GEMEENTERAAD VAN LEIDEN Will U Iels weten? WOENSDAG 17 JANUARI 1940 CE nuusrw? COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 De Gemeenteraad vergadert op Maan dag 22 Januari 1940, des namiddags te twee uur, in de aula van het Stedelijk Gymna sium aan de Fruinlaan. De vergadering zal, zoo noodig, des avonds worden voortgezet. Te behandelen onderwerpen: lo. Beëediging en installatie van het nieuw benoemde raadslid, den heer mr. P. J. Idenburg. 2o. Benoeming van een leeraar in de handelswetenschappen aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus. 3o. Benoeming van een gemeentelijken commissaris )ij de N.V. Leidsche Duinwa ter Maatschappij. 4o. Voorstel tot het verlengen van de aanstelling van dr. W. C. Smit, drs. R. E. J. Zieck en H. A. Gerretsen tot tijdelijk leeraar aan het Gymnasium resp. in na tuurkunde, scheikunde en teektnen. 5o. Voorstel in zake het aankoopen van verschillende perceelen, begrepen in het sar.eeringsplan GeeregrachtKraaierstraat. 6o. Voorstel in zake het ondershand ver pachten van het baggerwerk en de uitvoe ring van bijkomende werkzaamheden aan Kuyf's Vuil- en Baggerbedrijf N.V., te Nieuwkoop. 7o. Voorstel tot het wijzigen van het raadsbesluit van 9 October 1939 in zake het verleenen van een uitkeering aan de Wed. J. van Blitterswijk geb. van der Touw, in verband met een aan wijlen haar echtge noot overkomen ongeval ten gevolge van het omwaaien van een gedeelte van de stadhuisschutting en tot het vaststellen van de desbetreffende begrootingsstaten. 8o. Voorstel tot het wijzigen van de ge- meentebegrooting, dienst 1940, ter aanvul ling van de voor den Stadhuisbouw be schikbaar gestelde gelden en tot het over schrijven van het dienstjaar 1939 op dat van 1940 van voor dien bouw en de gevel restauratie beschikbaar gestelde, doch nog niet verwerkte bedragen. 9o. Voorstel tot het wijzigen en nader vaststellen van de verordening van 9 Mei 1938, regelende de rangen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaar heid en de bezoldiging van de ambtenaren van politie der gemeente eiden. lOo. Voorstel in zake het in werkver schaffing doen verbeteien van de riolee- ring en de bestrating van de Da Costa- straat en van de taluds c.a. van den Morsch- singel en de Jan van Houtkade en tot het vaststellen van den desbetreffenden be- grootingsstaat. llo. Voorstel tot het wijzigen van de Electriciteitsverordening. 12o. Voortzetting van de behandeling van het voorstel in zake het in uitzicht stellen van een bijdrage uit de gemeente kas in de kosten van aanschaffing van luchtafweergeschut. DE STADHUISBOUW. Verhoogde posten. Het tot nog toe op de begrooting uitge trokken crediet voor den Stadhuisbouw dient thans ten aanzien van de hieronder volgende onderdeden te worden verhoogd met de daarachter vermelde bedragen: lo. hoogere kosten voor de aanschaf fing van graniet f 530. 2o. hoogere kosten voor de aanschaf fing van stalen ramen en bronzen puien ƒ1.700.— 3o. hoogere kosten voor het leveren, monteeren enz. van electrische installaties 10.810.— Hiervoor was aanvankelijk geraamd ƒ25.000.Ingevolge raadsbesluit van 14 November 1938 werd de levering, met in begrip van werken, die niet in deze be grooting waren opgenomen, opgedragen voor 37.375.De uitgaaf terzake zal evenwel 35.810.bedragen, zoodat aan vulling van de aanvankelijk geraamde som van 25.000.met f 10.810 noodig is. 4o. hoogere kosten voor het leveem, monteeren enz. van liften ƒ2.420. 5o. kosten van het leveren, monteeren en ophangen van lichtomameenten enz. 5.060.