De strijd der Finnen
Uit Vaticaanstad
De cijns van den
zee-oorlog
Vaaiidutende aanvatten (tij,
JEadaya-meet
Volksverhuizing
KERKNIEUWS
Sneeuw of ijs -
vriend of vijand?
ZATERDAG 27 JANUARI 1940
DE LE'DSCHE COURANT
TWEEOE BLAD - p'O. fi
DUITSCH PROTEST BIJ DEN H. STOEL.
Wegens radio-uitzending over Polen.
United Press heeft in de Vaticaansche
stad vernomen, dat de Duitsche ambassa
deur by den Heiligen Stoel, von Bergen,
een formeelen stap heeft gedaan bij Z. H.
Em. kardinaal Maglione betreffende de ra
dio-uitzendingen van het Vaticaansche ra
dio-station.
Dit station heeft zooals men weet -
berichten uitgezonden over de slechte be
handeling van de Poolsche katholieken
door de Duitschers.
Ofschoon door 't late uur geen bevesti
ging van het Vaticaansche staatssecreta-
tiaat was te verkrijgen, vernemen wij, dat
von Bergen krachtig het feit heeft .veroor
deeld, dat hét genoemde radiobericht in
verschillende talen op diverse kortegolf-
lengten werd uitgezonden.
Hij heeft kardinaal Maglione beleefd
verzocht, de gebruikelijke radio-uitzendin
gen in het Duitsch door radio Vaticana te
staken.
De audiëntie van von Bergen bij kard.
Maglione ging juist vooraf aan een confe
rentie, die de staatssecretaris met den
Paus zou hebben. Gedurende deze confe
rentie heeft kard. Maglione den Paus over
de Duitsche wenschen ingelicht.
PAUSELIJK ANTWOORD AAN
KARDINAAL VERDIER.
Uit Parijs: De „Semaine Religieuse" pu
bliceerde gisteren het antwoord van den
Paus op de goede wenschen ter gelegen
heid van het Kerstfeest en Nieuwjaar
door kardinaal Verdier gezonden. De Paus
zegt hierin een aangename herinnering te
hebben aan zijn verblijf in de Fransche
hoofdstad. Hij heeft hier te veel verheu
gends gezien en is er te goed ontvangen,
om niet in het bizonder te zijn getroffen
door de betuiging van trouwe godsdiensti
ge toewijding, welke ter gelegenheid van
de jaarwisseling is kenbaar gemaakt. Hij
weet, welke wenschen hij voor het geluk
en de welvaart moet terugzenden. Het is
overbodig te herhalen, welke plaats Frank
rijk in het hart van den Paus inneemt; hij
hoopt oprecht, dat het katholieke Frank
rijk de huidige moeilijkheden te boven zal
komen en steeds meer de roeping van
apostolaat# en beschaving zal vervullen,
welke het door de goddelijke voorzienig
heid is opgelegd.
De Paus verklaart zeer wel te weten
met welken ijver kardinaal Verdier hier
aan arbeidt. Dezer dagen is het tien jaar
geleden geweest, dat hij kardinaal werd
gecreëerd en het is den Paus zeer aange
naam na te gaan, wat de kardinaal in de
zen tijd heeft gedaan tot bloei van de
Kerk, zoowel in het bouwen van kerken
als op sociaal gebied of in de opleiding
van de geestelijkheid. De Paus wenscht
den kardinaal hiermede geluk en hij
dankt God, die de gever van alle goede
gaven is.
De Paus bidt dit jaar in het bizonder
voor het groote en goede volk, dat aan
de zorgen van den kardinaal is toever
trouwd en zijn vaderlijke gedachten gaan
in het bizonder uit naar de geestelijkheid,
vooral naar hen, die zeer groote offers
moeten brengen, waardoor zy evenwel
groote verdiensten verzamelen.
Tenslotte verklaart de Paus zijn aposto-
lischen zegen te schenken.
VIER SCHEPEN ZONKEN.
Het Spaansche schip „Castillo de Mon-
forte" is ste Vigo aangekomen met 28 over
levenden van een Fransch schip, dat giste
ren bij het aanbreken van den dag getor
pedeerd is. De 28 geredden waren gevon
den, terwijl zij dicht opeengepakt in een
kleine sloep zaten; zij hadden getracht de
Portugeesche kust te bereiken. Zes hunner
waren gewond.
