GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
KLEINE ANNIE
DINSDAG 23 JANUARI 1940
OE innSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 1
RONDOM EEN LEERAARSBE NOEMING AAN DE H. B. S. HET HO
NORARIUM VAN DEN ARCH ITECT VAN HET STADHUIS TARIE
VEN VOOR ELECTRICITEIT GEWIJZIGD AANKOOP VAN AF
WEERGESCHUT.
lo. Beëediging en installatie van het
nieuw benoemde raadslid, den heer mr. P.
J. Idenburg.
De heer Idenburg legt in handen van
den voorzitter de vereischte eeden af. Hij
wordt door den voorzitter met zijn benoe
ming geluk gewenscht en neemt zijn plaats
in in de rij der Chr. Historische fractie.
Na afhandeling der Ingek. Stukken
wordt overgegaan tot behandeling der
agenda.
De volgende twee punten worden tege
lijkertijd aan de orde gesteld.
2o. Benoeming van een leeraar in de
handelswetenschappen aan de Hoogere
Burgerschool met 5 jarigen cursus.
3o. Benoeming van een gemeentelijken
commissaris »ij de N.V. Leidsche Duinwa
ter Maatschappij.
De heer Wilmer (R.-K.) stelt het op
prijs, dat de heer v. Ginkel zich opnieuw
beschikbaar wil stellen als gemeentelijk
commissaris van de L. D. M. Hij wil de be
noeming echter laten geschieden tot weder
opzegging en uiterlijk tot 1941.
De heer v. Eek (S. D. A. P.) sluit zich
daarbij aan.
De v o o r z. stemt met dit denkbeeld in.
Ket college neemt de door den heer Wil
mer voorgestelde wijziging over.
Geheime zitting.
Op verzoek van den heer Beeken
kamp (A.-R.) gaat de Raad in geheime
zitting, welke voortduurde tot 4.05 uur.
Na heropening der openbare zitting stelt
de heer v. Eek (S. D. A. P.) voor, punt
2 aan te houden.
Tegelijkertijd dient dan de Raad de
wensch uit te spreken, dat het handels
recht niet zal worden gedoceerd door den
te benoemen leeraar in de handelsweten
schappen (die dan geen 17 uur, zooals in
de oproeping vermeld, maar 15 uur zou
krijgen), doch door den jurist, den leeraar
die staatsrecht en Staathuishoudkunde on
derwijst. Hij dient daartoe een voorstel in
(hetwelk bij aanneming zou inhouden, dat
nu niet tot een benoeming wordt overge
gaan).
De heer Wilmer (R.-K.) kan met het
voorstel-v. Eek niet meegaan. Wij hebben
de adviezen van den directeur en van de
desbetreffende commissie en, als zij een ju
rist gewenscht hadden geacht voor het
handelsrecht, hadden zij geen oproeping
gedaan -oor een leeraar in de handelswe
tenschappen met 17 uur. Spr. is van mee
ning, dat de Raad geen voldoende reden
heeft om af te wijken van het advies van
deze direct-verantwoordelijke personen.
De heer v. Bemmelen (Lib.) is het
eens met den heer v. Eek. Het lijkt hem be
ter een leeraarschap in handelsrecht te
combineeren met dat in Staathuishoudkun
de en Staatsrecht. Het vak Handelsrecht
wordt niet alléén voor de practijk gege
ven, ook voor latere studie aan de uni
versiteit.
De heer Beekenkamp (A.-R.) kan
zich eveifeens vereenigen met het voor-
stel-v. Eek. De commissie van toezicht
staat niet afwijzend tegenover een jurist,
zooals uit de stukken blijkt.
De heer Key (V. D.) wijst er op, dat
de lessen in het Handelsrecht op de H. B.
S. voornamelijk gericht moet zijn op de
practijk.
De heer v. Bemmelen (Lib.) ontkent
dat.
De heer Key (V. D.): Het grootste deel
der leerlingen studeert dit vak voor de
practijk.
De heer v. Rosmalen (C. H.) ver
klaart zich voor den candidaat, die als No.