— Deze levering, welke tot de inrichting behoort en waarvoor geen gelden waren uitgetrokken, werd bij genoemd raadsbe sluit van 14 November 1938 opgedragen. 6o. kosten (inbegrepen salarissen) van het bouwbureau over het jaar 1939 en de geraamde kosten tot aan het gereedkomen van het gebouw in 1940; honorarium, reis kosten en vergoeding inzake de arbitrage werkzaamheden voor den architect; hono rarium voor adviseurs 66.400. 7o. kosten van het maken en plaatsen van bronzen straatlantaarns voor de ver lichting van het Stadhuisplein 3.250. 8o. kosten van buisleidingen voor de te lefooninstallatie 1.030. 9o. kosten van electrische klokken en van de leidingen hiervoor f 1.045. lOo. kosten van aansluiten aan de ra diodistributie 515. llo. kosten van de wijzers van dé klok in den Stadhuistoren 400. 12o. hoogere kosten voor aanschaffing Van zandsteen in verband met het aantal verwerkte kubieke meters 2.600. 13o. hoogere kosten van de torenspits 180.— Totaal: ƒ95.940.— Van deze gelegenheid kan gebruik ge maakt worden, om de op den dienst 1939 voor den Stadhuisbouw en de gevelres tauratie beschikbaar gestelde geldei, wel ke in dat jaar niet zijn uitgegeven, resp. bedragende 497.240.22 en f 2.054.10 op den dienst 1940 over te brengen. Wat de gevelrestauratie betreft zij nog medegedeeld, dat in de som van 2.054.10 een rijkssubsidie van 50 pet. of 1.027.05 op den dienst 1940 kan worden tegemoet gezien, terwijl eveneens ten bate van dat dienstjaar een provinciale subsidie van 6.880.kan v/orden verwacht. In Ingek. Stukken No. 89 van 1939 werd medegedeeld, dat voor den Stadhuis bouw en de gevelrestauratie door „geld- leening" moest worden voorzien in 1.069.375.welk bedrag, ingevolge de begrootingswijziging bij raadsbesluit van 19 Juni 1939 inmiddels werd gebracht op 1.072.375.— Met inbegrip van bovengenoemd bedrag van 95.940.zal thans derhalve voor den Stadhuisbouw en de gevelrestauratie door „geldleening" moeten worden gedekt 1.168.315.— SANEERINGSPLAN GEEREGRACHT—KRAAIERSTRAAT. Aankoop perceelen. Over den aankoop van de hierna te noe men perceelen, begrepen in het sanee- ringsplan GeeregrachtKraaierstraat, is met de dsbetreffende eigenaren overeen stemming bereikt. a. P. Oudshoom het perceel Klikstraat No. 7, groot 23 M.2., voor een bedrag van 300.—; b. mevrouw de wed. W. C. de Nievan Borselen e.c. het perceel Klikstraat No. 17, groot 37 M.2., voor een bedrag van 260. c. W. L. F. J. Vorst het perceel 4e Bin- nenvastgracht No. 46, groot 39 M.2, voor een bedrag van 465. d. mevrouw de wed. H. J. J. van Beu keringSalters e.c. het perceel 4e Binnen vestgracht No. 53, groot 44 M.2., voor een bedrag van 600. e. J. J. van der Reyden e.c. het perceel le Gortestraat No. 33, groot 39 M2., voor een bedrag van 1000. f. mevrouw de wed. W. CramaDus- senbroek de perceelen Klikstraat No. 12, 4e Binnenvestgracht No. 64, Geerestraat Nis. 15, 17 en 19 en le Gortestraat No. 3, groot resp. 53 M.2, 61, M.2, 62 M.2, 18 M.2, 20 M.2, en 46 M.2, voor een bedrag van 5.100 in totaal; g. A. F. Crama e.c. het perceel Klik straat No. 14, groot 43 M.2, voor een bedrag van 480. h. G. Hendriks Jr. de perceelen 4e Bin nenvestgracht No. 57 en le Haverstraat No. 33, groot resp. 46 M.2 en 32 M.2, voor een bedrag van 1.400 in totaal; i. Diaconie der Chr. Gereform. Gem. Leiden de perceelen 4e Binnenvastgracht Nis 58 en 69, groot resp 49 M..2 en 68 M.2 voor een bedrag van ƒ3000 in toatal; j. H. J. Heins het perceel Geerestraat No. 13, groot 57 M.2, voor een bedrag van 1.750..