I&ME5 RUBRIEK £atta Svaid. WINTERMANTELS m het middelpunt der belangstelling Keuken wenken KNIPPATRONEN Het vrouwenbataillon zonder wapens Finland Finland strijdt den vrijheidsoorlog met een bewonderenswaardigen moed. De bla den zijn er avond aan avond vol van, doch waaraan wij thans enkele woorden willen wijden zijn de vrouwen, die tot het batail- lon Lotta Svard behooren. Zij zijn zoowel ln oorlogs- als in vredestijd actief en zijn Ingedeeld bij verschillende overheids diensten. De leden dragen een grijze uniform, kor ten rok, aansluitende jasjes en een kepie. De Lotta's volgen de bataillons, zorgen voor de ambulances, de keukens en tevens voor de manschappen. Zij maken de groen ten schoon, schillen de aardappelen, koken, verstellen en verrichten alle bezigheden, die haar opgedragen worden, terwijl haar taak tevens bestaat uit het verplegen van gewonde en zieke soldaten. De Lotta Svard wordt op haar zeventien de jaar in de organisatie opgenomen en moet worden voorgedragen door twee goed be kend staande personen. Er bestaat in deze organisatie geen onderscheid tusschen de vrouwen der verschillende klassen, de pro fessors- en de bankiersvrouw doen dezelf de werkzaamheden als de studente of de eenvoudige landwerksters. Zij leggen een belofte af, waarbij zij haar eerewoord ge ven, dat zij de Burgerwacht, waarvan zij deel uitmaken, trouw zullen dienen en de voorschriften zullen volgen. De jonge meisjes, die als lid toetreden, moeten deelnemen aan alle oefeningen, aan de theoretische zoowel als aan de practi- sche, moeten sportief zijn, hetgeen trou wens reeds vanaf haar kindsheid het geval is, want zij skieën, rijden schaatsen, roeien, iwemmen vanaf haar vroegste jeugd en weten zich met een buitengewoon groot aanpassingsvermogen alle moeilijkheden te overwinnen. De verplichte proeftijd geschiedt in de vrije uren en, indien het niet anders moge lijk is, moeten zij in de avonduren wer ken, wanneer haar dagtaak afgeloopen is, hetzij zij op een lyceum, in een winkel, op kantoor of waar ook zijn c-verdag. Zij leeren de wasch doen, zieken ver plegen, militaire uniformen maken en alles wat er toe behoort om een goedgeschool de Lotta te worden. Zij verplichten zich ook in vredestijd om in het belang van al len te werken, die hulp noodig hebben, organiseeren bazars, concerten, tombola's indien er geld noodig is voor behoeftige gezinnen. Ook in de vrouwelijke handwerken zijn de Lotta's bedreven en zoowel weven als kunstnaaldwerk staat op het programma. De Finsche vrouwen zijn buitengewoon eenvoudig en dragen geen sieraden, men vindt trouwens geen juweliers in de Fin sche steden. Zij houden veel van de na tuur en van bloemen en genieten van de schoonheid der „duizend" meren van het landschap, dat thans in zijn wintersche schoonheid en wit besneeuwde velden wel héél mooi is. De groote ijver, die de Lotta^ Svard aan den dag legt voor haar vereeniging belet haar niet om van het familieleven te ge nieten, doch haar huiselijken arbeid we ten zij met veel overleg zoodanig te rege len, dat deze in den kortst mogelijken tijd gedaan is. De vrouwen en meisjes, die stu- deeren of een beroep uitoefenen, hebben een werkdag van 83 uur, terwijl den hoofdmaaltijd om 5 uur plaats vindt. De avonden zijn dus lang en worden op nutti ge wijze besteed. In den zomer zijn de dagen lang en is het tot elf uur dag, zoodat de uren na den maaltijd gedeeltelijk worden gevuld door de beoefening van sport en practische lessen, die tot de opleiding behooren. 