1 wordt voorgedragen.
Wethouder T e p e (R.-K.) moet het voor-
siel-v. Eek met klem bestrijden. De Raad
is niet deskundig op dit gebied. Het is ge
bruikelijk, dat men in zulke zaken het ad
vies van deskundigen volgt. Wij moeten
ons niet bemoeien met zaken, waarvan wij
geen verstand hebben. Wil de Raad een an
dere combinatie van vakken, dan is het
geoorloofd, dit uit te spreken, maar dan
moet dit niet gebeuren naar aanleiding
van een benoeming, welke reeds geheel
is voorbereid.
Aanhouding van de benoeming zou bo
vendien het onderwijs schaden. Deze zaak
zou zeer onaangenaam zijn voor den voor-
gedragene.
Den heer Veenendaal (A. R.) lijkt
uitstel onnoodig. Hij acht het verkeerd,
dat de heer v. Eek één categorie van be
voegden (waartoe spr. ook behoort), om
dat zij geen jurost zijn, wil uitsluiten van
het doceeren van Handelsrecht.
De heer v. Weizen (Comm.) meent,
dat het voorstel-v. Eek een soort motie
van afkeuring beteekent aan het adres van
het bestuur der H. B. S. Spr. is het eens
met den wethóuder.
De heer v. Bemmelen (Lib.) ziet
geen critiek op het beleid van den direc
teur in het voorstel-v. Eek. Het is slechts
een bescheiden vraag, n.l. of het niet be
ter is, de zaak anders te regelen, en deze
vraag leggen wij aan het bestuur voor.
De heer v. Eek (S. D. A. P.) zegt, dat
de eigenaardige omstandigheden, waar
onder de voordracht is tot stand gekomen,
geleid hebben tot spr.'s voorstel.
Er is hier sprake va:i een misverstand
en dit kan door uitstel worden opgehel
derd.
Wethouder Tepe (R.-K.): De heer v.
Bemmelen stelt de zaak wel wat al te on
schuldig voor. Het voorstel-v. Eek is daar
voor veel te positief. Spr. wil wel nader
overleg plegen over de mogelijkheid van
een andere combinatie van vakken. De di
recteur heeft geen bezwaar tegen een ju
rist, maar heeft ook geen behoefte aan een
jurist. Hij ziet het groote voordeel van een
practicus. Men begaat een onbillijkheid en
men schaadt het onderwijs met uitstel.
Het voorstel-v. Eek wordt verwor
pen met 22 tegen 12 stemmen.
Vóór: de S. D. A. P. (behalve de twee
wethouders) en de heeren v. Bemmelen en
Beekenkamp.
Voorgcdragenei benoemd.
In de vacature van leeraar in de Han
delswetenschappen aan de H. B. S. wordt
benoemd de heer F. J. J. van Makkelen-
berg met 30 van de 34 stemmen.
Tot gemeentelijken commisaris bfj de
Leidsche Duinwater Mij, wordt tot weder
opzegging, doch uiterlijk tot 1 Jan. 1941,
benoemd de heer N. C. F. v. Ginkel.
4o. Voorstel tot het verlengen van de
aanstelling van dr. W. C. Smit, drs. R. E.
J. Zieck en H. A. Gerretsen tot tijdelijk
leeraar aan het Gymnasium resp. in na
tuurkunde, scheikunde en teekenen.
Goedgekeurd.
5o. Voorstel in zake het aankoopen van
verschillende perceelen, begrepen in het
sareeringsplan GeeregrachtKraaierstraat.
Goedgekeurd.
Straatvuil.
6o. Voorstel in zake het ondershand ver
pachten van het baggerwerk en de uitvoe
ring van bijkomende werkzaamheden aan
Kuyfs Vuil- en Baggerbedrijf N.V., te
Nieuwkoop.
De heer Schüller (S. D. A. P.) wijst
op een verandering in de pachtvoorwaar-
den, welke z.i. niet gunstig voor de ge
meente zou zijn. Hij wijst speciaal op het
achterwege laten van de oude limiet van
1600 M.3 straatvuil.
Wethouder Wilbrink (C. H.) stelt
vast, dat de heer Schüller de voordeelen
van de nieuwe voorwaarden onderschat.
