GEMEENTERAAD VAN LEIDEN KLEINE ANNIE DINSDAG 23 JANUARI 1940 OE innSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 1 RONDOM EEN LEERAARSBE NOEMING AAN DE H. B. S. HET HO NORARIUM VAN DEN ARCH ITECT VAN HET STADHUIS TARIE VEN VOOR ELECTRICITEIT GEWIJZIGD AANKOOP VAN AF WEERGESCHUT. lo. Beëediging en installatie van het nieuw benoemde raadslid, den heer mr. P. J. Idenburg. De heer Idenburg legt in handen van den voorzitter de vereischte eeden af. Hij wordt door den voorzitter met zijn benoe ming geluk gewenscht en neemt zijn plaats in in de rij der Chr. Historische fractie. Na afhandeling der Ingek. Stukken wordt overgegaan tot behandeling der agenda. De volgende twee punten worden tege lijkertijd aan de orde gesteld. 2o. Benoeming van een leeraar in de handelswetenschappen aan de Hoogere Burgerschool met 5 jarigen cursus. 3o. Benoeming van een gemeentelijken commissaris »ij de N.V. Leidsche Duinwa ter Maatschappij. De heer Wilmer (R.-K.) stelt het op prijs, dat de heer v. Ginkel zich opnieuw beschikbaar wil stellen als gemeentelijk commissaris van de L. D. M. Hij wil de be noeming echter laten geschieden tot weder opzegging en uiterlijk tot 1941. De heer v. Eek (S. D. A. P.) sluit zich daarbij aan. De v o o r z. stemt met dit denkbeeld in. Ket college neemt de door den heer Wil mer voorgestelde wijziging over. Geheime zitting. Op verzoek van den heer Beeken kamp (A.-R.) gaat de Raad in geheime zitting, welke voortduurde tot 4.05 uur. Na heropening der openbare zitting stelt de heer v. Eek (S. D. A. P.) voor, punt 2 aan te houden. Tegelijkertijd dient dan de Raad de wensch uit te spreken, dat het handels recht niet zal worden gedoceerd door den te benoemen leeraar in de handelsweten schappen (die dan geen 17 uur, zooals in de oproeping vermeld, maar 15 uur zou krijgen), doch door den jurist, den leeraar die staatsrecht en Staathuishoudkunde on derwijst. Hij dient daartoe een voorstel in (hetwelk bij aanneming zou inhouden, dat nu niet tot een benoeming wordt overge gaan). De heer Wilmer (R.-K.) kan met het voorstel-v. Eek niet meegaan. Wij hebben de adviezen van den directeur en van de desbetreffende commissie en, als zij een ju rist gewenscht hadden geacht voor het handelsrecht, hadden zij geen oproeping gedaan -oor een leeraar in de handelswe tenschappen met 17 uur. Spr. is van mee ning, dat de Raad geen voldoende reden heeft om af te wijken van het advies van deze direct-verantwoordelijke personen. De heer v. Bemmelen (Lib.) is het eens met den heer v. Eek. Het lijkt hem be ter een leeraarschap in handelsrecht te combineeren met dat in Staathuishoudkun de en Staatsrecht. Het vak Handelsrecht wordt niet alléén voor de practijk gege ven, ook voor latere studie aan de uni versiteit. De heer Beekenkamp (A.-R.) kan zich eveifeens vereenigen met het voor- stel-v. Eek. De commissie van toezicht staat niet afwijzend tegenover een jurist, zooals uit de stukken blijkt. De heer Key (V. D.) wijst er op, dat de lessen in het Handelsrecht op de H. B. S. voornamelijk gericht moet zijn op de practijk. De heer v. Bemmelen (Lib.) ontkent dat. De heer Key (V. D.): Het grootste deel der leerlingen studeert dit vak voor de practijk. De heer v. Rosmalen (C. H.) ver klaart zich voor den candidaat, die als No. 1 wordt voorgedragen. Wethouder T e p e (R.