—; k. W. F. Piket de perceelen Geerestraat No. 8/1 e Haverstraat No. 2a en Geere straat No. 14, groot resp. 49 M.2. en 45 M.2, voor een bedrag van ƒ4.100 in totaal; 1. J. W. Weers e.s. de perceelen 4e Bin nenvestgracht Nis. 75 en 76, Kraaierstraat No. 27/1 e Gortstraat ongenummerd, groot resp. 28 M.2, 34 M.2 en 46 M.2, voor een bedrag van 2.900 in totaal; m. W. F. Wakka ec. het perceel 4e Bin nenvestgracht No. 47, groot 39 M.2, voor een bedrag van 1.250. n. P. Dubbelaar het perceel Geerestraat No. 2 groot 28 M.2, voor een bedrag van ƒ1.250.—; o. L. Beekman het perceel le Gorte straat No. 14a. en erf, groot 95 M.2, voor een bedrag van 1.500. p. W. Goddijn een gedelte, groot 30 M.2, van den tuin aan de le Gortestraat, be- hoorende tot het perceel Levendaal No. 95, voor een bedrag van 360. UITVOERING VAN WERKEN IN WERKVERSCHAFFING. Rioleering Da Costastraat Verbete ring taluds Morschsingel en Jan van Houtkade. In de Raadsvergadering van 14 Maart 1938 werd om praeadvies in handen van B. en W. gesteld een verzoek van bewo ners van de Toussaintkade, om de sloot langs die kade wegens haar vervuilden toestand te doen dempen. In verband hiermede deelen B. en W. den Raad het volgende mede. Inderdaad verkeert genoemde sloot meermalen in vervuilden staat, deeLs als gevolg van de uitloozing van de riolen van de Potgieterlaan, de De Genetstetstraat en de Da Costastraat in die sloot en deels als gevolg van het werpen van vuil en afval :r die sloot door de bewoners van de kade en omgeving. Aangezien de sloot ingevolge het uit breidingsplan moet blijven gehandhaafd, kan demping niet in overweging worden genomen. Verbetering van den bestaanden toe stand is derhalve slechts te verkrijgen door het opheffen van de genoemde loozingen en door het nalaten van de hiervoren ge signaleerde gewoonte van de bewoners van de kade en omgeving, om die sloot te be zigen als een gelegenheid om zich van vuil en afval te ontdoen. Opheffing van de rioolloozingen kan plaats hebben door het rioolwater in de stadswijk tusschen den Haagweg en de Toussaintkade naar den Rijn af te voeren, waartoe de rioleering van de Da Costastraat moet worden verbeterd, en waaraan een verbetering van de bestrating van een ge deelte van die straat gepaard dient te gaan. De Commissie van Fabricage was aan vankelijk van oordeel, dat deze werken, in aanmerking kwamen voor uitvoering bij wijze van werken voor steun door gesteunde werkloozen. Naar aanleiding hiervan ver zochten B. en W. den Minister van Sociale Zaken hen te willen mededeelen, welk systeem van werken voor steun zijn goed keuring kon verwerven en mitsdien voor subsidieering uit het Werklooheidssubsi- d:efonds in aanmerking kwam. De Minister berichtte B. en W. evenwel, dat door hem de voorkeur werd gegeven aan uitvoering ;n gewone werkverschaffing boven werken voor den steun, zoodat de Commissie van Fabricage haar aanvankelijk geopperde denkbeeld moest loslaten en tot uitvoering van het werk in werkverschaffing advi seerde. Ook een tweede object adviseerde genoemde Commissie in werkverschaffing te doen uitvoeren, n.l. de verbetering van de taluds c.a. langs den Morschsingel en de Jan van Houtkade, omvattende het verwij deren van de bestaande en het aanbren gen van een nieuwe oevervoorziening, het afschuiven van graszoden, het aanbrengen er egaliseeren van grond, het leggen van graszoden enz. De kosten van de verbetering van de rio leering en de bestrating van de Da Costa straat worden geraamd op f 8350.waar in begrepen is een loonbedrag van 3150. die van de verbetering van de taluds