Men vreest, dat acht opvarenden van het
Fransche schip zijn omgekomen.
Volgens een Reu ter-bericht uit Londen
worden van het Deensche s.s. „Gudveid"
(1300 ton), dat, naar gemeld werd, Don
derdagavond in de Noordzee door een Duit
sche duikboot tot zinken is gebracht, tien
opvarenden vermist. Zeven overlevenden
zijn aan land gebracht.
Verder wordt bericht, dat dertig leden
van de bemanning der „Everene", allen
Letten, naar een Schotsche haven zullen
worden gebracht. Een man wordt vermist.
De overlevenden zijn opgepikt door de
„Dole", een zusterschip van de „Everene".
Tijdens het reddingswerk zagen de opva
renden van de „Dole" duidelijk een duik
boot, die zich verwijderde.
Eveneens meldt Reuter, dat de kapitein
en elf leden der bemanning van het Maan
dag j.l. op den Atlantischen Oceaan tot
zinken gebrachte Zweedsche s.s. „Sonja"
(1828 ton) Vrijdag in een haven van Eire
zijn aangekomen, na vyf dagen in een red
dingboot te heben rondgedreven.
De „Sonja" was op weg van New-York
naar Rotterdam.
Het Noorsche schip .Sonja" is op den
Atlantischen Oceaan getorpedeerd, omdat
de gezagvoerder weigerde in te gaan op
den eisch van een duikbootcommandant,
dat hij papieren zou onderteekenen, waar
in gezegd werd, dat zijn schip contraban
de vervoerde. De bemanning moest maar
zien hoe zij het beste land zou bereiken,
vijf dagen en nachten dreven de mannen
rond in twee xeddingbooten. Zij leden zwa
re ontberingen. Eén der booten, waarin d?
kapitein en 11 leden der bemanning zich
bevonden, is op de Iersche kust aan land
gedreven.
De dertien andere opvarenden van de
VERBETEN GEVECHTEN
RUSSEN VERBETEREN HUN POSITIES
De verwoede gevechten, welke reeds de
geheele week ten noorden van het Ladoga-
meer aan den gang zijn, naderen, naar men
gelooft, hun einde. De Finnen hebben ver
beten gevochten om stand te kunnen hou
den en hoewel de Russische troepen er niet
in geslaagd zijn door de Finsche linies te
breken, schijnt het zeker, dat zij zich gered
hebben uit een netelige positie, waarin zij
eerder in de maand gelokt waren.
HET FINSCHE LEGERBERICHT
Het Finsche legerbericht van gisteren
luidt:
Te land: Op de Karelische landengte
heeft de vijand des ochtends getracht over
de bevroren meren van Mualojarvi en de
rivier de Taipale met betrekkelijk zwakke
strijdkrachten de Finsche linies aan te val
len. De aanvallen werden afgeslagen.
Ten Noordoosten van het Ladogameer
blijft de vijand voortdurend druk op de
Finsche stellingen uitoefenen, hij valt hier
thans reeds vijf dagen vergeefs aan. Alle
aanvallen zijn afgeslagen en de Finnen heb
ben al hun posities behouden. Deze aanval
len hebben den Russen zeer groote offers
gekost: verscheidene compagniën zijn ver
nietigd, honderden dooden bleven op het
slagveld. De Finsche troepen hebben voorts
verscheidene Russische colonnes, waarbij
vierhonderd paarden, vernietigd.
Aan het Oostelijk front verder levendige
activiteit Van patrouilles.
Ter zee: Aan den Oostelijken oever van
het Ladogameer heeft de vyand, gesteund
door artillerie, ettelijke malen de verster
kingen van Manssila aangevallen. Alle aan
vallen zijn afgeslagen. De vijand liet voor
de Finsche stellingen meer dan honderd
dooden achter. Van andere punten wordt
niets van beteekenis gemeld.
In de lucht: Niets te melden.
De bedrijvigheid der Russische lucht
macht was Donderdag vrij beperkt, waar
schijnlijk in verband met de weersgesteld
heid. Niettemin is een aantal plaatsen, voor
al in het Oosten van Finland, gebombar
deerd. Belangrijke schade is niet gemeld,
doch opnieuw wordt verklaard, dat de Rus
sische vliegers met hun machinegeweren op
de burgerbevolking hebben geschoten.
HET RUSSISCH LEGERBERICHT
Het Russische legerbericht van gisteren
luidt:
„Op 26 Januari heeft niets van belang
plaats gegrepen op het front".