-K.) moet het voor- siel-v. Eek met klem bestrijden. De Raad is niet deskundig op dit gebied. Het is ge bruikelijk, dat men in zulke zaken het ad vies van deskundigen volgt. Wij moeten ons niet bemoeien met zaken, waarvan wij geen verstand hebben. Wil de Raad een an dere combinatie van vakken, dan is het geoorloofd, dit uit te spreken, maar dan moet dit niet gebeuren naar aanleiding van een benoeming, welke reeds geheel is voorbereid. Aanhouding van de benoeming zou bo vendien het onderwijs schaden. Deze zaak zou zeer onaangenaam zijn voor den voor- gedragene. Den heer Veenendaal (A. R.) lijkt uitstel onnoodig. Hij acht het verkeerd, dat de heer v. Eek één categorie van be voegden (waartoe spr. ook behoort), om dat zij geen jurost zijn, wil uitsluiten van het doceeren van Handelsrecht. De heer v. Weizen (Comm.) meent, dat het voorstel-v. Eek een soort motie van afkeuring beteekent aan het adres van het bestuur der H. B. S. Spr. is het eens met den wethóuder. De heer v. Bemmelen (Lib.) ziet geen critiek op het beleid van den direc teur in het voorstel-v. Eek. Het is slechts een bescheiden vraag, n.l. of het niet be ter is, de zaak anders te regelen, en deze vraag leggen wij aan het bestuur voor. De heer v. Eek (S. D. A. P.) zegt, dat de eigenaardige omstandigheden, waar onder de voordracht is tot stand gekomen, geleid hebben tot spr.'s voorstel. Er is hier sprake va:i een misverstand en dit kan door uitstel worden opgehel derd. Wethouder Tepe (R.-K.): De heer v. Bemmelen stelt de zaak wel wat al te on schuldig voor. Het voorstel-v. Eek is daar voor veel te positief. Spr. wil wel nader overleg plegen over de mogelijkheid van een andere combinatie van vakken. De di recteur heeft geen bezwaar tegen een ju rist, maar heeft ook geen behoefte aan een jurist. Hij ziet het groote voordeel van een practicus. Men begaat een onbillijkheid en men schaadt het onderwijs met uitstel. Het voorstel-v. Eek wordt verwor pen met 22 tegen 12 stemmen. Vóór: de S. D. A. P. (behalve de twee wethouders) en de heeren v. Bemmelen en Beekenkamp. Voorgcdragenei benoemd. In de vacature van leeraar in de Han delswetenschappen aan de H. B. S. wordt benoemd de heer F. J. J. van Makkelen- berg met 30 van de 34 stemmen. Tot gemeentelijken commisaris bfj de Leidsche Duinwater Mij, wordt tot weder opzegging, doch uiterlijk tot 1 Jan. 1941, benoemd de heer N. C. F. v. Ginkel. 4o. Voorstel tot het verlengen van de aanstelling van dr. W. C. Smit, drs. R. E. J. Zieck en H. A. Gerretsen tot tijdelijk leeraar aan het Gymnasium resp. in na tuurkunde, scheikunde en teekenen. Goedgekeurd. 5o. Voorstel in zake het aankoopen van verschillende perceelen, begrepen in het sareeringsplan GeeregrachtKraaierstraat. Goedgekeurd. Straatvuil. 6o. Voorstel in zake het ondershand ver pachten van het baggerwerk en de uitvoe ring van bijkomende werkzaamheden aan Kuyfs Vuil- en Baggerbedrijf N.V., te Nieuwkoop. De heer Schüller (S. D. A. P.) wijst op een verandering in de pachtvoorwaar- den, welke z.i. niet gunstig voor de ge meente zou zijn. Hij wijst speciaal op het achterwege laten van de oude limiet van 1600 M.3 straatvuil. Wethouder Wilbrink (C. H.) stelt vast, dat de heer Schüller de voordeelen van de nieuwe voorwaarden onderschat. Bovendien hebben hygiënische overwe gingen een rol gespeeld. Het stellen van een limiet heeft practisch geen beteekenis. De heer Schüller (S. D. A. P.) on derschat het voordeel niet. De meening van den wethouder berust op een misver stand. Daarna z.h.st. goedgekeurd. 7o. Voorstel tot het wijzigen van het raadsbesluit van 9 October 1939 in zake het verleenen van een uitkeering aan de Wed. J. van Blitters.wijk geb. van der Touw, in verband met een aan wijlen haar echtge noot overkomen ongeval ten gevolge van het omwaaien van een gedeelte van de stadhuisschutting en tot het vaststellen van de desbetreffende begrootingsstaten. De heer Groen eve ld (S. D. A. P.) vraagt hoofdelijke stemming. Het voorstel wordt aangenomen met 17 tegen 16 stem men. Tegen: de S. D. A. P. (behalve de wet houders) en de heeren Lombert, v. Oyen. Tobé, Bergers, v. Dijk en v. Weizen. 8o. Voorstel tot het wijzigen van de ge- meentebegrooting, dienst 1940, ter aanvul ling van de voor den Stadhuisbouw be schikbaar gestelde gelden en tot het oi schrijven van hel dienstjaar 1939 op dat van 1940 van voor dien bouw en de gevel restauratie beschikbaar gestelde, doch nog niet verwerkte bedragen. De heer Lombert (R.