Bovendien hebben hygiënische overwe
gingen een rol gespeeld. Het stellen van
een limiet heeft practisch geen beteekenis.
De heer Schüller (S. D. A. P.) on
derschat het voordeel niet. De meening
van den wethouder berust op een misver
stand.
Daarna z.h.st. goedgekeurd.
7o. Voorstel tot het wijzigen van het
raadsbesluit van 9 October 1939 in zake het
verleenen van een uitkeering aan de Wed.
J. van Blitters.wijk geb. van der Touw, in
verband met een aan wijlen haar echtge
noot overkomen ongeval ten gevolge van
het omwaaien van een gedeelte van de
stadhuisschutting en tot het vaststellen
van de desbetreffende begrootingsstaten.
De heer Groen eve ld (S. D. A. P.)
vraagt hoofdelijke stemming. Het voorstel
wordt aangenomen met 17 tegen 16 stem
men.
Tegen: de S. D. A. P. (behalve de wet
houders) en de heeren Lombert, v. Oyen.
Tobé, Bergers, v. Dijk en v. Weizen.
8o. Voorstel tot het wijzigen van de ge-
meentebegrooting, dienst 1940, ter aanvul
ling van de voor den Stadhuisbouw be
schikbaar gestelde gelden en tot het oi
schrijven van hel dienstjaar 1939 op dat
van 1940 van voor dien bouw en de gevel
restauratie beschikbaar gestelde, doch nog
niet verwerkte bedragen.
De heer Lombert (R.-K.) maakt aan
merking op den post van 66.400, voorna
melijk bestaande uit honoraria. Met name
viaagt hij inlichtingen over het honora
rium van een adviseur.
Waarom is het geraamde bedrag van
ƒ7500 met ongeveer 100 pet. overschreden,
zoodat het totaal nu 14.700 is geworden?
Waarom is niet eerder een verhooging
aangevraagd?
Ook heeft spr onoverkomelijke bezwa
ren tegen de voorgestelde verhooging van
het honorarium van den architect met een
bedrag van 25.000. Spr. mist in de stuk
ken het door den heer Blauw gedane voor
stel om alle kosten van den architect te be
palen op 45.000, waarbij spr. er den na
druk op legt, dat dit bedrag zou worden
vastgesteld voor alle werkzaamheden tot
aan de „uiteindelijke voltooiing" van het
nieuwe Stadhuis en met inbegrip van „de
interieurs".
Thans dient hij een navordering in van
28.500 gebaseerd op „meer werk" en
„voor bijzondere interieurs".
Tegen de uitkeering van ƒ3000 voor
diens arbitrage-werkzaamheden heeft spr.
geen bezwaar, doch wel tegen de i^estee-
rende ƒ25.000.
Dat is tegen de gemaakte afspraak van
1934. Die afspraak is rechtsgeldig al is die
niet vastgelegd in een schriftelijk con
tract, om z.i. onbegrijpelijke redenen. Spr.
dient een voorstel in, om den post van
66.400 terug te brengen tot 43.750.
De heer Schüller (S. D. A. P.) acht
het door den architect aangevraagde be
drag voor honorarium gerechtvaardigd. Als
hij de tarieven van de B. N. A. had aan
gehouden, zou hij meer gekregen hebben.
Spr. zal dan ook tegen het voorstel-Lom-
bert stemmen.
Wat de hoogere kosten van de lichtin
stallatie betreft, herinnert spr. er aan, dat
hü deze verhooging reeds in 1938 voorspeld
heeft. Spr. wenscht een andere specificatie
van den meer genoemden post van 66.400.
Is er nu een afspraak gemaakt met den
aichitect, dat wij er definitief van af zijn?
