Het petroleum front Acac;inienieuws RECHTZAKEN Laatste berichten BIOSCOPEN TE LEIDEN DINSDAG 23 JANUARI 1940 DE LEIDSCHE COURANT EERSTF BLAD - PAG. 3 Zie Stadsnieuws pag. 11 EEN BEZOEK AAN HET ROEMEENSCHE PETROLEUMGEBIED. Rond de petroleumgebieden schijnt zich meer af te spelen dan rond het Westfront. De factor .petroleum" „speelt" inderdaad een groote rol, en wanneer er geen petroleum bestond, zou de kaart van Europa er wellicht geheel anders uitzien. En vanaf den dag, waarop men een degelijk Ersatz-middel voor petroleum zou bezitten, zou ook de diplomatie in geheel andere banen worden geleid. Het is niet geheel en al juist om van een „petroleumkwestie" te spreken. Petroleum is maar een product van de grondstof aardolie; en daar gaat het om. Uit deze aardolie worden namelijk benzine, stook olie, petroleum, parafine, asphalt en nog verschillende andere producten vervaar digd, zoodat het bezit van de aardolie een wereldmacht beteekent. Toch werd het groote tijdperk van de aardolie eerst in 1859 ingeleid bij de eer ste aardolieboring in de Vereenigde Sta ten. Petroleum is bijna in alle landen te vin den, maar niet voldoende om overal ge ëxploiteerd te worden. De exploitatie is feitelijk beperkt tot Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, Zuid-Rusland,, Roemenië, Perzië en Nedcrlandsch-Indië, De voor- namste uitvoerhavens zijn Richmond, Phi ladelphia, Vera Cruz, Tampico, Odessa, Ba- toem, Costanza en Rangodn. Door de ge beurtenissen van den laatsten tijd en voor al van de laatste dagen, is het petroleum- gebiëd van Rcemenië weer in het middel punt der belangstelling gekomen. De Roemeensche petroleum. De Roemeensche petroleumvelden strek ken zich uit over een gebied van 120.000 Hectare, en zij liggen vanaf de Zuidelijke en Oostelijke hellingen der Karpathen tot aan de Boekowina. Reeds eeuwen lang wist men, dat hier petroleum te vinden was, maar zij werd eerst aangeboord toen in Amerika succes volle exploitatiepogingen waren onderno men, en men tegen het einde van de ne gentiende eeuw begon te beseffen, welke een enorme macht de petroleum zou kun nen worden. In 1908 stond Roemenië reeds op de vierde plaats van de petroleumlan- den. Een reis van Boekarest naar Campina, Moreni en Bustenari geeft ons onmiddellijk een goede voorstelling van de enorme rijk dom van het Roemeensche landschap. Uit de vruchtbare akkerlanden rijzen de aard olietorens omhoog. Hier en daar liggen de boortorens zoo dicht naast elkaar, dat zij haast niet meer te tellen zijn. Langs de to rens loopen de railsen, waarop groote tanks wachten, die met aardolie worden volgeladen, Toch wordt slechts een ge deelte van de aardolie per trein vervoerd. Een zeer groot gedeelte namelijk wordt met groote buizen rechtstreeks naar Giur- giu geleid aan de Donau, vanwaar de tank schepen de kostbare lading overbrengen naar Costanza aan de Zwarte Zee Als het geologisch onderzoek naar de aanwezigheid van petroleum eenmaal voor bij is, dan is het aanboren een tamelijk eenvoudige technische aangelegenheid ge worden. In de boorgaten, die aan de Zuid-Oost helling van de Karpathen soms 3000 Me ter diep zijn, loopt een schepbuis, die en kele honderden liters aardolie kan bevat ten. De arbeiders zijn alleen noodig, om de machines in de boortorenhuisjes op gang te houden. Er is alleen veel personeei' noodig, wan neer zooals in het jaar 1910 een bron zóó rijk blijkt te zijn, dat de petroleum-bo ven de aarde opspuit en het omliggend ge bied overstroomd. Dan moet in allerijl een dam worden aangelegd, om de omgeving te beschermen. Over het Roemeensche petroleumgebied ligt nog een sprankel van de goudgravers- romantiek. Wie in Campina uit de trein stapt en zich