daar ben ik nog niet zoo zeker van,
was het grimmige antwoord.
Het critieke oogenblik
Lord Purbeck's consternatie, toen hy ver
nam, wie zijn bezoeker was geweest, ver
dween vrij spoedig weer, en toen hij had
gehoord, dat geen van beide huurders van
Martha dien nacht waren thuisgekomen,
kreeg hij spoedig weer zijn oude energie
terug.
Hij ging naar de telefoon.
We moeten eens zien uit te vinden,
of het blik biscuits is weggehaald, zei hij,
terwijl hij het postkantoor opbelde.
Ja, vertelde hij, toen het gesprek was
afgeloopen, een auto stopte voor den
winkel en een chauffeur kwam om het blik
te halen. Dus Mapleton moet toch zijn te
ruggekomen. Waar kan hij dan vannacht
geweest zijn?
Ik ben terug, omdat Budge me ver
telde, dat er een oud verhaal is van een
ondergrondsche gang van de groeve naar
Martha's huisje. Maar niemand schijnt te
weten, waar die gang begint of eindigt. Hij
dacht, dat u in 'het archief misschien een
plattegrond had van de oude groeven.
Ik heb zoo'n plattegrond nooit gezien,
voorzoover ik weet en mocht er al een in
het archief zijn, dan zou het uren duren,
vóór we dien gevonden hadden. Maar on
getwijfeld waren de oude groeven geweldig
uitgestrekt. We hebben maar een gedeelte
er van in gebruik genomen en het is best
mogelijk, dat Budge gelijk heeft en in dat
geval heeft die schurk misschien een oude
ingang gevonden.
Madge sprong op. En misschien heeft
Doggie vanmorgen ook wel die ingang ont
dekt! Toen ik vanochtend door Martha's
moestuin liep, deed hij vreeselijk opgewon
den over iets, dat hij gevonden had in de
oude koestal. Ik dacht dat het misschien
een rat was, maar....
Ik begrijp wat je bedoelt, we zullen
dadelijk gaan kijken, viel haar vader haar
in de rede.
Nog geen half uur later stonden ze bij
de open deur van Martha's huisje. Ze had
den afgesproken om voor Martha hun wer
kelijk doel geheim te houden; ze had al
opwinding genoeg gehad den laatsten tijd.
Toen Martha op hun roepen verscheen,
vroeg Lord Purbeck alleen maar, of ze
door haar moestuin naar de rots mochten
loopen. Natuurlijk werd de gevraagde toe
stemming onmiddellijk verleend en ze ston
den juist op het punt om weg te gaan,
toen Lord Purbeck vroeg:
Geen nieuws van je huurder zeker,
Martha?
Jawel mylord, van een van hen, was
het onverwachte antwoord. Mijnheer Ma
pleton kwam een oogenblik geleden bin
nen. Hij zei, dat hij was komen wandelen
van het station. Hij had gisteravond den
trein gemist.
En is hij nu thuis??
Neen, mylord, hy is bijna direct weer
weggegaan. Hij zag er anders vermoeid en
bedrukt uit. Ik geloof, dat hij ook door
den moestuin is gegaan, maar ik kan me
ook wel vergissen, want ik was boven druk
bezig.
Vader en dochter liepen om het huisje
heen, gevolgd door Doggie die eerst kalm
achter hen aanliep, maar zoodra ze aan het
einde van het voorste gedeelte van den
moestuin gekomen waren, rende hij weer
als een bezetene den koestal in. Maar dezen
keer klonk er een boos, kort geblaf, als
tegen een onzichtbaren vijand.
Kom mee, zei de Graaf, daar is
onraad.
Madge had geen aansporing noodig. Ze
was nog voor haar vader in den koestal en
zag, hoe Doggie een verwoeden aanval
deed op Mr. Smyle Mapleton. Ze riep het
dier tot orde en intusschen was Lord
Purbeck een beetje hijgend van den tocht
langs den stijgenden weg, ook op het too-
neel verschenen.
Mapleton droeg thans weer zijn snor en
had andere kleeren aangetrokken. Uiterlijk
was er niet de minste overeenkomst tus-
schen hem en den man, die een uur ge
leden een bezoek op de Abbey had ge
bracht. De snor was een kunstwerk, een
,,chef d'oeuvre" van een heer, die een ruim
inkomen trok uit het vervaardigen van wel
gedachte en welgeslaagde vermommingen,
ten behoeve van lieden, wier bedrijf klei
nere of grootere botsingen met de wet mee
bracht.
Deze expert had onmiddellijk begrepen
dat het maskeeren van diens wreeden
mond en vooruitstekende tanden een geheel
ander type van Dempster Legrand zou
maken en zijn duivelsch uiterlijk zouden
veranderen in een, dat alleen niet erg aan
genaam was, een beetje onbenullig.
Geheel in de rol van natuuronderzoeker
nam de heer Mapleton zyn hoed af.
Dank u wel, zei hij, alsof hij een beetje
gegriefd en zenuwachtig was. Ik begon
heusch een beetje bang te worden. Uw
hondje ziet er zoo boos uit.
Lord Purbeck's zware gestalte vulde den
ingang van den stal en zijn strenge blik
gleed voorbij den spreker en vestigde zich
op den hoek van de schuur waar Mapleton
bezig scheen te zijn geweest, want de in
gang naar de tunnel was open.
U schijnt er eigen groeven op na te
houden, zei de Graaf. Als eigenaar van
het huis van juffrouw Calloway en als be
zitter van de marmergroeven zou ik graag
willen weten, wat dit te beteekenen heeft.
Mapleton lachte. Ja, uw lordschap heeft
me gesnapt, antwoordde hij. Ik moet
bekennen, dat ik me aan een overtreding
heb schuldig gemaakt en., ha! ha! in
uw groeven ben binnengedrongen. Ik zal
u zeggen waarvoor en roep uw clementie
in. Ik verzamel versteende overblijfselen
uit oudere tijden. Een van mijn beste
jachtvelden was de groeve, tot u deze voor
het publiek sloot. Toen ontdekte ik toe
vallig dezen ingang en 'heb hem sedert dien
tijd altijd gebruik.
Maar deze ingang staat in geenerlei
verbinding met de groeven, zei Lord Pur
beck ongeloovig.
Dat weet ik niet, ik heb natuurlijk
altijd het gedeelte, waar gewerkt wordt
vermeden.
De twee mannen keken elkaar een tijd
lang zwijgend aan, de overtreder met iets
van gehuicheld respect, maar ook met ver
wachting in zijn blik, dat hem als man van
de wetenschap wel gratie en verdere toe
stemming verleend zou worden.
(Wordt vervolgd).