Nederland en de „heilige oorlog1' Harde nootjes voor den heer Churchill Het wintertje van '29 Land- en Tuinbouw DONDERDAG 25 JANUARI 1940 DE J™SCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 Eersle Kamer Bultenlandsclie Berichte* JOEGOSLAVISCHE TORPEDOJAGER GEZONKEN. In de haven van Sibenik. De Joegoslavische torpedojager „Loeblla- na" is gistermiddag, na op een zich onder water bevindend rif te zijn gestooten, in de Adriatische Zeehaven Sibenik gezon ken. Er zouden talrijke slachtoffers te be treuren zijn. De ramp geschiedde toen het schip met twee andere torpedojagers, de „Belgrado" en de „Zagreb", manoeuvreerde om de ha ven binnen te komen. De autoriteiten heb ben terstond een onderzoek ingesteld en de haven door de politie laten afzetten. Nader wordt gemeld, dat de storm, die gisteren aan de Joegoslavische Adriatische Zeekust woedde, sterke stroonjingen aan den haveningang tengevolge had en het snanoeuvreeren zeer bemoeilijkte. De „Loe- bliana" slaagde erin, de haven binnen te komen, doch door den stroom werd de oorlogsbodem op een rif gedreven. Terstond stroomde het water de machi nekamer binnen en het schip zonk vrijwel onmiddellijk. Toen de ramp zich afspeel de had de „Loebliana" 130 man aan boord. De torpedojager „Belgrado" en „Zagreb" snelden direct tehulp, doch toen zij ter plaatse waren, was de „Loebliana" reeds onder water verdwenen. Daardoor heeft men ook het aantal slachtoffers nog niet kunnen vaststellen. De „Loebliana" was in Joegoslavië ge bouwd en in 1938 te Split te water gelaten. Het was een der vier torpedojagers der Joegoslavische marine. Kapitein Achlin, de commandant van de „Loebliana", die gered kon worden, is in verband met het onderzoek in verzekerde bewaring gesteld. VIJF PERSONEN BIJ EEN BRAND OMGEKOMEN. Gisternacht is brand uitgebroken in een huis in het Oosten van Berlijn. De bewo ners werden door de verstikkende rook verhinderd het huis te verlaten. De brand weer is er in geslaagd, met behulp van rookgasmaskers en zuurstof apparaten, als mede springzeilen, een deel der ingeslote- nen te redden, vijf personen zijn evenwel gestikt. DE WINTER IN ZUID-SLAVIë. De hoogere scholen in Belgrado zijn tot 5 Februari gesloten in verband met het gebrek aan steenkool. De koude en sneeuwstormen hebben sommige streken in Zuid-Slavië en Servië geheel van den rest van het land afgesne den. Door het ontbreken van verbindings middelen doet zich een ernstig gebrek aan levensmiddelen gevoelen in de streek van Lika en in Bosnië. De regeering treft voor bereidingen voor het nemen van krachtige maatregelen om hierin zoo spoedig mo gelijk te voorzien. SNEEUW IN DE VEREEN. STATEN. In Washington heeft het zoo hevig ge sneeuwd, dat het geheele verkeer in de war was en alle luchtdiensten gestaakt moesten worden. Vannacht werd een sneeuwval van 20 cm. opgeteekend. VOOR DE SLACHTOFFERS VAN DE AARDBEVING IN TURKIJE. Het Fransche staatsblad publiceert een wetsdecreet, waarbij een aanvullend cre- diet van 15 millioen francs ter beschikking van den ministerpresident en de minister van buitenlandsche zaken wordt gesteld voor leniging van den dringendsten nood der slachtoffers van de aardbeving in Ana- tolië. Het Britsch-Turksche comité voor hulp verleening aan de slachtoffers van de aard beving in Turkije heeft 80 ton kleeding- stukken naar Turkije gezonden, waaronder een hoeveelheid oude uniformen van Brit- sche politie-agenten. In totaal kunnen hier mede 30.000 personen gekleed worden. 1940 steek! 