c.a. langs den Morschsingel en de Jan van Houtkade op 3100.v/aarin begrepen is een loonbedrag van f 1600. Omtrent het uitvoeren van de genoemde v/erken in werkverschaffing wonnen B. en W. ook het advies in van de Sub-Com- n issie voor de Steunverleening van de Commissie van Advies voor Sociale Zaken. Deze Commissie rapporteerde, dat de ver betering van de rioleering en de bestrating van de Da Costastraat h. i. niet voor uit voering in werkverschaffing in aanmer king komt en wel omdat dit hoofdzakelijk 'echnisch werk als urgent moet worden beschouwd en bovendien, omdat de uitvoe ring van het werk vermits door die uit voering een verlaging van de onderhouds kosten van de sloot langs de Toussaintkade zal worden verkregen een jaarlijksche besparing op zal leveren, welke, gekapi taliseerd, de kosten van uitvoering op nor male wijze, zal goed maken. Tegen uitvoe ring in werkverschaffing van de verbete- rmg van de taluds c.a. van den Morsch singel en de Jan van Houtkade had zij geen bedenking. In het College van B. en W. bestaat om trent de uitvoering van de verbetering van ae rioleering en de bestrating van de Da Costastraat in werkverschaffing geen een stemmigheid. De minderheid deelt de zienswijze van de Sub-Commissie voor de Steunverleening. De meerderheid daaren tegen is van oordeel, dat dit werk, hoe v. enschelijk de uitvoering op zich zelf be schouwd ook is, niet van een dergelijke urgentie is, dat de meerdere kosten, ver bonden aan het uitvoeren als gewoon werk in dezen tijd met het oog op den stand van de gemeentefinanciën, gewettigd zijn, ter wijl ook de mogelijkheid van een jaarlijk sche besparing op de onderhoudskosten van de sloot tengevolge van de opheffing van de rioolloozingen daarin h. i. niet hoog kan worden aangeslagen, vermits niet is aan te nemen, dat, ook al worden de rioolloozin gen opgeheven, periodieke reiniging van de sloot achterwege kan blijven. De meer derheid vereenigt zich dan ook met het ge voelen van de Commissie van Fabricage, om het werk in werkverschaffing te doen uitvoeren. Zoo niet, dan blijve de uitvoe ring achterwege. De Minister van Sociale Zaken heeft beide werkverschaffingen goedgekeurd. Met betrekking tot de verbetering van de r:oleering en de bestrating van de Da Cos tastraat heeft hij daarbij bepaald, dat in verband met de beteekenis, welke dit werk voor de gemeente heeft, inplaats van in 100 pet. zooals gebruikelijk is, en ook ten aanzien van de verbetering van de taluds c.a. van den Morschsingel en de Jan van Houtkade is bepaald slechts in 80 pet. van het verwerkte loonbedrag subsidie uit het Werkloosheidrsubsidiefonds wordt verleend en verder dat het werk moet wor den aanbesteed. B. en W. geven den Raad mitsdien in overweging te besluiten: van de verbetering van de rioleering en de bestrating van de Da Costastraat; b. tot uitvoering in werkverschaffing van de verbetering van de taluds c.a. van Gen Morschsingel en de Jan van Houtkade; c. Soor vaststelling van den overgeleg- den begrootingsstaat, tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1940. ten be hoeve van de sub a en b bedoelde werk verschaffingen een bedrag van 11.450. beschikbaar te stellen. Hiertegenover kan de post „Ondersteuning van werkloozen" worden verminderd met f 4120.