eerst verbaast over de kleine vuile huizen, verwondert zich dan plotse ling over verschillende patriciërswoningeri. Het zijn de woningen van de petroleum- magnaten, en deze woningen zijn even ka rakteristiek voor het petroleumgebied als de restaurants, waar de arbeiders zich na het werk verzamelen Woorden in velerlei talen verraden, dat avonturiers uit alle landen naar Roemenië zijn samengestroomd om de geheimzinnige macht van de pe troleum te dienen. Roemenië lost het probleem alleen niet op. Ondanks de rijke aanblik van de Roe meensche petroleumvelden, ondanks de prachtige statistieken over de productie, ondanks het groot-kapitaal dat zich hier voor interesseert, mag men niet uit het oog verliezen: Roemenië kan de petroleum kwestie voor Duitschland niet oplossen. Duitschland heeft volgens schattingen ieder jaar tien tot vijftien millioen ton petro leum noodig. Dit kan gemakkelijk meer worden, wanneer de strijd eenmaal goed is ontbrand. Tanks en gemotoriseerde eenhe den verslinden petroleum. Wanneer men de Duitsche petroleumproductie samenvat met de productie van de onlangs verover de Poolsche gebieden, en daaraan de ver schillende petroleum-Ersatzen aan toe voegt, dan beschikt Duitschland elk jaar over ten hoogste vier millioen ton. Roemenië heeft een petroleumexport van ongeveer vijf millioen ton per jaar, en hier van gaat nog geen twee millioen ton per jaar naar Duitschland. Zelfs in geval Duitschland de Roemeensche petroleum- gebieden zou veroveren, zou het nog niet genoeg hebben, om in de behoeften van het leger te voorzien. Hoe moet dit deficit gedekt worden? Er is maar een enkele mogelijkheid: Sov jet-Rusland. Maar ook hier staat men voor een raadsel. Niemand weet, wat Rusland precies produceert en wat Rusland noodig heeft. In Augustus roemde het Derde Rijk over de economische steun van Sovjet-Rus land, maar volgens indirecte aanwijzingen heeft dit alle teleurstellingen.... overtrof fen! Volgens het Engelsche blad „Economist", dat in pelroleurnkwesties een groot aan zien heeft, is de Russische petroleumpro ductie gestegen van 9 millioen ton in 1913 tot 14 millioen ton in 1929 en tot 30 mil lioen ton in 1938. Het merkwaardige van het geval is ech ter, dat de Russische petroleum-uitvoer ge daald is van 5 millioen ton in 1931 tot 1.2 millioen ton in 1938. Een verklaring hier voor zoekt men in het feit, dat Sovjet-Rus land 500.000 tractors voor de landbouw in gebruik heeft genomen, en bovendien in de toenemende behoeften van het Roode Leger. Ook de strijd in Finland kost Sov jet-Rusland enorm veel petroleum, en men- is van Rusland nu eenmaal jiiet gewoon, dat het datgene weggeeft, waaraan het zelf behoefte heeft. Het petroleumprobleem voor Duitsch land is nog niet opgelost, nóch door de houding van de Roemeensche regeering, nóch door toezegging van de Sovjet-Rus sische regeering. LEIDEN. Geslaagd: Doctoraal examen Wis- en Natuurkun de, hoofdvak Pharmacie: mej. G. A. Lef- fers, Leiden; Doctoraal examen Geneeskunde: mej. M. L. de Best, Oegstgeest; en de heer H. Wijzenbeek, Rotterdam. HAAGSCHE RECHTBANK RIJWIELDIEFSTAL AAN DEN LOOPENDEN BAND. Een jaar gevangenisstraf geëischt. Voor de Haagische rechtbank had zich hedenmorgen te verantwoorden A. B. af komstig uit Leiden zonder vaste woon- of verblijfplaats en thans gedeti neerd in het Huis van Bewaring, terzake diefstal van diverse rijwielen.