FTTïn
RECHTZAKEN
Letteren en Kunst
WEEK-END.
LIED VAN DEZEN TIJD
ZATEFOAG 27 JANUARI 1940
DE LEICSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
Haagsche Politierechter
Drie maanden gevangenisstraf
wegens heling.
De arbeider M. B. te Bodegrh, en
kon nu bepaald niet bogen op een gunstig
reclasseeringrapport, aangezien, hetgeen
niet zoo dikwijls gebeurt, dit document
niet kon adviseeren om hem een voor
waardelijke veroordeeling te geven.
Het geval was als volgt. Eenige kennis
sen van verdachte hadden een diefstal, ge
pleegd. welke een buit van 130 had op
geleverd. Verdachte had van dit geld een
bedrag van 15 gekregen voor bewezen
diensten, waarmede hij zich schuldig had
gemaakt aan heling. Het geld was gedeel
telijk opgemaakt in Amsterdam.
Zooals reeds vermeld kon de rapporteur
niet tot een voorwaardelijke veroordee
ling adviseeren, reden voor den Officier
om tegen verdachte vier maanden gevan
genisstraf te eischen.
De verdediger vroeg een voorwaardelij
ke veroordeeling. maar de Politierechter
zeide daar niets voor te voelen, aangezien
verdachte degene geweest is, die de an
deren opmerkzaam heeft gemaakt op het
feit, dat deze diefstal wel iets zou kun
nen opleveren. Verdachte heeft een gevoe-
ligen les noodig en daarom werd het von
nis een gevangenisstraf voor den tijd van
drie maanden.
Ook geld van diefstal afkomstig
aangenomen.
Daarna moest terecht slaan mej. A. B.
geb. Y. te Bodegraven, die van het
gestolen bedrag van 139, in de vorige
zaak genoemd, 59 in bewaring had ge
kregen. Verdachte is gehuwd met een
broer van de vorige verdachte, die van de
diefstal had afgeweten.
Verdachte voerde aan niet uit winstbe
jag gehandeld te hebben en dat zij, hoe
wel zij gewaarschuwd was dat het heele
geval uit zou komen, toch, tot driemaal
toe, met het geld naar de politie was ge
gaan, maar dat steeds niemand aanwezig
was.
Politierechter: „En toen hebt u maar
wat geld aan uw zwager gegeven".
Aangezien het rapport hier iets gunsti
ger was, eischte de Officier een voorwaar
delijke gevangenisstraf van vier maanden
met drie jaar proeftijd.
De Politierechter, uitspraak doende,
achtte verdachte schuldig aan heling, om
dat zij geld ten geschenke had aangeno
men, hetwelk van diefstal afkomstig was.
Het vonnis werd dan ook een voorwaar
delijke gevangenisstraf van vier maanden
met drie jaar proeftijd.
Slecht beloonde gastvrijheid.
De man van een Haagsche juffrouw was
gemobiliseerd geworden en gedetacheerd
te Bodegraven. Zijn vrouw was even
eens naar Bodegraven gekomen en had
gastvrijheid gekregen en gevonden bij
zekeren mej. K.
In plaats deze gastvrijheid te waardee-
ren, had zij integendeel mej. K. nog be
stolen door een bankbiljet, hetwelk in een
lade van het bureau lag, weg te nemen.
Verdachte bekende thans het bankbiljet
van ƒ10 te hebben verduisterd.
Aangezien het ingewonnen rapport gun
stig luidde, wilde men haar nog wel een
kans geven, zoodat eisch en uitspraak
werden een voorwaardelijke gevangenis
straf van twee maanden met drie jaar
proeftijd.
Oneerlijke gedienstige.
Een dienstbode uit Alphen a. d.
R ij n, was bij mevrouw de B. te Leiden
in betrekking gewe&t en had tijdens de
zen diensttijd allerlei voorwerpen wegge
nomen zooals schoenen, blouses, een
broche, rokken, een armband, een bank
biljet van ƒ25 enz. Al deze goederen wa
ren door de politie bij een huiszoeking
teruggevonden.
