De strijd der Finnen Uit Vaticaanstad De cijns van den zee-oorlog Vaaiidutende aanvatten (tij, JEadaya-meet Volksverhuizing KERKNIEUWS Sneeuw of ijs - vriend of vijand? ZATERDAG 27 JANUARI 1940 DE LE'DSCHE COURANT TWEEOE BLAD - p'O. fi DUITSCH PROTEST BIJ DEN H. STOEL. Wegens radio-uitzending over Polen. United Press heeft in de Vaticaansche stad vernomen, dat de Duitsche ambassa deur by den Heiligen Stoel, von Bergen, een formeelen stap heeft gedaan bij Z. H. Em. kardinaal Maglione betreffende de ra dio-uitzendingen van het Vaticaansche ra dio-station. Dit station heeft zooals men weet - berichten uitgezonden over de slechte be handeling van de Poolsche katholieken door de Duitschers. Ofschoon door 't late uur geen bevesti ging van het Vaticaansche staatssecreta- tiaat was te verkrijgen, vernemen wij, dat von Bergen krachtig het feit heeft .veroor deeld, dat hét genoemde radiobericht in verschillende talen op diverse kortegolf- lengten werd uitgezonden. Hij heeft kardinaal Maglione beleefd verzocht, de gebruikelijke radio-uitzendin gen in het Duitsch door radio Vaticana te staken. De audiëntie van von Bergen bij kard. Maglione ging juist vooraf aan een confe rentie, die de staatssecretaris met den Paus zou hebben. Gedurende deze confe rentie heeft kard. Maglione den Paus over de Duitsche wenschen ingelicht. PAUSELIJK ANTWOORD AAN KARDINAAL VERDIER. Uit Parijs: De „Semaine Religieuse" pu bliceerde gisteren het antwoord van den Paus op de goede wenschen ter gelegen heid van het Kerstfeest en Nieuwjaar door kardinaal Verdier gezonden. De Paus zegt hierin een aangename herinnering te hebben aan zijn verblijf in de Fransche hoofdstad. Hij heeft hier te veel verheu gends gezien en is er te goed ontvangen, om niet in het bizonder te zijn getroffen door de betuiging van trouwe godsdiensti ge toewijding, welke ter gelegenheid van de jaarwisseling is kenbaar gemaakt. Hij weet, welke wenschen hij voor het geluk en de welvaart moet terugzenden. Het is overbodig te herhalen, welke plaats Frank rijk in het hart van den Paus inneemt; hij hoopt oprecht, dat het katholieke Frank rijk de huidige moeilijkheden te boven zal komen en steeds meer de roeping van apostolaat# en beschaving zal vervullen, welke het door de goddelijke voorzienig heid is opgelegd. De Paus verklaart zeer wel te weten met welken ijver kardinaal Verdier hier aan arbeidt. Dezer dagen is het tien jaar geleden geweest, dat hij kardinaal werd gecreëerd en het is den Paus zeer aange naam na te gaan, wat de kardinaal in de zen tijd heeft gedaan tot bloei van de Kerk, zoowel in het bouwen van kerken als op sociaal gebied of in de opleiding van de geestelijkheid. De Paus wenscht den kardinaal hiermede geluk en hij dankt God, die de gever van alle goede gaven is. De Paus bidt dit jaar in het bizonder voor het groote en goede volk, dat aan de zorgen van den kardinaal is toever trouwd en zijn vaderlijke gedachten gaan in het bizonder uit naar de geestelijkheid, vooral naar hen, die zeer groote offers moeten brengen, waardoor zy evenwel groote verdiensten verzamelen. Tenslotte verklaart de Paus zijn aposto- lischen zegen te schenken. VIER SCHEPEN ZONKEN. Het Spaansche schip „Castillo de Mon- forte" is ste Vigo aangekomen met 28 over levenden van een Fransch schip, dat giste ren bij het aanbreken van den dag getor pedeerd is. De 28 geredden waren gevon den, terwijl zij dicht opeengepakt in een kleine sloep zaten; zij hadden getracht de Portugeesche kust te bereiken. Zes hunner waren gewond. Men vreest, dat acht opvarenden van het Fransche schip zijn omgekomen. Volgens een