WEDSTRIJDEN MET ARRESLEDEN. Contrabande Wedstrijden met arresleden hadden Woensdag te Hardegarijp plaats. Twee deelnemers bekampen elkaar tijdens de interessante races Spel van licht en schaduw tijdens de groote wedstrijden met arresleden, welke Woensdag te Hardegarijp zijn gehouden Het Spaansche s.s. .Cabo San Antonio", dat op 400 mijl van Dakar S.O.S.-seinen uitzond, in vlammen. De 279 opvarenden konden door een Franschen oorlogsbodem gered worden Ook dit jaar is weer een aanvang gemaakt met de zwemlessen voor de Scheveningsche visschers. De eerste oefeningen in de badinrichting .Mauritskade" te den Haag Zwitserland is paraat Officieren van het Zwitsersche leger tijdens de speciale training in het ski-loopen, welke sport, evenals in Finland, bij snelle verplaatsing van troepen-onderdeelen groote diensten bewijst De veldkeuken op de slede ten dien» ste van de Finsche troepen, die aan het Noordelijk front in hun land strijden tegen de Russische leger- *fdeelingen FEUILLETON Uit het Engelsche van HEADON HILL. (Nadruk verboden). 14) Ga je gang maar, vrouw Cassidy, rook maar raak, stelde Wraxall haar vrien- delijk gerust. We rooken hier allemaal. Dit is mijnheer Yeldham over wien ik je verteld heb en die je zal helpen je zoon terug te vinden. Hij heeft den neus van een bloedhond en je kunt hem even veilig ge heimen toevertrouwen als aan je biecht vader. Je hoeft niet bang te zijn, dat hij je zoon verraden zal. Het zijn de leiders die wij zoeken. Met een veel beteekenend knikje tegen zijn strijdmakker, repte de beroemde journalist zich de kamer uit en liet Hector alleen met de oude vrouw in haar havelooze, eigengesponnen rok en de vodderige shawl, welke ook als bedekking diend voor haar verwarde grijzen haren. Hij had medelijden met het primitieve schepsel, nu hij wist, dat dit de moeder was van het geschonden menschelijke over blijfsel, dat hy gevonden had bij de „Dui- velskooi". Hij wist ook, dat zy een scha kel was in de keten, door het noodlot ge smeed, welke hem onverbiddellyk voort dreef naar de groote ontdekking. Nu, vrouw Cassidy, als u mij wilt ver tellen, wat u ook aan mijnheer Wraxall hebt verteld, dan zal ik mijn best doen u te helpen, begon hij. Als ik het goed heb begrepen, heeft u een zoon, die op 't oogenblik vermist wordt en u zou willen dat ik probeerde uit te vinden, waar hy is? Juist, dat is een waar woord, mijn heer, antwoordde de oude vrouw. Het is mijn zoon Paf, die weg is en ik heb in drie maanden geen regel van hem gehad en anders sloeg hij nooit over met schrij ven. Ik ben hier gekomen op aandringen van vader O'Flaherty, die me Pat's brie ven altijd voorleest, omdat ik zelf niet best kan lezen. Bidy Cassidy, zei hij jij moet met -je zoon's laatste brief naar de baas van de „Daily Lynx" gaan, in Lon den. Die is wonderbaarlijk knap in het opsporen van vermiste menschen en alles wat er in dien laatsten brief staat over smokkelarij zal hun een bezondere be langstelling voor de zaak geven. Toen heb ik het reisgeld opgevischt uit mijn kous en zoo., ben ik nu hier. U hebt dien brief by u? vroeg Hec tor. Wis en zeker. Ik heb hem ook laten zien aan den baas, die daar net weg is ge gaan en die heeft hem gelezen. Hou hem, zegt hij, voor den mynheer, die je zoon zal opsporen, vrouw Cassidy. Hier is de brief, mijnheer. Vader O'Flaherty zei, dat het vooral het poststempel was, waar het op aan kwam. Tastend in de vouwen van haar shawl haalde ze een beduimelden en gekreukten brief te voorschijn. Toen hij hem aannam, uit haar bevende hand, keek Hector gretig naar het post stempel. Als er nu rog eenig bewijs noo- dig was, wiens lijk was begraven in een graf zonder naam, dan zou dit p «tstempel het verschaffen. Het toonde, dat de brief gepost was in Lullworth, een dorpje twee uur gaans van de Duivelskloof, nu onge veer drie maanden geleden. De inhoud van het stuk sprak nog duidelijker! De slecht-gespelde, slecht-geschreven brief was in hartelijke bewoordingen gesteld en sprak van goede tijden, die op komst wa ren en waarvan ook de oude moeder zou genieten. Pat Cassidy schreef zijn moeder dat hij een heel goed betaalde betrekking had gekregen bij een