Het nieuwe leeningsontwerp is thans ingediend VRIJDAG 9 FEBRUARI 1940 31ste Jaargang No. 9562 3)e Ccki6eltc0oti/^rvt Bureaux Papengracht XL Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Adv. en Abonn.-tarieven tie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. K V De Radio. Wij geraken aan veel goeds en moois en aangenaams in het leven, helaas, vaak veel te gauw gewend. En dan waardeeren wij het niet meer of niet voldoende. Wij hebben zoo veel levens-gemak, zoo veel „comfort", wat men zich honderd, vijftig jaar geleden niet kon indenken, niet kon voorstellen. Maar: profiteeren we er van, d.w.z. be nutten wij dat alles, om beter en meer te kunnen arbeiden, om onze ontspanning op geestelijk-hooger peil te plaatsen, om onze ontwikkeling te verdiepen, om ons in derdaad te cultiveeren? Wij denken b.v. aan de radio, één van die levens-gemakken. Wat doen wij met de radio? Waardeeren wij voldoende practisch dat wij be langrijke en leerrijke gebeurtenissen kun nen meeleven, als 't ware kunnen bijwo nen; dat wij ons zoo gemakkelijk (en zoo goedkoop!) ontspanning en ontwikkeling kunnen schenken? Waardeeren wij dat? Of gebruiken wij de radio, om het toch al rommelige en rumoerige rondom ons nóg rommeliger en nóg rumoeriger te ma ken, waardoor wij ten slotte onszelf haast heelemaal in al die rompslomp ver liezen? Gebruiken wij de radio, om ver strooiende afleiding te zoeken, zonder eenigen inhoud, en voor geen andêr doel? Er is de laatste dagen in meerdere bla den geschreven over dit onderwerp, over het misbruik van de radio. De „Avondpost" en de „Nederlander" hebben critiek uitgeoefend op het cultu- reele peil van de meeste radio-program ma's en geklaagd over de stijlloosheid en oppervlakkigheid dier programma's. De „Standaard" sluit zich hierbij aan met de volgende opmerkingen: „Toegegeven werd,dat er ook wel goede uitzendingen waren, dat de radio eigenlijk wel een cultuurtaak te ver vullen had, maar dat het peil van de uitzendingen over het algemeen te wenschen overliet. Wij deeien dit oordeel. En de reden, dat we van dit gevoelen niet eerder blijk gaven, is precies dezelfde als ook „De Nederlander" aangaf. Men moet het laten bij het consta- teeren van een feit. De verzorgers van den omroep verlagen het peil natuur lijk niet opzettelijk. Zij richten zich naar den smaak van de luisteraars. Om hét anders te zeggen: de leverancier voegt zich naar de wenschen van zijn klanten. Door een artikeltje in een dagblad oefent men op dien smaak der klanten geen invloed uit. En voor zoo ver we met onze eigen lezers te doen hebben, zijn we niet zonder hoop, dat de overgToote meerderheid niet naar alles luistert wat door de radio het luchtruim ingaat. Het middel tot verbetering niet ken nend, vonden we geen aanleiding tot een publieke klacht. Maar nu „Avond post" en „Nederlander" hun stem ver hieven tegen de soms waarlijk laag- bij-den-grondsche uitzending stellen wij er prijs op de onze daaraan te paren. Al helpt het niets." Wij zijn niet zoo pessimistisch, dat wij den laatsten regel willen onderschrijven! De ondervinding leert ons, dat er ook veel sleur is sleur in het maar-raak-aan- zetten van de radio, waardoor aan den huis- kamer teneenenmale worden ontroofd die stilte en die rust, welke zoo weldadig kunnen zijn; sleur in het bij voorkeur of zelfs uitsluitend luisteren naar banale mu ziek en banale „humor". En uit die sleur kunnen de menschen werkelijk wel wor den getrokken, al is 't ook niet bij het eer