Wethouder Wilbrink (C. H.) deelt
den heer Lombert mede, waarom de advi-
seurskosten zijn verhoogd; door meerdere
werkzaamheden. Wat de overeenkomst in
zake de interieurs betreft, deze is voor
tweeërlei uitlegging vatbaar. Het gaat hier
om bijzondere interieurs. De raadsman der
gemeente oordeelt, dat er voor het stand
punt van den architect veel valt te zeggen.
In 1934 heeft men niet kunnen denken aan
alle uitbreidingen, welke het werk zou
kunnen meebrengen. Het gaat niet aan, om
bt het scheiden van de markt te zeggen,
dat de zaak maar moet worden, afgewerkt.
Er zijn meerdere opdrachten gegeven en
deze moeten worden gehonoreerd. Het col
lege wijst het voorstel derhalve af. Indien
het voorstel van B. en W. wordt aanvaard,
is de gemeente van verdere kosten af. Een
dergelijke overeenkomst wordt schriftelijk
vastgelegd.
De bespreking wordt thans onderbroken.
Het is half zes.
AVONDZITTING.
Direct na heropening van de zitting
deelde de v o o r z. mede, dat hij eerst aan
de orde wilde stellen:
12o. Voortzetting van de behandeling
van het voorstel in zake het in uitzicht
stellen van een bijdrage uit de gemeente
kas in de kosten van aanschaffing van
luchtafweergeschut.
Alweer de deuren dicht.
De v o o r z. deelde mede, dat hij gene
raal Carstens had uitgenoodigd om een
officieele uiteenzetting te geven en den
Raad van voorlichting te dienen inzake de
luchtbescherming.
De deuren werden daarna gesloten.
Te 10.10 uur werd de openbare zitting
hervat.
Opnieuw het Stadhuis.
Thans weer punt 8 aan de orde.
De heer Lombert (R.K.) betreurt het,
dat de wethouder den indruk heeft ge
wekt, alsof zijn opmerkingen omtrent
overschrijding der begrooting kleinighe
den betroffen. Hij heeft bezwaar tegen z.g.
waschlijstjes, waarop alles ondergebracht
wordt. Hij was van meening, dat de archi
tect zich aan de eenmaal gesloten over
eenkomst had behooren te houden. Tegen
over een ander zouden B. en W. ongetwij
feld een andere houding hebben aangeno
men. Spr. keert zich tegen de z.i. onge
wone royaliteit van het college inzake de
raadhuisbouw. Wie heeft overigens op
dracht gegeven tot die uitbreiding van
werkzaamheden. De raad zeker niet. Z.i.
had de heer Blaauw een andere houding
moeten aannemen. Hij had zich tot den
raad kunnen wenden met het verzoek, af
te wijken van de oorspronkelijke afspraak,
wegens oorzaken buiten zijn schuld.
De heer Schüll er (S.D.A.P.) wenscht
een specificatie van de post van 66.400.
Hierop is de wethouder niet ingegaan.
Wethouder Wilbrink (C.H.) zegt, dat
het college onmogelijk alles van te voren
met den raad kan bespreken. Vandaar dat
sommige uitvoerings-werkzaamheden van
den stadhuisbouw door B. en W. op eigen
verantwoordelijkheid zijn geschied. Van
royaliteit is geen sprake. Het gaat hier om
rechtvaardig loon voor geleverde prestatie.
De architect meent in zijn recht te staan
en als men in zijn recht staat gaat men
niet met de hoed in de hand vragen. Den
heer Schüller geeft spr. de gevraagde spe
cificatie, waaruit blijkt, dat de architect
28.555 meer krijgt.
Het voorstel-Lombert komt in stemming
en wordt verworpen met 27 tegen 5
stemmen. (Afwezig zijn de heeren Don
ders, Bergers en v. d. Reyden).
Voor: de heeren Lombert, v. Dijk, v.
Oyen, Tobé en Wilmer.
Het voorstel van B. en W. wordt daarna
z. h. st. aangenomen.
Electriciteits tarieven.
11 o. Voorstel tot het wijzigen van de
Electriciteitsverordening.