De Officier vroeg terugwijzing van deze
zaak naar de instructie, omdat het onder
zoek niet volledig is geweest en tevens om
een onderzoek te laten instellen naar ver-
dachte's geestvermogens.
Aldus werd besloten.
De fantast.
Bij den bootenverhuurder F. te Al
phen a. d. Rijn was een slagersbedien-
de uit den Haag gekomen en had op hoo-
gen toon gezegd: „Ik ben student en ik
huur die boot van je".
Er waren geen termen om de boot niet
te verhuren, dus kreeg S de roeiboot voor
20 cent per uur. De bootenverhuurder had
echter noch den pseudo-student noch zijn
roeiboot terug gezien. Die had S. inmid
dels verkocht voor 7.50. Het rapport
noemde verdachte een groote fantast en
nog grooter leugenaar, wiens opneming in
een inrichting hoogst gewenscht geacht
moet worden.
De Officier wilde het nog wel eens pro-
beeren met een voorwaardelijke veroor
deeling en wel drie maanden gevangenis
straf voorwaardelijk met drie jaar proef
tijd.
De Politierechter hield de uitspraak
veertien dagen aan om een rapport in te
winnen om verdachte alsnc-g in een in
richting te krijgen.
De stofzuiger.
Een vertegenwoordiger uit Leiden,
C. H., had aan den metselaar C. O. te Lei
derdorp een stofzuiger merk „Protas" ver
kocht. Aangezien O. evenwel nog een
oude stofzuiger merk „Electro Lux" had,
had H. aangeboden deze te verkoopen
voor 5 a 6 gulden, de waarde die hij ge
schat had.
Het oude instrument had evenwel maar
1.75 opgebracht, hetgeen onder de ge
schatte waarde was.
H. had deze ƒ1.75 nog niet afgedragen,
omdat hij, volgen zijn zeggen, een bedrag
van 6 aan O. had willen geven.
Inmiddels was de zaak aanhangig ge
maakt, want O. zag noch zyn stofzuiger
noch zijn geld.
De Officier achtte verduistering van de
stofzuiger bewezen en eischte een geldboe
te van 15 subs. 15 dagen.
Verdachte voelde zich volkomen on
schuldig en zeide dat dan ook.
De Politierechter was een andere mee
ning toegedaan en veroordeelde hem tot
een geldboete van 15 subs. 15 dagen.
HAAGSCHE RECHTBANK
Een petroleuxnkwestie.
De koopman L. D. S. te A1 p h e n a. d.
R ij n had zich voor de Haagsche Rechtbank
te verantwoorden omdat hij aan A. van O.
uit A 1 p h e n meer petroleum had afgele
verd dan deze in een week gebruikte.
Van O., als getuige gehoord, zeide, dat
hij de 200 liter petroleum aan S. had be
steld en op 29 September had ontvangen.
Omdat hij erg afgelegen woont, slaat hij al
tijd petroleum per vat in en wel drie- of
viermaal per jaar. Van dezen voorraad
helpt hij dan ook zijn buren wel eens. Ver
der voerde deze getuige tot verdachte's
verdediging nog aan, dat hij de petroleum
al gekocht had voor de bepaling in wer
king trad.
Verdachte bekende het ten laste gelegde
volmondig.
De Officier van Justitie zeide o.a., dat
verdachte zich al eens eerder te verant
woorden heeft gehad voor den dergelijk
feit, hetwelk eich voorgedaan heeft twee
dagen nadat dit gebeurd was en waarvcor
hij reeds tot een geldboete van 20.ver
oordeeld is met verbeurdverklaring der
olie.
Voor dit feit eischte de Officier thans
een geldboete van 10.subs. 10 dagen
met verbeurdverklaring der in beslag ge
nomen petroleum.
De Rech*bank bepaalde de uitspraak op
over 14 dagen.
