GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
Will U Iels weten?
WOENSDAG 17 JANUARI 1940
CE nuusrw? COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
De Gemeenteraad vergadert op Maan
dag 22 Januari 1940, des namiddags te twee
uur, in de aula van het Stedelijk Gymna
sium aan de Fruinlaan.
De vergadering zal, zoo noodig, des
avonds worden voortgezet.
Te behandelen onderwerpen:
lo. Beëediging en installatie van het
nieuw benoemde raadslid, den heer mr. P.
J. Idenburg.
2o. Benoeming van een leeraar in de
handelswetenschappen aan de Hoogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus.
3o. Benoeming van een gemeentelijken
commissaris )ij de N.V. Leidsche Duinwa
ter Maatschappij.
4o. Voorstel tot het verlengen van de
aanstelling van dr. W. C. Smit, drs. R. E.
J. Zieck en H. A. Gerretsen tot tijdelijk
leeraar aan het Gymnasium resp. in na
tuurkunde, scheikunde en teektnen.
5o. Voorstel in zake het aankoopen van
verschillende perceelen, begrepen in het
sar.eeringsplan GeeregrachtKraaierstraat.
6o. Voorstel in zake het ondershand ver
pachten van het baggerwerk en de uitvoe
ring van bijkomende werkzaamheden aan
Kuyf's Vuil- en Baggerbedrijf N.V., te
Nieuwkoop.
7o. Voorstel tot het wijzigen van het
raadsbesluit van 9 October 1939 in zake het
verleenen van een uitkeering aan de Wed.
J. van Blitterswijk geb. van der Touw, in
verband met een aan wijlen haar echtge
noot overkomen ongeval ten gevolge van
het omwaaien van een gedeelte van de
stadhuisschutting en tot het vaststellen
van de desbetreffende begrootingsstaten.
8o. Voorstel tot het wijzigen van de ge-
meentebegrooting, dienst 1940, ter aanvul
ling van de voor den Stadhuisbouw be
schikbaar gestelde gelden en tot het over
schrijven van het dienstjaar 1939 op dat
van 1940 van voor dien bouw en de gevel
restauratie beschikbaar gestelde, doch nog
niet verwerkte bedragen.
9o. Voorstel tot het wijzigen en nader
vaststellen van de verordening van 9 Mei
1938, regelende de rangen, het aantal, de
samenstelling, de eischen van benoembaar
heid en de bezoldiging van de ambtenaren
van politie der gemeente eiden.
lOo. Voorstel in zake het in werkver
schaffing doen verbeteien van de riolee-
ring en de bestrating van de Da Costa-
straat en van de taluds c.a. van den Morsch-
singel en de Jan van Houtkade en tot het
vaststellen van den desbetreffenden be-
grootingsstaat.
llo. Voorstel tot het wijzigen van de
Electriciteitsverordening.
12o. Voortzetting van de behandeling
van het voorstel in zake het in uitzicht
stellen van een bijdrage uit de gemeente
kas in de kosten van aanschaffing van
luchtafweergeschut.
DE STADHUISBOUW.
Verhoogde posten.
Het tot nog toe op de begrooting uitge
trokken crediet voor den Stadhuisbouw
dient thans ten aanzien van de hieronder
volgende onderdeden te worden verhoogd
met de daarachter vermelde bedragen:
lo. hoogere kosten voor de aanschaf
fing van graniet f 530.
2o. hoogere kosten voor de aanschaf
fing van stalen ramen en bronzen puien
ƒ1.700.—
3o. hoogere kosten voor het leveren,
monteeren enz. van electrische installaties
10.810.—
Hiervoor was aanvankelijk geraamd
ƒ25.000.Ingevolge raadsbesluit van 14
November 1938 werd de levering, met in
begrip van werken, die niet in deze be
grooting waren opgenomen, opgedragen
voor 37.375.De uitgaaf terzake zal
evenwel 35.810.bedragen, zoodat aan
vulling van de aanvankelijk geraamde
som van 25.000.met f 10.810 noodig is.
4o. hoogere kosten voor het leveem,
monteeren enz. van liften ƒ2.420.
5o. kosten van het leveren, monteeren
en ophangen van lichtomameenten enz.