De heer Tobé (R.K.) drukt zijn spijt
erover uit, dat de directie van de Lichtfa-
briekne niet is overgegaan tot een z.g.
staffeltarief. Men heeft hier echter een
soort animeer-tarief, omdat men meent
met een goedkoop tarief te doen te heb
ben. Spr. zal nu om practische redenen
geen voorstel doen tot invoering van spe
ciale tarieven voor groote gezinnen. Het
spijt hem, dat het voorgestelde spertarief
niet eerder ingaat, bijv. om 8 uur in plaats
van 11 uur. De verlaging voor kleine win
kels en woonhuizen juicht spr. toe.
De heer v. Eek (S.D.A.P.) vindt het
juist, dat het lichtpuntentarief verdwnijt.
Het voordeel voor de burgerij in 't alge
meen bedraagt ƒ25.000. Het oppervlakte-
tarief is echter een beletsel voor bezuini
ging. Wie bezuinigen wil kan dat niet. Dat
is evenwel een bezwaar, waarover wij
moeten heenstappen.
De heer Eikerbout (A.R.) consta
teert, dat men thans niet meer weet, wat
een K.W.U. precies kost. De prijzen loo-
pen zóó uiteen, dat niemand er meer uit
wijs kan worden.
De v o o r z. geeft den heer Tobé in over
weging, zijn streven naar vereenvoudiging
onder de aandacht van commissarissen te
blijven houden. Het is juist, dat het op-
peiwlakte-tarief een belemmering is voor
bezuiniging. Bij het lichtpunten-thrief kon
men wel bezuinigen, doch dat was dikwijls
niet van gevaar ontbloot, omdat er dan
vaak andere verlichting werd aangebracht
met grooter brandgevaar. Het oppervlak-
tarief zal voor de meeste verbruikers
een bezuiniging beteekenen.
Bij art. III der verordening licht de heer
Tobé (R.K.) zijn amendement toe, dat
aldus luidt:
lo. HL Oppervlak-tarief, letter a, sub 3,
wordt gelezen als volgt:
3. Het gedeelte (op andere wijze) voor
de uitoefening van het beroep gebruikt:
'•oor elke 10 M2. of gedeelte daarvan:
A. voor kantoren, behandelkamers,
zalen 0.70
B. voor huisindustrie 0.35
C. voor kleine werkplaatsen, pen
sions 0.14
D. voor bergplaatsen, boerderijen,
tuinderijen 0.07
bovendien per verbruikte kWh 4 cent
In bijzondere gevallen kan de Directie
m de bedragen, genoemd onder A tot en
met D afwijken.
2o. Het 2e lid na III Ouuervlaktarief, let
ter b, wordt gelezen als volgt:
Het vaste recht volgens 2 en 3 A geldt
bij een ter beschikking gesteld vermogen
van ten hoogste 300 Watt per 10 M2. bere
kend oppervlak, volgens 3 M t/m 3 D naar
evenredigheid. Bij overschrijding van deze
grenzen kan de Directie een hooger bedrag
voor vast recht in rekening brengen.
De heer Tobé betoogt, dat hij door dit
amendement de willekeur, die in de veror
dening ligt, daar uit wil wegnemen.
De heer Riedel V.D.) vindt het
amendement-Tobé nog ingewikkelder. Het
is hem niet duidelijk, welke vereenvoudi
ging het brengt.
De voorz. zegt, dat het amendement-
Tobé besproken is in de Commissie vcor
de Lichtfabrieken. De stelling van den
heer Tobé, dat het tarief zou eenvoudig
mogelijk moet zijn, is ongetwijfeld juist.
Wanneer men de consumenten billijk wil
behandelen, moet men een zekere armslag
hebben. Het is niet mogelijk, om alle ge
vallen in de verordening vast te leggen.
B. en W. zijn echter bereid, het amende
ment van den heer Tobé over te ne
men.
