Roosevelt richt zich tot het Congres DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN „Buiten den oorlog, maar geen isolement" DONDERDAG 4 JANUARI 1940 31ste Jaargang No. 9531 Bureaux PapengTacht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Adv. en Abonn.-tarieven zie pog 2. Giro 103003. Postbus 11. V De voedingsbodem van het bolsjewisme Het Italiaansche blad de „Telegrafo" publiceert onder den titel „De mest van Stalin" een bericht, waarin gewezen wordt op de uitdrukking van een intellectueelen bolsjewist, die het credo, dat de nieuwe communistische generatie moet afleggen, samenvatte in de woorden: „Wij zijn de mest, die bestemd is, om den grond vet te maken, ten einde er een nieuwe natie uit te laten groeien". „Deze phrase", aldus de „Telegrafo", „welke mystiek en heldhaftig wil klinken, doch slechts een gemeene beleediging is van de menschelijke persoonlijkheid, vindt de laatste weken haar verwezenlijking in de loopgraven van de Karelische land engte, waar inderdaad tienduizenden Rus sische soldaten, die naar de slachting ge dreven worden, niet anders zijn dan mest, menschelijke meststof voor den grond, waaruit een overwinnig voor Stalin moet opgroeien". Wij citeeren het bovenstaande uit ge noemd Italiaansch blad, omdat het zoo waar open legt den toestand, waarin de tegen de Finnen opgejaagde Russische sol daten zich bevinden. Zij zijn „de mest van Stalin". Zij moeten hun leven geven, niet om recht te beschermen, niet om onrecht te wre ken, maar om de macht van het Rus sische regiem te vergrooten, om den bo dem van Europa vet te maken, voor een bolsjewistische overwinning.. Het hart van den beschaafden mensch draagt waarachtig mede-1 ij d e n, voelt diepe deernis met het Finsche volk, dat, beschaafd, vreedzaam en vredelievend, niets liever wilde, dan een loyale samen werking met zijn groote buur, Rusland, met eerlijke handhaving van beider rech ten en met zoo goed n\ogelijke behartiging van beider belangen. Wij hebben medelijden met het Finsche volk. En onze vurige hoop is, dat het niet worde het slachtoffer van op macht geba seerd onrecht. Maar wij hebben óók medelijden met het Russische volk, dat wordt geheeten „de mest van Stalin". En hier dringt ons uit het hart de wensch, dat de stem van onzen minister president, die gisteren door de radio heeft weerklonken, ook moge worde vernomen in het buitenland; dat men het toch overal in de wereld moge inzien, dat het uit vechten van dezen oorlog, menschelijker- wijs bezien, tot resultaat zal hebben: het. bemesten van den bodem voor het bolsje wisme. Ook, en niet op de laatste plaats, om deze reden stemt het tot diepe vreugde, als er stemmen opgaan, die de strijdende mo gendheden wenschen vereen igd te zien aan een conferentie-tafel. Dat de Nederlandsche Regeering alles wil doen, wat in haar vermogen ligt, om dat resultaat te bereiken, is bewezen door de klaarblijkelijke feiten wordt weer ge demonstreerd door een zoo sympathieke rede, als die gisteren door onzen minister president is gehouden. VERNIEUWING VAN DEN VREDE President Roosevelt heeft voor het Con gres der Vereenigde Staten een rede uit gesproken, waarin hij de positie van Ame rika ten opzichte van de internationale po litieke situatie heeft geschetst. De Amerikanen voelen er niets voor, om weer zooals bij den vorigen wereldoorlog actief aan den strijd deel te nemen. Dat vraagt ook niemand, zegt de Amerikaan- sohe president. Maar tusschen „buiten den oorlog blijven" en isolatie is nog een groot verschil. Men kan nu eenmaal geen struis vogelpolitiek voeren en juist doen alsof er geen oorlog aan den gang was. Wij willen buiten den oorlog blijven, zeide de president, maar niet buiten den vrede. „Wij behoeven niet met andere na ties ten oorlog te trekken, maar op zijn minst kunnen wij met andere naties er naar streven aanmoediging te geven aan de soort van vrede, die de moeilijkheden der wereld zal verlichten en daardoor ook onze eigen natie zal helpen." Hiermede schaart de Amerikaansche president