Reu ter-bericht uit Londen worden van het Deensche s.s. „Gudveid" (1300 ton), dat, naar gemeld werd, Don derdagavond in de Noordzee door een Duit sche duikboot tot zinken is gebracht, tien opvarenden vermist. Zeven overlevenden zijn aan land gebracht. Verder wordt bericht, dat dertig leden van de bemanning der „Everene", allen Letten, naar een Schotsche haven zullen worden gebracht. Een man wordt vermist. De overlevenden zijn opgepikt door de „Dole", een zusterschip van de „Everene". Tijdens het reddingswerk zagen de opva renden van de „Dole" duidelijk een duik boot, die zich verwijderde. Eveneens meldt Reuter, dat de kapitein en elf leden der bemanning van het Maan dag j.l. op den Atlantischen Oceaan tot zinken gebrachte Zweedsche s.s. „Sonja" (1828 ton) Vrijdag in een haven van Eire zijn aangekomen, na vyf dagen in een red dingboot te heben rondgedreven. De „Sonja" was op weg van New-York naar Rotterdam. Het Noorsche schip .Sonja" is op den Atlantischen Oceaan getorpedeerd, omdat de gezagvoerder weigerde in te gaan op den eisch van een duikbootcommandant, dat hij papieren zou onderteekenen, waar in gezegd werd, dat zijn schip contraban de vervoerde. De bemanning moest maar zien hoe zij het beste land zou bereiken, vijf dagen en nachten dreven de mannen rond in twee xeddingbooten. Zij leden zwa re ontberingen. Eén der booten, waarin d? kapitein en 11 leden der bemanning zich bevonden, is op de Iersche kust aan land gedreven. De dertien andere opvarenden van de VERBETEN GEVECHTEN RUSSEN VERBETEREN HUN POSITIES De verwoede gevechten, welke reeds de geheele week ten noorden van het Ladoga- meer aan den gang zijn, naderen, naar men gelooft, hun einde. De Finnen hebben ver beten gevochten om stand te kunnen hou den en hoewel de Russische troepen er niet in geslaagd zijn door de Finsche linies te breken, schijnt het zeker, dat zij zich gered hebben uit een netelige positie, waarin zij eerder in de maand gelokt waren. HET FINSCHE LEGERBERICHT Het Finsche legerbericht van gisteren luidt: Te land: Op de Karelische landengte heeft de vijand des ochtends getracht over de bevroren meren van Mualojarvi en de rivier de Taipale met betrekkelijk zwakke strijdkrachten de Finsche linies aan te val len. De aanvallen werden afgeslagen. Ten Noordoosten van het Ladogameer blijft de vijand voortdurend druk op de Finsche stellingen uitoefenen, hij valt hier thans reeds vijf dagen vergeefs aan. Alle aanvallen zijn afgeslagen en de Finnen heb ben al hun posities behouden. Deze aanval len hebben den Russen zeer groote offers gekost: verscheidene compagniën zijn ver nietigd, honderden dooden bleven op het slagveld. De Finsche troepen hebben voorts verscheidene Russische colonnes, waarbij vierhonderd paarden, vernietigd. Aan het Oostelijk front verder levendige activiteit Van patrouilles. Ter zee: Aan den Oostelijken oever van het Ladogameer heeft de vyand, gesteund door artillerie, ettelijke malen de verster kingen van Manssila aangevallen. Alle aan vallen zijn afgeslagen. De vijand liet voor de Finsche stellingen meer dan honderd dooden achter. Van andere punten wordt niets van beteekenis gemeld. In de lucht: Niets te melden. De bedrijvigheid der Russische lucht macht was Donderdag vrij beperkt, waar schijnlijk in verband met de weersgesteld heid. Niettemin is een aantal plaatsen, voor al in het Oosten van Finland, gebombar deerd. Belangrijke schade is niet gemeld, doch opnieuw wordt verklaard, dat de Rus sische vliegers met hun machinegeweren op de burgerbevolking hebben geschoten. HET RUSSISCH LEGERBERICHT Het Russische legerbericht van