-K.) maakt aan merking op den post van 66.400, voorna melijk bestaande uit honoraria. Met name viaagt hij inlichtingen over het honora rium van een adviseur. Waarom is het geraamde bedrag van ƒ7500 met ongeveer 100 pet. overschreden, zoodat het totaal nu 14.700 is geworden? Waarom is niet eerder een verhooging aangevraagd? Ook heeft spr onoverkomelijke bezwa ren tegen de voorgestelde verhooging van het honorarium van den architect met een bedrag van 25.000. Spr. mist in de stuk ken het door den heer Blauw gedane voor stel om alle kosten van den architect te be palen op 45.000, waarbij spr. er den na druk op legt, dat dit bedrag zou worden vastgesteld voor alle werkzaamheden tot aan de „uiteindelijke voltooiing" van het nieuwe Stadhuis en met inbegrip van „de interieurs". Thans dient hij een navordering in van 28.500 gebaseerd op „meer werk" en „voor bijzondere interieurs". Tegen de uitkeering van ƒ3000 voor diens arbitrage-werkzaamheden heeft spr. geen bezwaar, doch wel tegen de i^estee- rende ƒ25.000. Dat is tegen de gemaakte afspraak van 1934. Die afspraak is rechtsgeldig al is die niet vastgelegd in een schriftelijk con tract, om z.i. onbegrijpelijke redenen. Spr. dient een voorstel in, om den post van 66.400 terug te brengen tot 43.750. De heer Schüller (S. D. A. P.) acht het door den architect aangevraagde be drag voor honorarium gerechtvaardigd. Als hij de tarieven van de B. N. A. had aan gehouden, zou hij meer gekregen hebben. Spr. zal dan ook tegen het voorstel-Lom- bert stemmen. Wat de hoogere kosten van de lichtin stallatie betreft, herinnert spr. er aan, dat hü deze verhooging reeds in 1938 voorspeld heeft. Spr. wenscht een andere specificatie van den meer genoemden post van 66.400. Is er nu een afspraak gemaakt met den aichitect, dat wij er definitief van af zijn? Wethouder Wilbrink (C. H.) deelt den heer Lombert mede, waarom de advi- seurskosten zijn verhoogd; door meerdere werkzaamheden. Wat de overeenkomst in zake de interieurs betreft, deze is voor tweeërlei uitlegging vatbaar. Het gaat hier om bijzondere interieurs. De raadsman der gemeente oordeelt, dat er voor het stand punt van den architect veel valt te zeggen. In 1934 heeft men niet kunnen denken aan alle uitbreidingen, welke het werk zou kunnen meebrengen. Het gaat niet aan, om bt het scheiden van de markt te zeggen, dat de zaak maar moet worden, afgewerkt. Er zijn meerdere opdrachten gegeven en deze moeten worden gehonoreerd. Het col lege wijst het voorstel derhalve af. Indien het voorstel van B. en W. wordt aanvaard, is de gemeente van verdere kosten af. Een dergelijke overeenkomst wordt schriftelijk vastgelegd. De bespreking wordt thans onderbroken. Het is half zes. AVONDZITTING. Direct na heropening van de zitting deelde de v o o r z. mede, dat hij eerst aan de orde wilde stellen: 12o. Voortzetting van de behandeling van het voorstel in zake het in uitzicht stellen van een bijdrage uit de gemeente kas in de kosten van aanschaffing van luchtafweergeschut. Alweer de deuren dicht. De v o o r z. deelde mede, dat hij gene raal Carstens had uitgenoodigd om een officieele uiteenzetting te geven en den Raad van voorlichting te dienen inzake de luchtbescherming. De deuren werden daarna gesloten. Te 10.10 uur werd de openbare zitting hervat. Opnieuw het Stadhuis. Thans weer punt 8 aan de orde. De heer Lombert (R.K.) betreurt het, dat de wethouder den indruk heeft ge wekt, alsof zijn opmerkingen omtrent overschrijding der begrooting kleinighe den betroffen. Hij heeft bezwaar tegen z.g. waschlijstjes, waarop alles ondergebracht wordt. Hij was van meening, dat de archi tect zich aan de eenmaal gesloten over eenkomst