DE AETHER-OORLOG
De Finsche radiostations, welke uitzen
dingen den laatsten tijd werden gestoord,
hebben hun activiteit hervat en in de Rus
sische taal uitgezonden. De Russische ar
beiders werden gisteravond aangespoord de
bolsjewistische machines te vernielen en
van den grond af een nieuwen staat op te
bouwen. „Weg met de dictatuur van de
commissarissen, leve een vry en onafhanke
lijk Rusland", zoo besloot de Finsche spre
ker zijn toespraak.
Ook deze uitzending werd door de Rus
sen gestoord, doch de stem van den Fin-
schen spreker was duidelijk te hooren bo
ven de fluittoon en het gebrom, dat zijn
stem moest verstikken.
DE RAAD TOT HEENGAAN AAN
ZWEDENS AMERIKANEN
Het door een Stockholmsch ochtendblad
verspreide bericht, dat de legatie der Ver-
eenigde Staten te Stockholm den Ameri-
kaanschen staatsburgers zou hebben aan
geraden, met het oog op beweerde concen
traties van Duitsche troepen, die onrust
zouden kunnen baren, Zweden te verlaten,
blijkt onjuist.
De legatie der Vereenigde Staten ver
klaart, dat de consul-generaal slechts een
ci-culaire zou hebben verspreid, waarin hy
wijst op den algeméenen toestand in Euro
pa en doet uitkomen, dat het beter zou zijn,
thans te vertrekken, indien het niet strikt
noodig is, in Zweden te blijven, daar de
transportmiddelen ter zee thans beter zyn,
dan zij waarschijnlijk over eenige maanden
zullen zijn, wanneer de toestand misschien
erger zal zijn geworden.
Er werd nimmer melding gemaakt van
Duitsche troepenconcentraties.
Overigens verklaart het Zweedsche mi
nisterie van buitenlandsche zaken niets te
weten van Duitsche troepenconcentraties,
welke in Zweden onrust zouden kunnen
wekken.
„Sonja" zijn opgepikt door een treiler uit
Swansea en eveneens aan de Iersche kust
aan land gezet.
DUITSCHE PASSAGIERS OP
JAPANSCHE SCHEPEN.
Ten einde incidenten als met de „Asa-
ma Maroe" te voorkomen heeft het Ja
pansche ministerie voor het verkeerswe
zen, na overleg met de ministeries van bui
tenlandsche zaken en marine besloten, dat
de scheepvaartmaatschappijen in de toe
komst aan onderdanen van oorlogvoerende
landen slechts onder de volgende voor
waarden mogen vervoeren:
lo. Aan onderdanen van oorlogvoe
rende landen mogen slechts plaatsbewij
zen worden verkocht, wanneer zy het be
wijs overleggen, dat zij geen deel uitma
ken van de weermacht.
2o. Onderdanen van oorlogvoerende
landen, die deel uitmaken van de actieve
weermacht, mogen niet met Japansche
schepen worden vervoerd.
3o. In geval van verdenking inzake de
bovengenoemde punten moeten nadere in
structies worden gevraagd.
BOMBARDEMENTSVLIEGTUIGEN
OVER DEN OCEAAN?
De Matin" meldt uit Washington, dat
een aantal Lockhead-bombardementstoe-
stellen den Atlantischen Oceaan overge
stoken zijn en zonder tusschenlanding van
New-Foundland naar Parijs zijn gevlogen.
Zij zouden door Fransche vliegers bestuurd
zijn. In officieele Amerikaansche kringen
zegt men van deze gebeurtenis niets af te
weten, doch Amerikaansche militairen
hechten geloof aan het bericht.
DUITSCHERS UIT GALICIë EN
WOLHYNIë.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt uit
„Deutsch-Przemysl":
Het einde der landverhuizing van de
Volksduitschers uit Galicië en Wolhynië
staat voor de deur. Tot gisteren hadden
rond 103.000 Volksduitschers uit Galicië
en Wolhynië met de spoorwegen en rond
35.000 met vrachtwagencolonnes de Duitsch
Russische belangengrens overschreden.
