Nederland en de „heilige
oorlog1'
Harde nootjes voor den heer Churchill
Het wintertje
van '29
Land- en Tuinbouw
DONDERDAG 25 JANUARI 1940
DE J™SCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
Eersle Kamer
Bultenlandsclie Berichte*
JOEGOSLAVISCHE TORPEDOJAGER
GEZONKEN.
In de haven van Sibenik.
De Joegoslavische torpedojager „Loeblla-
na" is gistermiddag, na op een zich onder
water bevindend rif te zijn gestooten, in
de Adriatische Zeehaven Sibenik gezon
ken. Er zouden talrijke slachtoffers te be
treuren zijn.
De ramp geschiedde toen het schip met
twee andere torpedojagers, de „Belgrado"
en de „Zagreb", manoeuvreerde om de ha
ven binnen te komen. De autoriteiten heb
ben terstond een onderzoek ingesteld en
de haven door de politie laten afzetten.
Nader wordt gemeld, dat de storm, die
gisteren aan de Joegoslavische Adriatische
Zeekust woedde, sterke stroonjingen aan
den haveningang tengevolge had en het
snanoeuvreeren zeer bemoeilijkte. De „Loe-
bliana" slaagde erin, de haven binnen te
komen, doch door den stroom werd de
oorlogsbodem op een rif gedreven.
Terstond stroomde het water de machi
nekamer binnen en het schip zonk vrijwel
onmiddellijk. Toen de ramp zich afspeel
de had de „Loebliana" 130 man aan boord.
De torpedojager „Belgrado" en „Zagreb"
snelden direct tehulp, doch toen zij ter
plaatse waren, was de „Loebliana" reeds
onder water verdwenen. Daardoor heeft
men ook het aantal slachtoffers nog niet
kunnen vaststellen.
De „Loebliana" was in Joegoslavië ge
bouwd en in 1938 te Split te water gelaten.
Het was een der vier torpedojagers der
Joegoslavische marine.
Kapitein Achlin, de commandant van de
„Loebliana", die gered kon worden, is in
verband met het onderzoek in verzekerde
bewaring gesteld.
VIJF PERSONEN BIJ EEN BRAND
OMGEKOMEN.
Gisternacht is brand uitgebroken in een
huis in het Oosten van Berlijn. De bewo
ners werden door de verstikkende rook
verhinderd het huis te verlaten. De brand
weer is er in geslaagd, met behulp van
rookgasmaskers en zuurstof apparaten, als
mede springzeilen, een deel der ingeslote-
nen te redden, vijf personen zijn evenwel
gestikt.
DE WINTER IN ZUID-SLAVIë.
De hoogere scholen in Belgrado zijn tot
5 Februari gesloten in verband met het
gebrek aan steenkool.
De koude en sneeuwstormen hebben
sommige streken in Zuid-Slavië en Servië
geheel van den rest van het land afgesne
den. Door het ontbreken van verbindings
middelen doet zich een ernstig gebrek aan
levensmiddelen gevoelen in de streek van
Lika en in Bosnië. De regeering treft voor
bereidingen voor het nemen van krachtige
maatregelen om hierin zoo spoedig mo
gelijk te voorzien.
SNEEUW IN DE VEREEN. STATEN.
In Washington heeft het zoo hevig ge
sneeuwd, dat het geheele verkeer in de
war was en alle luchtdiensten gestaakt
moesten worden. Vannacht werd een
sneeuwval van 20 cm. opgeteekend.
VOOR DE SLACHTOFFERS VAN DE
AARDBEVING IN TURKIJE.
Het Fransche staatsblad publiceert een
wetsdecreet, waarbij een aanvullend cre-
diet van 15 millioen francs ter beschikking
van den ministerpresident en de minister
van buitenlandsche zaken wordt gesteld
voor leniging van den dringendsten nood
der slachtoffers van de aardbeving in Ana-
tolië.