1929 naar de kroon KOUDE-RECORD IN JANUARI. De winter van 19391940 begint die van 19281929 naar de kroon te steken. Welis waar is te de Bilt nog geen minimumtem peratuur van -18.9 graden bereikt, zooals op 14 Februari 1929 is waargenomen, maar op 20 Januari 1940 is toch reeds -16.3 gra den voorgekomen, waarmede voor Januari een record werd bereikt sedert het begin der waarnemingen te de Bilt in 1897. Ver der hebben wij nu reeds 20 dagen gehad met een minimuni-temperatuur beneden -10 graden, tegen 15 dagen in den gehee- len winter van 19281929. Men kan de strengheid van een winter op verschillende manieren uitdrukken, on der andere door middel van de ijsvorming, welke uit bepaalde temperatuur-combina- ties is te berekenen. Wanneer men de ge gevens der afzonderlijke dagen samentelt, geeft dan een temperatuursom van -16 gra den bijv. aan, dat men op ondiep water kan schaatsenrijden. Op deze wijze berekend, was na het einde van de felle koude, op 21 Februari 1929 de temperatuursom -254 gra- Drijven naar Tweede Versailles Vergadering van gisteren. (Vervolg). De heer HELDRING (lib.) brengt lof aan den minister, het is van groot belang een man aan dit departement te weten, die vertrouwen heeft. Spr. hoopt, dat de vrede eenmaal vrijer ademen zal brengen; doch menig onrecht moeten wij over ons heen laten gaan en menig verlies zal geleden moeten worden. Wij stellen ons dichtbevolkt land niet roe keloos bloot aan een aanvaller, doch wij zullen bitter vechten, als wij worden aan gevallen. Met de verzekering van de defensie moeten wij doorgaan. Gevaren bestaan voortdurend in latenten vorm. Deze posi tie deelen wij met België. Het genereuze gebaar van de regeering ten aanzien van Finland is spr. sympathiek. Laten wij op een intelligenten vrede hopen. Waakzaamheid en vrede zijn onvereenig- baar met oeconomische Maginotstellingen. Spr. is niet van oordeel, dat de opmer king van den heer Briët ten aanzien van de bezetting -van de gezantschapsposten in het algemeen juist is. Wel heeft men te veel bezuinigd, b.v. op de kanseliersposten. De kanselier heeft een belangrijke Jaak. Spr. steunt het betoog van den heer Kropman, waar deze aandrong op de in stelling van een bureau ter behartiging van de belangen in verband met de zee- oorlogsschade. Spr. geeft den minister in overweging deze zaak nog eens te be kijken. De hoofdoorzaak van den oorlog is Versailles. De heer VAN LANSCHOT (r.k.) bestrijdt den heer Briët, waar deze terugtrad in de crisis van dezen zomer. Dit waren alge- meene beschouwingen. Die episode is voor goed afgeloopen: men verscherpe de be trekkingen niet. Spr. citeert dr. Colijn, die waarschuwde tegen het vervelende en vooral het zeurige. Men neemt het ons, met een beroep op den Volkenbond, kwalijk, dat wij neutraal zijn. Dit geschiedt in het land, waar men op dit punt het meeste op zijn kerfstok heeft. Spreker denkt aan China. Waarom spreekt men tot ons, en niet tegen Ameri ka, Japan of Italië? Waarom richt men de pijlen der critiek op de kleine neutralen? Bestaat er voor de Nederlandsche demo craten de verplichting zich te mengen in den ideologischen strijd? Spr. ontkent dit. De hoofdoorzaak van den oorlog is tc zoeken in Versailles. Dit vergeet men al te zeer in Engeland. Men zou kunnen zeg gen: „Tu l'as voulu, Versailles!" Neutrali teit is plicht, gewetensplicht. Spr. beroept zich o.m. op pater Romme en op een arti kel van den voorzitter der R.K.S.P. Voor de katholieken is de neutraliteit een ge wetenskwestie. De Nederlandsche regee ring is waakzaam. Men verwijt ons wel, dat het bij papieren protesten blijft, doch de toetssteen is: verdediging met alle mid delen, die ons ten dienste staan. Dit ge schiedt. De regeering zorge, dat wij als kleine neutrale mogendheid niet in een mindere positie gebracht worden dan de groote. Gelijke monniken, gelijke kappen. Kan de minister de Kamer iets mede- deelen over de inbeslagneming van de post? Moet ons land nog lid blijven van den Volkenbond? Dit wordt niet betwist. Spr. toont aan, waarom het standpunt van den heer Van Vessem onjuist is. Het lid maatschap heeft no^ geen gevaren mee gebracht voor ons land; de Engelschen