5.060.—
Deze levering, welke tot de inrichting
behoort en waarvoor geen gelden waren
uitgetrokken, werd bij genoemd raadsbe
sluit van 14 November 1938 opgedragen.
6o. kosten (inbegrepen salarissen) van
het bouwbureau over het jaar 1939 en de
geraamde kosten tot aan het gereedkomen
van het gebouw in 1940; honorarium, reis
kosten en vergoeding inzake de arbitrage
werkzaamheden voor den architect; hono
rarium voor adviseurs 66.400.
7o. kosten van het maken en plaatsen
van bronzen straatlantaarns voor de ver
lichting van het Stadhuisplein 3.250.
8o. kosten van buisleidingen voor de te
lefooninstallatie 1.030.
9o. kosten van electrische klokken en
van de leidingen hiervoor f 1.045.
lOo. kosten van aansluiten aan de ra
diodistributie 515.
llo. kosten van de wijzers van dé klok
in den Stadhuistoren 400.
12o. hoogere kosten voor aanschaffing
Van zandsteen in verband met het aantal
verwerkte kubieke meters 2.600.
13o. hoogere kosten van de torenspits
180.—
Totaal: ƒ95.940.—
Van deze gelegenheid kan gebruik ge
maakt worden, om de op den dienst 1939
voor den Stadhuisbouw en de gevelres
tauratie beschikbaar gestelde geldei, wel
ke in dat jaar niet zijn uitgegeven, resp.
bedragende 497.240.22 en f 2.054.10 op
den dienst 1940 over te brengen.
Wat de gevelrestauratie betreft zij nog
medegedeeld, dat in de som van 2.054.10
een rijkssubsidie van 50 pet. of 1.027.05
op den dienst 1940 kan worden tegemoet
gezien, terwijl eveneens ten bate van dat
dienstjaar een provinciale subsidie van
6.880.kan v/orden verwacht.
In Ingek. Stukken No. 89 van 1939
werd medegedeeld, dat voor den Stadhuis
bouw en de gevelrestauratie door „geld-
leening" moest worden voorzien in
1.069.375.welk bedrag, ingevolge de
begrootingswijziging bij raadsbesluit van
19 Juni 1939 inmiddels werd gebracht op
1.072.375.—
Met inbegrip van bovengenoemd bedrag
van 95.940.zal thans derhalve voor den
Stadhuisbouw en de gevelrestauratie door
„geldleening" moeten worden gedekt
1.168.315.—
SANEERINGSPLAN
GEEREGRACHT—KRAAIERSTRAAT.
Aankoop perceelen.
Over den aankoop van de hierna te noe
men perceelen, begrepen in het sanee-
ringsplan GeeregrachtKraaierstraat, is
met de dsbetreffende eigenaren overeen
stemming bereikt.
a. P. Oudshoom het perceel Klikstraat
No. 7, groot 23 M.2., voor een bedrag van
300.—;
b. mevrouw de wed. W. C. de Nievan
Borselen e.c. het perceel Klikstraat No. 17,
groot 37 M.2., voor een bedrag van 260.
c. W. L. F. J. Vorst het perceel 4e Bin-
nenvastgracht No. 46, groot 39 M.2, voor
een bedrag van 465.
d. mevrouw de wed. H. J. J. van Beu
keringSalters e.c. het perceel 4e Binnen
vestgracht No. 53, groot 44 M.2., voor een
bedrag van 600.
e. J. J. van der Reyden e.c. het perceel
le Gortestraat No. 33, groot 39 M2., voor
een bedrag van 1000.
f. mevrouw de wed. W. CramaDus-
senbroek de perceelen Klikstraat No. 12, 4e
Binnenvestgracht No. 64, Geerestraat Nis.
15, 17 en 19 en le Gortestraat No. 3, groot
resp. 53 M.2, 61, M.2, 62 M.2, 18 M.2, 20
M.2, en 46 M.2, voor een bedrag van 5.100
in totaal;
g. A. F. Crama e.c. het perceel Klik
straat No. 14, groot 43 M.2, voor een bedrag
van 480.
h. G. Hendriks Jr. de perceelen 4e Bin
nenvestgracht No. 57 en le Haverstraat No.
33, groot resp. 46 M.2 en 32 M.2, voor een
bedrag van 1.400 in totaal;
i. Diaconie der Chr. Gereform. Gem.