Daarna had de getuige uit de vorige zaak
A. van O. te A1 p h e n a. d. R ij n zich te
verantwoorden omdat hij te veel petro
leum in voorraad heeft gehad. Hij voerde
thans als verdachte hetzelfde tot zijn ver
dediging aan als hij als getuige gedaan
had, hetgeen hier op neer kwam, dat hij
het steeds tevoren tijdig had besteld.
Nadat S., als leverancier verteld had,
dat hij de petroleum had afgeleverd, nam
de Officier het woord, die van meening
v/as, dat de hamsterwet hier overtreden
was, weshalve hij een geldboete eischte van
10.subs. 10 dagen met verbeurdver
klaring van de inbeslaggencmen petro
leum.
Verdachte vond de boete nogal hoog
voor dit feit, waaraan hij beweerde geen
schuld te hebben.
De Rechtbank zal over 14 dagen vonnis
wijzen.
HET ONEERVOLLE ONTSLAG AAN
DEN SECRETARIE-AMBTENAAR TE
GIETEN.
Thans ongevraagd eervol ontslag.
Het Ambtenarengerecht te Assen heeft
uitspraak gedaan inzake het door den eer
sten ambtenaar ter secretarie van de ge
meente Gieten, J. v. G., ingestelde beroep
tegen het besluit van B. en W. van Gie
ten, waarbij hem in September oneervol
ontslag was verleend uit den gemeente
dienst, wegens het niet voeren van een
zorgvuldig beheer over de aan zijn zorgen
toevertrouwde distribuiiekas, waarin een
tekort van ongeveer 700 was geconsta
teerd.
Het Ambtenarengerecht was van oordeel,
dat B. en W. onvoldoende rekening heb
ben gehouden met de omstandigheden
ieder ter secretarie kon bij de kas komen
en verschillende personen leenden ook wel
kleine bedragen uit die kas, terwijl er bo
vendien geen enkele controle was en
bepaalde, dat in dezen niet de zwaarste
straf, maar de op één na zwaarste straf
toegepast diende te worden, n.l. het onge
vraagde eervolle ontslag, hetwelk, v. G.
met' ingang van 1 October 1939 verleend
diende te worden.
ONTAARDE MOEDER VOOR DE
RECHTBANK.
Negen maanden gevangenisstraf geëischt.
Een 21-jarige vrouw, die vroger met haar
man te Hilversum woonde, stond voor de
Amsterdamsche Rechtbank terecht, omdat
zp haar kind, een jongetje van zeven maan
den, had verlaten en onverzorgd had ach
tergelaten in de echtelijke woning.
De vrouw was in April 1938 getrouwd,
in September werd een zoontje geboren.
Toen het kind zeven maanden was, verliet
zij de echtelijke woning. De man was niet
thuis. Zij liet een briefje voor de buren
achter.
Ja, gaf verdachte toe.... zoo is het ge
gaan.
„Verschrikkelijk", vond de president.
Waar is het kind nu?
Bij mijn ouders, antwoordde verdachte,
ik zie het iedere week.
Pres.: Durft u er nog naar toe te gaan?
Hebt u wel eens een nest jonge honden of
katten gezien? en hebt u toen wel gezien,
hoe goed die beestjes verzorgd werden
door de hond of kat? Dat instinct tot ver
zorging van zwakke en hulpelooze wezens
is een ieder ingeboren. Bent u in het Huis
EEN MISSIONARIS DOOR EEN
VLIEGTUIG GERED.
Missiewerk in het hooge Noorden van
Canada.
Op 10 November 1939 ontving Mgr. Cla-
baut O.M.I., de coadjutor van Mgr. Tur-
quetil, den Apostolischen Vicaris van
Hudsonsbaai, een kort radiotelegram van
de post Onze Lieve Viouw ter Sneeuw te
Repulse Bay, in den Poolcirkel. Het tele
gram luidde aldus: „Buliard twee handen
ernstig bevroren, vingers in slechten staat,
zendt medische behandeling per radio."