- Zoo gaf hij thans volmondig toe een rij wiel te Wassenaar en drie rijwielen In Den Haag te hebben weggenomen. Op een vraag van den Officier zeide hij ook te Rotterdam nog vier rijwielen te heb ben ontvreemd. Verder zeide hij nog, dat hij geen verdediger had willen hebben, want dat zou hem toch niet veel helpen, temeer niet daar hij reeds diverse veroor deelingen achter den rug heeft wegens diefstallen o.a. te Utrecht, Amsterdam en Den Haag. De Officier van Justitie vond, dat ver- diachte thans geheel op den verkeerden weg is. De straffen, di3 hij reeds heeft onder gaan, hebben blijkbaar geen indruk op hem gemaakt. Men kan in armelijke om standigheden verkeeren, maar dat is nog geen reden om links en rechts rijwielen te gaan stelen. Een flinke straf is hier op zyn plaats en rekening houdende met de veroordeeling die verdachte nog wel te Rotterdam zal krijigen wegens de vier gestolen rijwielen daar ter plaatse, eischte spr. thans een ge vangenisstraf voor den tijd van een jaar. Verdachte had niets meer tot zijn ver dediging aan te voeren, waarna de uit spraak bepaald werd op over 14 dagen. EEN HELER, DIE DEN STELER BESTAL Een jaar gevangenisstraf geëischt. Daarna had zich wegens heling te ver antwoorden J. N. v. d. B. afkomstig uit Leiden laatst wonend in Den Haag en thans gedetineerd ir het Huis van Bewa ring. Hij had met de vorigen verdachte ken nis gemaakt in een café. Daarbij had hij uit doen komen, dat er met het stelen van rijwielen wet wat te verdienen was. Als B. het aandurfde, dan wist hij wel een gaatje om ze van de hand te doen. Deze influisteringen hadden B. er toe bewogen om er op uit te gaan. Inderdaad was hij toen met een gestolen rijwiel naar v. d. B. gegaan, die het wel zou verkoopen, het geen geschiedde. Toen B. hem later ergens in een café aantrof was zijn „vertegen woordiger" al aardig op weg om de ont vangst van het verkochte gestolen rijwiel in sterken drank om te zetten. Op een vraag hoeveel het rijwiel opge bracht had, zeide v. d. B. „niet meer dan een knaak", en overhandigde de helft, zijn de 1.25 aan B. Deze vertrouwde zijn maat niet erg en ging eens hier en daar kijken en informeeren met als resultaat, dat hij er achter was gekomen, dat hij door zijn collega bedroegen was. Dit deed v. d. B. thans geen goed, want B. legde een zeer verzwarende getuigenis af tegen zijn collega, en verklaarde, in te genstelling met v. d. B., die alles ontken de, dat V. d. B. wel degelijk wist, dat het rijwiel van diefstal afkomstig was', want hij had het hem pertinent gezegd. Bij den diefstal van een ander rijwiel had v. d. B. op een afstand staan toekijken, maar dit rijwiel wilde hij niet verkoopen vanwege de minderwaardigheid ervan. Wel wilde hij de dynamo met lantaarn hebben om te verkoopen, welke hij ook inderdaad verkocht heeft. Mocht v. d. B. zijn „maat" dan niet pre cies de helft gegeven hebben van de op brengst van het rijwiel, de officier deed zulks wel, want evenals tegen B. eischte hij ook tegen dezen verdachte een gevan genisstraf van een jaar. Uitspraak over 14 dagen. Binnenland DE PRINS IN DEN RAAD VAN STATE. Z. K. H. Prins Bernhard heeft vanmiddag de vergadering van den Raad van State bijgewoond. DE BEMANNING VAN DE ARENDS- KERK BEHOUDEN IN HET VADER LAND TERUG. Kapitein Wijker en zijn lotgenooten van de „Arendskerk" zijn vandaag uit Brussel, waar zij overnacht hebben, in ons land teruggekeerd. Vanochtend vroeg kwam het gezelschap in Roosendaal aan. Hier voegde de heer Trapman, de directie van de Vereenigde Nederlandsche Scheepvaart Mij. vertegen woordigende, zich bij hen. De meesten hun ner stapten in Rotterdam uit den trein. Ongeveer twintig man en kapitein Wijker nooren daar thuis. De hoofdmachinist Zee man reisde doör naar Amsterdam en in Den Haag verlieten de heeren Oosterhuls, eerste stuurman, Roodenrijs, tweede stuur man en Vonk, de kok van de „Arendskerk" den trein. De laatste woont in Den Haag, de beide anderen stapten over in den trein naar Haarlem; waar zij wonen. De beide stuurlieden