(zijde het bedrag aan loonen, waarin de gebrui kelijke subsidie uit het Werkloosheidssubsi- d-efonds wordt ontvangen), terwijl het restant ad f 7330,— moet worden afgeschre ven van den post voor onvoorziene uit gaven, waarop nog f 26 715.beschik baar is. Gelijk gezegd, is de minderheid van B. en W. van oordeel, dat het sub a genoem de werk niet voor uitvoering in werkver schaffing in aanmerking komt. VERORDENING BETREFFENDE DE POLITIE. In de Raadsvergadering van 9 Mei 1938 werd vastgesteld een Verordening, regelen de de rangen, het aantal, de samenstelling, de eischen van benoembaarheid en de be zoldiging van de ambtenaren van politie der gemeente Leiden. Deze verordening heeft de koninklijke goedkeuring nog niet verkregen. De Minister van Binnenland- sche Zaken opperde n.l. verschillende be zwaren tegen een aantal bepalingen, die overleg noodzakelijk maakten. Dit overleg leidde ertoe, dat de Minister op eenige pun ten zijn bezwaren liet vallen, terwijl B. en W! zich, teneinde de geheele regeling niet in de waagschaal te stellen, bereid ver klaarden op andere onderdeelen wijziging van de verordening aan den Raad voor te stellen. Zoo heeft de Minister in de eerste plaats uiteindelijk doen berichten, dat hij zich kan vereenigen met het bepaalde in art. 3, sub a, mits daarin tot uitdrukking wordt gebracht hetgeen ook de bedoeling was dat naast den met den eigenlijken poli tiedienst belasten hoofdinspecteur alleen de met de leiding van de brandweer belaste inspecteur den rang van hoofdinspecteur kan bekleeden. Vervolgens werd het wenschelijk geacht m art. 3, sub b, het aantal inspecteurs le klasse te fixeeren op 5, terwijl de Minister wel eenig bezwaar had tegen een aantal von 13 hoofdagenten (art. 3, sub. c.) Hij kan er zioh echter mede vereenigen, wan neer dit aantal als maximum wordt ver meld). De bezoldiging van een agent 2e klasse met een proeftijd ad f 27.per week (artt. 8 en 14) acht de Minister te hoog. Hij kan slechts zijn goedkeuring hechten aan een belooning van 1.350.per jaar, d. w. z. rond 26.per week. De inhoud van den tweeden zin van ar tikel 11, le lid (mededeeling van het on derhouden van een periodieke verhooging) is naar het oordeel van den Minister vreemd aan de strekking van art. 223, 3e •id, der Gemeentewet. Z.i. behoort deze zin, die betrekking heeft op de toepaseing van een disciplinairen maatregel, uit deze verordening te vervallen. Voorts zou de Minister in art. 15 tot uit drukking gebracht willen zien, dat bij het bezit van meer dan één diploma slechts voor één diploma en wel voor dat, waar aan de hoogste waarde moet worden toe gekend, een toelage zal worden verleend. Een bedrag van f 125.als jaarlijksche vergoeding aan de ambtenaren op week- luon, die dienst doen in burgerkleeding, (art. 17, 2e lid)' komt den Minister, gelet ook op het daarvoor in andere gemeenten vastgestelde bedrag, te hoog voor. Met een vergoeding van 100.kan z. i. worden volstaan. Aanneming van het bij de behan deling van de gemeentebegrooting 1940, door den heer Eikerbout ingediende voor stel moeten B. en W. dus ontraden. In verband met een onlangs plaats ge had hebbende wijziging van de Dienst plichtwet behoort in art. 27, 3e lid, ver wezen te worden naar art. 34 en niet naar art 36 van dit wet. Tenslotte is de Minister van meening, dat art. 49, le lid, een te vrijgevige bepa ling (uitkeering bij eervol ontslag wegens ongeschiktheid uit hoofde van ziekte, ziels- of lichaamsgebreken) inhoudt. Deze beoaline dient z. i. te worden geschrapt. Vermits zoowel de Burgemeester, als ook het College van B. en W., zooals ge zegd, zich met deze wijzigingen, ten einde r"e geheele regeling niet in de waagschaal te 'stellen, vereenigen, geven zij den Raad ir overweging, de verordening aldus te wijzigen. PACHT BAGGERWERK. Op 29 Februari