Zou de jeugdige Missionaris Pater Buii-
ard, die nog slechts vijf en twintig jaar
oud is, en nog pas een goede maand in de
missie werkzaam was, nu reeds zijn han
den verliezen?
De dichtstbijzijnde medicus vertoefde op
600 kilometer afstand van Pater Buliard
en van zijn metgezel, die hem verzorgde.
Bovendien is het winter en heerscht in het
hooge Noorden de Poolnacht.
Een tragische dialoog per radio wordt
gehouden tusschen den medicus te Ches
terfield en Pater Lacroix, die aan het ziek
bed staat van Pater Buliard; op 17 Novem
ber beginnen zich complicaties voor te
doen; het vleesch van de vingers schijnt
dood te zijn en er is gebrek aan verband-
stoffen; op 29 November openden zich de
wonden aan de toppen van de vingers en
er vloeide etter uit; op 4 December was
een van de vingers zwart geworden, op 5
December verergerde t toestand van den
zieke. Het was voor Mgr. Turquetil on
draaglijk om te weten, dat in het hooge
Noorden een Missionaris voor zijn geheele
leven ongelukkig zou worden bij gebrek
aan hulp.
Mgr. Turquetil telegrafeerde naar het
Apostolische Vicariaat van Mackenzie,
maar Mgr. Breynat en zijn piloot waren
op reis, en niemand wist waar zij zich be
vonden. Pater Schulte, de bekende pries
ter-vlieger van Canada, zou onmiddellijk
bereid zijn om vanuit Washington op te
stijgen, maar hij is Duitsch onderdaan en
de noodige stappen, om voor hem verlof
te krijgen om over Canada te vliegen, zou
den te veel tijd vorderen.
Toen richtte Turquetil zich tot de Cana
dian Airways, de Canadeesche luchtvaart
maatschappij. Ondanks het gevaar steeg
een vliegtuig op, maar het moest terug-
keeren; men moest acht dagen wachten.
Cp 27 November gaat het vliegtuig op
nieuw op weg. Op 300 kilometer van
Churchill moesten sleden onder de wielen
gemonteerd worden, en op 30 Novem
ber kon het vliegtuig zijn tocht voortzet
ten. Te Chesterfield moet het vliegtuig we
gens de slechte weersomstandigheden op
nieuw acht dagen wachten.
En intusschen zendt de radio-missiepost
vanuit het hooge Noorden steeds dezelfde
korte berichten uit:
De zwarte plekken op de handen
worden grooter...."
„....De wonden blijven etteren...."
De handen zwellen op...."
Men kan zich voorstellen welke on
draaglijke pijnen de Missionaris, die pas
een goede maand in het hooge Noorden
werkzaam was, heeft moeten doorstaan.
Men kan zich de wanhopige angst voor
stellen van Mgr. Turquetil bij ieder be
richt en bij ieder nieuw uitstel van het
vliegtuig wegens de Poolnacht.
Op 9 December arriveert het vliegtuig
in Repulse-Bay, maar slechts één enkel
uur was het daglicht, en men moest tot
den volgenden morgen wachten om terug
te kunnen gaan en om den zieke over te
brengen naar 't hospitaal van Chesterfield;
daar de ziekte reeds te ver gevorderd was,
moest men daarna den jeugdigen Missio
naris overbrengen eveneens per vlieg
tuig naar het hospitaal van Winnipog.
Verschillende vingers moesten worden
afgezet, maar de handen en de armen zyn
toch gespaard gebleven.
Deze gebeurtenis is een nieuw bewijs
voor de enorme moeilijkheden, waarmede
de Missionarissen in de ijsvelden van den
Poolcirkel bij het missiewerk onder de
Eskimo's te kampen hebben, maar tevens
van de groote waarde van het vliegtuig in
dienst van de Missiën.
van Bewaring tot inkeer gekomen?