waren de eersten om te erkennen, dat het standpunt van de 7 kleine mogendheden t.a.v. art. 16 juist was. Als onze delegatie in Genève niet de noodige voorzichtigheid in acht neemt, dan zou er gevaar dreigen. De delegatie onder de heeren De Vos van Steenwijk en Francois is superlatief voor zichtig geweest. Met Nederland hebben indertijd twee andere landen bezwaren geuit tegen de den. Vandaag hebben wij reeds een som van -243 graden, zoodat, wanneer de koude nog aanhoudt, na 1 of 2 dagen de winter van 1929 is ingehaald. Van verschillende zijden hebben het In stituut mededeelingen bereikt omtrent waargenomen temperaturen, die lager zijn dan die van de officieele stations. De oor zaak hiervan is in vele gevallen, dat de thermometers onbeschermd zijn opgesteld, waardoor ze door uitstraling lager aanwij zen dan de luchttemperatuur. Op de sta tions van het Instituut wordt waargenomen op ongeveer 2 meter boven den grond in een kooi met wanden van jalouzieën, die wel voldoende ventaliatie toelaat, maar den stralingsinvloed uitsluit. Op 10 c.m. boven den grond is te de Bilt op 20 Januari 1940 een luchttemperatuur van -21 graden ge meten. toelating van de Sovjet-Unie. Dit stand punt is door de omstandigheden volkomen gerechtvaardigd. Dit wijst op den juisten kijk van dr. Colijn. Inzake de hulp aan Finland heeft Neder land zich op het zelfbeschikkingsstand punt gebaseerd: ieder land drage afzon derlijk het zijne bij. Spr. is verheugd over den toegezegden steun aan het Finsche Roode Kruis. Wanneer wij de redevoeringen van eenige Engelsche staatslieden lezen, dan staat ernstig te vreezen, dat wij straks een tweede Versailles zullen krijgen. Zoo komt de wereld nooit tot rust. Inderdaad ligt hier voor de neutralen een taak, door staatsmanswijsheid en werkelijkheidszin vereischt. Wanneer men zich onge vraagd aandient, dan is de kans groot, dat men niet wordt toegelaten. Met groote heeren is het slecht kersen eten. Een aan eengesloten front van neutralen acht spr. echter wèl wenschelijk. Volkomen gelijk heid tusschen de leden is uitgangspunt voor iedere rechtsorganisatie. In vredes voorwaarden kunnen de neutralen zich niet doen hooren, wèl in die organisatie. Het vredesverdrag mag niet inhouden de kiem van een nieuwen oorlog. Dit is de les van Genève geweest. De Volkenbond is dynamisch; het pact van Genève is de grondwet tusschen de volkeren; dit pact dient te buigen voor de lessen van de his torie. Door lid van den bond te blijven, geven wij onze neutraliteit niet prijs; evenmin is de collectieve veiligheid geheel geaban donneerd. Zoolang zij echter niet effectief kan worden gemaakt, is een goed leger noodig. Dit kan nog geruimen tijd duren. Een goed en krachtig leger is voor onze veiligheid noodig; spr. hoopt, dat men niet vervalt in de fout van den vorigen oorlog; wij moeten onze versterkingen en stellin gen in stand houden. Churchill verloor de historie uit het oog. De heer VORRINK (s.d.) gedenkt de genen, die als gevolg van de vijandelijk heden het leven hebben verloren, hetzij in de strijdkrachten der belligerenten, het zij als zeelieden, hetzij als burgers. Het geheele volk staat vast aaneenge sloten rond de regeering bij de handhaving- van de neutraliteit. Geen mensch kan thans ons land zijn zedelijk recht op neutraliteit ontzeggen. Spr. citeert uit 's ministers rede in de Tweede Kamer. In de landen der belligerenten is men blijkbaar van dat recht niet overtuigd. Gedurende de vijan delijkheden hebben wij velerlei druk moeten weerstaan. Ten aanzien van de radiorede van Chur chill merkt spr. op, dat deze spreker ons zedelijk recht heeft ontkend en beweerd heeft, dat wij ons buigen voor Duitsch- land. Erger nog acht spr. dat Churchill een beroep deed op het Volkenbondshandvest. Engeland en Frankrijk hadden dit hand vest moeten hanteeren vóór