ste rukje. Hier moet de aanhouder win nen. De menschen moeten van de radio pro fiteeren, en haar niet misbruiken als een ding, dat zooals wij zeiden door zijn voortdurende en vlakgrondsche afleiding nog de laatste resten van bezinning en diepere innerlijke beschaving weg-zuigt! Er kan van de radio, als wij die goed ge bruiken, heel veel goeds en aange naams uitgaan. Mogen we de ons gegeven gave van de radio zóó benutten! f300 MILJLIOEN TEGEN 4 PCT. RENTE Slaagt de leening niet, dan volgt een gedwongen leening tegen 3 pet- met eventueelen inkoop beneden pari KOERS DER VRIJE LEENING 100 PCT. Thans is het aangekondigde leeningsont werp ingediend. In de memorie van toelichting schï^jft de minister van Financiën onder andere: Zooals uit den regelmatig gepubliceer- den stand van 's Rijks kas blijken kan, be loopt het totaal der vlottende schuld op het oogenblik ruim ƒ800 millioen. Wel staat daar een niet onaanzienlijk bedrag aan vorderingen tégenover, maar het sal do der verplichtingen is toch van dien aard, dat een verdere consolidatie van schuld thans niet achterwege mag blijven. De minister stelt zich daarom voor, zeer binnenkort een leening aan te gaan van 300 millioen, tegen een koers van uit gifte van 100 pet., en een jaarlijksche ren te van 4 pet. Daar deze leening nog beschouwd kan worden als te zijn aangegaan ter dekking van normale kapitaalsuitgaven, zal zij een looptijd hebben van 40 jaar. Weliswaar be vindt zich onder de huidige vlottende schuld ook reeds een aanmerkelijk bedrag, uat het gevolg is van de tegenwoordige buitengewone omstandigheden, maar voor het meerendeel der schuld geldt dit niet. Deze stamt uit normalen tijd en kan op nor male wijze worden geconsolideerd. Althans wat den looptijd der leening aangaat. Uit het voorafgaande volgt reeds, dat deze leening niet de laatste zal zijn en bin nen afzienbaren tijd zal moeten gevolgd worden door een leening, als bedoeld in artikel 1 van het ontwerp-Leeningfonds en af te lossen in 15 jaar. De structuur van de semi-gedwongen leening zal dezelfde zijn als in vroeger ja ren. Op het eerste plan zal staan een for meel-vrijwillige leening, welke een rente zal dragen die 1 pet. hooger is dan de ren te van de gedwongen leening, welke vol gen zal, indien de vrijwillige leening de beoogde som niet opbrengt. Doordat de be dragen, waartoe men aan een gedwongen leening zou moeten deelnemen, reeds nu worden aangekondigd, kan iedereen nauw keurig nagaan, in welke mate hij de vrij willige leening zal moeten inschrijven, om zich te vrijwaren tegen verplichte deelne ming straks aan een leening, die een lagere rente zal opbrengen en door inkoop bene den pari kan worden afgelost. Die vrijwaring zal absoluut zijn, ook als de gedwongen leening doorgaat. Want in dat geval zal de inschrijver op de vrijwil lige leening zich aan de gedwongen lee ning kunnen onttrekken door inlevering van de „bewijzen van storting", die hij te gelijk met de obligaties van de vrijwillige leening ontvangt. Wie op de thans uit te geven lee ning voor zijn „competente portie" inschrijft, stelt zich derhalve veilig te gen de eventualiteit van het intreden der gedwongen leening. Deze gedachte, aan de emissies uit de vroegere oorlogsjaren ontleend, krijgt thans nog een kleine uitbreiding, in zoo ver de obligaties van de jongste Staatslee- ning desgewenscht voor 100 pet. in ont vangst zullen worden genomen bij de stor ting op deze nieuwe leening. Of daarvan veel gebruik zal worden gemaakt, is