gisteren luidt: „Op 26 Januari heeft niets van belang plaats gegrepen op het front". DE AETHER-OORLOG De Finsche radiostations, welke uitzen dingen den laatsten tijd werden gestoord, hebben hun activiteit hervat en in de Rus sische taal uitgezonden. De Russische ar beiders werden gisteravond aangespoord de bolsjewistische machines te vernielen en van den grond af een nieuwen staat op te bouwen. „Weg met de dictatuur van de commissarissen, leve een vry en onafhanke lijk Rusland", zoo besloot de Finsche spre ker zijn toespraak. Ook deze uitzending werd door de Rus sen gestoord, doch de stem van den Fin- schen spreker was duidelijk te hooren bo ven de fluittoon en het gebrom, dat zijn stem moest verstikken. DE RAAD TOT HEENGAAN AAN ZWEDENS AMERIKANEN Het door een Stockholmsch ochtendblad verspreide bericht, dat de legatie der Ver- eenigde Staten te Stockholm den Ameri- kaanschen staatsburgers zou hebben aan geraden, met het oog op beweerde concen traties van Duitsche troepen, die onrust zouden kunnen baren, Zweden te verlaten, blijkt onjuist. De legatie der Vereenigde Staten ver klaart, dat de consul-generaal slechts een ci-culaire zou hebben verspreid, waarin hy wijst op den algeméenen toestand in Euro pa en doet uitkomen, dat het beter zou zijn, thans te vertrekken, indien het niet strikt noodig is, in Zweden te blijven, daar de transportmiddelen ter zee thans beter zyn, dan zij waarschijnlijk over eenige maanden zullen zijn, wanneer de toestand misschien erger zal zijn geworden. Er werd nimmer melding gemaakt van Duitsche troepenconcentraties. Overigens verklaart het Zweedsche mi nisterie van buitenlandsche zaken niets te weten van Duitsche troepenconcentraties, welke in Zweden onrust zouden kunnen wekken. „Sonja" zijn opgepikt door een treiler uit Swansea en eveneens aan de Iersche kust aan land gezet. DUITSCHE PASSAGIERS OP JAPANSCHE SCHEPEN. Ten einde incidenten als met de „Asa- ma Maroe" te voorkomen heeft het Ja pansche ministerie voor het verkeerswe zen, na overleg met de ministeries van bui tenlandsche zaken en marine besloten, dat de scheepvaartmaatschappijen in de toe komst aan onderdanen van oorlogvoerende landen slechts onder de volgende voor waarden mogen vervoeren: lo. Aan onderdanen van oorlogvoe rende landen mogen slechts plaatsbewij zen worden verkocht, wanneer zy het be wijs overleggen, dat zij geen deel uitma ken van de weermacht. 2o. Onderdanen van oorlogvoerende landen, die deel uitmaken van de actieve weermacht, mogen niet met Japansche schepen worden vervoerd. 3o. In geval van verdenking inzake de bovengenoemde punten moeten nadere in structies worden gevraagd. BOMBARDEMENTSVLIEGTUIGEN OVER DEN OCEAAN? De Matin" meldt uit Washington, dat een aantal Lockhead-bombardementstoe- stellen den Atlantischen Oceaan overge stoken zijn en zonder tusschenlanding van New-Foundland naar Parijs zijn gevlogen. Zij zouden door Fransche vliegers bestuurd zijn. In officieele Amerikaansche kringen zegt men van deze gebeurtenis niets af te weten, doch Amerikaansche militairen hechten geloof aan het bericht. DUITSCHERS UIT GALICIë EN WOLHYNIë. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt uit „Deutsch-Przemysl": Het einde der landverhuizing van de Volksduitschers uit Galicië en Wolhynië staat voor de deur. Tot gisteren hadden rond 103.000 Volksduitschers uit Galicië en Wolhynië met de spoorwegen en rond 35.000 met vrachtwagencolonnes de Duitsch Russische belangengrens overschreden. Thans worden nog een stoet uit Galicië en vier uit Wolhynië verwacht, zoodat het totaal aantal gerepratieerde Duitschers ongeveer 160.000 zal bedragen. Himmler heeft gisteren in zijn eigenschap van rijks commissaris voor de vestiging van het Duitsche „Volkstum" den laatsten uit Ga licië binnenkomenden stoet op de grens- brug over de San verwelkomd. Tevens is gisteren ook het voorlaatste spoorweg transport Volksduitschers uit Galicië aan gekomen. Hultenlandsche Berichte» KOUDEGOLF IN AMERIKA. De over geheel Noord-Amerika gestre ken koudegolf der laatste tien dagen heeft 380 dooden geëischt en groote ellende ge bracht, evenals financieele verliezen in de Zuidelijke staten, waar duizenden wo ningen thans geïsoleerd zyn. Het is de strengste winter sinds een generatie. Volgens oude visschers heeft de Missis- sipi nog nooit zoo vol ijs gezeten. TREINBOTSING NABIJ TIENEN. Gisteravond is een personentrein nabij Tienen (België) op een goederentrein in gereden. De beide locomotieven vielen om, doch geen enkele wagon ontspoorde. Er werden 23 personen licht gewond. GEWELDIGE BRAND IN JAPAN. Ruim 150 huizen zijn in de asch gelegd by een brand, die Vrydag even na mid dernacht is uitgebroken in Ninomoya na bij Oiso in de Japansche prefectuur Kana- gawa, zoo wordt telefonisch uit Oiso ge meld. Zaterdagmorgen om half vier was men den brand practisch meester. De vernielde huizen liggen voor het grootste deel in de amusementswijken. Het spoorwegstation, het gemeentehuis en de lagere scholen zijn behouden. Meer dan 150 menschen hebben het le ven verloren. OVERSTROOMINGEN IN SPANJE. Door een plotselinge en aanzienlijke stijging van temperatuur is de sneeuw in Spanje gaan smelten. Alle rivieren stij gen, hetgeen overstroomingen veroor zaakt. SCHIP IN NOOD. Het passagiersschip „President Quezon", vroeger president „Madison" geheeten,' groot 14.187 ton, dat zijn eerste reis maak te onder Philippijnsche vlag, heeft gister avond draadloos assistentie gevraagd, aan gezien het aan den grond was geloopen en de machinekamer snel volliep. Het gaf als positie op 30 graden 1 minuut Noorder breedte en 130 graden 16 minuten Ooster lengte. Het Japansche schip „Dekisjima Maroe". begeeft zich derwaarts om bijstand te bieden. DE KATHOLIEKE HIËRARCHIE IN 1939. In het onlangs verschenen „Anivuario Pontificio" wordt de stand gegeven van de Katholieke Hiërarchie op 31 Dec. 1939. Het aantal kerkele hoog waardigheidsbe kleders is als volgt verdeeld: 57 Kardinalen. 10 Resideerende patriarchen. 4 Titulair patriarchen. 221 Resideerende aarstbisisch oppen -me tropolieten. 37 Resideerende aartsbisschoppen. 940 Resideerende bissohoppen. 772 Titulair metropolieten, aartsbischop- pen, bisschoppen, Nunti enz. 52 Prelaten en Abten-nullius. 306 Apostolische Vicarissen. 128 Apostolische Prefecten. Tijdens het Pontificaat van Pius XII werden 10 nieuwe aartsbisdommen en bis dommen opgericht, 2 Prelaturen, 19 Apos tolische Vicariaten en 5 Apostolische Pre fecturen. Italië staat vooraan wat betreft het aan tal bisdomm. n. In Italië zijn 39 aartsbis dommen en 245 bisdommen; daarna volgen de Vereenigde Staten met 19 aartsbisschop pen en 93 bisschoppen, Brazilië met 17 aartsbisschoppen en 81 bisschoppen, Fran krijk met 17 aartsbisschoppen en 70 bis schoppen en vervolgens Spanje met 9 aartsbisschoppen en 51 bisschoppen. Onder de missielanden staat China voor aan met 90 Apostolische Vicariaten en 39 Apostolische Prefecturen. NAAR DE MISSIE. Vanuit Roozendaal zijn met een boot trein naar Genua afgereisd voor het Apostolisch Vicariaat van Malang, Java, de nieuwbenoemde superior regularis der E.E.P.P. Carmelieten in genoemd Vicariaat, de Hoogeerw. Pater Drs. Herman Josef Denteneer, Ord. Carm. met twee nieuwe