Het Britsch-Turksche comité voor hulp
verleening aan de slachtoffers van de aard
beving in Turkije heeft 80 ton kleeding-
stukken naar Turkije gezonden, waaronder
een hoeveelheid oude uniformen van Brit-
sche politie-agenten. In totaal kunnen hier
mede 30.000 personen gekleed worden.
1940 steek! 1929 naar de
kroon
KOUDE-RECORD IN JANUARI.
De winter van 19391940 begint die van
19281929 naar de kroon te steken. Welis
waar is te de Bilt nog geen minimumtem
peratuur van -18.9 graden bereikt, zooals
op 14 Februari 1929 is waargenomen, maar
op 20 Januari 1940 is toch reeds -16.3 gra
den voorgekomen, waarmede voor Januari
een record werd bereikt sedert het begin
der waarnemingen te de Bilt in 1897. Ver
der hebben wij nu reeds 20 dagen gehad
met een minimuni-temperatuur beneden
-10 graden, tegen 15 dagen in den gehee-
len winter van 19281929.
Men kan de strengheid van een winter
op verschillende manieren uitdrukken, on
der andere door middel van de ijsvorming,
welke uit bepaalde temperatuur-combina-
ties is te berekenen. Wanneer men de ge
gevens der afzonderlijke dagen samentelt,
geeft dan een temperatuursom van -16 gra
den bijv. aan, dat men op ondiep water kan
schaatsenrijden. Op deze wijze berekend,
was na het einde van de felle koude, op 21
Februari 1929 de temperatuursom -254 gra-
Drijven naar Tweede
Versailles
Vergadering van gisteren.
(Vervolg).
De heer HELDRING (lib.) brengt lof
aan den minister, het is van groot belang
een man aan dit departement te weten, die
vertrouwen heeft.
Spr. hoopt, dat de vrede eenmaal vrijer
ademen zal brengen; doch menig onrecht
moeten wij over ons heen laten gaan en
menig verlies zal geleden moeten worden.
Wij stellen ons dichtbevolkt land niet roe
keloos bloot aan een aanvaller, doch wij
zullen bitter vechten, als wij worden aan
gevallen.
Met de verzekering van de defensie
moeten wij doorgaan. Gevaren bestaan
voortdurend in latenten vorm. Deze posi
tie deelen wij met België.
Het genereuze gebaar van de regeering
ten aanzien van Finland is spr. sympathiek.
Laten wij op een intelligenten vrede hopen.
Waakzaamheid en vrede zijn onvereenig-
baar met oeconomische Maginotstellingen.
Spr. is niet van oordeel, dat de opmer
king van den heer Briët ten aanzien van de
bezetting -van de gezantschapsposten in
het algemeen juist is. Wel heeft men te
veel bezuinigd, b.v. op de kanseliersposten.
De kanselier heeft een belangrijke Jaak.
Spr. steunt het betoog van den heer
Kropman, waar deze aandrong op de in
stelling van een bureau ter behartiging
van de belangen in verband met de zee-
oorlogsschade. Spr. geeft den minister in
overweging deze zaak nog eens te be
kijken.
De hoofdoorzaak van den oorlog is
Versailles.
De heer VAN LANSCHOT (r.k.) bestrijdt
den heer Briët, waar deze terugtrad in de
crisis van dezen zomer. Dit waren alge-
meene beschouwingen. Die episode is voor
goed afgeloopen: men verscherpe de be
trekkingen niet. Spr. citeert dr. Colijn, die
waarschuwde tegen het vervelende en
vooral het zeurige.
Men neemt het ons, met een beroep op
den Volkenbond, kwalijk, dat wij neutraal
zijn. Dit geschiedt in het land, waar men
op dit punt het meeste op zijn kerfstok
heeft. Spreker denkt aan China. Waarom
spreekt men tot ons, en niet tegen Ameri
ka, Japan of Italië? Waarom richt men de
pijlen der critiek op de kleine neutralen?