Leiden de perceelen 4e Binnenvastgracht
Nis 58 en 69, groot resp 49 M..2 en 68 M.2
voor een bedrag van ƒ3000 in toatal;
j. H. J. Heins het perceel Geerestraat
No. 13, groot 57 M.2, voor een bedrag van
1.750..—;
k. W. F. Piket de perceelen Geerestraat
No. 8/1 e Haverstraat No. 2a en Geere
straat No. 14, groot resp. 49 M.2. en 45 M.2,
voor een bedrag van ƒ4.100 in totaal;
1. J. W. Weers e.s. de perceelen 4e Bin
nenvestgracht Nis. 75 en 76, Kraaierstraat
No. 27/1 e Gortstraat ongenummerd, groot
resp. 28 M.2, 34 M.2 en 46 M.2, voor een
bedrag van 2.900 in totaal;
m. W. F. Wakka ec. het perceel 4e Bin
nenvestgracht No. 47, groot 39 M.2, voor
een bedrag van 1.250.
n. P. Dubbelaar het perceel Geerestraat
No. 2 groot 28 M.2, voor een bedrag van
ƒ1.250.—;
o. L. Beekman het perceel le Gorte
straat No. 14a. en erf, groot 95 M.2, voor
een bedrag van 1.500.
p. W. Goddijn een gedelte, groot 30 M.2,
van den tuin aan de le Gortestraat, be-
hoorende tot het perceel Levendaal No. 95,
voor een bedrag van 360.
UITVOERING VAN WERKEN IN
WERKVERSCHAFFING.
Rioleering Da Costastraat Verbete
ring taluds Morschsingel en Jan van
Houtkade.
In de Raadsvergadering van 14 Maart
1938 werd om praeadvies in handen van
B. en W. gesteld een verzoek van bewo
ners van de Toussaintkade, om de sloot
langs die kade wegens haar vervuilden
toestand te doen dempen.
In verband hiermede deelen B. en W.
den Raad het volgende mede.
Inderdaad verkeert genoemde sloot
meermalen in vervuilden staat, deeLs als
gevolg van de uitloozing van de riolen van
de Potgieterlaan, de De Genetstetstraat en
de Da Costastraat in die sloot en deels als
gevolg van het werpen van vuil en afval
:r die sloot door de bewoners van de kade
en omgeving.
Aangezien de sloot ingevolge het uit
breidingsplan moet blijven gehandhaafd,
kan demping niet in overweging worden
genomen.
Verbetering van den bestaanden toe
stand is derhalve slechts te verkrijgen door
het opheffen van de genoemde loozingen
en door het nalaten van de hiervoren ge
signaleerde gewoonte van de bewoners van
de kade en omgeving, om die sloot te be
zigen als een gelegenheid om zich van vuil
en afval te ontdoen.
Opheffing van de rioolloozingen kan
plaats hebben door het rioolwater in de
stadswijk tusschen den Haagweg en de
Toussaintkade naar den Rijn af te voeren,
waartoe de rioleering van de Da Costastraat
moet worden verbeterd, en waaraan een
verbetering van de bestrating van een ge
deelte van die straat gepaard dient te gaan.
De Commissie van Fabricage was aan
vankelijk van oordeel, dat deze werken,
in aanmerking kwamen voor uitvoering bij
wijze van werken voor steun door gesteunde
werkloozen. Naar aanleiding hiervan ver
zochten B. en W. den Minister van Sociale
Zaken hen te willen mededeelen, welk
systeem van werken voor steun zijn goed
keuring kon verwerven en mitsdien voor
subsidieering uit het Werklooheidssubsi-
d:efonds in aanmerking kwam. De Minister
berichtte B. en W. evenwel, dat door hem
de voorkeur werd gegeven aan uitvoering
;n gewone werkverschaffing boven werken
voor den steun, zoodat de Commissie van
Fabricage haar aanvankelijk geopperde
denkbeeld moest loslaten en tot uitvoering
van het werk in werkverschaffing advi
seerde. Ook een tweede object adviseerde
genoemde Commissie in werkverschaffing
te doen uitvoeren, n.l. de verbetering van
de taluds c.a. langs den Morschsingel en de
Jan van Houtkade, omvattende het verwij
deren van de bestaande en het aanbren
gen van een nieuwe oevervoorziening, het
afschuiven van graszoden, het aanbrengen
er egaliseeren van grond, het leggen van
graszoden enz.