missionarissen, de Weleerw. Paters Bavo Ruyter en Theophilus v. d. Honk, Ord. Car. Ter uitgeleide waren op het station te Roosendaal o.a. aanwezig de Hoogeerw. P. Joës. a Cruoe Kerkhof, Provinciaal der Carmelieten en P. Dr. C. Hendriks, Ass. Prov. DE GEBEDSACTIE VOOR DEN VREDE. Alle volkeren verlangen naar den vrede, maar de omstandigheden ontwikkelen zich, helaas, zoo, dat zoover een gewoon mensdh oordeelen kan de moeilijkheden, die het sluiten van vrede, zeker van spoe- digen vrede in den weg staan, hoe langer zoo grooter worden. Middelerwijl stijgen met den dag de mil- llarden, die voor oorlogsdoeleinden of noodzakelijke paraatheid worden uitgege ven; middelerwijl groeien met den dag de gevoelens van vijandschap en wraakzucht tusschen de strijdende volkeren; middeler wijl vermeerderen met den dag de moei lijkheden en de gevaren van vele neutra len, ook van ons eigen Vaderland. Men schel Ijker wij ze gesproken is er haast geen uitzicht, dat de pogingen van Z. H. den Paus en andere invloedrijke personen, die trachten te bemiddelen, binnen afzien'ba- ren tijd zullen slagen. Wat blyft ef voor geloovige nienschen, die weten, dat tenslotte God de wereld re geert, dat God en Hy alléén de harten der menschen ombuigen kan, werwaarts Hij wil, wat blijft er voor ons anders over, dan nederig en volhardend gebed, onder de voorspraak van Haar, die eenmaal den Vredevorst ter wereld bracht en die door de H. Kerk vereerd wordt als de Koningin des Vredes! Daarom steun* ik gaarne de actie, die door het Comité der Nederlandsche Bede vaarten en de Geestelijke Bedevaart uit Amsterdam wordt voorbereid om van 2 tot 11 Februari een algemeene Novene en op 11 Februari een boetetocht te houden naar de Zoete Lieve Vrouw van den Bosch. De circulaire vermeldt een gemeen schappelijke Novene in drie Amsterdam- sche Kerken; ik zou wenschen, dat zij ge houden werd in alle Kerken en Kapellen in Amsterdam en zoover mogelijk in heel ons Vaderland. 21 Januari 1940. Dr. G. VAN NOORT. In Finland worden zij beschouwd als welkome bondgenooten IJs en sneeuw zijn er altijd ge weest, in tijden van oorlog zoowel als in die van vrede. Zij vormen dus een factor, waarmede altijd rekening dient te worden gehou den. In sommige opzichten is Ko ning Winter een bondgenoot in andere gevallen echter een bittere tegenstander. De thermometer daalt op deze breedten tot een schrikbarende laagte tientallen graden onder nul. Trouwens, geheel Europa heeft thans te lijden van een koudegolf, zoo als men in jaren niet meer heeft beleefd. Heeft de burger daaronder sterk te lijden des te erger bezoeking is de koude voor den soldaat te velde. Het lijden van den oorlogswinter 1917/18 herhaalt zich. In de ijzige winterkoude staan de soldaten op hun post, de verstijfde hand omklemt het ge weer, de scherpe wind geeselt het gezicht. De treinen met levensmiddelen en ammu nitie blijven in de sneeuw steken, de bodem is zoo hard bevroren, dat de spade tever geefs tracht, er doorheen te dringen. Dat is de oorlog in sneeuw en ijs, de onbarmhar tige interventie van Koning Winter. Reeds bij de oude Romeinen... Strenge oorlogswinters heeft men door alle eeuwen heen gekend; en het probleem, dat zij opwerpen: „Vriend of vijand?" is dus geenszins nieuw meer. In de grijze oud heid, toen men zich nog niet zoo goed tegen de koude wist te beschutten als thans, gaf men er de voorkeur aan, den winter uit den weg te gaan. Bij het aanbreken van het ruwe jaargetijde placht men den strijd te onderbreken. In Caesar's „De bello Gallico" komt men herhaaldelijk den zin tegen: „Toen betrokken de troepen hun winter