Bestaat er voor de Nederlandsche demo
craten de verplichting zich te mengen in
den ideologischen strijd? Spr. ontkent dit.
De hoofdoorzaak van den oorlog is tc
zoeken in Versailles. Dit vergeet men al
te zeer in Engeland. Men zou kunnen zeg
gen: „Tu l'as voulu, Versailles!" Neutrali
teit is plicht, gewetensplicht. Spr. beroept
zich o.m. op pater Romme en op een arti
kel van den voorzitter der R.K.S.P. Voor
de katholieken is de neutraliteit een ge
wetenskwestie. De Nederlandsche regee
ring is waakzaam. Men verwijt ons wel,
dat het bij papieren protesten blijft, doch
de toetssteen is: verdediging met alle mid
delen, die ons ten dienste staan. Dit ge
schiedt.
De regeering zorge, dat wij als kleine
neutrale mogendheid niet in een mindere
positie gebracht worden dan de groote.
Gelijke monniken, gelijke kappen.
Kan de minister de Kamer iets mede-
deelen over de inbeslagneming van de
post? Moet ons land nog lid blijven van
den Volkenbond? Dit wordt niet betwist.
Spr. toont aan, waarom het standpunt van
den heer Van Vessem onjuist is. Het lid
maatschap heeft no^ geen gevaren mee
gebracht voor ons land; de Engelschen
waren de eersten om te erkennen, dat het
standpunt van de 7 kleine mogendheden
t.a.v. art. 16 juist was. Als onze delegatie
in Genève niet de noodige voorzichtigheid
in acht neemt, dan zou er gevaar dreigen.
De delegatie onder de heeren De Vos van
Steenwijk en Francois is superlatief voor
zichtig geweest.
Met Nederland hebben indertijd twee
andere landen bezwaren geuit tegen de
den. Vandaag hebben wij reeds een som
van -243 graden, zoodat, wanneer de koude
nog aanhoudt, na 1 of 2 dagen de winter
van 1929 is ingehaald.
Van verschillende zijden hebben het In
stituut mededeelingen bereikt omtrent
waargenomen temperaturen, die lager zijn
dan die van de officieele stations. De oor
zaak hiervan is in vele gevallen, dat de
thermometers onbeschermd zijn opgesteld,
waardoor ze door uitstraling lager aanwij
zen dan de luchttemperatuur. Op de sta
tions van het Instituut wordt waargenomen
op ongeveer 2 meter boven den grond in
een kooi met wanden van jalouzieën, die
wel voldoende ventaliatie toelaat, maar den
stralingsinvloed uitsluit. Op 10 c.m. boven
den grond is te de Bilt op 20 Januari 1940
een luchttemperatuur van -21 graden ge
meten.
toelating van de Sovjet-Unie. Dit stand
punt is door de omstandigheden volkomen
gerechtvaardigd. Dit wijst op den juisten
kijk van dr. Colijn.
Inzake de hulp aan Finland heeft Neder
land zich op het zelfbeschikkingsstand
punt gebaseerd: ieder land drage afzon
derlijk het zijne bij. Spr. is verheugd over
den toegezegden steun aan het Finsche
Roode Kruis.
Wanneer wij de redevoeringen van
eenige Engelsche staatslieden lezen, dan
staat ernstig te vreezen, dat wij straks een
tweede Versailles zullen krijgen. Zoo komt
de wereld nooit tot rust. Inderdaad ligt
hier voor de neutralen een taak, door
staatsmanswijsheid en werkelijkheidszin
vereischt. Wanneer men zich onge
vraagd aandient, dan is de kans groot, dat
men niet wordt toegelaten. Met groote
heeren is het slecht kersen eten. Een aan
eengesloten front van neutralen acht spr.
echter wèl wenschelijk. Volkomen gelijk
heid tusschen de leden is uitgangspunt
voor iedere rechtsorganisatie. In vredes
voorwaarden kunnen de neutralen zich
niet doen hooren, wèl in die organisatie.