Thans worden nog een stoet uit Galicië
en vier uit Wolhynië verwacht, zoodat het
totaal aantal gerepratieerde Duitschers
ongeveer 160.000 zal bedragen. Himmler
heeft gisteren in zijn eigenschap van rijks
commissaris voor de vestiging van het
Duitsche „Volkstum" den laatsten uit Ga
licië binnenkomenden stoet op de grens-
brug over de San verwelkomd. Tevens is
gisteren ook het voorlaatste spoorweg
transport Volksduitschers uit Galicië aan
gekomen.
Hultenlandsche Berichte»
KOUDEGOLF IN AMERIKA.
De over geheel Noord-Amerika gestre
ken koudegolf der laatste tien dagen heeft
380 dooden geëischt en groote ellende ge
bracht, evenals financieele verliezen in
de Zuidelijke staten, waar duizenden wo
ningen thans geïsoleerd zyn. Het is de
strengste winter sinds een generatie.
Volgens oude visschers heeft de Missis-
sipi nog nooit zoo vol ijs gezeten.
TREINBOTSING NABIJ TIENEN.
Gisteravond is een personentrein nabij
Tienen (België) op een goederentrein in
gereden. De beide locomotieven vielen om,
doch geen enkele wagon ontspoorde. Er
werden 23 personen licht gewond.
GEWELDIGE BRAND IN JAPAN.
Ruim 150 huizen zijn in de asch gelegd
by een brand, die Vrydag even na mid
dernacht is uitgebroken in Ninomoya na
bij Oiso in de Japansche prefectuur Kana-
gawa, zoo wordt telefonisch uit Oiso ge
meld. Zaterdagmorgen om half vier was
men den brand practisch meester.
De vernielde huizen liggen voor het
grootste deel in de amusementswijken.
Het spoorwegstation, het gemeentehuis en
de lagere scholen zijn behouden.
Meer dan 150 menschen hebben het le
ven verloren.
OVERSTROOMINGEN IN SPANJE.
Door een plotselinge en aanzienlijke
stijging van temperatuur is de sneeuw
in Spanje gaan smelten. Alle rivieren stij
gen, hetgeen overstroomingen veroor
zaakt.
SCHIP IN NOOD.
Het passagiersschip „President Quezon",
vroeger president „Madison" geheeten,'
groot 14.187 ton, dat zijn eerste reis maak
te onder Philippijnsche vlag, heeft gister
avond draadloos assistentie gevraagd, aan
gezien het aan den grond was geloopen en
de machinekamer snel volliep. Het gaf als
positie op 30 graden 1 minuut Noorder
breedte en 130 graden 16 minuten Ooster
lengte. Het Japansche schip „Dekisjima
Maroe". begeeft zich derwaarts om bijstand
te bieden.
DE KATHOLIEKE HIËRARCHIE IN 1939.
In het onlangs verschenen „Anivuario
Pontificio" wordt de stand gegeven van de
Katholieke Hiërarchie op 31 Dec. 1939.
Het aantal kerkele hoog waardigheidsbe
kleders is als volgt verdeeld:
57 Kardinalen.
10 Resideerende patriarchen.
4 Titulair patriarchen.
221 Resideerende aarstbisisch oppen -me
tropolieten.
37 Resideerende aartsbisschoppen.
940 Resideerende bissohoppen.
772 Titulair metropolieten, aartsbischop-
pen, bisschoppen, Nunti enz.
52 Prelaten en Abten-nullius.
306 Apostolische Vicarissen.
128 Apostolische Prefecten.
Tijdens het Pontificaat van Pius XII
werden 10 nieuwe aartsbisdommen en bis
dommen opgericht, 2 Prelaturen, 19 Apos
tolische Vicariaten en 5 Apostolische Pre
fecturen.
Italië staat vooraan wat betreft het aan
tal bisdomm. n. In Italië zijn 39 aartsbis
dommen en 245 bisdommen; daarna volgen
de Vereenigde Staten met 19 aartsbisschop
pen en 93 bisschoppen, Brazilië met 17
aartsbisschoppen en 81 bisschoppen, Fran
krijk met 17 aartsbisschoppen en 70 bis
schoppen en vervolgens Spanje met 9
aartsbisschoppen en 51 bisschoppen.
Onder de missielanden staat China voor
aan met 90 Apostolische Vicariaten en 39
Apostolische Prefecturen.
NAAR DE MISSIE.