De vrouw antwoordde met een enkel
kort woord. Zij vertelde, dat zij bezig is
van haar man te scheiden.
De president las nog de verklaring voor
van de buurvrouw, die het kind alleen in
de woning had aangetroffen: „Het gebeur
de vaak, dat het kind alleen was en dat het
lang huilde. Ik ging maar 'ns kijken en
daar vond ik het verwaarloosde schepsel
tje".
Hoe is het mogelijk, vond de president,
dat u zoo iets kon doen. Ieder mensch heeft
toch de behoefte zoo'n kind te vertroete
len. En u.... een eigen moeder, laat een
kindje van zeven maanden kalm in de
steek. U ging liever uit en maakte plei-
zier.
De man werd als getuige gehoord. Hij
vertelde, dat zijn vrouw het kind dikwijls
alleen liet. Begin Mei was zij plotseling
verdwenen uit de woning te Hilversum.
Getuige zelf was naar zijn werk.
Huilend zeide de vrouw, dat zij zoo graag
zou willen, dat het kind in een gesticht
werd opgevoed.
Pres.: Is het nooit by je opgekomen, dat
je het kind zelf moet opvoeden. Dat is be
ter dan in een gesticht. Misschien hoor je
daar zelf wel thuis, dan kunnen ze je een
beetje gevoel bijbrengen.
De Officier van Justitie, mr. J. W. Bosch,
zeide in zijn requisitoir, dat feiten als het
onderhavige gelukkig hoogst zelden voor
komen.
Spr. vorderde tegen de vrouw een ge
vangenisstraf van negen maanden.
De Rechtbank zal 9 Februari vonnis wij
zen.
HOEST EN r
eSl VERKOUDHEID/
K i Dan rug en borsl inwrijven mei
j Dampo.Wonderlijkzooelsdathelptl
/-f[ t"k Po* 50 ct. Tube 40 ct. Doos 30 cl
1334
BIJ DE OPVOERING VAN EEN GROOT
SPEL
„DE NOTRE DAME VAN DE SLOPPEN"
Tooneelspel in drie bedrijven door
Gregoire Leclos
Het tooneelstuk „De notre Dame van de
Sloppen" is ontsproten in den gordel rond
Parijs, de banlieu. Deze is de Sahara om de
wereldstad, waar de rotheid en de verwor
ding van het leven tiert en groeit als een
alles verterende schimmel. Daar leeft een
ontbinding van eeuwen met alle regenboog
kleuren van het bederf, die een hardheid
en wanhoop heeft uitgeroepen, welke haars
gelijke niet kennen. Daar woont de grim
migheid en de verbetenheid in den mensch,
wiens ziel onherkenbaar begraven is onder
de melaatschheid van geest en leven.
En zoo ligt deze Lombroso-gordel rond
Parijs als een vuile, gore afscheiding van
alles wat een wereldstad verwerpt, een
modderig en verpestend moeras aan de
oever van een groot meer. Kardinaal Ver-
dier heeft op de banlieu met haar nimmer
gelenigd leed zijn aandacht laten vallen en
jonge geestelijken uitgestuurd, om in deze
wijken te gaan missioneeren.
Het is een levenswerk van een eersten jon
gen priester, die zich in deze vijandige zone
inboort, dat het onderwerp van dit stuk uit
maakt.
Dit stuk is trouwens uit deze buurten ge
groeid. De Fransche tooneelspeelster en
schrijfster Grégoire Leclos heeft een too
neelstuk geschreven, waarvan het motief is
ontleend aan Père Lhande, „Le Christ dans
le Banlieu". Het stuk is geschreven in de
achterbuurten in het Patois, en werd daar
in het begin opgevoerd.
Bibi-Mal-Loti, een jonge anarchist,
kreeg bij zijn communistische verklaringen
aan het begin van het stuk geweldig ap
plaus van zyn toehoorders, die even zeer
ontroerd waren bij het einde. Het stuk had.
succes.