Het vredesverdrag mag niet inhouden
de kiem van een nieuwen oorlog. Dit is de
les van Genève geweest. De Volkenbond
is dynamisch; het pact van Genève is de
grondwet tusschen de volkeren; dit pact
dient te buigen voor de lessen van de his
torie.
Door lid van den bond te blijven, geven
wij onze neutraliteit niet prijs; evenmin is
de collectieve veiligheid geheel geaban
donneerd. Zoolang zij echter niet effectief
kan worden gemaakt, is een goed leger
noodig. Dit kan nog geruimen tijd duren.
Een goed en krachtig leger is voor onze
veiligheid noodig; spr. hoopt, dat men niet
vervalt in de fout van den vorigen oorlog;
wij moeten onze versterkingen en stellin
gen in stand houden.
Churchill verloor de historie uit
het oog.
De heer VORRINK (s.d.) gedenkt de
genen, die als gevolg van de vijandelijk
heden het leven hebben verloren, hetzij
in de strijdkrachten der belligerenten, het
zij als zeelieden, hetzij als burgers.
Het geheele volk staat vast aaneenge
sloten rond de regeering bij de handhaving-
van de neutraliteit. Geen mensch kan thans
ons land zijn zedelijk recht op neutraliteit
ontzeggen. Spr. citeert uit 's ministers rede
in de Tweede Kamer. In de landen der
belligerenten is men blijkbaar van dat
recht niet overtuigd. Gedurende de vijan
delijkheden hebben wij velerlei druk
moeten weerstaan.
Ten aanzien van de radiorede van Chur
chill merkt spr. op, dat deze spreker ons
zedelijk recht heeft ontkend en beweerd
heeft, dat wij ons buigen voor Duitsch-
land. Erger nog acht spr. dat Churchill een
beroep deed op het Volkenbondshandvest.
Engeland en Frankrijk hadden dit hand
vest moeten hanteeren vóór het opkomen
van den geest van agressie in de wereld,
voor Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk en
Abessinië. Zij alleen dragen de verant
woording voor Munchen, voor de onder
handelingen met Rusland en voor de oor
logsverklaring. Spr. betreurt, dat Churchill
de historische feiten uit het oog heeft ver
loren. De zaak van de collectieve veilig
heid heeft hij daarmee niet gediend. Ons
zedelijk recht op neutraliteit blijft objec
tief bestaan, al lijden wij schade bij een
nederlaag van Engeland.
Spr. citeert uit de Kerstrede van den
Paus.
Ons volk moet aan velerlei druk weer
stand bieden. Van Duitsche zijde stelt men
het voor, alsof de Volkenbond een instru
ment is van Engeland en Frankrijk; ten
onrechte. Wij denken er dan ook niet aan
het lidmaatschap van den Bond op te zeg
gen. Spr. citeert met instemming de Me
morie van Antwoord op dit punt. Er is
hier sprake van een algemeene Nederland
sche volksovertuiging; spr. wijst op de in
de Tweede Kamer gehouden redevoerin
gen.
Spr. is van oordeel, dat tegen pers
excessen opgetreden moet worden. Doch
men zie de beteekenis goed. Vermeden
wordt, dat men anderen aanleiding ver
schaft om ons aan te vallen. Spr. citeert
echter prof. Geyl, die zeide, dat het inci
dent in dezen oorlog slechts middel is; als
het niet bestaat, dan wordt het uitgevon
den. Spr. wijst op het incident van Wal-
Wal.
Geen strijd voor recht en gerechtig
heid, maar voor andere doeleinden.
De heer ANEMA (a.r.) betuigt zijn in
stemming met het optreden van dezen
minister.