onze ker. De rente is bij beide leeningen dezelf de. De belastingbetalingsfaciliteit ont breekt bij de nieuwe leening. Het is dus zeer wel mogelijk, dat de deelnemers aan de laatste Staatsleening in groote meerder heid hun stukken liever zullen behouden en thans nieuw geld zullen storten. Daar echter gebleken is, dat een aantal kleine inschrijvers zich toen maals met eenige moeite liquide heb ben kunnen maken en uit plichtsge voel daarvoor een offer hebben ge bracht, komt het billijk voor, hun al thans de gelegenheid te openen, hun storting in de semi-gedwongen lee ning te doen met de oude obligaties. Ten slotte wordt nog medegedeeld, dat, in verband met het bijzonder karakter van de thans uit te geven leening, de Neder- landsche Bank zich bereid heeft verklaard, een regeling te treffen, welke voor hen, die bü de te verrichten stortingen liqui- aiteitsmoeilijkheden ondervinden en deze niet uit eigen kracht kunnen overwinnen, het verkrijgen van de noodige middelen mogelijk zal maken. Zij zullen zich tot de Bank kunnen wenden met het verzoek voor hun re kening te storten en de tegen die stor tingen te ontvangen obligatiën voor be leening in onderpand te nemen. Het surplus zal slechts 10 ten honderd be dragen. Het zal gegeven kunnen worden in con tant geld, hetwelk dan in mindering van de beleening kan gebracht worden, óf in effecten, voor zoover de bank deze als sup pletoir onderpand kan aannemen en mits deze volgens den laatsten beurskoers ten minste 130 ten honderd vertegenwoordi gen van het surplus, dat anders in con tanten zou zijn te geven. De GEDWONGEN LEENING. Artikel 16. 1. De binnen het Rijk wonende natuur lijke personen, die voor het belastingjaar 1939—1940 zijn of worden aangeslagen in de vermogensbelasting naar een zuiver vermogen van ƒ30.000 of meer, zijn, be houdens het bepaalde in artikel 26, ver plicht deel te nemen in de in deze afdee- ling bedoelde leening door storting van zoodanig bedrag als voor elk vermogen hieronder volgt: 30.000 of meer, doch minder dan ƒ40.000: ƒ100; 40.000 of meer, doch minder dan ƒ50.000: ƒ200; 50.000 of meer, doch minder dan ƒ60.000: ƒ300; 60.000 of meer, doch minder dan 250.000: 400, verméerderd met 100 voor elke 5000, waarmede het vermogen 60.000 te boven gaat| 250.000 of meer', doch minder dan ƒ500.000: ƒ4200, vermeerderd met ƒ100 voor elke 4500 waarmede het vermogen ƒ250.000 te boven gaat; 500.000 of meer, doch minder dan 750.000: 9700, vermeerderd met 100 voor elke 4000 waarmede het vermogen 500.000 te boven gaat; 750.000 of meer, doch minder dan 1.000.000: 15.900, vermeerderd met 100 voor elke 3500 waarmede het vermogen 750.000 te boven gaat; 1.000.000 of meer: 22.900, vermeerderd met 100 voor elke 3000 waarmede het vermogen 1.000.000 te boven gaat. Artikel 18: De binnen het Rijk gevestigde, niet in artikel 1 der Beleggingswet genoemde, al dan niet rechtspersoonlijkheid bezittende maatschappijen, fondsen en instellingen, welke in de uitoeefning van hun bedrijf of van hun werkzaamheden, in verband met door hen aanvaarde verplichtingen, regelmatig gelden rentegevend uitzetten op termijnen, langer dan één jaar, zijn, be houdens het bepaalde in artikel 26. ver plicht deel te nemen in de in deze afdee- ling bedoelde leening door storting van een bedrag, dat gelijk staat met twee ten hon derd van de gezamenlijke waarde hunner bezittingen, volgens de laatstelijk vóór 1 Januari 1940 vastgesteld balans. Artikel 19: 1. De binnen het Rijk gevestigde naamlooze