zich naast de vredesactie van den Paus. De oorlog kan niet meer voorkomen TEGEN DE DICTATUUR VAN HET GEWELD DENKEN AAN DE TOEKOMST ONZER KINDEREN. Tijdens de derde zitting van het 76ste Congres der Vereenigde Staten, dat Woensdag bijeenkwam, heeft president Roosevelt een rede uitgesproken, waarin hij zich keerde tegen de dictatuur van het geweld en waarschuwde tegen een poli tiek van isolatie. „Er bestaat verschil tusschen het uiten van den wensch buiten dezen oorlog te blijven en het beweren, dat deze oorlog Amerika niets aangaat. De Ver. Staten zullen met anderen moeten samenwerken aan het totstand komen van een vrede, die de moeilijkheden der wereld uit den weg zal ruimen. De sociale en economische omstandighe den, die in het buitenland verkeerd geleid zijn, totdat zij uitliepen op revolutie en dictatuur, zijn dezelfde als die, waarmede wij hier hebben te worstelen om ze vreed zaam in het binnenland te regelen. De dic tatuur en de philosophic van het geweld hebben in bijna ieder geval haar oorsprong gevonden in de noodzakelijkheid van dras tisch optreden ter verbetering van binnen- landsche toestanden, waar het democra tisch optreden om de een of andere reden in gebreke bleef om te beantwoorden aan de moderne behoeften en eischen". Roosevelt herinnerde aan de waarschu wing, die vervat was in vroegere bood schappen aan het Congres, volgens welke de Amerikaansche burgers in hun dage lij ksch leven den schok zouden voelen van gebeurtenissen op andere continenten. Hij sprak de waarschuwing uit tegen degenen, die blijven volhouden, dat de Vereenigde Staten als een eenheid, die in eigen behoef ten kan voorzien, gelukkig en welvarend zou kunnen leven met een veilige toekomst binnen een hoogen muur van isolatie, ter wijl daarbuiten de rest der beschaving en de handel en cultuur der menschheid ver nield werden. „Ik kan de gevoelens begrij pen van degenen, die de natie waarschu wen, dat zij nooit weer toestemming zul len geven tot het zenden van Amerikaan sche jongelieden naar Europeeschen bodem. Maar niemand heeft hun gevraagd die toestemming te verleenen, want niemand worden, want hij is reeds uitgebarsten. Op een spoedige beëindiging van den oorlog bestaat op het oogemblik geen enkel rede lijk uitzicht. Maar eenmaal zal ook deze strijd tot het verleden behooren en dan zal de wereld een taak krijgen, welke moeilij ker is dan een oorlogsvoorbereiding, n.l. de organisatie van den vrede. Dan zullen de fouten vermeden moeten worden, welke thans reeds een kwart eeuw na het slui ten van den vorigen vrede geleid hebben tot een nieuwen oorlog. Dan zal men er vooral op hebben te letten, dat het niet aangaat, als de overwinnaars zich trach ten schadeloos te stellen door zich eenzij dig alle voordeelen toe te eigenen. Aan het eind van dezen oorlog zal een rechtvaar dige verdeelihg van de wereldrijkdommen dienen te staan. Anders schept men oogen- •blikkelijk nieuwe kiemen, welke zich noodzakelijkerwijze zullen ontwikkelen tot infectiehaarden en een nieuwe crisis te voorschijn roepen. De Amerikaansche president heeft er zeer terecht op gewezen, dat het de ver keerde sociale en economische verhoudin gen waren, welke tot een catastrophe hebben geleid. „De sociale en economische omstandig heden, die in het buitenland verkeerd ge leid zijn, totdat zij uitliepen op revolutie jii dictatuur, zijn hetzelfde als die, waar mede wij hier worstelen om ze vreedzaam in het binnenland te regelen. De dicta turen en de philosophic van het geweld hebben in bijna ieder geval haar oorsprong gevonden in de noodzakelijkheid van dras tisch optreden ter verbetering van binnen- landsohe toestanden, waar het democrati sche optreden om de een of andere reden in gebreke bleef te beantwoorden aan mo derne behoeften en eischen." Hierin ligt een zeer ernstige waarschu wing opgesloten aan het adres van de de mocratische regeeringen, maar vooral aan het adres van de parlementen. Ook ons land kan zich deze woorden ter harte ne men. Een ieder kan zijn steentje bijdragen