Wat de neutraliteit betreft, in den laat-
sten tijd hebben wij van buitenlandsche
zijde een oproep gehoord, die ook hier
werd gehoord: nl. om actief deel te nemen
aan het pleit. Die vraag, o.m. door Chur
chill gesteld, moet men niet al te hard op
vatten: een land in oorlog kent zekere
emoties, die begrijpelijk zijn. Bovendien
was een zeer emotioneel staatsman aan
het woord.
De geheele oorlog heeft met den Volken
bond niets te maken. Dit is een oorlog, die
door Engeland en Frankrijk buiten den
Bond om is aangebonden. Hieraan kan men
geen argument ontleenen om ons in den
oorlog te betrekken.
Kunnen de partijen ons nopen aan
den oorlog deel te nemen, omdat deze
zou zijn een strijd voor recht en ge
rechtigheid? Deze oorlog is ontketend
voor bijzondere doeleinden. Toen de
Joden en de Christelijke Kerk werden
onderdrukt, heeft Engeland er niet
aan gedacht er oorlog voor te voeren.
Spr. wijst voorts op TsjechoSlowakij en
Abessynië. Uitdrukkelijk is destijds ver
klaard, dat alleen oorlog kon worden
gevoerd als vitale belangen van Enge
land of het Imperium worden bedreigd.
Dit geschiedde, toen Polen werd aan
gevallen. Rusland is een zeer eigen
aardige bondgenoot, als men den strijd
aanbindt voor recht en tegen barbarij.
Deze oorlog kan rechtvaardig en plicht
geboden zijn, doch hebben Engeland en
Frankrijk een rechtsgrond om ons er in te
betrekken? Neen, die grond bestaat niet:
het is een ïJarticuliere oorlog voor Frank
rijk en Engeland.
Nooit zal men de volkeren bereid vin
den dat zij hun vitale belangen en groo
te beginselen onderwerpen aan een rechts
college. De oplossing is een instituut, als de
ccnstitutioneele monarchie voor de binnen-
landsclie geschillen.
Het is moeilijk te zeggen, hoe de orga
nisatie er zal uitzien, doch het miserabele
beginselengeschipper moet uit zijn. Be
hoorlijk politiek internationaal overleg is
noodig. Een land als Rusland mag niet
weer worden uitgenoodigd om als lid toe
te treden.
De N. S. B. steunt de regeering
in haar neutraliteitspolitiek.....!
De heer VAN VESSEM N. S. B. zeide,
dat de N. S. B. van den aanvang af de
regeering steun in haar neutraliteitspoli
tiek. Spr. betreurt, dat de regeering haar
karakteriseert als zelfstandigheidspolitiek
zonder meer. Spr. wijst op België, waar ge
zegd is, dat zijn zelfstandigheidspolitiek
geen neutraliteit beteekent. De termen ten
aanzien van onze positie mogen geen aan
leiding tot misverstand.
Spr. betreurt, dat de minister niet het
besluit kan nemen om uit den Volken
bond te treden.
De goede betrekkingen met België heb
ben spr.'s instemming. Men baseere deze
echter op een politiek samengaan. In Bel
gië bestaan tendenzen, die noodlottig kun
nen worden voor ons. t
Het woord is aan den MINISTER VAN
BUITENLANDSCHE ZAKEN.
Om 16.20 uur vtordt de vergadering ver
daagd tot hedenochtend 11 uur.
Eerste Kamer over de
Defensie.
In het Voorloopig Verslag der Eerste Ka
mer over het wetsontwerp tot vaststelling
van de Defensiebegrooting werd met groote
waardeering gewaagd van de wijze, waar
op leger, vloot en luchtmacht hun taak
vervullen, en den gemobiliseerden dank
geweten voor het offer, hetwelk velen
hunner ook met het oog op hun gezin
nen hebben moeten brengen door aan
den hun geworden oproep tot verdediging
van onze zelfstandigheid te gehoorzamen.
Algemeen stemde het tot voldoening, dat
de geest in de weermacht goed is.