1 Mei is het feest van de jeugd en 24 Juni wordt het Sint Jansfeest gevierd, dan is de hemel verlicht door honderden vu ren, die men in Finland ontsteekt. Voorts wordt het onafhankelijkheidsfeest gevierd en ten slotte het door allen geliefde Kerst feest. dat in alle gezinnen plechtig gevierd wordt. De Lotta's gedenken ook de min derbedeelden en vereenigen hen om prachtig versierde en verlichte boomen, terwijl het hen aan practische geschenken niet ontbreekt. Zoo ontsteken zij ook het Licht in de gezinnen der armen. Om de twee jaren vindt het congres der Lotta's plaats en het aantal in het grijs ge- kleede vrouwen en meisjes wordt van jaar tot jaar grooter. Kinderen van het Noorden als de Lotta's zijn zien zij er frisch en ge zond uit, hebben een vriendelijk gelaat en zijn gezond en krachtig gebouwd. Een innige liefde voor hun geboortegrond leeft in haar harten en hierdoor ontstaat het verlangen zicht te geven en te dienen. Wenken Schroeivlekken in katoen, wol en linnen behandelt men met een oplossing van 50 gram chloorkalk op vijf kopjes water. De plekken worden met deze gezeefde oplossing ingewreven en nagespoeld met koud water. Schroeivlekken in zijde wor den indien het weefsel niet aangetast is bestreken met een dik papje van dubbelkoolzure soda en water; men laat dit opdrogen en borstelt het later met een zachte borstel af. Zeemlappen blijven soepel, indien zij na het gebruik steeds in een zout water- oplossing worden uitgewasschen. Vuile waschlijnen wikkelt men om een plank en borstelt ze flink met zeep en sodawater, met plank en al onder de kraan spoelen en hierop laten drogen. llllllllllllllllllllllllllllllllllllllflUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIIfllllfllftllMlll'tlf lIHHtli 5 Het is als het ware een kringloop met de straatkleeding der vrouw. In voor najaar worden mantelcostumes gedragen, waarvan de stoffen zich aanpassen aan het jaargetijde. Ook 's zomers maakt men gaarne gebruik van deze practische klee- dij en kiest er zelfs zijden en linnen weef sels voor. De voor- en najaarsmantels doen af en toe dienst, wanneer een kouden wind eens onbarmhartig doet voelen, dat het nog geen zomer is of wel, dat deze reeds weer tot het verleden behoort. Doet koning vorst zich van zijn strengen kant kennen, dan grijpen we aanstonds raar een warmer omhulsel in den vorm van winter- of bont mantel. De velen, die zich de weelde van een bontmantel niet kunnen permiteeren, behoeven zich evenwel niet te laten ont moedigen, want de vele mooie bontstoffen maken het mogelijk, dat men zich heerlijk tegen de kou kan beschermen. Alleen ver dient het voor deze en andere wollen weefsels aanbeveling, dat zij behalve de gewone kunstzijden voering nog een extra laugje krijgen in den vorm van wattine. Men geeft ook wel eens de voorkeur a een losse binnenvoering, die ingeknoopt kan worden b.v. van een goedkoope bont soort of van bontstof. Buiten een warmen avondmantel kan men in ons klimaat eenmaal niet. Mantels kunnen, zelfs als zij reeds meerdere jaren meegegaan zijn, nog op zeer eenvoudige wijze gemoderniseerd worden. Practisch zijn de bolero's, die tot de taille reiken, hoog sluiten en lange mouwen hebben en van bont, bontstof en gevoerd fluweel in een zware kwaliteit ge maakt zijn. De modellen der mantels mun ten uit door eenvoud, sluiten aan boven deel en taille alsmede om de heupen aan, om naar den zoom toe iets wijder te wor den. Deze onderwijdte is zeer verschillend en hangt ook af van het figuur. Slanke vrouwen kunnen zich meerdere klokken veroorloven, dan haar meer gezette zus ters, die steeds op haar lijn moeten passen. De moderne mantels, die veelal uit meer dere banen bestaan, bieden een uitsteken de mogelijkheid om bestaande modellen te moderniseeren met bontstof of met fluweel, terwijl men er ook machinaal gesoutacheerde weefsels voor aanwend. Men ziet zelfs mantels, welke met kleine wollen ruiten gecombineerd worden. Mevrouw Mode maakt het hare volge lingen wel buitengewoon gemakkelijk ten opzichte der vele mogelijkheden, waarvan wij enkele op de nevengaande afbeeldingen weergeven. De mantel boven links heeft een bovenstuk, dat gekozen wordt van een der bovengenoemde weefsels. Rechts een model, dat apart werkt van een gevlekte bontstof, die men kan garneeren met door