Vanuit Roozendaal zijn met een boot
trein naar Genua afgereisd voor het
Apostolisch Vicariaat van Malang, Java, de
nieuwbenoemde superior regularis der
E.E.P.P. Carmelieten in genoemd Vicariaat,
de Hoogeerw. Pater Drs. Herman Josef
Denteneer, Ord. Carm. met twee nieuwe
missionarissen, de Weleerw. Paters Bavo
Ruyter en Theophilus v. d. Honk, Ord. Car.
Ter uitgeleide waren op het station te
Roosendaal o.a. aanwezig de Hoogeerw.
P. Joës. a Cruoe Kerkhof, Provinciaal der
Carmelieten en P. Dr. C. Hendriks, Ass.
Prov.
DE GEBEDSACTIE VOOR DEN VREDE.
Alle volkeren verlangen naar den vrede,
maar de omstandigheden ontwikkelen
zich, helaas, zoo, dat zoover een gewoon
mensdh oordeelen kan de moeilijkheden,
die het sluiten van vrede, zeker van spoe-
digen vrede in den weg staan, hoe langer
zoo grooter worden.
Middelerwijl stijgen met den dag de mil-
llarden, die voor oorlogsdoeleinden of
noodzakelijke paraatheid worden uitgege
ven; middelerwijl groeien met den dag de
gevoelens van vijandschap en wraakzucht
tusschen de strijdende volkeren; middeler
wijl vermeerderen met den dag de moei
lijkheden en de gevaren van vele neutra
len, ook van ons eigen Vaderland. Men
schel Ijker wij ze gesproken is er haast geen
uitzicht, dat de pogingen van Z. H. den
Paus en andere invloedrijke personen, die
trachten te bemiddelen, binnen afzien'ba-
ren tijd zullen slagen.
Wat blyft ef voor geloovige nienschen,
die weten, dat tenslotte God de wereld re
geert, dat God en Hy alléén de harten der
menschen ombuigen kan, werwaarts Hij
wil, wat blijft er voor ons anders over,
dan nederig en volhardend gebed, onder
de voorspraak van Haar, die eenmaal den
Vredevorst ter wereld bracht en die door
de H. Kerk vereerd wordt als de Koningin
des Vredes!
Daarom steun* ik gaarne de actie, die
door het Comité der Nederlandsche Bede
vaarten en de Geestelijke Bedevaart uit
Amsterdam wordt voorbereid om van 2
tot 11 Februari een algemeene Novene en
op 11 Februari een boetetocht te houden
naar de Zoete Lieve Vrouw van den Bosch.
De circulaire vermeldt een gemeen
schappelijke Novene in drie Amsterdam-
sche Kerken; ik zou wenschen, dat zij ge
houden werd in alle Kerken en Kapellen
in Amsterdam en zoover mogelijk
in heel ons Vaderland.
21 Januari 1940.
Dr. G. VAN NOORT.
In Finland worden zij beschouwd
als welkome bondgenooten
IJs en sneeuw zijn er altijd ge
weest, in tijden van oorlog zoowel
als in die van vrede. Zij vormen
dus een factor, waarmede altijd
rekening dient te worden gehou
den. In sommige opzichten is Ko
ning Winter een bondgenoot in
andere gevallen echter een bittere
tegenstander.
De thermometer daalt op deze breedten
tot een schrikbarende laagte tientallen
graden onder nul. Trouwens, geheel Europa
heeft thans te lijden van een koudegolf, zoo
als men in jaren niet meer heeft beleefd.
Heeft de burger daaronder sterk te lijden
des te erger bezoeking is de koude voor
den soldaat te velde. Het lijden van den
oorlogswinter 1917/18 herhaalt zich. In de
ijzige winterkoude staan de soldaten op hun
post, de verstijfde hand omklemt het ge
weer, de scherpe wind geeselt het gezicht.
De treinen met levensmiddelen en ammu
nitie blijven in de sneeuw steken, de bodem
is zoo hard bevroren, dat de spade tever
geefs tracht, er doorheen te dringen. Dat is
de oorlog in sneeuw en ijs, de onbarmhar
tige interventie van Koning Winter.
Reeds bij de oude Romeinen...