Verscheidene leden trokken in twijfel, of
de organisatie van de aanschaffingen ten
behoeve van de landmacht wel zoo doel
treffend is, dat steeds wordt bereikt het
tempo, hetwelk onder de huidige omstan
digheden meer dan ooit is vereischt. Men
drong eerder aan op verder gaande moto-
risatie.
Sommige leden stelden de vraag, of in
derdaad, gelijk verluidt, leveranciers van
beton zeer minderwaardig materiaal heb
ben geleverd. Is een strafvervolging aan
hangig?
Eenige leden verzochten den minister, er
voor te waken, dat voortaan militaire
maatregelen op zoodanige wijze zouden
worden genomen, dat ze niet, gelijk op 11
en 12 November 1.1., den indruk wekken,
van het bestaan van acuut gevaar, hetwelk
blijkens de mededeeling, door den voorzit
ter van den Raad van Ministers den 13den
d.a.v. voor de microfoon gedaan, toen niet
heeft bestaan.
Verscheidene leden verklaarden, zeer
misnoegd te zijn over het feit, dat nog
steeds geen beslissing is genomen omtrent
de versterking van de zeemacht.
Ook versterking van de luchtmacht werd
bepleit.
Eenige leden achtten een betere voor
lichting van weermacht en volk betreffen
de de defensie gewenscht.
Vele leden waren van oordeel, dat bij de
defensie-uitgaven nog steeds niet in vol
doende mate de zuinigheid in acht wordt
genomen. Eenigen dezer leden gaven in
overweging, te dien einde den rijksaccoun
tantsdienst uit te breiden dan wel aan het
departement van Defensie enkele afzonder
lijke accountants te verbinden, en wel de
zulken, die ondervinding hebben opgedaan
bij het beheer van particuliere bedrijven.
Anderen dezer leden bepleitten de aanstel
ling var talrijke bezuinigingsinspecteurs.
Met name werd ten slotte de aandacht
gevestigd op het verschil tusschen het be
drag, waarop per dag de mobilisatie in Bel
gië komt te staan, en dat, hetwelk dezelfde
maatregel hier te lande per dag vordert.
Vele leden verklaarden, van meening te
zijn, dat de luchtbescherming van bevol-
king en eigendommen, zoowel van privaat
als van publiekrechtelijken aard, behoort
DISTRIBUTIE VAN KUNSTMEST.
Van officieele zijde wordt het volgende
medegedeeld:
Tot heden was het alleen voor degenen,
die een land-, tuin- of boschbedrijf uit
oefenden, mogelijk kunstmeststoffen te
verkrijgen, aangezien slechts aan die groep
van personen kunstmestbonnen werden
verstrekt, tegen inlevering waarvan uit
sluitend kunstmest kon worden betrokken.
Thans is een regeling getroffen, dat
mede kunstmeststoffen worden verstrekt
aan:
a. degenen, die cultuurgrond met een
oppervlakte van 10 are of meer be
werken, om daarop gewassen te telen,
uitsluitend voor eigen gebruik of ge
not;
b. zoogenaamde detaillisten, waar
onder zijn te verstaan, personen, die
kunstmeststoffen in kleine hoeveel
heden plegen te verkoopen, alsmede
stichtingen of vereenigingen tot ex
ploitatie of beheer van school- of
volkstuintjes.
De tot deze groepen behoorende per
sonen dienen een bij de provinciale
voedselcommissarissen en de plaatselijke
bureauhouders verkrijgbaar gesteld aan
vraagformulier bij den voedselcommissaris
hunner provincie in te zenden, waarna op
dezelfde wijze, als dit thans ten aanzien
van de eerstbedoelde groep van personen
geschiedt, een kunstmesttoewijzing als
mede kunstmestbonnen worden verstrekt.