waren wel wat ver baasd over de belangstelling, die men in ons land voor hun avonturen had getooond. Vooral in Parijs waren dj het' het voor werp geworden van journalistieke belang stelling. „Zij hebben ons nog gefotogra feerd bij het graf van den Onbekenden Soldaat", zeiden zij. „En vannacht om drie uur in Brussel kwam er nog een foto graaf ons opzoeken", vertelden zij nog. Wij hebben het den heeren daarom maar niet moeilijk gemaakt en met een „wel thuis" afscheid van hen genomen. MAN EN VROUW BEWUSTELOOS IN HUN WONING TE WEESP GEVONDEN. Benzine-dampen de oorzaak? Het parket uit Amsterdam, bestaande uit den rechter-commissaris, mr. G. Lan- gemeyer, den waarnemend substituut-offi cier van justitie, mr. Deyserinck, verge zeld van den politie-deskundigen, den heer C. J. van Ledden Hulsebosch, hebben van middag een onderzoek ingesteld naar een mysterieus ongeluk, dat vanmorgen in een woonhuis te Weesp is ontdekt. Het woonhuis is gelegen naast de gara ge van den heer -K. Vanmorgen vroeg werden in het woonhuis een man en een vrouw in diep bevusteloozen toestand aangetroffen. Achter het huis strekt zich het terrein uit van de garage en achter de woning van de beide menschen, die vanmorgen bewusteloos werden gevonden, bevindt zich een kuil, waarin afgewerkte resten benzine worden geloosd. Het is niet onwaarschijnlijk, dat benzineldampen on der den vloed door de woning zijn binnen gedrongen, De beide slachtoffers zijn naar het binnengasthuis te Amsterdam ver voerd. WEER EEN WADDENVLUCIIT VAN DE K. L. M. Vanochtend heeft wederom een K .L. M.- vliegtuig bestuurd door Parmentier, post .naar Schiermonnikoog gebracht. Het toe stel landde om 10.45 uur en steeg om elf uur weer op met post en twintig passa giers, waarvan zeventien met bestemming Ameland en drie voor Schiphol. Het weer was mistig. K.L.M.-VLIEGTUIG „XEMA" OP AMELAND GELAND. Het K.L.M.-vliegtuig „Xema", bestuurd door Parmentier, is vanmiddag omstreeks half een, komende van Schiemonnikoog op Ameland geland. Aan boord was post van vier dagen en een zeventiental passagiers. De hoeveelheid post was zoo groot, dat twéé boeren wagens noodig waren om haar te ver voeren. Van het eiland werden op de terugreis naar Schiphol drie passagiers mede ge nomen. Buitenland LEGERBERICHTEN. PARIJS, 23 Jan. (A. N. P.). Het Fran- sche ochtendlegerbericht luidt: „Ten Westen van de Vogezen is een vijandelijke overval met verliezen voor den vijand verijdeld." BERLIJN, 23 Jan. (A. N. P.). Het opper bevel van de weermacht maakt bekend: In het grensgebied ten Zuid-Oosten van Firmasens maakte een verkenningsafdee- Jing zonder eigen verliezen eenige gevan genen. De vijand had bovendien verschei dene dooden. De marine heeft ook de laatste weken in de Noordzee, den Atlantischen Oceaan en de Oostzee met succes handelsoorlog ge voerd. De activiteit der mijnenvegers en voorpostbooten werd eveneens stelselmatig voortgezet. DE OOGST VAN DE AFGELOOPEN WEEK. Vier Britsche en II neutrale schepen tot zinken gebracht. LONDEN, 23 Jan. (A.N.P.) Vandaag wordt medegedeeld, dat in de week, ein digende 21 Januari te middernacht, vier Britsche schepen (met een totale tonnage van 23.843) en 11 schepen (35.245 ton) als gevolg van de actie van den vijand tot gebracht. Tot 17 Januari hebben in Britsche con- vooien 6.872 Britsche geallieerde* en neu trale schepen gevaren. Daarvan zijn slechts 14 schepen verloren gegaan. In de week eindigende 21 Januari heeft Duitschland drie koopvaardijschepen ver loren, n.l. de „Albert Janus" (1598 ton), die door een Fransch oorlogsschip op 15 Januari by Finistere was opgevangen en door de eigen bemanning was tot zinken gebracht de „August Thyssen" (2342 ton), welk schip, naar