gestikte randen effen laken b.v. aan de halsdeelen. Op tweedweefsels ziet men thans in tegenstelling met andere sei- 'zoenen ook bonten halsgarnituren (links), terwijl een geheel nieuw aspect verkregen wordt door het aanbrengen van een klokkend schootje van bont, waarvan de kraag dan ook zal zijn. Ten slotte de met een ruit gecombineerde mantelstof, die vlot en apart kleedt (rechts). Ervaren handen kunnen zich gerust aan het verstellen van tulle wagen. Het gemakkelijkst is natuurlijk de grove, z.g. erw- ten-tulle om te repareeren, aan gezien men den loop der draden goed kan volgen. Het patroon bestaat uit drie verschillende richtingen van draden. (Zie afb. 1). Nadat de dunne plekken weggeknipt zijn spant men de dwarsdraden over twee of drie gaatjes, daarna worden de van rechts naar links en van links naar rechts loopende draden in de tullesteek gewerkt, zooals de afb. te zien geeft. Bij grootere gaten kan nien het best een stukje van hetzelfde weefsel in zetten, waartoe men een zeshoe kig lapje knipt, dat grooter is dan het gat. Men kan het tulle weefsel volgen of wel met klei ne onzichtbare steekjes het stuk op de stof hechten. Afb. 2 geeft den vorm aan van zoo'n zeskantig stukje, op effen tulle aangebracht. Bij doorge- stopte gordijnen moet het patroon gevolgd worden met overeenkomstig stopmate riaal. Wie tegen het verstellen van tulle op ziet, kan eventueel wanneer het gordijnen 1 betreft een stukje cp strijken Menige jonge huisvrouw ziet zich bij het verrichten van verschillende keukenwerk jes voor moeilijke problemen gesteld. Bij het toevoegen van griesmeel voor pudding of pap moet men weten te voorkomen, dat zich klontjes ormen. Zul'ks is heel eenvou dig, indien men van een puntig zakje het ondergedeelte afknipt en het griesmeel op deze wijze in de melk strooit, waarbij men niet vergeten moet steeds ie blijven roe ren met een houten lepel, waarbij vooral den bodem peraa-kt wordt. A propos van houten lepels, even wil len wij er aan herinneren, dat men niet één exemplaar voor alle gerechten moet ge bruiken. Er zijn stellen in den handel van groot tot klein, waarvan voor de ahorn uitvoeringen aan te bevelen zijn, die ieder him bestemming kunnen krijgen, desnoods geeft men er cm klein merkteeken of let ter aan De lepel, die voor het omroeren van een uiengereoht gebruikt wordt is niet geschikt voor pap of pudding, omdat het mogelijk is, dat verschillende luchtjes of smaakjes in het poreuse hout komen. Het voordeel van deze stellen houten lepels is, dat zij goedkoop zijn en onder ieders be reik vallen. Wat te doen, wanneer de handen met visch of uien in aanraking zijn gekomen. Men strooit een weinig mosterpoeder over die vingers en wrijft dit goed in, daarna wassehen in oen zeepsopje, waaraan men een weinig borax heeft toegevoegd. Vin gers, die donkere plekken te zien geven na het schillen van aardappelen worden met citroensap afgewreven. Al deze onaan gename dingen kan men evenwel voorko men, wanneer men gummi huishoudhand- schoenen draagt of indien men hiertegen bezwaar heeft, dan koopt men vingertjes. Het koken van kool „parfumeert" het gansche huis, doch dit kan voorkomen worden: in de eerste plaats door goedslui- tende pannen te gebruiken en in de twee de plaats door een broodkorst in een lapje mul mee te koken (midden). Ten opzichte van pannen zouden wij den raad wensohen te geven modellen aan te schaffen met een breed ondervlak, zoodat de gasvlam den geheelen bodem kan ver warmen en niet om de zijkanten slaat, het geen onnoodig gasverbruik geeft. Indien men geen warme puddingvorm heeft, dan kan men toch verschillende zoete nage rechten au bair' Marie koken, door de massa in een goed uitgespoeld servet te doen en de punten hiervan dicht te knoo- pen, waarna men c- de steel van een lepel doorschuift, die boven op de pan komt te liggen, zoodat het servet niet met den bo dem in aanraking komt (rechts onderaan). De aanschaffing van een warme pudding vorm brengt trouwens geen groote kosten met zich en is natuurlijk veel practischer en handiger in het gebruik. Men denke er steeds aan den vorm in te vetten ook den deksel daarna voor niet meer dan 3/4 te vullen en te zorgen, dat Jiet water, dat aan de ook moet blijven, eenige c.M. onder den deksel blijft om te voorkomen, dat het water niet in den vorm kan ko men. Een nieuw soort lepel6 van roestvrij metaal en van ahornhout bewijst even zeer practische diensten, een afb. hiervan vindt men links onderaan. Hij is zoo ge maakt, dat hij met het geheele vlak den bodem raakt en de spijzen loshoudt, zoo dat het aanzetten voorkomen kan worden en hierdoor het onaangename schoonma ken van pannen tot een minimum beperkt wordt. Op een bestaande japon brengt men zoo nu en dan gaarne eens een nieuw snufje aan, hetzij een kraagje, dan wel een jabot of een bloem. Onze schets geeft twee ver schillende garneeringen, die men gemak kelijk zelf kan maken, b.v. van organdie of fijn gestreepte piqué, cok van andere materialen. Links is een vlotte strik aangegeven, die met behulp van het knipoverzicht geknipt wordt. De cijfers geven de c.M. aan en het patroon kan eerst van papier geknipt wor den en speldt het daarna op den rechts gevouwen stof. Bij model I krijgt men vier helften van dubbele stof, die dicht langs den kant gestikt en uitgestreken worden, daarna neemt men ze in het midden bijeen en vouwt er een rechte stofreep om, die aan de achterzijde vastgenaaid wordt. Rechts model 2. Hiervoor heeft men drie verschillende bladvormen, die van dubbele stof geknipt worden. De cijfers geven de lengte en breedte in c.M. aan. De verschillende deelen worden dicht langs den kant gestikt, omgevouwen en plat gestreken; het is evenwel noodig een klein deel open te laten aan een der bree- de kanten, teneinde de stof om te kunnen vouwen. Vervolgens legt men de bladvor men op elkander en werkt ze met een smalle band af. DEUX PIECES. VOOR GEZETTE FIGUREN. G 75. Prijs per patroon 0.35 en 0.05 voor porto en omz.bel. Deze jumper japon is door de eenvoudige afkleedende lijn zeer geschikt voor gezette figuren. Als materiaal wordt effen stod verwerkt, terwijl de knoopen, die het ge heel iets levendigs moeten geven, afste kend van kleur zijn. Het model is hoogst eenvoudig en gé- makkelijk. te maken. De tweebaansrok wordt aan e<=a tailleband gezet en sluit aan de zijnaad, terwijl in de achterbaan fi guurnaadjes gestikt worden. De jumper- blouse heeft °en paar scherp gepunte re vers en staan tegen de hals aan de achter zijde op. Sluiting met knoopen, dit in dub bele rij worden aangezet, terwijl de smalle ceintuur, die met drukkers sluit, eveneen* twee knoopen heeft, die in gelijken lijn met de overige komen. Om dit model vooral voordeelig te doen werken voor gezette figuren, wordt de taille vijf c.M. onder den normalen lijn ge bracht Patronen in de maten 46, 48, 50 en 52. MEISJESJURK. Succespatroon VKK 1985. Prijs 0.35. Het jurkje, dat het kleine meisje draagt kan van één kleur gemaakt worden of b.v. met de afgeronde zijstukken, mouwen en kraagje van afstekend materiaal b.v. een wollen ruitje. Het voorstuk loopt met een smalle stofreep, waaronde? het split is aangebracht door tot aan den hals. Knoop- garneeringen. De rug bestaat eve* eens uit twee deelen, zoodat de afgeronde voor stukken en het rugpand den indruk van een bolero weergeven. Het model leent zich bijzonder goed om b.v. van twee lap jes gemaakt te worden of misschien wel van een bestaand, japon. Patronen voor meisjes van 08 jaar. KNIPPATRONEN VAN DEZE MUDELLEN zijn verkrijgbaar bij Het Practisch Mode blad. Postbus 36. Den Haag. Giro 203203. De prijs bedraagt per patroon t 0.30 plus 0.05 voor porto- en omz. bel. Betaling steeds vooruit in postzegels, per postwis sel of giro.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 12