kwartieren." Bijna twintig eeuwen lang is men aan dit gebruik getrouw gebleven; en dat Napoleon de fout heeft begaan, zich in den winter te wagen aan een strijd tegen Rusland, dat de koude als machtige bond genoot had, is zijn noodlot geworden. Sedert dien tijd is er geen enkele generale staf, die de gevaren onderschat welke kunnen drei gen van de zijde van „Koning Winter"; en hoewel de transportmogelijkheden aan merkelijk zijn uitgebreid, heeft men het zich tot gewoonte gemaakt om bij alle stra tegische plannen rekening te houden met de eventueele interventie van dit ijzige heer schap. Vooral hier in het Noorden geeft de winter blijken van zijn sterkte en macht, op de meest tragische wijze. Ofschoon ook de Russische soldaten over het algemeen weten mede te praten over strenge koude, heeft zich deze winter een onverbiddelijke vijand getoond; deze zelfde winter heeft echter de zijde van het recht gekozen en zich een on schatbaar bondgenoot getoond voor de Finnen. De Finnen zijn gewoon aan een Pool-temperatuur. Dat komt niet alleen hierdoor, dat de Finnen in hun verdedigingspositie van het begin af een strategisch gunstiger stelling innamen, doch in de eerste plaats door het feit, dat dit volk, aan de Poolcirkel levend, den winter niet beschouwt als een vijand, doch als een vriend en zich van hem weet te bedienen. Hij heeft hun een wapen ver schaft, waarop de Russen zich niet met hen kunnen meten en dat hun een geweldig militair overwicht op hun vijanden ver leent. En dit schijnbaar onschuldige wapen is niet meer dan een stuk gebogen hout: de ski. Wanneer men de lijst van kampioenen op de ski doorloopt, zal men slechts zelden op een Finschen naam stooten; doch dit neemt niet weg dat er geen enkel volk is, dat in al zijn geledingen zoo vertrouwd is met de ski als dagelijksch vervoermiddel. Men zou bijna zoo ver kunnen gaan, te meenen, dat de Fin met ski's geboren wordt De Finsche soldaat beschikt over een byna onbegrijpelijk uithoudingsvermogen. Alleen daardoor is het te verklaren, dat Finsche patrouilles of koeriers afstanden hebben af gelegd van 500600 kilometer, dat zij 24 uur en meer op de ski's doorbrengen, slechts afgewisseld door korte rustpoozen, terwijl zij bovendien nog zwaar bepakt zijn. De witte bliksem. De uitroep: „De witte bliksem komt!" is voldoende, om eiken Russischen soldaat te doen opspringen om naar zijn geweer te grijpen want deze uitroep beteekent, dat een Finsche ski-patrouille is gesignaleerd. En de Rus weet, wat dit beteekent: snel en behendig zijn de Finnen meestentijds reeds zoo dicht genaderd, dat hun doodelijke schoten de roode soldaten in de sneeuw doen bijten, voordat zij nog gelegenheid hebben gehad, om zich te weer te stellen. Dank zij hun skiërs hebben de Finnen zich de sneeuw tot bondgenoot weten te maken. En met het ijs is het evenzoo gesteld. De tienduizenden meren zijn met een dikke ijs laag bedekt, welke het een gemotoriseerd leger sterk zou vergemakkelijken, deze hin dernis over te trekken, indien de Finnen niet bijtijds hun maatregelen hadden ge nomen. Hun artillerie weet het ys zoo doel matig onder vuur te nemen, dat het op tal van plaatsen doorgroefd is met geulen, welke kanonnen, tanks en vrachtauto's den doortocht versperren, zoodat zij dikwijls middenop het ijs aan hun lot moeten wor den overgelaten. Bovendien jagen hun mi trailleurs eeen stortvloed van kogels over de ijsvlakte. Zoo staat wel vast, dat ys en sneeuw althans in Finland niet worden be schouwd als vijanden, doch als vrienden. ClILDEN WOOIIBE» VAN DEN WEG!!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6