gemeld is, ter hoogte van Stockholm op een Zweedsche mijn is ge- loopen en gezonken en de „Phaedra" (619 ton), welk schip door een Britsch oorlogs schip is buitgemaakt en in een haven aan de Zuidoostkust is binnengebracht. DE LUCHTAANVALLEN IN FINLAND. HELSINKI, 23 Jan. (A. N. P.). De be drijvigheid der Russische luchtmacht was gisteren vrij gering in verband met de weersomstandigheden. Niettemin hebben de russen in het Zuid-Westen het Noor den van Finland luchtaanvallen gedaan. Zij hebben ongeveer 401) bommen laten vallen. In de verschillende aangevallen plaatsen zijn 917 gebouwen verwoest of beschadigd, terwijl drie personen ernstig gewond werden. DE MESSAGERO OVER DE HULPVERLEENING AAN FINLAND. ROME, 23 Januari. (A.N.P.) Erkend moet worden, dat de solidariteit der we reld door de Finsche zaak tot dusver nog weinig practische resultaten heeft opgele verd, schrijft de bijzondere correspondent van de „Messagero" te Helsinki, Het is dui delijk, dat leeningen en ambulance Fin land niet in staat zullen stellen, het tegen den formidabelen overweldiger uit te hou den. Wij loopen nu naar het einde van de tweede oorlogsmaand in Finland, maar zelfs niet de meer rechtstreeks betrokken landen -als Zweden en Noorwegen zij ertoe gekomen positieve pogingen te doen. Wel iswaar verschaffen Zweden en Noorwegen aan Finland levensmiddelen en ander ma teriaal, verstrekken zij het financieelen steun en hebben zij eenige duizenden vrij willigers naar Finland laten vertrekken, maar dat alles is niet voldoende. De Fin sche leiders zijn van meening, dat vooral de Scandinavische landen, indien men het Finsche volk wil redden, zonder tijd te verliezen, zich veel grootere inspanningen moeten getroosten. De Russische overval op Finland betreft rechtstreeks ook geheel Scandiravi", want de ambities van Moskou blijven niet tot Finland beperkt. DE RAMP VAN DE „ORAZIO". Relaas van dc twee geredde Nederlanders. GENUA, 23 Jan. (A.N.P.) Hedenmorgen is de „Conté Viancha Mano" met een groot aantal van de passagiers en opvarenden, gered van de „Orazio" aan boord, tc Ge nua aangekomen. Een speciale verslaggever van het A.N.P. heeft zich aan boord van do „Conté Vian cha Mano", welk schip van Bombay kwam en zijn koers heeft moeten wijzigen, om in de Golf van Lyon aan de redding der schipbreukelingen van de Orazio" deel te nemen, begeven, waar de beide geredde landgenooten, de heeren J. W. Garschagen en G, Wilmonjit, beiden uit Amsterdam, onmiddellijk bereid waren bijzonderheden over den ramp mede te deelen. Onze beide landgenooten hadden slechts een bundeltje over, een droevig overschot van de groote bagage, welke geheel verlo ren is gegaan. Gelukkig verkeerden zij in goeden welstand, dank zij ook de voor treffelijke zorgen, welke zij aan boord van de „Comte Viancha Mano" kregen. De heer Garschagen, die in dienst is van de K.L.M. en naar Trinidad terugkeerde, vertelde, dat hij Zondagmorgen omstreeks vier uur werd gewekt. Het licht ging uit, doch gelukkig had hij een zaklantaarn bij zich. Toen hij zijn hut verliet, bemerkte de heer Garschagen door de rook, dat er brand aan boord was. Hij keerde direct naar zijn hut terug en met eenige moeite kreeg onze landgenoot zijn reddingsgordel te pakken. De heer Garschagen vond nog gelegenheid andere passagiers attent te maken op de reddingsgordels. Voorts waarschuwde hij verschillende opvaren den, die nog rustig In bed lagen, zich van geen gevaar bewust. Gekleed in pyama en badmantel spoedde de heer Garschagen zich aan dek. Gelukkig was er van een paniek geen sprake. De rook was echter buitengewoon hinderlijk en natuurlijk was er ook gedrang onder de talrijke passa giers, van wie menigeen niet wist, wat hij