het opkomen van den geest van agressie in de wereld, voor Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk en Abessinië. Zij alleen dragen de verant woording voor Munchen, voor de onder handelingen met Rusland en voor de oor logsverklaring. Spr. betreurt, dat Churchill de historische feiten uit het oog heeft ver loren. De zaak van de collectieve veilig heid heeft hij daarmee niet gediend. Ons zedelijk recht op neutraliteit blijft objec tief bestaan, al lijden wij schade bij een nederlaag van Engeland. Spr. citeert uit de Kerstrede van den Paus. Ons volk moet aan velerlei druk weer stand bieden. Van Duitsche zijde stelt men het voor, alsof de Volkenbond een instru ment is van Engeland en Frankrijk; ten onrechte. Wij denken er dan ook niet aan het lidmaatschap van den Bond op te zeg gen. Spr. citeert met instemming de Me morie van Antwoord op dit punt. Er is hier sprake van een algemeene Nederland sche volksovertuiging; spr. wijst op de in de Tweede Kamer gehouden redevoerin gen. Spr. is van oordeel, dat tegen pers excessen opgetreden moet worden. Doch men zie de beteekenis goed. Vermeden wordt, dat men anderen aanleiding ver schaft om ons aan te vallen. Spr. citeert echter prof. Geyl, die zeide, dat het inci dent in dezen oorlog slechts middel is; als het niet bestaat, dan wordt het uitgevon den. Spr. wijst op het incident van Wal- Wal. Geen strijd voor recht en gerechtig heid, maar voor andere doeleinden. De heer ANEMA (a.r.) betuigt zijn in stemming met het optreden van dezen minister. Wat de neutraliteit betreft, in den laat- sten tijd hebben wij van buitenlandsche zijde een oproep gehoord, die ook hier werd gehoord: nl. om actief deel te nemen aan het pleit. Die vraag, o.m. door Chur chill gesteld, moet men niet al te hard op vatten: een land in oorlog kent zekere emoties, die begrijpelijk zijn. Bovendien was een zeer emotioneel staatsman aan het woord. De geheele oorlog heeft met den Volken bond niets te maken. Dit is een oorlog, die door Engeland en Frankrijk buiten den Bond om is aangebonden. Hieraan kan men geen argument ontleenen om ons in den oorlog te betrekken. Kunnen de partijen ons nopen aan den oorlog deel te nemen, omdat deze zou zijn een strijd voor recht en ge rechtigheid? Deze oorlog is ontketend voor bijzondere doeleinden. Toen de Joden en de Christelijke Kerk werden onderdrukt, heeft Engeland er niet aan gedacht er oorlog voor te voeren. Spr. wijst voorts op TsjechoSlowakij en Abessynië. Uitdrukkelijk is destijds ver klaard, dat alleen oorlog kon worden gevoerd als vitale belangen van Enge land of het Imperium worden bedreigd. Dit geschiedde, toen Polen werd aan gevallen. Rusland is een zeer eigen aardige bondgenoot, als men den strijd aanbindt voor recht en tegen barbarij. Deze oorlog kan rechtvaardig en plicht geboden zijn, doch hebben Engeland en Frankrijk een rechtsgrond om ons er in te betrekken? Neen, die grond bestaat niet: het is een ïJarticuliere oorlog voor Frank rijk en Engeland. Nooit zal men de volkeren bereid vin den dat zij hun vitale belangen en groo te beginselen onderwerpen aan een rechts college. De oplossing is een instituut, als de ccnstitutioneele monarchie voor de binnen- landsclie geschillen. Het is moeilijk te zeggen, hoe de orga nisatie er zal uitzien, doch het miserabele beginselengeschipper moet uit zijn. Be hoorlijk politiek internationaal overleg is noodig. Een land als Rusland mag niet weer worden uitgenoodigd om als lid toe te treden. De N. S. B. steunt de regeering in haar neutraliteitspolitiek.....! De heer VAN VESSEM N. S. B. zeide, dat de N. S. B. van den aanvang af de regeering steun in haar neutraliteitspoli tiek. Spr. betreurt, dat de regeering haar karakteriseert als zelfstandigheidspolitiek zonder meer. Spr. wijst op België, waar ge zegd is, dat zijn