tot vernieuwing van den verscheurden vrede, door bij zich zelf te beginnen. verwacht een dergelijke onderneming". „De overweldigende meerderheid van mijn medeburgers laten niet in het minst de hoop en de verwachting varen, dat de Vereenigde Staten niet zullen worden ver wikkeld in een militaire deelneming aan den oorlog. Er is een groot verschil tusschen buiten dezen oorlog blijven en bewe ren, dat deze oorlog ons niet aangaat. Wij behoeven niet met andere naties ten oorlog te trekken, maar op zijn minst kunnen wij met andere naties er naar streven aanmoediging te ge ven aan een dusdanigen vrede, die de moeilijkheden der wereld zal verlich ten en daardoor ook onze eigen natie zal helpen. Wij moeten denken aan de toekomst en de mogelijkheden voor onze kinderen zien, wanneer de rest der wereld mocht worden overheerscht door een concentratie van ge weld alleen. Wij moeten voor ons uitkijken om de gevolgen te zien voor onze eigen toekomst, wanneer alle kleine landen in de geheele wereld zich hun onafhankelijk heid zien ontnomen of louter aanhangsels worden van betrekkelijk uitgestrekte machtige militaire systemen. Wij moeten echter vooruitzien, wat voor leven onze kinderen zouden moeten leiden, wanneer een groot deel van de rest van de wereld gedwongen zou worden den God te a bidden, die opgelegd werd door een mili tairen heerscher of dat hun verboden zou worden een God te aanbidden". „Wij moeten voor ons uitzien en denken aan de gevolgen vcor onze toekomstige ge slachten, wanneer de wereldhandel zou worden gecontroleerd door een of andere natie of groep van naties, welke die con trole door militair geweld instelt. De vol keren van andere landen hebben het recht een eigen regeeringsvorm te kiezen, maar wij in dit land gelooven nog steeds, dat een dergelijke keuze gebaseerd behoort te zijn op zekere voorwaarden, welke wij overal essentieel achten. Wij weten, dat wijzelf nooit geheel veilig in ons land zul len zijn, tenzij andere regeeringen die vrij heden erkennen". Voortgaande sprak Roosevelt de hoop uit, dat hetgeen in de beide Amerika's ge beurt, welker 21 republieken eensgezind heid van idealen ten toon hebben gespreid in haar practische betrekkingen, ook op andere vastelanden gedaan zal kunnen worden. De president drong er op aan, dat de huidige methode der Amerikaansche handelsovereenkomsten zou worden uitge breid als onontbeerlijk deel der fundeering van iederen stabielen, duurzamen vrede. ,.De oude voorwaarden van den wereld handel hebben geen duurzamen vrede ge geven. Wanneer de tijd komt, moeten de Vereenigde Staten hun invloed gebruiken om de handelskanalen in de wereld te ope nen, opdat geen enkele natie zich in latere dagen gedwongen zal voelen met wapen geweld na te streven, wat zij door vreed zaam overleg zeer wel verkrijgen kan. Ik leg den nadruk op het leiderschap dat dit land op zich kan nemen, wanneer de tijd komt voor een vernieuwing van den wereldvrede. Die invloed zal ten zeerste verzwakt worden, wanneer deze regeering zich schuldig zou maken aan handels- egoïsme. De eerste president der Vereenigde Sta ten heeft gewaarschuwd tegen de verwik kelingen van bondgenootschappen, de hui dige president der Vereenigde Staten heeft dat voorschrift onderschreven en volgt het op. Handelssamenwerking met de rest van de wereld vormt echter op gee nerlei wijze een schending van dat voor schrift". De president zeide voorts, met het oog op de onzekerheid in de wereld, het Con gres te vragen om uitbreiding van leger en vloot, niet gebaseerd op een stemming van paniek, maar op het gezond verstand, Verder vroeg hij heffing van voldoende aanvullende belastingen. Sprekende over de werkloosheid verwierp Roosevelt de „Europeesche oplossing, die er in bestaat werkloozen te gebruiken voor den opbouw van buitengewone bewapeningen, welke tenslotte uitloopen op dictaturen". De pre sident is voorstander van de Amerikaan sche manier door verhooging van het nationale inkomen. „Als een eensgezind volk moeten wij op dit vasteland de