smokkelaarsonderne ming. Hij verdiende veel en ze hadden hem een extra'tje beloofd bij het einde van de werkzaamheden, dat hem in staat zou stel len den vurigsten wensch van zijn leven te verwezenlijken door een stuk veen te lcoopen, waarop hij aardappels kon verbou wen en varkens fokken. Meer kon hy haar niet vertellen uit vrees, dat de brief in verkeerde handen zou vallen, maar als bewijs, dat hij in goe den doen was, stuurde hij tegelijk een post wissel van een pond en in het vervolg zou hij iedere maand een pond sturen, tot hy thuis kwam, wat niet zoo heel lang meer zou duren. Voor Hector met zijn kennis omtrent Lord Purbecks onderneming was deze aan doenlijke brief een open boek. Pat Cas sidy was een van de keetbewoners ge weest en hij had den dood gevonden in de buurt van de steengroeven. Misschien had do woeste opziener hem gesnapt op het oogenblik, dat hy een nóg openhartiger brief schreef aan zijn oude moeder. De reusachtige kerel die den jongen arbeider zoo had afgeranseld alleen omdat hij een oud smokkelaarsliedje zong, zou zeker zijn woede niet bedwongen hebben, als hy ont dekt had, dat de Ier het geheim van de zaak in gevaar bracht. Heeft vader O'Flaherty den brief hee- lemaal aan u voorgelezen? vroeg Hector. Vóór hy besloot wat hy zou doen, leek het hem beter eerst uit te vinden hoe veel de oude vrouw wist. Zeker heeft hij dat gedaan en de goede man had er buitengewoon veel pret over. Voor hij naar Amerika ging, omdat hij op een douanier had geschoten, was Pat de brutaalste smokkelaar in heel Con- nemera. Dit verklaarde, dacht Hector, het feit, dat de Ier aangenomen was als „arbeider in de steengroeven". Zonder twijfel wer den als zoodanig alleen elementen geko zen, die routine in het „vak" hadden en doordat ze iets op hun kerstof hadden, de noodige geheimhouding in acht namen. En wat denkt u, dat er met uw zoon is ge beurd? vroeg Hector bijna angstig het antwoord afwachtende. Dat is moeilijk voor mij om te zeg gen, antwoordde de oude. Toen ik hier vanmorgen binnenkwam, dacht ik vast, dat Pat in handen was gevallen van de politie. Maar de baas hier zegl van niet; hy zegt, dat hy dan in de courant zou zijn gekomen. Ik kan nu niet anders danken dan dat myn jcngen ruzie heeft gehad met lui voor wie hij werkte en misschien hebben ze hem rhishandeld, opgesloten of vermoord. Hector verzweeg wat hy wist en vroeg: Als dat het geval zou zijn, zou u hem zeker willen wreken en graag de leiders van de zaak aan de politie zien overgele verd en gestraft? De oogen van de oude vrouw waren somber. Natuurlijk, zei ze, ik zou daarvoor de laatste droppel van mijn bloed geven. Ik zou dagen lang op bloote vorten willen loopen om ze in de gevan genis te helpen, als zy ook maar een haar op Pat's hoofd gekrenkt hebben. Hector zuchtte. Het was zonneklaar, dat er geen ontkomen was aan de omstandig heden, die hem met zekerheid voortdreven tot de verwoesting van het geluk van het meisje, dat hy lief had. Nu dan, vrouw Cassidy, zei hij na een pauze, misschien is het niet zoo moeilijk om het spoor van uw zoon te vinden door middel van de feiten die u ons verschaft hebt. Blijft u voorloopig in Londen? Zal ik u kunnen vinden, als ik u noodig heb? Ja, ik blyf in Londen, grinnikte het oudje. De baas hier heeft een kamer voor mij gehuurd en hij heeft beloofd mijn onkosten te betalen. En hij zei, dat ik mij in niets behoefde te bekrimpen. De sluwe lach, waarmee ze deze opmer king uitte, verkoelde Hector's sympathie voor de moeder, die nooit haar zoon zou terugzien, wel eenigszins. Hij wenschte haar goeden nacht en ging naar het bureau van den hoofdredacteur terug. Deze stond ai met zijn hoed op en zijn overjas aan. klaar om naar huis te gaan. Nu? zei hy, dit is toch zeker een aanwijzing, niet? De zoon van die oude feeks is natuurlijk in dienst bij die smok kelbende, die wy moeten opsporen? Er is geen twijfel aan, gaf Hector toe. K m mee met me naar de Club, om over een pakkend artikel voor de courant te praten, zei Wraxall. Ik heb al een prachtig plan in elkaar gezet, en het zou me heel erg verwonderen, als jij er ook niet mee ingenomen was. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5