a.s. eindigt de pacht van het baggerwerk en de uitvoering van bij komende werkzaamheden, welke pacht, in gevolge raadsbesluit van 1 Februari 1937 met ingang, van 1 Maart 1937 werd opge dragen aan Kuyf's Vuil- en Baggerbedrijf N.V., te Nieuwkoop, tegen een door de gemeente te betalen pachtsom van ƒ956.94 per maand en een vergoeding van 0.60 per M.3 voor het vervoeren van stoffen. Met de Vennootschap zijn onderhande- lingn gevoerd in zake verlenging van de pacht, echter op eenigszins gewijzigde ba sis, wat den omvang van het baggerwerk betreft. Teneinde het gunstig effect van de door het Hoogheemraadschap van Rijnland te nemen maatregelen voor de verversching van het boezemwater in de grachten nog zooveel mogelijk te verhoogen, is het n.l. gewenscht het baggerwerk voornamelijk in de wintermaanden en in het voorjaar te doen geschieden en dit derhalve in de zo mermaanden te beperken; een dergelijke verandering zal voor de gemeente uiter aard ook een verlaging van uitgaven mee brengen. De Vennootschap is bereid bevonden de pacht weder te verlengen op den volgen den voet: 1. De pachtsom voor het baggerwerk bedraagt: a. voor de maanden Mei tot en met Oc tober ƒ258.per maand; b. voor de maanden November tot en met April 716.per maand. De nieuwe pachtsom bedraagt derhalve gemiddeld 487.per maand of Q 5.844. per jaar, tegen 11.483 28 volgens de loo- pende overeenkomst. 2'. De vergoeding voor het vervoeren van stoffen blijft bepaald op 0.60 per M.3 3. De overeenkomst wordt weder aan gegaan voor den tijd van drie jaren, be houdens mogelijkheid van tusschentijd- sche opzegging tegen 1 Mei telken jaren door beide partijen. 4. Met het oog op de genoemde rege ling van den baggertijd zal de pacht in den vervolge eindigen op 1 Mei en dus niet meer op 1 Maart, in verband waarmede de loopende overeenkomst eerst zal eindi gen op 30 April 1940 in plaats van op 29 Februari a.s. 5. De verdere voorwaarden zullen, be houdens de uit den nieuwen toestand voortvloeiende wijzigingen, gelijkluidend zijn aan de tegenwoordige. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en W. van oordeel, dat deze regeling aan nemelijk is. Leeraar Bi. B. S. Ten gevolge van het aan den heer J. Tul leners verleend eervol ontslag, zal aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cur sus de vacature ontstarn van leeraar in de Handelswetenschappen. In verband daarmede verzoeken B. en W. den Raad over te gaan tot benoeming, met ingang van een nader door hun Colle ge te bepalen datum, van een leeraar in de Handelswetenschappen aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus, waar voor door B. en W. worden aanbevolen: lo. F. J. J. van Makkelenberg, leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerscholen te Middelburg en te Gorinchem; 2o. C. H. Heijmans, tijdelijk leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Al melo. Leeraren Gymnasium. In verband met het verblijf in militai ren dienst van de leeraren in natuur- en scheikunde en teekenen aan het Gymna sium, de heeren dr. H. G. S. Snijder en E J. Hoppe, werden door B. en W., voor- Ioopig voor den tijd van drie maanden, aan die onderwijsinrichting benoemd tot tijdelijk leeraar in respectievelijk natuur kunde, scheikunde en teekenen ede heeren dr. W. C. Smit, drs. R. E. J. Zieck en H. A. Gerretsen. Aangezien het noodig blijkt de werk zaamheid van deze tijdelijke leeraren na het verstrijken van dien termijn te doen voortduren, geven B. en W. in overweging de aanstelling van de heeren dr. W. C. Smit, drs. R. E. J. Zieck en