De hoofdpersoon is een jonge pastoor, die
als eerste zijn schreden zet naar de melaat-
sche zone om er de verlichting van het
Evangelie te brengen. De wanhoop en de
hardheid, die hij er vindt, tarten elke be
schrijving. De ouden zien hem met ver
bazing en verbetenheid komen en schreeu
wen hem na en jouwen hem uit. De jonge
ren schelden hem en gooien met steenen.
Maar er leeft zooveel zachtmoedigheid, zoo
veel begrip en inzicht voor de ellende dier
uitgestootenen in het hart van den jongen
priester, dat hij zijn felste vijanden over
troeft en met verwondering vervult.
De kroegbaas Julot en Bibi zijn de bren
gers van de communistische verklaringen in
deze poel van jammer en ellende.
De pastoor brengt er het geloof en het
vertrouwen op God, en de overtuiging, dat
de wereld slechts beter kan worden door
onszelf te verbeteren.
„Verbeter de wereld, begin met jezelf'.
Maar hebben wij niet de taak om de arm-
sten der armen te helpen, zichzelf te ver
beteren?
Gedurende twee jaren werd dit stuk in
Parijs voor uitverkochte zalen gespeeld. De
Vereenigde Haagsche Spelers, Directeur
Pierre Balledux gaven Woensdag in de
Koninklijke Schouwburg de eerste opvoe
ring van dit werk, in de Nederlandsche ver
taling van Louis Thijssen.
De regie berust bij Jules Verstraete, die
tevens de rol vervulde van Vader Didier en
de opvoering is een buitengewoon succes
geworden.
GEURENDE FILM.
Ik heb al eens gedicht over de geurende
film. Maar dat is reeds lang geleden. Dat
is geschied, toen jaren geleden in Berlijn
de eerste geurende film zou zijn vertoond.
Wij kunnen ons indenken, dat men nu in
Berlijn wel andere zorgen heeft. Mis
schien ook daarom is de hoofdzetel van
het geuren-sydicaat overgebracht naar
Zwitserland, waar nu in Bern de buiten-
landsche pers werd uitgenoodigd een
snuifje te komen nemen van een echte
geurende film. Die correspondenten zijn
natuurlijk direct daarna in hun schrijf
machines geklommen, om hun lezers in
verre landen onverwijld te vertellen, wat
zij zooal hebben geroken. Zooals gezegd,
ik heb reeds jaren geleden mijn visie op
dat geval gegeven en wel in dichterlijke
bewoordingen.
En omdat een dichter altijd meer ge
neigd is naar romantiek, dan een prozaïst
dat is het groote verschil tusschen bei
den heb ik dat illustre feit toen be
schouwd enkel en alleen uit het gezichts
punt der liefde.
Maar ik begrijp nu, dat er ook een
andere kant aan dat geval zit.
Dat geuren lijkt mij een hachelijke on
derneming Wij gaan naar de bioscoop om
vreemde gebeurtenissen te beleven en niet
om te ruiken, zooals wij naar school gaan
om te leeren en niets anders. En dat doet
mij herinneren aan het verhaal van een
moeder, die haar Jantje kreeg thuis ge
stuurd met een briefje van den onderwij
zer, waarop stond, dat zij Jantje eerst
maar eens moest wasschen, omdat de jon
gen compleet stonk.
En moeder stuurde Jantje linea recta
terug met een ander briefje, waarop ge
schreven stond, dat Jantje op school was
om te leeren en niet om aan te ruiken.
Ik wil maar zeggen, dat het genoegen
met de avonturen van Pepé le Mocquo
belangrijk zal verminderen, indien men
tegelijk met Jean Gabin's heldenmoed de
geuren van de lugubere Afrikaansche ver
blijven zal moeten opsnuiven.