zelfstandigheidspolitiek geen neutraliteit beteekent. De termen ten aanzien van onze positie mogen geen aan leiding tot misverstand. Spr. betreurt, dat de minister niet het besluit kan nemen om uit den Volken bond te treden. De goede betrekkingen met België heb ben spr.'s instemming. Men baseere deze echter op een politiek samengaan. In Bel gië bestaan tendenzen, die noodlottig kun nen worden voor ons. t Het woord is aan den MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN. Om 16.20 uur vtordt de vergadering ver daagd tot hedenochtend 11 uur. Eerste Kamer over de Defensie. In het Voorloopig Verslag der Eerste Ka mer over het wetsontwerp tot vaststelling van de Defensiebegrooting werd met groote waardeering gewaagd van de wijze, waar op leger, vloot en luchtmacht hun taak vervullen, en den gemobiliseerden dank geweten voor het offer, hetwelk velen hunner ook met het oog op hun gezin nen hebben moeten brengen door aan den hun geworden oproep tot verdediging van onze zelfstandigheid te gehoorzamen. Algemeen stemde het tot voldoening, dat de geest in de weermacht goed is. Verscheidene leden trokken in twijfel, of de organisatie van de aanschaffingen ten behoeve van de landmacht wel zoo doel treffend is, dat steeds wordt bereikt het tempo, hetwelk onder de huidige omstan digheden meer dan ooit is vereischt. Men drong eerder aan op verder gaande moto- risatie. Sommige leden stelden de vraag, of in derdaad, gelijk verluidt, leveranciers van beton zeer minderwaardig materiaal heb ben geleverd. Is een strafvervolging aan hangig? Eenige leden verzochten den minister, er voor te waken, dat voortaan militaire maatregelen op zoodanige wijze zouden worden genomen, dat ze niet, gelijk op 11 en 12 November 1.1., den indruk wekken, van het bestaan van acuut gevaar, hetwelk blijkens de mededeeling, door den voorzit ter van den Raad van Ministers den 13den d.a.v. voor de microfoon gedaan, toen niet heeft bestaan. Verscheidene leden verklaarden, zeer misnoegd te zijn over het feit, dat nog steeds geen beslissing is genomen omtrent de versterking van de zeemacht. Ook versterking van de luchtmacht werd bepleit. Eenige leden achtten een betere voor lichting van weermacht en volk betreffen de de defensie gewenscht. Vele leden waren van oordeel, dat bij de defensie-uitgaven nog steeds niet in vol doende mate de zuinigheid in acht wordt genomen. Eenigen dezer leden gaven in overweging, te dien einde den rijksaccoun tantsdienst uit te breiden dan wel aan het departement van Defensie enkele afzonder lijke accountants te verbinden, en wel de zulken, die ondervinding hebben opgedaan bij het beheer van particuliere bedrijven. Anderen dezer leden bepleitten de aanstel ling var talrijke bezuinigingsinspecteurs. Met name werd ten slotte de aandacht gevestigd op het verschil tusschen het be drag, waarop per dag de mobilisatie in Bel gië komt te staan, en dat, hetwelk dezelfde maatregel hier te lande per dag vordert. Vele leden verklaarden, van meening te zijn, dat de luchtbescherming van bevol- king en eigendommen, zoowel van privaat als van publiekrechtelijken aard, behoort DISTRIBUTIE VAN KUNSTMEST. Van officieele zijde wordt het volgende medegedeeld: Tot heden was het alleen voor degenen, die een land-, tuin- of boschbedrijf uit oefenden, mogelijk kunstmeststoffen te verkrijgen, aangezien slechts aan die groep van personen kunstmestbonnen werden verstrekt, tegen inlevering waarvan uit sluitend kunstmest kon worden betrokken. Thans is een regeling getroffen, dat mede kunstmeststoffen worden verstrekt aan: a. degenen, die cultuurgrond met een oppervlakte van 10 are of meer be werken, om daarop gewassen te telen, uitsluitend voor eigen gebruik of ge not; b. zoogenaamde detaillisten, waar onder zijn te verstaan, personen, die kunstmeststoffen in kleine hoeveel heden