vennootschappen, com manditaire vennootschappen op aan- deelen en coöperatieve of andere ver- eenigingen, welke niet ingevolge het voorafgaande artikel verplicht zijn tot deelname voor een bedrag, dat gelijk staat met twee ten honderd van de gezamenlijke waarde hunner bezittin gen, zijn, behoudens het bepaalde in artikel 26, verplicht deel te nemen in de in deze afdeeling bedoelde leening door storting van een bedrag, dat gelijk staat met de helft van de over een boekjaar, geëindigd in het tijdvak van 1 Mei 1938 tot en met 30 April 1939, gedane uitdeelingen, welke vallen on der de dividend- en tantièmebelasting. 2. De verplichting tot deelneming be staat niet, indien het gezamenlijk bedrag van de uitdeelingen minder bedraagt dan 5000. AARDSCHOKKEN IN CALIFORNIë. GRASS BALLEY, 9 Febr. (ANP). De hevigste aardschokken sinds 15 jaar zijn gisteren voorgekomen in het district North- sierra van Californië. De klokken gingen stilstaan. In vele plaatsen werden de be woners uit hun slaap gehaald. Het huis raad rammelde. Vele menschen verlieten hun woningen. Van ernstige schade wordt geen melding gemaakt. BOTSING TE R'DAM tusschen tram en vrachlau'o DRIE DOODEN, EEN ZWAAR GEWONDE Vanmorgen te kwart voor acht is op den Westzeedijk te Rotterdam een ernstig ongeval geschied, waarbij drie dooden te betreuren zijn. Een motor wagen der R.E.T. kwam in botsing met een vrachtwagen, welke door eenige arbeiders met steenen werd geladen. Vier mannen werden gegrepen en raakten bekneld tusschen de tram en den vrachtwagen. Twee werklieden waren op slag dood. Te twee anderen werden ernstig gewond. Tijdens het vervoer naar het ziekenhuis is een der gewonden bezweken. De toestand van den vierden man is zorgwekkend. De oorzaak van het ongeval moet worden geweten aan een verkeerden wisselstand. Bij de parksluizen liggen de tramrails in een lus, zoodat wanneer een van de beide bruggen geopend is, de trams over de andere brug, die ongeveer honderd meter verder ligt, kunnen rijden. Toen vanmorgen een motorwagen van lijn tien uit de richting van de binnenstad over den Westzeedijk de brug naderde, was deze brug vrij. De bestuurder van de tram reed dernalve met onverminderde vaart verder. Doordat echter de wissel daar ter piaatse verkeerd stond, zwenkte de tram wagen plotseling naar rechts en reed den 's-Gra vendij kwal. In verband met de werkzaamheden van de Maaslunnelwerken, waren daar eenige arbeiders bezig met het iaden van steenen op een vrachtauto. Deze stond midden op de tramrails, omdat de werklieden ver wachtten, dat er, zoolang de brug gesloten is, toch geen tram over dat weggedeelte zou komen. De tramwagen naderde plotseling met zoo n groote vaart, dat de arbeiders, die het voertuig niet tijdig zagen aankomen, geen tijd meer hadden weg te komen en dien tengevolge tusschen wegen en tram be kneld raakten. De auto werd aan de achterzijde gegre pen en met kracht vooruit geduwd. Zij schoot over een vluchtheuvel, vernielde een verkeerszuiltje en kwam aan den kant van den weg tot stilstand. De gevolgen van de botsing waren ont zettend. Achter de auto stonden twee ge meentewerklieden, de 51-jarige onderbaas H. Broere, van den Mathenesserdijk en de 49-jarige D. van de Velde van het Weena- plein. Deze mannen geraakten onder de achterwielen van de auto, waardoor hun de borstkas werd ingedrukt. Van de Velde was op slag dood, Broere overleed tijdens het vervoer naar het ziekenhuis. Ook bij de voorzijde van de auto stond een arbei der, de 