had behooren te houden. Tegen over een ander zouden B. en W. ongetwij feld een andere houding hebben aangeno men. Spr. keert zich tegen de z.i. onge wone royaliteit van het college inzake de raadhuisbouw. Wie heeft overigens op dracht gegeven tot die uitbreiding van werkzaamheden. De raad zeker niet. Z.i. had de heer Blaauw een andere houding moeten aannemen. Hij had zich tot den raad kunnen wenden met het verzoek, af te wijken van de oorspronkelijke afspraak, wegens oorzaken buiten zijn schuld. De heer Schüll er (S.D.A.P.) wenscht een specificatie van de post van 66.400. Hierop is de wethouder niet ingegaan. Wethouder Wilbrink (C.H.) zegt, dat het college onmogelijk alles van te voren met den raad kan bespreken. Vandaar dat sommige uitvoerings-werkzaamheden van den stadhuisbouw door B. en W. op eigen verantwoordelijkheid zijn geschied. Van royaliteit is geen sprake. Het gaat hier om rechtvaardig loon voor geleverde prestatie. De architect meent in zijn recht te staan en als men in zijn recht staat gaat men niet met de hoed in de hand vragen. Den heer Schüller geeft spr. de gevraagde spe cificatie, waaruit blijkt, dat de architect 28.555 meer krijgt. Het voorstel-Lombert komt in stemming en wordt verworpen met 27 tegen 5 stemmen. (Afwezig zijn de heeren Don ders, Bergers en v. d. Reyden). Voor: de heeren Lombert, v. Dijk, v. Oyen, Tobé en Wilmer. Het voorstel van B. en W. wordt daarna z. h. st. aangenomen. Electriciteits tarieven. 11 o. Voorstel tot het wijzigen van de Electriciteitsverordening. De heer Tobé (R.K.) drukt zijn spijt erover uit, dat de directie van de Lichtfa- briekne niet is overgegaan tot een z.g. staffeltarief. Men heeft hier echter een soort animeer-tarief, omdat men meent met een goedkoop tarief te doen te heb ben. Spr. zal nu om practische redenen geen voorstel doen tot invoering van spe ciale tarieven voor groote gezinnen. Het spijt hem, dat het voorgestelde spertarief niet eerder ingaat, bijv. om 8 uur in plaats van 11 uur. De verlaging voor kleine win kels en woonhuizen juicht spr. toe. De heer v. Eek (S.D.A.P.) vindt het juist, dat het lichtpuntentarief verdwnijt. Het voordeel voor de burgerij in 't alge meen bedraagt ƒ25.000. Het oppervlakte- tarief is echter een beletsel voor bezuini ging. Wie bezuinigen wil kan dat niet. Dat is evenwel een bezwaar, waarover wij moeten heenstappen. De heer Eikerbout (A.R.) consta teert, dat men thans niet meer weet, wat een K.W.U. precies kost. De prijzen loo- pen zóó uiteen, dat niemand er meer uit wijs kan worden. De v o o r z. geeft den heer Tobé in over weging, zijn streven naar vereenvoudiging onder de aandacht van commissarissen te blijven houden. Het is juist, dat het op- peiwlakte-tarief een belemmering is voor bezuiniging. Bij het lichtpunten-thrief kon men wel bezuinigen, doch dat was dikwijls niet van gevaar ontbloot, omdat er dan vaak andere verlichting werd aangebracht met grooter brandgevaar. Het oppervlak- tarief zal voor de meeste verbruikers een bezuiniging beteekenen. Bij art. III der verordening licht de heer Tobé (R.K.) zijn amendement toe, dat aldus luidt: lo. HL Oppervlak-tarief, letter a, sub 3, wordt gelezen als volgt: 3. Het gedeelte (op andere wijze) voor de uitoefening van het beroep gebruikt: '•oor elke 10 M2. of gedeelte daarvan: A. voor kantoren, behandelkamers, zalen 0.70 B. voor huisindustrie 0.35 C. voor kleine werkplaatsen, pen sions 0.14 D. voor bergplaatsen, boerderijen, tuinderijen 0.07 bovendien per verbruikte kWh 4 cent In bijzondere gevallen kan de Directie m de bedragen, genoemd onder A tot en met D afwijken. 