Strenge oorlogswinters heeft men door
alle eeuwen heen gekend; en het probleem,
dat zij opwerpen: „Vriend of vijand?" is
dus geenszins nieuw meer. In de grijze oud
heid, toen men zich nog niet zoo goed tegen
de koude wist te beschutten als thans, gaf
men er de voorkeur aan, den winter uit den
weg te gaan. Bij het aanbreken van het
ruwe jaargetijde placht men den strijd te
onderbreken. In Caesar's „De bello Gallico"
komt men herhaaldelijk den zin tegen:
„Toen betrokken de troepen hun winter
kwartieren." Bijna twintig eeuwen lang is
men aan dit gebruik getrouw gebleven; en
dat Napoleon de fout heeft begaan, zich in
den winter te wagen aan een strijd tegen
Rusland, dat de koude als machtige bond
genoot had, is zijn noodlot geworden. Sedert
dien tijd is er geen enkele generale staf, die
de gevaren onderschat welke kunnen drei
gen van de zijde van „Koning Winter"; en
hoewel de transportmogelijkheden aan
merkelijk zijn uitgebreid, heeft men het
zich tot gewoonte gemaakt om bij alle stra
tegische plannen rekening te houden met de
eventueele interventie van dit ijzige heer
schap. Vooral hier in het Noorden geeft de
winter blijken van zijn sterkte en macht, op
de meest tragische wijze. Ofschoon ook de
Russische soldaten over het algemeen weten
mede te praten over strenge koude, heeft
zich deze winter een onverbiddelijke vijand
getoond; deze zelfde winter heeft echter de
zijde van het recht gekozen en zich een on
schatbaar bondgenoot getoond voor de
Finnen.
De Finnen zijn gewoon aan een
Pool-temperatuur.
Dat komt niet alleen hierdoor, dat de
Finnen in hun verdedigingspositie van het
begin af een strategisch gunstiger stelling
innamen, doch in de eerste plaats door het
feit, dat dit volk, aan de Poolcirkel levend,
den winter niet beschouwt als een vijand,
doch als een vriend en zich van hem weet te
bedienen. Hij heeft hun een wapen ver
schaft, waarop de Russen zich niet met hen
kunnen meten en dat hun een geweldig
militair overwicht op hun vijanden ver
leent. En dit schijnbaar onschuldige wapen
is niet meer dan een stuk gebogen hout: de
ski. Wanneer men de lijst van kampioenen
op de ski doorloopt, zal men slechts zelden
op een Finschen naam stooten; doch dit
neemt niet weg dat er geen enkel volk is,
dat in al zijn geledingen zoo vertrouwd is
met de ski als dagelijksch vervoermiddel.
Men zou bijna zoo ver kunnen gaan, te
meenen, dat de Fin met ski's geboren wordt
De Finsche soldaat beschikt over een byna
onbegrijpelijk uithoudingsvermogen. Alleen
daardoor is het te verklaren, dat Finsche
patrouilles of koeriers afstanden hebben af
gelegd van 500600 kilometer, dat zij 24
uur en meer op de ski's doorbrengen,
slechts afgewisseld door korte rustpoozen,
terwijl zij bovendien nog zwaar bepakt zijn.
De witte bliksem.
De uitroep: „De witte bliksem komt!" is
voldoende, om eiken Russischen soldaat te
doen opspringen om naar zijn geweer te
grijpen want deze uitroep beteekent, dat
een Finsche ski-patrouille is gesignaleerd.
En de Rus weet, wat dit beteekent: snel en
behendig zijn de Finnen meestentijds reeds
zoo dicht genaderd, dat hun doodelijke
schoten de roode soldaten in de sneeuw
doen bijten, voordat zij nog gelegenheid
hebben gehad, om zich te weer te stellen.
Dank zij hun skiërs hebben de Finnen zich
de sneeuw tot bondgenoot weten te maken.
En met het ijs is het evenzoo gesteld. De
tienduizenden meren zijn met een dikke ijs
laag bedekt, welke het een gemotoriseerd
leger sterk zou vergemakkelijken, deze hin
dernis over te trekken, indien de Finnen
niet bijtijds hun maatregelen hadden ge
nomen. Hun artillerie weet het ys zoo doel
matig onder vuur te nemen, dat het op tal
van plaatsen doorgroefd is met geulen,
welke kanonnen, tanks en vrachtauto's den
doortocht versperren, zoodat zij dikwijls
middenop het ijs aan hun lot moeten wor
den overgelaten. Bovendien jagen hun mi
trailleurs eeen stortvloed van kogels over
de ijsvlakte. Zoo staat wel vast, dat ys en
sneeuw althans in Finland niet worden be
schouwd als vijanden, doch als vrienden.
ClILDEN WOOIIBE»
VAN DEN WEG!!