39-jarige metselaar J. P. Langerak, uit de Joost van Geelstraat. Deze man raakte bekneld tusschen de voorzijde van de vrachtauto en de tram. Hij kreeg een schedelbreuk benevens inwendige kneu zingen. Ook dit slachtoffer overleed tijdens het vervoer naar het ziekenhuis. Voordat de tram op de vrachtauto bot ste, scheerde zij een tweede vrachtauto. De chauffeur hiervan, de 42-jarige H. Ree ling, wonende in de Hudsonstraat, wérd door tot nu toe onopgehelderde oorzaak door de tram gegrepen, waarbij de man den linkerarm kneusde. Na in het ziekenhuis aan den Coolsingel te zijn behanded, kon de man, die zeer overstuur was, naar zijn woning worden gebracht. De politie, die onmiddellijk een onder zoek instelde, heeft den tramwagen in be slag genomen en naar de remise Delfs- haven laten overbrengen. Ook de drie lijken zijn in beslag genomen. Den bestuurder van de tram werd een langdurig verhoor afgenomen. BRAND IN VUURWERKFABRIEK. NEW-YORK, 9 Febr. (A.N.P.) Een vuur werkfabriek, waar zich ontploffingen heb ben voorgedaan, is direct een prooi der vlammen geworden, welke zich met groote snelheid verspreidden en minstens vijf dichtbijgelegen perceelen hebben bereikt. Alle bewoners binnen een afstand van 10 km. werden opgeschrikt en een groot aantal personen snelde de straat op in de meening, dat zich een aardbeving had voorgedaan. Tot nu toe zyn er twee ge wonden. D^fabriek was eigendom van een inter nationale onderneming. Dit nummer bestaat uit vier bladeiu VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland DUITSCHLAND EN DE POSITIE DER NEUTRALEN. (2de blad). DE AANHOUDENDE AANVALLEN DER RUSSEN OP DE MANNERHEIMLINIE. (2de blad). 0 Binnenland NIEUW LEENINGSONTWERP INGE DIEND (1ste blad). SUIKER OP BON 13 (2de blad). BESCHERMING VAN SCHATTEN VAN KUNST EN WETENSCHAP (2de blad). DE BOETETOCHT NAAR 's-HERTO- BOSCH OP A.S. ZONDAG (2de blad). TE ROTTERDAM IS EEN TRAMWA GEN OP EEN MET STEENEN BELADEN VRACHTWAGEN GEREDEN, WAAR DOOR DRIE ARBEIDERS WERDEN GE DOOD EN écN GEWOND (1ste l i l. HEFTIGE STRIJD TEGEN IIET IJS OP DE VERSCHILLENDE RIVIEREN (3de blad). Omgeving DE BURGEMEESTER VAN MARKEN. DE HEER G. VERHEUL, IS BENOEMD TOT BURGEMEESTER VAN KOUDE KERK (1ste blad). PROF. DR. J. H. KRAMERS die heden zijn hoogleeraarsambt aan de Leidsche Universiteit aanvaardde met het houden van een inauguratierede. BEPERKING IN GEBRUIK VAN BRANDSTOFFEN IN DENEMARKEN. KOPENHAGEN, 9 Febr. (ANP). De ongewoon strenge winter, welke thans de Deensche wateren bijna geheel heeft af- geloten, heeft ertoe geleid, dat tal van schepen met ladingen steenkool niet tijdig zijn aangekomen. Sinds eenigen tijd heersoht daardoor een gevoelig tekort aan brandstof. P.eeds in October waren maat regelen genomen om tot besparing in het gebruik te komen, maar om aan de toege nomen moeilijkheden het hoofd te bieden, heeft de regeering thans tot veel sterker ingrijpende beperkingen besloten. In woonhuizen, kantoren, winkels, restau rants, bibliotheken, sonolen enz. mag de temperatuur niet hooger zijn dan 18 graden Celsius en moet het vuur in den tijd van des avonds 10 uur tot des morgens 7 uur zooveel mogelijk getenuperd worden. Ker ken, vergaderlokalen, musea, wachtkamers, bioscopen e.d. moeten des avonds om 12 uur sluiten en sommige gemeenten mogén zelfs de volkomen sluiting van deze in richtingen op bepaalde dagen gelasten. Dé bovenvermelde beperkingen gelden vanaf Maandag a.s. tot einde Maart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1