2o. Het 2e lid na III Ouuervlaktarief, let ter b, wordt gelezen als volgt: Het vaste recht volgens 2 en 3 A geldt bij een ter beschikking gesteld vermogen van ten hoogste 300 Watt per 10 M2. bere kend oppervlak, volgens 3 M t/m 3 D naar evenredigheid. Bij overschrijding van deze grenzen kan de Directie een hooger bedrag voor vast recht in rekening brengen. De heer Tobé betoogt, dat hij door dit amendement de willekeur, die in de veror dening ligt, daar uit wil wegnemen. De heer Riedel V.D.) vindt het amendement-Tobé nog ingewikkelder. Het is hem niet duidelijk, welke vereenvoudi ging het brengt. De voorz. zegt, dat het amendement- Tobé besproken is in de Commissie vcor de Lichtfabrieken. De stelling van den heer Tobé, dat het tarief zou eenvoudig mogelijk moet zijn, is ongetwijfeld juist. Wanneer men de consumenten billijk wil behandelen, moet men een zekere armslag hebben. Het is niet mogelijk, om alle ge vallen in de verordening vast te leggen. B. en W. zijn echter bereid, het amende ment van den heer Tobé over te ne men. De heer v. E c k (S.D.A.P.) licht zijn amendement nader toe. Dit amendement wil de volgende toevoeging: „Degenen echter, die bij de inwerking treding dezer verordening hun stroom van de electriciteitsfabriek betrekken op de voorwaarden van het woonhuistarief, vast gesteld bij artikel 10 der verordening van 17 December 1914, zooals die luidde voor de wijziging van 23 Januari 1939, behou den het recht om desgewenscht, zoolang zij het zelfde perceel bewonen, op dezelfde voorwaarden den stroom van de fabriek te blijven betrekken". De onaangename zijde «van het nieuwe tarief is, dat het een zeker aantal ingeze tenen nadeelig is. Om dat nadeel weg te nemen wil spr. de mogelijkheid open laten om het oude tarief aan te houden. Dat geldt voornamelijk voor menschen, die groote kamers hebben, o.a. pensionhouders. Het gaat niet aan, om een op zich nuttigen maatregel door enkelen te laten betalen. De bezwaren, die er zeker zijn, wegen z.i. niet zoo zwaar. De heer Wilmer (R.K.) meent, dat het amendement scheeve verhoudingen schept. Wie bijv. moet verhuizen, zou zijn licht puntentarief niet meer kunnen aanhouden. De heer Veenendaal (A.R.) vraagt een nadere toelichting van het oppervlak tarief, n.l. of het goedkooper is dan het lichtpuntentarief. De heer Tobé (R.K.) meent, dat de ad ministratieve moeilijkheden niet al te groot behoeven te zijn bij aanneming van het amendement-v. Eek. Het gaat hier bo vendien niet om groote bedragen. Vandaar dat hij voor het amendement-v. Eek is. De voorz. ziet een zekere willekeurig- nen het gelag moeten betalen, n.l. onge heid in het amendement. Het is jammer, dat er niet zoo'n tarief is semen te stellen, dat allen een voordeel krijgen. De bezwa ren tegen het amendement-v. Eek zijn vele. Bij wijziging van de prijzen o.a. zouden de gebruikers van het ongewijzigde lichtpun tentarief een ongemotiveerd voordeel ver krijgen. Het bestaan van twee tarieven zou een groote administratieve rompslomp met zich meebrengen. Velen, die reeds tot het opervlakptetarief zijn overgegaan, zullen willen terugkeeren. Spr. ontraadt derhal ve het amendement-v. Eelt. Degenen, die meer zullen moeten betalen, zullen als re gel niet de kleine verbruikers zijn. Op de vraag van den heer Veenendaal wordt bevestigend geantwoord. De heer v. Eek (S.D.A.P.) had de be zwaren verwacht, doch zij lijken hem geen beletsel voor aanvaarding van het amen dement. De voorz. heefto.a. gewezen op eventueele noodzakelijke tariefswijziging; maar dan kan men de regeling toch laten vervallen. De administratieve bezwaren telt spr. niet zoo zwaar. De voorz. wijst er nog op, dat de con trole zeer bezwaarlijk zou worden. Het amendement-v. Eek wordt verwor pen met 19 tegen 12 stemmen. Voor: de S.D.A.P. (behalve de wethou ders) en de heeren Tobé en v. Weizen. Het voorstel van B. en W. wordt daar na z. h. st. aangenomen. Voorstel tot het sluiten van nieuwe over eenkomsten met de gemeente Wassenaar betreffende de levering van gas en elec- triciteit