De heer v. E c k (S.D.A.P.) licht zijn
amendement nader toe. Dit amendement
wil de volgende toevoeging:
„Degenen echter, die bij de inwerking
treding dezer verordening hun stroom van
de electriciteitsfabriek betrekken op de
voorwaarden van het woonhuistarief, vast
gesteld bij artikel 10 der verordening van
17 December 1914, zooals die luidde voor
de wijziging van 23 Januari 1939, behou
den het recht om desgewenscht, zoolang zij
het zelfde perceel bewonen, op dezelfde
voorwaarden den stroom van de fabriek te
blijven betrekken".
De onaangename zijde «van het nieuwe
tarief is, dat het een zeker aantal ingeze
tenen nadeelig is. Om dat nadeel weg te
nemen wil spr. de mogelijkheid open laten
om het oude tarief aan te houden. Dat geldt
voornamelijk voor menschen, die groote
kamers hebben, o.a. pensionhouders. Het
gaat niet aan, om een op zich nuttigen
maatregel door enkelen te laten betalen.
De bezwaren, die er zeker zijn, wegen z.i.
niet zoo zwaar.
De heer Wilmer (R.K.) meent, dat het
amendement scheeve verhoudingen schept.
Wie bijv. moet verhuizen, zou zijn licht
puntentarief niet meer kunnen aanhouden.
De heer Veenendaal (A.R.) vraagt
een nadere toelichting van het oppervlak
tarief, n.l. of het goedkooper is dan het
lichtpuntentarief.
De heer Tobé (R.K.) meent, dat de ad
ministratieve moeilijkheden niet al te
groot behoeven te zijn bij aanneming van
het amendement-v. Eek. Het gaat hier bo
vendien niet om groote bedragen. Vandaar
dat hij voor het amendement-v. Eek is.
De voorz. ziet een zekere willekeurig-
nen het gelag moeten betalen, n.l. onge
heid in het amendement. Het is jammer,
dat er niet zoo'n tarief is semen te stellen,
dat allen een voordeel krijgen. De bezwa
ren tegen het amendement-v. Eek zijn vele.
Bij wijziging van de prijzen o.a. zouden de
gebruikers van het ongewijzigde lichtpun
tentarief een ongemotiveerd voordeel ver
krijgen. Het bestaan van twee tarieven zou
een groote administratieve rompslomp met
zich meebrengen. Velen, die reeds tot het
opervlakptetarief zijn overgegaan, zullen
willen terugkeeren. Spr. ontraadt derhal
ve het amendement-v. Eelt. Degenen, die
meer zullen moeten betalen, zullen als re
gel niet de kleine verbruikers zijn.
Op de vraag van den heer Veenendaal
wordt bevestigend geantwoord.
De heer v. Eek (S.D.A.P.) had de be
zwaren verwacht, doch zij lijken hem geen
beletsel voor aanvaarding van het amen
dement. De voorz. heefto.a. gewezen op
eventueele noodzakelijke tariefswijziging;
maar dan kan men de regeling toch laten
vervallen. De administratieve bezwaren
telt spr. niet zoo zwaar.
De voorz. wijst er nog op, dat de con
trole zeer bezwaarlijk zou worden.
Het amendement-v. Eek wordt verwor
pen met 19 tegen 12 stemmen.
Voor: de S.D.A.P. (behalve de wethou
ders) en de heeren Tobé en v. Weizen.
Het voorstel van B. en W. wordt daar
na z. h. st. aangenomen.
Voorstel tot het sluiten van nieuwe over
eenkomsten met de gemeente Wassenaar
betreffende de levering van gas en elec-
triciteit aan die gemeente door de Stede
lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te
Leiden.
Goedgekeurd.
Warm-voedsel -verstrekking.
Voorstel inzake het verstrekken van
warm voedsel aan behoeftigen.
Mevr. Braggaar-de Does (S.D.A.
P.) betuigt haar instemming met dezen
maatregel, speciaal in dezen wintertijd. De
kwaliteit van het verstrekte voedsel is
goed en de kwantiteit is voldoende.. Zij
geeft het college in overweging om bij dit
wisselvallige weer niet te spoedig dezen
maatregel te beëindigen.
Daarna z. h. st. aangenomen.
Voorstel tot het verhuren van verschil
lende perceelen wei- en teelland.