Het is den detaillist toegestaan, de op
deze wijze verkregen kunstmeststoffen te
verkoopen zonder dat hy hiervoor kunst
mestbonnen in ontvangst behoeft te nemen,
mits hij aan een bepaalden afnemer tege
lijkertijd geen stikstof-, phosphorzuur- of
kalihoudende kunstmeststoffen aflevert m
hoeveelheden, elk afzonderlijk grooter dan
25 kg.
Door deze regeling zal het dus voor ieder,
aan wie geen kunstmestbonnen zyn ver
strekt, mogelijk zijn in beperkte hoeveel
heid kunstmeststoffen te verkrijgen.
Mede is een regeling getroffen waardoor
het mogelijk is nader door het kunstmest-
distributiebureau te omschrijven kunst
meststoffen, welke bij zeer kleine hoeveel
heden in een bepaalde merkverpakking
plegen te worden verkocht, buiten de dis
tributieregeling te doen vallen, mits bij
den verkoop en de aflevering dezer kunst
meststoffen de door het kunstmestdistri-
butiebureau te 's-Gravenhage te stellen
voorwaarden worden nagekomen.
TOMATEN-STEUN.
De steun van 5.05 per 100 K.G. voor to
maten CC gedurende de periode 18 Sep
tember15 October, is ook van toepassing
op de tomaten A, B. en C. in dezelfde pe
riode.
MILTVUUR-STERFTE IN DE DERDE
JANUARI-WEEK AFGENOMEN.
Het totale aantal sedert half December
gestegen tot 489, doch het week-cijfer
gedaald van 141 op 102.
TOENEMING IN FRIESLAND EN
GRONINGEN.
Wij vernemen, dat het aantal runderen,
die in de derde kalenderweek van ddt jaar
(1420 Jan.) aan miltvuur zijn gestorven,
102 bedraagt, dat is aanzienlijk minder dan
in de daaraan voorafgaande week, toen 141
dieren aan deze veeziekte bezweken. Het
verloop sedert half December is nu als
volgt:
17—23 December 48 stuks
2430 December 76
31 Dec.6 Jan124
713 Januari 141
1420 Januari 102
Totaal 5 weken 489 stuks
Afgaande oip het cijfer van deze laatste
week zou men dus mogen zeggen, dat het
hoogtepunt bereikt is, dank zij het blok-
keeren van ruim drie millioen kilo ver
dacht veevoeder, het op groote schaal in
spuiten van runderen en het zorgvuldig
vervoeren en vernietigen der kadavers.
Met dat al zijn in deze vijf weken onge
veer evenveel diieren aan miltvuur gestor
ven als normaliter in vier jaren.
Wat de verschillende provincies betreft,
kan men zoggen, dat er in Friesland en
Groningen een toeneming is te constatoe
ren:
Groningen Friesland.
1723 December 0 1 stuks
2430 December 3 1
31 Dec.(J Jan17 5
713 Januari 14 5
1420 Januari 21 14
In de jongste week zyn in Groningen
20 pet. van het totale aantal miltvuur
slachtoffers gevallen, terwyl in die provin
cie slechts 5 pet. van den totalen rundvee
stapel wordt gehouden. In Friesland kwam
16 pet. der doodelyke gevallen voor, ter
wijl daar 14 pet van den veestapel wordt
gehouden.
In Limburg kwam in deze week géén en
kel geval meer voor (voorafgaande week
6); in Noord-Brabant 10 (19); in N.-Hol-
land 18 (19); in Z.-Holland 9 (17) en in
Overyeel 9 (20). „HandelsJbl"
tot de taak van de landoverheid. Zij waren
dan ook van oordeel, dat een betere rege
ling te dezer zake dringend noodig is.
Verscheidene leden had het ten zeerste
getroffen, dat bij het bekende incident te
Venlo, in November 1.1., tegenwoordig was
geweest een Nederlandsch officier, die al
daar den dcod had gevonden. Gaarne zou
den zij omtrent de reden van diens aanwe
zigheid ter plutse worden ingelicht.