vlammen brandende hou den van de menschelijke vrijheid, rede, de mocratie en eerlijkheid als levende zaken, die behouden moeten worden voor de be tere wereld, welke zal komen. Mogen onze kinderen op het jaar 1940 wijzen als op een ander tijdperk, toen de democratie haar bestaan rechtvaardigde als het beste regeeringsinstrument, dat nog door de menschheid uitgedacht is". ROOSEVELT VRAAGT CREDIETEN VOOR DE BESCHERMING DER NEUTRALITEIT. President Roosevelt heeft het Congres verzocht onmiddellijk 271.999.523 dollar te voteeren voor de bescherming van de Ame rikaansche neutraliteit en ter versterking 'an de nationale verdediging. DE WEERKLANK VAN ROOSEVELTS REDE. In diplomatieke kringen wordt de rede van president Roosevelt beschouwd als een bevestiging van de moreele solidariteit met de beginselen, waarvoor de geallieerden den oorlog zijn gegaan. Zonder eenig land te noemen heeft de president duide lijk laten blijken, dat de Vereenigde Sta ten bedreigd zouden worden, wanneer de komende geslachten het hoofd zouden moeten bieden aan een wereld, waar het recht van den sterkste zou heerschen. Roosevelt heeft verklaard, dat de Ver eenigde Staten innig gehecht blijven aan den vrede, doch deze kan slechts gehand haafd blijven, wanneer zekere grondbegin selen geëerbiedigd worden. De rede van den president werd herhaal delijk door toejuichingen onderbroken. Een aantal republikeinen hebben de re de van president Roosevelt goedgekeurd, behalve dan de passages, waarin de presi dent het voortzetten van de politiek van handelsverdragen aanbeveelt. Ook een aantal democraten leveren evenwel critiek op dit punt. Het Miltvuur Ook andere provincies besmet De verontrustende gevallen van milt vuur, welke zich aanvankelijk slechts voor deden in Zuid-Holland, werden vervolgens geconstateerd in Noord-Holland en Utrecht, terwijl ook Limburg en Brabant niet vrij zijn gebleven, doch in het Oosten van het land bleef men er tot nog toe voor ge spaard. Miltvuurgevallen doen zich altijd in ons land voor en zijn op zichzelf geen reden tot ongerustheid. Normaal komen in Neder land per jaar tusschen de 100 en 150 ge vallen van miltvuur voor. Het miltvuur heeft in ons land op het oogenblik echter een omvang, als nooit eerder het geval was, zoodat ingrijpende maatregelen noodzakelijk zijn. Bij het uitbreken van de huidige milt vuurepidemie heeft de veeartsenijkundige dienst een nauwgezet onderzoek ingesteld en hoewel men geen bewijzen hiervoor heeft gevonden, meent men toch te mogen vermoeden, dat de ziekte in verschillende deelen van ons land -is verspreid door be smet beendermeel, dat in het veevoer is gemengd. In het algemeen moet geïmpor teerd beendermeel aan bepaalde eischen voldoen en o.a. tot een bepaalde tempera tuur verhit zijn geweest, juist om besmet ting te voorkomen. Ook voor bemestings doeleinden wordt echter beendermeel ge ïmporteerd, dat uiteraard aan minder hoo- ge eischen behoeft te voldoen, en de moge lijkheid is niet uitgesloten, dat in strijd met de voorschriften een mengbedrijf dit beendermeel door veevoer heeft gemengd. Dezer dagen heeft de minister van Eco nomische Zaken tot wederopzegging verbo den het vervoeren of doen vervoeren van dierlijk beendermeel en bloedmeel en van producten, die dit meel bevatten, uit de perceelen v. d. Utrechtschen Krachtvoer- handel „De Adelaar" te de Bilt. Ook de monsters, die men uit de voorraden aldaar heeft getrokken, hebben nog niet het be wijs opgeleverd, dat dit meel besmet is. Onder de huidige distributieregeling, waarbij de regeering de geheele distribu tie van veevoeder controleert en ook de mengbedrijven niet vrij zijn, worden op aanwijzing van de daa-rtoe gemachtigde instantie hoevelheden beendermeel en an dere mengstoffen naar meng- en veevoe derbedrijven in het geheele land gedistri bueerd. Indien er dus inderdaad een klei ne voorraad besmet beendermeel in ons land was, kan deze dus overal heen ver spreid zijn. Het spreekt echter vanzelf, dat het niet alleen ondoenlijk is, deze reeds ver mengde