Goedgekeurd.
LUCHTAFWEERGESCHUT.
Vervolgens wordt weer aan de orde ge
steld punt 12 (luchtafweergeschut). Voor
stel van B. en W. om aan de desbetreffen
de commissieeen bedrag te verstrekken van
125.000.
De heer v. Eek (S.D.A.P.) zegt, dat wij
niets mogen nalaten om onze veiligheid te
verzekeren. Er zijn tegen dit voorstel be
zwaren aan te voeren, o.a. dat het bedrag
te gering is, en dat het voorstel slechts
een beperkte, veiligheid verschaft, doch z.i.
mag men daarom dezen maatregel niet na
laten.
De heer Wilmer (R.K.) zegt, dat door
het voorstel geen perfecte afweer wordt
bereikt, volstrekt niet, doch, als men het
perfecte niet bereiken kan, mag men een
minder perfecte afweer niet afwijzen.
De heer Parmentier (A.R.) meent,
dat de voorgestelde maatregel niet ver ge
noeg gaat. Wanneer zullen wij ooit kunnen
overgaan tot aanschaffing van dit door
ons noodzakelijk geachte afweergeschut?
De heer Jongeleen (S.D.A.P.) heeft
niet den moed om voor dit voorstel te
stemmen.
De heer Riedel (V.D.) handhaaft de
bezwaren, welke hij in een vorige zitting
heeft ontwikkeld.
De heer v. W e 1 z e n (Comm.) zegt, dat
hij er bezwaar tegen zou hebben, als er
niets gebeuren zou, indien het bedrag van
75 mille niet door de belanghebbenden
zou worden opgebracht. Q
De heer Eskens (Gem. Bel.) zal voor
stemmen, ondanks het feit, dat z.i. het te
geven crediet onvoldoende is.
De heer Oostveen (SD.A.P.) kan het
voorstel niet aanvaarden.
De heer v. D ij k (R.K.) verklaart zich
geen voorstander van het voorstel, omdat
hij deze zaak een Rijkszaak acht, de lucht
afweer onvoldoende zal zijn, en met het
ook op de financiën.
Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) had
zich kunnen vereenigen met het eerste
standpunt van B. en W. Met dit voorstel
kan hij zich niet vereenigen.
De voorz. zegt, dat er overleg zal wor
den gepleegd met de commissie. Men kan
niet wachten totdat de cc-mmissie volledig
geslaagd is. Op korten termijn moet er iets
gebeuren.
Het voorstel wordt aangenomen met
229 stemmen.
Tegen de heeren: Kooien, Snel, v. Dijk,
Jongeleen, Piena, Sch/ller, Riedel, v. Stra
len en Oostveen.
De resteerende punten 9 en 10 van de
agenda worden uitgesteld.
RONDVRAAG.
De heer Snel (S.D.A.P.) vraagt een
extra kolentoeslag voor de werkloozen ge
durende de strenge winterperiode.
Wethouder v. Strale.. (S.D.A.P.) Dat
t ongt van den minister af.
De heer Snel (S.D.A.P.) vraagt of er
iets gedaan kan worden tegen de prijsop-
drijverij in de huren, welke hier en d.aar
reeds te bespeuren valt.
De voorzitter zal dit overwegen.
De heer Piena (S.D.A.P.). verzoekt het
college meer zand te laten strooien in de
buitenwijken waar het zeer glad is.
De heer Lombert (R.K.) klaagt er-
ver, dat de sneeuwopruiming veel te wen-
schen overlaat.
De heer Groeneveld (S.D.A.P.) sluit
zich daarbij aan.
Wethouder W ii b r i n k (C.H.) wijst er
op, dat de gemeente één dag sneeuwruimen
1000 kost. Stel daartegenover het ge
ringe resultaat, tengevolge van de herhaal
de sneeuwval en de vorst. B. en W. hebben
zich derhalve afgevraagd of het wel ver
antwoord is, zooveel geld uit te geven
voor zoo weinig resultaat.
Daarna sluiting te middernacht.