De kosten van de verbetering van de rio
leering en de bestrating van de Da Costa
straat worden geraamd op f 8350.waar
in begrepen is een loonbedrag van 3150.
die van de verbetering van de taluds c.a.
langs den Morschsingel en de Jan van
Houtkade op 3100.v/aarin begrepen
is een loonbedrag van f 1600.
Omtrent het uitvoeren van de genoemde
v/erken in werkverschaffing wonnen B.
en W. ook het advies in van de Sub-Com-
n issie voor de Steunverleening van de
Commissie van Advies voor Sociale Zaken.
Deze Commissie rapporteerde, dat de ver
betering van de rioleering en de bestrating
van de Da Costastraat h. i. niet voor uit
voering in werkverschaffing in aanmer
king komt en wel omdat dit hoofdzakelijk
'echnisch werk als urgent moet worden
beschouwd en bovendien, omdat de uitvoe
ring van het werk vermits door die uit
voering een verlaging van de onderhouds
kosten van de sloot langs de Toussaintkade
zal worden verkregen een jaarlijksche
besparing op zal leveren, welke, gekapi
taliseerd, de kosten van uitvoering op nor
male wijze, zal goed maken. Tegen uitvoe
ring in werkverschaffing van de verbete-
rmg van de taluds c.a. van den Morsch
singel en de Jan van Houtkade had zij geen
bedenking.
In het College van B. en W. bestaat om
trent de uitvoering van de verbetering van
ae rioleering en de bestrating van de Da
Costastraat in werkverschaffing geen een
stemmigheid. De minderheid deelt de
zienswijze van de Sub-Commissie voor de
Steunverleening. De meerderheid daaren
tegen is van oordeel, dat dit werk, hoe
v. enschelijk de uitvoering op zich zelf be
schouwd ook is, niet van een dergelijke
urgentie is, dat de meerdere kosten, ver
bonden aan het uitvoeren als gewoon werk
in dezen tijd met het oog op den stand van
de gemeentefinanciën, gewettigd zijn, ter
wijl ook de mogelijkheid van een jaarlijk
sche besparing op de onderhoudskosten van
de sloot tengevolge van de opheffing van
de rioolloozingen daarin h. i. niet hoog kan
worden aangeslagen, vermits niet is aan te
nemen, dat, ook al worden de rioolloozin
gen opgeheven, periodieke reiniging van
de sloot achterwege kan blijven. De meer
derheid vereenigt zich dan ook met het ge
voelen van de Commissie van Fabricage,
om het werk in werkverschaffing te doen
uitvoeren. Zoo niet, dan blijve de uitvoe
ring achterwege.
De Minister van Sociale Zaken heeft
beide werkverschaffingen goedgekeurd.
Met betrekking tot de verbetering van de
r:oleering en de bestrating van de Da Cos
tastraat heeft hij daarbij bepaald, dat in
verband met de beteekenis, welke dit werk
voor de gemeente heeft, inplaats van in
100 pet. zooals gebruikelijk is, en ook
ten aanzien van de verbetering van de
taluds c.a. van den Morschsingel en de Jan
van Houtkade is bepaald slechts in 80
pet. van het verwerkte loonbedrag subsidie
uit het Werkloosheidrsubsidiefonds wordt
verleend en verder dat het werk moet wor
den aanbesteed.
B. en W. geven den Raad mitsdien in
overweging te besluiten:
van de verbetering van de rioleering en de
bestrating van de Da Costastraat;
b. tot uitvoering in werkverschaffing
van de verbetering van de taluds c.a. van
Gen Morschsingel en de Jan van Houtkade;
c. Soor vaststelling van den overgeleg-
den begrootingsstaat, tot wijziging van de
gemeentebegrooting, dienst 1940. ten be
hoeve van de sub a en b bedoelde werk
verschaffingen een bedrag van 11.450.
beschikbaar te stellen. Hiertegenover kan
de post „Ondersteuning van werkloozen"
worden verminderd met f 4120.(zijde
het bedrag aan loonen, waarin de gebrui
kelijke subsidie uit het Werkloosheidssubsi-
d-efonds wordt ontvangen), terwijl het
restant ad f 7330,— moet worden afgeschre
ven van den post voor onvoorziene uit
gaven, waarop nog f 26 715.beschik
baar is.