H. A. Gerret sen', tot tijdelijk leeraar aan het Gymna sium in resp. natuurkunde, scheikunde en teekenen, tot wederopzeggens, doch uiter lijk tot het einde van den cursus 1939— 1940, te verlengen. Commissaris L. D. M. Bij Raadsbesluit van 17 Juli 1939 werd de heer N. C. F. van Ginkel voor het tijd vak 1 Juli t.m. 31 December 1939 bij con tinuatie benoemd tot commissaris der ge meente bij de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij, zulks in afwachting van een beslissing omtrent de definitieve bezetting van deze functie, zoodat 1 Januari 1940 de termijn van de benoeming is verstreken. Aangezien de heer van Ginkel zidh op dezerzijdsch verzoek bereid heeft verklaard zijn functie voorloopig nog te blijven waarnemen, ware de benoeming voor het jaar 1940 te verlengen. B. en W. geven den Raad mitsdien in overweging den heer N. C. F. van Ginkel alsnog voro het jaar 1940 te benoemen tot commissaris der gemeente bij de N.V, Leid sche Duinwater Maatschappij. Wijziging uitkeering. In de Raadszitting van 9 October 3.1. be sloot de Raad aan de wed. J. van Blitters wijk geb. van der Touw een bedrag van 160.uit te keeren voor een, ter ver goeding van verschillende onkosten in ver band met de verpleging en de begrafenis van wijlen haar echtgenoot, die op 31 Juli j.l., ten gevolge van het omwaaien van de schutting, welke vóór den stadhuisgevel was geplaatst, zoodanig letsel bekwam, dat hij eenige dagen daarna overleed, zoomede een bedrag van 4.per week, ingaande 9 Augustus 1939, gedurende haar geheele leven. Bij het bepalen van die uitkeeringen was rekening gehouden met de financieele om standigheden, waarin genoemde wed. in verband met dat overlijden kwam te ver- keeren. Achteraf is gebleken, dat die om standigheden eenigszins gunstiger wa ren, dan ten tijd van het nemen van het Raadsbesluit werd verondersteld. Op grond hiervan is met de weduwe van Blit terswijk nader overeengekomen, dat de vo- renvermelde uitkeering voor een ad 160 niet zal plaats hebben. Vraag: Ik ben schilder en wilde een verfzaak beginnen (geen schildersbedrijf). Zou dit in verband met de Vestigingswet mogelijk zijn? Antwoord: Neen, ook het in voorraad hebben van materiaal ten dienste van de verrichting van schilderswerk ten behoeve van het publiek valt onder de Vestigings wet. Vraag: Ik heb 4 Jan. mijn dienst op gezegd met vier weken. Ik krijg de le van de maand mijn geld. Mijnheer zegt, dat ik nog moet blijven tot 1 Maart. Mag ik nu 4 Februari weg? Antwoord: U moet inderdaad tot 1 Maart blijven. Vraag: Heeft een gemeente het recht belasting te eischen op aanvraagformulie ren van rijbewijzen, die toch volgens mij, door de K. N. A. C. gratis worden ver schaft. Antwoord: Volgens onze meening is een gemeente niet verplicht gratis derge lijke formulieren ter beschikking te stel len, ook al kan men die elders wel gratis krijgen. Vraag: Over het dam-reglement. Antwoord: Onze dam-medewerker heeft in de laatste twee a drie maanden juist alle damregels in de wekelijksohe ru briek gegeven en uiteengezet. Wij kunnen deze niet opnieuw gaan geven. Wilt u het reglement in zijn geheel kennen, dan kunt u de nummers van onze courant, waarin een en ander is gepubliceerd, koop en; ook kunt u een handleiding voor het damspel in den boekhandel koopen. SD.at (cnii banden! Nou en óf!! Sterk accelereeren, het gaspedaal forsch intrappen krachtig remmen en door de bocht .scheuren", dat is haast even slecht voor de banden als rijden op te lage spanning.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10