plegen te verkoopen, alsmede stichtingen of vereenigingen tot ex ploitatie of beheer van school- of volkstuintjes. De tot deze groepen behoorende per sonen dienen een bij de provinciale voedselcommissarissen en de plaatselijke bureauhouders verkrijgbaar gesteld aan vraagformulier bij den voedselcommissaris hunner provincie in te zenden, waarna op dezelfde wijze, als dit thans ten aanzien van de eerstbedoelde groep van personen geschiedt, een kunstmesttoewijzing als mede kunstmestbonnen worden verstrekt. Het is den detaillist toegestaan, de op deze wijze verkregen kunstmeststoffen te verkoopen zonder dat hy hiervoor kunst mestbonnen in ontvangst behoeft te nemen, mits hij aan een bepaalden afnemer tege lijkertijd geen stikstof-, phosphorzuur- of kalihoudende kunstmeststoffen aflevert m hoeveelheden, elk afzonderlijk grooter dan 25 kg. Door deze regeling zal het dus voor ieder, aan wie geen kunstmestbonnen zyn ver strekt, mogelijk zijn in beperkte hoeveel heid kunstmeststoffen te verkrijgen. Mede is een regeling getroffen waardoor het mogelijk is nader door het kunstmest- distributiebureau te omschrijven kunst meststoffen, welke bij zeer kleine hoeveel heden in een bepaalde merkverpakking plegen te worden verkocht, buiten de dis tributieregeling te doen vallen, mits bij den verkoop en de aflevering dezer kunst meststoffen de door het kunstmestdistri- butiebureau te 's-Gravenhage te stellen voorwaarden worden nagekomen. TOMATEN-STEUN. De steun van 5.05 per 100 K.G. voor to maten CC gedurende de periode 18 Sep tember15 October, is ook van toepassing op de tomaten A, B. en C. in dezelfde pe riode. MILTVUUR-STERFTE IN DE DERDE JANUARI-WEEK AFGENOMEN. Het totale aantal sedert half December gestegen tot 489, doch het week-cijfer gedaald van 141 op 102. TOENEMING IN FRIESLAND EN GRONINGEN. Wij vernemen, dat het aantal runderen, die in de derde kalenderweek van ddt jaar (1420 Jan.) aan miltvuur zijn gestorven, 102 bedraagt, dat is aanzienlijk minder dan in de daaraan voorafgaande week, toen 141 dieren aan deze veeziekte bezweken. Het verloop sedert half December is nu als volgt: 17—23 December 48 stuks 2430 December 76 31 Dec.6 Jan124 713 Januari 141 1420 Januari 102 Totaal 5 weken 489 stuks Afgaande oip het cijfer van deze laatste week zou men dus mogen zeggen, dat het hoogtepunt bereikt is, dank zij het blok- keeren van ruim drie millioen kilo ver dacht veevoeder, het op groote schaal in spuiten van runderen en het zorgvuldig vervoeren en vernietigen der kadavers. Met dat al zijn in deze vijf weken onge veer evenveel diieren aan miltvuur gestor ven als normaliter in vier jaren. Wat de verschillende provincies betreft, kan men zoggen, dat er in Friesland en Groningen een toeneming is te constatoe ren: Groningen Friesland. 1723 December 0 1 stuks 2430 December 3 1 31 Dec.(J Jan17 5 713 Januari 14 5 1420 Januari 21 14 In de jongste week zyn in Groningen 20 pet. van het totale aantal miltvuur slachtoffers gevallen, terwyl in die provin cie slechts 5 pet. van den totalen rundvee stapel wordt gehouden. In Friesland kwam 16 pet. der doodelyke gevallen voor, ter wijl daar 14 pet van den veestapel wordt gehouden. In Limburg kwam in deze week géén en kel geval meer voor (voorafgaande week 6); in Noord-Brabant 10 (19); in N.-Hol- land 18 (19); in Z.-Holland 9 (17) en in Overyeel 9 (20). „HandelsJbl" tot de taak van de landoverheid. Zij waren dan ook van oordeel, dat een betere rege ling te dezer zake dringend noodig is. Verscheidene leden had het ten zeerste getroffen, dat bij het bekende incident te Venlo, in November 1.1., tegenwoordig was geweest een Nederlandsch officier, die al daar den dcod had gevonden. Gaarne zou den zij omtrent de reden van diens aanwe zigheid ter plutse worden ingelicht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 7