voorraad op te sporen, maar dat het ten eene male onmogelijk en ook on- noodig is, zooals sommigen in een onge rechtvaardigde paniekstemming bepleiten, onze geheele veevoedervoorraad, die door de oorlogsomstandigheden toch reeds zoo krap is, te vernietigen omdat er mogelijk hier of daar een besmettingshaard zit. Ter voorkoming van het gevaar, dat op enkele plaatsen vee door miltvuur wordt aangetast, zou men zijn toevlucht willen nemen tot een maatregel, waardoor een groot deel van onzen veestapel gedoemd zou zijn den hongerdood te sterven. Wanneer onverhoopt ergens miltvuur on der het vee uitbreekt, kunnen bij verstan dig en onmiddellijk ingrijpen, de verliezen tot het uiterste beperkt blijven. De te ne men maatregelen zijn in ons blad van des kundige zijde reeds uitvoerig uiteengezet. Dit nummer bestaat uil vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland EEN REDE VAN ROOSEVELT VOOR 11ET AMERIKAANSCHE CONGRES. (2de fciad). DE STRIJD DER FINNEN TEGEN DE RUSSISCHE OVERMACHT. (2de blad). OORLOGSBERICHTEN. (2de blad). NA DE AARDBEVING, DE OVER STROOMING EN DE STORMEN TEIS TERT EEN WOLVENPLAAG TURKIJE. (2de blad). Binnenland HET MILTVUURGEVAAR VOOR ON ZEN VEESTAPEL. (1ste blad). TE ST. JACOBI-PAROCHIE ZIJN GIS TEREN TWEE JONGENS DOOR HET IJS GEZAKT EN VERDRONKEN. (3de blad). EEN BELASTING-ONTDUIKING-ZAAK VOOR DE RECHTBANK. 3de blad). Lelden EEN VONDEL-LEERSTOEL AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. (Ie blad) WIJZIGING ELECTRICITEITSTARIE- VEN. (Ie blad). WEER-VERWACHTING. DE BILDT VOORSPELT MATIGE TOT LICHTE VORST. Prof, JOS. L. M. MULLIE Benoemd tot bijzonder hooglceraar in de Chineesche taal en letterkunde. In de plaats van prof. Thos. T. H. Fer guson, wien zooals reeds in het kort ge meld om gezondheidsredenen eervol ontslag is verleend, heeft het college van curatoren van het fonds ten behoeve van indologische studiën aan de rijksuniversi teit te Utrecht tot bijzonder hoogleeraar in de Chineesche taal en letterkunde benoemd prof. Jos. L .M. Mullie, hoogleeraar in het Chineesch aan het theologisch seminarie te Leuven. Prof. Mullie, in 1886 te St. Denijs (Vlaan deren) geboren, trad in 1903 in de Missie congregatie van Scheut, Congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria, waar hij philosophic studeerde en in 1909 tot pries ter werd gewijd. In het zelfde jaar ver trok hij als missionaris naar China, waar hij 22 jaar werkzaam was en zich op de studie van het Chineesch toelegde. Hij bewoog zich op taalkundig, speciaal phonetisch, en daarnaast op geografisch, historisch en archaeologisch terrein. Se dert 1913 verschenen in deze materie re gelmatig enkele afzonderlijke werken en tijdschrift-artikelen, met name een groot driedeelig werk „Het Chineesch taaleigen. Inleiding tot de gesproken taal", dat in de jaren 19301933 het licht zag en ook in het Engelsch vertaald werd. Prof. Mullie is in de laatste jaren bezig aan de voorbe reiding van een Chineesche spraakkunst. In 1931, juist toen hem een professoraat aan de Katholieke Universiteit te Peking werd aangeboden, werd hij naar Leuven teruggeroepen, om daar aan het theolo gisch seminarie het Chineesch te doceeren. LEGERBERICHTEN. PARUS, 4 Januari (Havas). Het Fran- sche legerbericht van hedenochtend luidt: Gedurende den nacht niets te melden. BERLIJN, 4 Januari (ANP) Het op perbevel van de Duitsche weermacht maakt bekend: In het Westen tusschen Moezel en Pfael- zer Wald iets sterker storingsvuur van de artillerie dan de vorige dagen. Ook de acti viteit van de verkenningsafdeelingen was iets levendiger. Het luchtwapen maakte verkennings vluchten naar Frankrijk en boven de Noordzee. Een Britsch gevechtsvliegtuig werd in de omgeving van Aken na over Luxemburgsch territotiaal gebied te zijn gevlogen, door een Duitschen jager na een korte achtervolging neergeschoten, voor dat het over de Duitsoh-Belgische grens kon ontkomen. Het vernielde toestel ligt naby de grens op Belgisch gebied.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1