Gelijk gezegd, is de minderheid van B.
en W. van oordeel, dat het sub a genoem
de werk niet voor uitvoering in werkver
schaffing in aanmerking komt.
VERORDENING BETREFFENDE DE
POLITIE.
In de Raadsvergadering van 9 Mei 1938
werd vastgesteld een Verordening, regelen
de de rangen, het aantal, de samenstelling,
de eischen van benoembaarheid en de be
zoldiging van de ambtenaren van politie
der gemeente Leiden. Deze verordening
heeft de koninklijke goedkeuring nog niet
verkregen. De Minister van Binnenland-
sche Zaken opperde n.l. verschillende be
zwaren tegen een aantal bepalingen, die
overleg noodzakelijk maakten. Dit overleg
leidde ertoe, dat de Minister op eenige pun
ten zijn bezwaren liet vallen, terwijl B.
en W! zich, teneinde de geheele regeling
niet in de waagschaal te stellen, bereid ver
klaarden op andere onderdeelen wijziging
van de verordening aan den Raad voor te
stellen.
Zoo heeft de Minister in de eerste plaats
uiteindelijk doen berichten, dat hij zich
kan vereenigen met het bepaalde in art. 3,
sub a, mits daarin tot uitdrukking wordt
gebracht hetgeen ook de bedoeling was
dat naast den met den eigenlijken poli
tiedienst belasten hoofdinspecteur alleen
de met de leiding van de brandweer belaste
inspecteur den rang van hoofdinspecteur
kan bekleeden.
Vervolgens werd het wenschelijk geacht
m art. 3, sub b, het aantal inspecteurs le
klasse te fixeeren op 5, terwijl de Minister
wel eenig bezwaar had tegen een aantal
von 13 hoofdagenten (art. 3, sub. c.) Hij
kan er zioh echter mede vereenigen, wan
neer dit aantal als maximum wordt ver
meld).
De bezoldiging van een agent 2e klasse
met een proeftijd ad f 27.per week (artt.
8 en 14) acht de Minister te hoog. Hij kan
slechts zijn goedkeuring hechten aan een
belooning van 1.350.per jaar, d. w. z.
rond 26.per week.
De inhoud van den tweeden zin van ar
tikel 11, le lid (mededeeling van het on
derhouden van een periodieke verhooging)
is naar het oordeel van den Minister
vreemd aan de strekking van art. 223, 3e
•id, der Gemeentewet. Z.i. behoort deze
zin, die betrekking heeft op de toepaseing
van een disciplinairen maatregel, uit deze
verordening te vervallen.
Voorts zou de Minister in art. 15 tot uit
drukking gebracht willen zien, dat bij het
bezit van meer dan één diploma slechts
voor één diploma en wel voor dat, waar
aan de hoogste waarde moet worden toe
gekend, een toelage zal worden verleend.
Een bedrag van f 125.als jaarlijksche
vergoeding aan de ambtenaren op week-
luon, die dienst doen in burgerkleeding,
(art. 17, 2e lid)' komt den Minister, gelet
ook op het daarvoor in andere gemeenten
vastgestelde bedrag, te hoog voor. Met een
vergoeding van 100.kan z. i. worden
volstaan. Aanneming van het bij de behan
deling van de gemeentebegrooting 1940,
door den heer Eikerbout ingediende voor
stel moeten B. en W. dus ontraden.
In verband met een onlangs plaats ge
had hebbende wijziging van de Dienst
plichtwet behoort in art. 27, 3e lid, ver
wezen te worden naar art. 34 en niet naar
art 36 van dit wet.
Tenslotte is de Minister van meening,
dat art. 49, le lid, een te vrijgevige bepa
ling (uitkeering bij eervol ontslag wegens
ongeschiktheid uit hoofde van ziekte,
ziels- of lichaamsgebreken) inhoudt. Deze
beoaline dient z. i. te worden geschrapt.
Vermits zoowel de Burgemeester, als
ook het College van B. en W., zooals ge
zegd, zich met deze wijzigingen, ten einde
r"e geheele regeling niet in de waagschaal
te 'stellen, vereenigen, geven zij den Raad
ir overweging, de verordening aldus te
wijzigen.