aan die gemeente door de Stede lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. Goedgekeurd. Warm-voedsel -verstrekking. Voorstel inzake het verstrekken van warm voedsel aan behoeftigen. Mevr. Braggaar-de Does (S.D.A. P.) betuigt haar instemming met dezen maatregel, speciaal in dezen wintertijd. De kwaliteit van het verstrekte voedsel is goed en de kwantiteit is voldoende.. Zij geeft het college in overweging om bij dit wisselvallige weer niet te spoedig dezen maatregel te beëindigen. Daarna z. h. st. aangenomen. Voorstel tot het verhuren van verschil lende perceelen wei- en teelland. Goedgekeurd. LUCHTAFWEERGESCHUT. Vervolgens wordt weer aan de orde ge steld punt 12 (luchtafweergeschut). Voor stel van B. en W. om aan de desbetreffen de commissieeen bedrag te verstrekken van 125.000. De heer v. Eek (S.D.A.P.) zegt, dat wij niets mogen nalaten om onze veiligheid te verzekeren. Er zijn tegen dit voorstel be zwaren aan te voeren, o.a. dat het bedrag te gering is, en dat het voorstel slechts een beperkte, veiligheid verschaft, doch z.i. mag men daarom dezen maatregel niet na laten. De heer Wilmer (R.K.) zegt, dat door het voorstel geen perfecte afweer wordt bereikt, volstrekt niet, doch, als men het perfecte niet bereiken kan, mag men een minder perfecte afweer niet afwijzen. De heer Parmentier (A.R.) meent, dat de voorgestelde maatregel niet ver ge noeg gaat. Wanneer zullen wij ooit kunnen overgaan tot aanschaffing van dit door ons noodzakelijk geachte afweergeschut? De heer Jongeleen (S.D.A.P.) heeft niet den moed om voor dit voorstel te stemmen. De heer Riedel (V.D.) handhaaft de bezwaren, welke hij in een vorige zitting heeft ontwikkeld. De heer v. W e 1 z e n (Comm.) zegt, dat hij er bezwaar tegen zou hebben, als er niets gebeuren zou, indien het bedrag van 75 mille niet door de belanghebbenden zou worden opgebracht. Q De heer Eskens (Gem. Bel.) zal voor stemmen, ondanks het feit, dat z.i. het te geven crediet onvoldoende is. De heer Oostveen (SD.A.P.) kan het voorstel niet aanvaarden. De heer v. D ij k (R.K.) verklaart zich geen voorstander van het voorstel, omdat hij deze zaak een Rijkszaak acht, de lucht afweer onvoldoende zal zijn, en met het ook op de financiën. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) had zich kunnen vereenigen met het eerste standpunt van B. en W. Met dit voorstel kan hij zich niet vereenigen. De voorz. zegt, dat er overleg zal wor den gepleegd met de commissie. Men kan niet wachten totdat de cc-mmissie volledig geslaagd is. Op korten termijn moet er iets gebeuren. Het voorstel wordt aangenomen met 229 stemmen. Tegen de heeren: Kooien, Snel, v. Dijk, Jongeleen, Piena, Sch/ller, Riedel, v. Stra len en Oostveen. De resteerende punten 9 en 10 van de agenda worden uitgesteld. RONDVRAAG. De heer Snel (S.D.A.P.) vraagt een extra kolentoeslag voor de werkloozen ge durende de strenge winterperiode. Wethouder v. Strale.. (S.D.A.P.) Dat t ongt van den minister af. De heer Snel (S.D.A.P.) vraagt of er iets gedaan kan worden tegen de prijsop- drijverij in de huren, welke hier en d.aar reeds te bespeuren valt. De voorzitter zal dit overwegen. De heer Piena (S.D.A.P.). verzoekt het college meer zand te laten strooien in de buitenwijken waar het zeer glad is. De heer Lombert (R.K.) klaagt er- ver, dat de sneeuwopruiming veel te wen- schen overlaat. De heer Groeneveld (S.D.A.P.) sluit zich daarbij aan. Wethouder W ii b r i n k (C.H.) wijst er op, dat de gemeente één dag sneeuwruimen 1000 kost. Stel daartegenover het ge ringe resultaat, tengevolge van de herhaal de sneeuwval en de vorst. B. en W. hebben zich derhalve afgevraagd of het wel ver antwoord is, zooveel geld uit te geven voor zoo weinig resultaat. Daarna sluiting te middernacht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 12