moest doen. Een paar booten werden uit gezet, doch de zee was zóó onstuimig door den sterken wind, dat enkele inzittenden door verkeerde manipulaties te water ge raakt zijn. Toch waren het maar weinigen, die getracht hadden het schip met sloe pen te verlaten, het grootste deel bleef aan boord en zocht op de dekken zooveel mo gelijk bescherming tegen de felle koude en den scherpen rook. Om twaalf uur kwam het eerste vlieg tuig over en dit deed de hoop op spoedige redding uit den benarden toestand herle ven. Des middags vonden do heeren Garschagen en Witmondt, die elkaar toe vallig vóór het vertrek uit Genua bij dc douane hadden leeren kennen, elkaar te rug. Men kan begrijpen, dat dit weerzien vreugdevol was. Gezamenlijk wachtte men de verdere gebeurtenissen af. Prettig was de toestand evenwel niet: spijzen en dran ken waren niet te verkrijgen. Gelukkig kon wel water verstrekt worden. Sigaret ten raakten 'op en om er den moed in te houden deed men tenslotte om de beurt een trekje. Vele van de passagiers waren zeeziek. Tegen vier uur in den middag kwam er een Fransch oorlogsschip opdagen en on middellijk werden er sloepen uitgezet. Hpt baarde eenige verwondering, dat er niet meer hulp uit Toulon was gekomen. Ten slotte daagde de „Comte Viancha Mano" en enkele andere Italiaansche schepen op, zoodat de redding kon beginnen. Eerst om streeks middernacht zaten de beide landge nooten in een sloep. De heer Witmondt had zich tevoren van zijn zwemgordel moe ten ontdoen daar deze half verbrand was. Door vonken had hij ook een brandwondje op het voorhoofd gekregen, doch deze bles sure was van geen beteekenis. 17 GEWONDEN BIJ EEN TREINBOTSING IN SPANJE. MADRID, 23 Januari (A.N.P.) Bü een botsing te Barcelona tusschen een ver- trekkenden en een aankomenden trein zijn zeventien reizigers gewond geraakt. NA HET OVERLIJDEN VAN MOTTA. BERN, 23 Januari. (A.N.P.) Vanochtend is de Bondsraad bijeengekomen om den toestand, ontstaan door het overlijden van Motta, te bespreken en schikkingen voor de plechtige uitvaart te treffen. Van de openbare gebouwen, de gezant schappen en de consulaten waait de vlag halfstok. De bladen verschijnen met rouw rand en wijden uitvoerige artikelen aan het leven en den arbeid van den overle dene. MAISKY NIET NAAR MOSKOU. LONDEN, 23 Januari. (A.N.P.) De diplo matieke redacteur van Reuter verneemt in officieele Sovjet-Russische kringen te Lon den, dat het bericht, volgens hetwelk Maisky binnenkort naar Moskou zou ver trekken, niet juist is. IN AMERIKA 257 MENSCHEN DOOR KOUDE OMGEKOMEN. NEW YORK, 23 Jan. (A. N. P.). De aan houdende koudegolf in Amerika heeft tot ^usver aan 257 menschen het leven ge kost. In verscheidene Zuidelijke staten heeft men de scholen moeten sluiten. WISSELNOTEERINGEN (AMSTERDAM) Londen 7.461/3 Berlijn75.00 Pr rij s 4.28 Brussel 31.66 Zwitserland 42.20 Kopenhagen 36.35 Stockholm44.871/2 Oslo 42.771/2 New York1.888/jg THEATER HOOFDFILMS INHOUD AAN VANGSULR KEURING Luxor: Robert Koch (Emil Jannings). Onverwacht vader (Mischa Auer, Do nald Briggs). Levensarbeid van Dr. Koch Komisch lederen avond 8 uur Zondag van 2—7 uur lederen middag ma- tinée behalve Vrij dag. Goedgekeurd Casino: De passagier die ver dween (Gustav Diessl, René Delt- gen). De Oceaan-vlucht (Dick Merrill). Sensationeel Vliegery lederen avond 8 uur 7ondag 4 uur en Zaterdag en Woens dag half drie mati- née Goedgekeurd Rex: Wie is de Vader? (Ginger Rogers, Da vid Niven). Vijf kwamen terug. (Chester Morris, Wendy Barry). Vroolijk Dramatisch lederen avond 8 uur Zondag van 27 uur lederen werkdag 2 uur matinée. Goedgekeurd v. volwassenen Trianon: Afgekeurd Lido: Afgekeurd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 3