PACHT BAGGERWERK.
Op 29 Februari a.s. eindigt de pacht van
het baggerwerk en de uitvoering van bij
komende werkzaamheden, welke pacht, in
gevolge raadsbesluit van 1 Februari 1937
met ingang, van 1 Maart 1937 werd opge
dragen aan Kuyf's Vuil- en Baggerbedrijf
N.V., te Nieuwkoop, tegen een door
de gemeente te betalen pachtsom van
ƒ956.94 per maand en een vergoeding van
0.60 per M.3 voor het vervoeren van
stoffen.
Met de Vennootschap zijn onderhande-
lingn gevoerd in zake verlenging van de
pacht, echter op eenigszins gewijzigde ba
sis, wat den omvang van het baggerwerk
betreft.
Teneinde het gunstig effect van de door
het Hoogheemraadschap van Rijnland te
nemen maatregelen voor de verversching
van het boezemwater in de grachten nog
zooveel mogelijk te verhoogen, is het n.l.
gewenscht het baggerwerk voornamelijk in
de wintermaanden en in het voorjaar te
doen geschieden en dit derhalve in de zo
mermaanden te beperken; een dergelijke
verandering zal voor de gemeente uiter
aard ook een verlaging van uitgaven mee
brengen.
De Vennootschap is bereid bevonden de
pacht weder te verlengen op den volgen
den voet:
1. De pachtsom voor het baggerwerk
bedraagt:
a. voor de maanden Mei tot en met Oc
tober ƒ258.per maand;
b. voor de maanden November tot en
met April 716.per maand.
De nieuwe pachtsom bedraagt derhalve
gemiddeld 487.per maand of Q 5.844.
per jaar, tegen 11.483 28 volgens de loo-
pende overeenkomst.
2'. De vergoeding voor het vervoeren
van stoffen blijft bepaald op 0.60 per M.3
3. De overeenkomst wordt weder aan
gegaan voor den tijd van drie jaren, be
houdens mogelijkheid van tusschentijd-
sche opzegging tegen 1 Mei telken jaren
door beide partijen.
4. Met het oog op de genoemde rege
ling van den baggertijd zal de pacht in den
vervolge eindigen op 1 Mei en dus niet
meer op 1 Maart, in verband waarmede
de loopende overeenkomst eerst zal eindi
gen op 30 April 1940 in plaats van op 29
Februari a.s.
5. De verdere voorwaarden zullen, be
houdens de uit den nieuwen toestand
voortvloeiende wijzigingen, gelijkluidend
zijn aan de tegenwoordige.
Met de Commissie van Fabricage zijn B.
en W. van oordeel, dat deze regeling aan
nemelijk is.
Leeraar Bi. B. S.
Ten gevolge van het aan den heer J. Tul
leners verleend eervol ontslag, zal aan de
Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cur
sus de vacature ontstarn van leeraar in de
Handelswetenschappen.
In verband daarmede verzoeken B. en
W. den Raad over te gaan tot benoeming,
met ingang van een nader door hun Colle
ge te bepalen datum, van een leeraar in de
Handelswetenschappen aan de Hoogere
Burgerschool met 5-jarigen cursus, waar
voor door B. en W. worden aanbevolen:
lo. F. J. J. van Makkelenberg, leeraar
aan de Rijks Hoogere Burgerscholen te
Middelburg en te Gorinchem;
2o. C. H. Heijmans, tijdelijk leeraar
aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Al
melo.
Leeraren Gymnasium.
In verband met het verblijf in militai
ren dienst van de leeraren in natuur- en
scheikunde en teekenen aan het Gymna
sium, de heeren dr. H. G. S. Snijder en
E J. Hoppe, werden door B. en W., voor-
Ioopig voor den tijd van drie maanden,
aan die onderwijsinrichting benoemd tot
tijdelijk leeraar in respectievelijk natuur
kunde, scheikunde en teekenen ede heeren
dr. W. C. Smit, drs. R. E. J. Zieck en H. A.
Gerretsen.
Aangezien het noodig blijkt de werk
zaamheid van deze tijdelijke leeraren na
het verstrijken van dien termijn te doen
voortduren, geven B. en W. in overweging
de aanstelling van de heeren dr. W. C.