Bovendien is de waardeering van geu
ren zeer individueel. Het zal u misschien
gebeuren, dat u bij een film zit te genie
ten van de heerlijkste hyacinthengeuren,
die uit het bloeiende veld opstijgen, ter
wijl ik, die naast u zit, de geur van
hyacinthen niet kan uitstaan, omdat ik er
hoofdpijn van krijg, terwijl mijn buurman
weer onvermijdelijk een niesbui krijgt van
4 K.M., ongeveer precies de lengte van het
geheele filmprogramma.
Hoe moet dat nou?
Ik houd heelemaal niet van de drank-
geuren in een rookerig kroegje en hoeveel
films voeren ons daar niet heen? Ik ver
afschuw de lucht van knoflook en uien en
hoe dikwijls wordt dat den filmhelden niet
voorgezet? Moet ik dan beslist meerui-,
ken?
Wij hebben tegenwoordig een schier
perfecte collectie ziekenhuisfilms. En
moeten wij, arme toeschouwers, dan maar
mee genarcotiseerd worden bij iedere
operatie, die op het witte doek wordt ver
richt, zoodat de E.H.D. er aan te pas moet
komen om aan het einde der voorstelling
de zaal te ontruimen?
Er is nog een ander probleem.
Gesteld dat ik naar een film ga, die is
aangekondigd als de meest volmaakte
verzameling van liefelijke geuren, die ooit
een menschelijk neusgat hebben beroerd,
kan ik dan mijn entrée aan de cassa terug-
eischen, omdat ik snipverkouden ben en
niets geroken heb?
Neen, voorloopig zie ik nog geen heil in
de geurende film.
Maar misschien zullen de uitvinders wel
niet stil zitten, totdat zij er achter zijn,
hoe mijn neus zelfs kwalijkriekende stof
fen aangenaam zal vinden.
Maar dan zitten zij nog met het pro
bleem van uw neus.
Neen, uitvinden is niet zoo gemakkelijk
als het wel lijkt...,
DANIëL.
WEERBERICHT.
Stalin spreekt:
Jij hebt geweten, kameraad,
Dat wij den oorlog moeten winnen.
Dus trokken wij met man en macht
Het booze land der Finnen binnen,
't Zou in tien dagen zijn geschied,
Als men mijn plan maar kon volvoeren,
Maar zie, de Finnen lagen daar
Achter een wal van sneeuw te loeren.
'k Had alle volksgenooten toch
Gezegd hun krachten in te spannen.
Ons vrcolijk en welvarend volk
Dacht zich de steun van alle mannen,
't Ontzegde zich de laatste rest
Van wat aan spijs hun was gebleven,
Hun Führer vroeg: zij gaven blij
't Was toch geen leven hier hun
leven.
De felle koude in Rusland ver
groot nog de moeilijkheden van
den algemeenen toestand als ge
volg van den oorlog in Finland. In
dit verband wordt gemeld dat Sta
lin den chef van den weerkundi
gen dienst heeft afgezet.
Ik wilde vrede voor mijn Rijk,
Dat plots bedreigd werd door de Finnen,
Bedreiging van ons land en van
Zooveel millioenen huisgezinnen.
Daartegen had een elk zijn taak,
Het leger, luchtmacht en granaten,
Jij, kameraad, werd als strateeg
Toen op den hemel losgelaten.
Jij kreeg een taak. Maar 't blijkt, dat jij
Je daarom weinig liet bekreunen,
Jij kreeg den taak het leger met
Het mooiste weer te ondersteunen.
Daarvoor gaf ik den hemel jou,
Daar kon je, wat je wilde, kiezen
En zie in plaats van zonneschijn
Liet jij het veertig graden vriezen.
Jij bent een vjjand van het volk,
Ga, kameraad, ga uit mijn oogen,
Jij hebt mij, leider Stalin zelf,
Het leger en het volk bedrogen.
Jij wilde kou en sneeuw en ijs?
Welaan, het zal je nu verdrieten,
Geketend zult ge voortaan in
Siberië daarvan genieten.
TROUBADOUR.