Smit, drs. R. E. J. Zieck en H. A. Gerret
sen', tot tijdelijk leeraar aan het Gymna
sium in resp. natuurkunde, scheikunde en
teekenen, tot wederopzeggens, doch uiter
lijk tot het einde van den cursus 1939—
1940, te verlengen.
Commissaris L. D. M.
Bij Raadsbesluit van 17 Juli 1939 werd
de heer N. C. F. van Ginkel voor het tijd
vak 1 Juli t.m. 31 December 1939 bij con
tinuatie benoemd tot commissaris der ge
meente bij de N.V. Leidsche Duinwater
Maatschappij, zulks in afwachting van een
beslissing omtrent de definitieve bezetting
van deze functie, zoodat 1 Januari 1940 de
termijn van de benoeming is verstreken.
Aangezien de heer van Ginkel zidh op
dezerzijdsch verzoek bereid heeft verklaard
zijn functie voorloopig nog te blijven
waarnemen, ware de benoeming voor het
jaar 1940 te verlengen.
B. en W. geven den Raad mitsdien in
overweging den heer N. C. F. van Ginkel
alsnog voro het jaar 1940 te benoemen tot
commissaris der gemeente bij de N.V, Leid
sche Duinwater Maatschappij.
Wijziging uitkeering.
In de Raadszitting van 9 October 3.1. be
sloot de Raad aan de wed. J. van Blitters
wijk geb. van der Touw een bedrag van
160.uit te keeren voor een, ter ver
goeding van verschillende onkosten in ver
band met de verpleging en de begrafenis
van wijlen haar echtgenoot, die op 31 Juli
j.l., ten gevolge van het omwaaien van de
schutting, welke vóór den stadhuisgevel
was geplaatst, zoodanig letsel bekwam, dat
hij eenige dagen daarna overleed, zoomede
een bedrag van 4.per week, ingaande
9 Augustus 1939, gedurende haar geheele
leven.
Bij het bepalen van die uitkeeringen was
rekening gehouden met de financieele om
standigheden, waarin genoemde wed. in
verband met dat overlijden kwam te ver-
keeren.
Achteraf is gebleken, dat die om
standigheden eenigszins gunstiger wa
ren, dan ten tijd van het nemen van het
Raadsbesluit werd verondersteld. Op
grond hiervan is met de weduwe van Blit
terswijk nader overeengekomen, dat de vo-
renvermelde uitkeering voor een ad 160
niet zal plaats hebben.
Vraag: Ik ben schilder en wilde een
verfzaak beginnen (geen schildersbedrijf).
Zou dit in verband met de Vestigingswet
mogelijk zijn?
Antwoord: Neen, ook het in voorraad
hebben van materiaal ten dienste van de
verrichting van schilderswerk ten behoeve
van het publiek valt onder de Vestigings
wet.
Vraag: Ik heb 4 Jan. mijn dienst op
gezegd met vier weken. Ik krijg de le
van de maand mijn geld. Mijnheer zegt,
dat ik nog moet blijven tot 1 Maart. Mag
ik nu 4 Februari weg?
Antwoord: U moet inderdaad tot 1
Maart blijven.
Vraag: Heeft een gemeente het recht
belasting te eischen op aanvraagformulie
ren van rijbewijzen, die toch volgens mij,
door de K. N. A. C. gratis worden ver
schaft.
Antwoord: Volgens onze meening is
een gemeente niet verplicht gratis derge
lijke formulieren ter beschikking te stel
len, ook al kan men die elders wel gratis
krijgen.
Vraag: Over het dam-reglement.
Antwoord: Onze dam-medewerker
heeft in de laatste twee a drie maanden
juist alle damregels in de wekelijksohe ru
briek gegeven en uiteengezet. Wij kunnen
deze niet opnieuw gaan geven. Wilt u het
reglement in zijn geheel kennen, dan kunt
u de nummers van onze courant, waarin
een en ander is gepubliceerd, koop en; ook
kunt u een handleiding voor het damspel
in den boekhandel koopen.
SD.at (cnii banden!
Nou en óf!! Sterk accelereeren, het
gaspedaal forsch intrappen
krachtig remmen en door de bocht
.scheuren", dat is haast even slecht
voor de banden als rijden op te lage
spanning.