THOMASVAER EN PIETERNEL. Contrabande 3)e £eicbclve0ou^cmt Thomasvaer en Pieternel bij hun Nieuwjaarswensch tijdens de traditioneele opvoering van .De bruiloft van Kloris en Roosje' in den Stadsschouwburg te Amsterdam Het nieuwe raadhuis van Drunen, dat in Februari a.s. officieel in gebruik genomen zal worden, nadert zijn voltooiing Het bij de Ned. Scheepsbouw Mij. voor rekening van de Russische regeering gebouwde motor-passagiersschip .Josif Stalin' maakte een goedgeslaagde proefvaart op het IJ en het Noord zeekanaal De Pauselijk internuntius, Z.Exc. Mgr. P. Giobbe bracht een Nieuwjaars- Bij het afscheid van den heer J M J. H. Lambooy als burgemeester van q I li tl c Ki ist u Hilversum - Na afloop van de huldiging kwamen velen den vertrekkenden bezoek aan den minister van Buitenlandsche Zaken, mr. E. N. van Kleffens K burgervader groeten De verwoesting aan een der gebouwen te Huisduinen tengevolge van de bomexplosie, waarbij ongeveer alle woningen in deze badplaats beschadigd werden De bekende schrijfster, mevrouw Anna van Gogh Kaulbach, die te Amsterdam haar zeven- .''qsten verjaardag vierde, temidden van haar kinderen en familieleden die haar kwamen gelukwenschen FEUILLETON Uit het Engelsche van I HEADON HILL. (Nadruk verboden). 8) Het meisje, dat met een vriendelijken glimlach naar hem had geluisterd, scheen door dit antwoord teleurgesteld. Haar mooie oogen keken hem plotseling koel aan en er was een merkbare scherpte in haar oogen:: Dus u bent Mr. Smyle Mapleton? Pardon, mijn naam is Yeldham, Hec tor Yeldham. Mr. Mapleton is de andere huurder bij juffrouw Calloway. Het gezicht van het jonge meisje klaar de weer op en ze vroeg: Hebt u dan misschien een zuster. He len Yeldham, die twee jaar geleden op kostschool was in Parijs bij Madame de Proublot? Ze was een van mijn beste vriendinnen. Ik herinner me, dat ze dik wijls sprak over haar broer Hector, die aan de redactie van de „Daily Lynx" was. Ja, Helen is mijn zuster en ze voltooi de haar opvoeding, zooah men dat noemt, bfj madame de Proublot. Mag ik mis schien. Natuurlijk heeft u het volste recht üijn naam te weten. Ik ben Madge St. dhelra. Mijn vader is Lord Purbeck en woon op Purbeck Abby. Ik had eerst gedacht u te vragen onzen tuin eens te komen zien, uit dankbaarheid voor wat u voor Doggie gedaan hebt, maar nu hoop ik, dat u ons vriendschappelijker wilt ko men opzoeken. Ik zal mijn vader zeggen u te dineeren te vragen, dan kunt u me alles vertellen over Helen. Voor hij kon antwoorden, hoorde Hector voetstappen en omkijkend zag hij een groo- ten bejaarden man in korte wijde broek en sportkousen op hen toekomen. Het was niemand anders dan Lord Purbeck, groot grondbezitter, amateur marmerhandelaar en bovenal bekend als kampioen tegen de afschaffing van de kustwacht. Lady Madge liep hem enkele passen te gemoet. Vader, Mr. Yeldham heeft daarnet Doggie's leven gered met gevaar voor zijn eigen leven en hij blijkt de broer te zijn van mijn beste schoolvriendin, Helen Yeld ham, begon ze onstuimig. Hij is hier met vacantie en logeert in het huisje van Martha Calloway. Wilt u mijnheer Yeld ham te dineeren vragen? De graaf glimlachte vol liefde tegen zijn dochter en reikte haar nieuwen protégé een gebruinde hand. Hij had heldere, door dringende oogen en er tintelde iets van humor in zijn glimlach, hetgeen Hector van het eerste oogenblik af voor hem in nam. Zijn sterk ontwikkelde gave om met een enkelen blik zijn medemenschen te schatten, overtuigde hem onmiddellijk, dat deze man geen dwaze maniak was, zooals sommige partijbladen hem hadden ge tracht voor te stellen. Natuurlijk r mijnheer Yeldham wel kom op Abby, zei hij met een diepe stem, die uitnemend paste bij zijn forsche ge stalte. En hoe eerder hij komt, hoe lie ver. Kunt u misschien vanavond komen, Mr. Yeldham? We dineeren om acht uur, misschien vindt u het goed, dat we het officieele bezoek vooraf voor dezen keer overslaan, want ik heb het heel druk van daag. Hector mompelde iets van een groot ge noegen en het was hieer dan een conven tioneel gezegde. Hij had niets menschelijks moeten hebben om niet sterk onder de be koring te komen van de vrijmoedige cama raderie, die een zoo bekoorlijk meisje als Madge St. Aldhelm hem aanbood. Ik hoop, dat u een prettige vacantie zult hebben, zei Lord Purbeck hoffelijk. Als ik niet mis ben in mijn veronder stelling, dat u advocaat is, dan heeft u waarschijnlijk nog enkele maanden vacan tie voor den boeg, ofschoon het moeilijk aan te nemen is, dat u al dien tijd hier in deze wildernis zult doorbrengen. Uw veronderstelling is zeker heel vleiend voor mij, maar ik ben maar een hardwerkend journalist, een soort inspec teur van politie bij de „Daily Lynx", waar twee ingewikkelde zaken al weer op me wachten na een vacantie van drie weken. Tusschen twee haakjes, het eene geval zal u misschien interesseeren, omdat het een onderwerp raakt, waarvoor u warm loopt, het weer opkomen van smokkelarij ten gevolge van de bezuiniging en gedeelte lijke opheffing van de kustwacht. Een bijna onmerkbare verandering kwam over het massieve gelaat van Lord Pur beck. De uitdrukking er van was positief minder joviaal geworden, maar of de ont dekking, dat hij „iemand van de courant" op de Abby had geinviteerd of het spreken over den maatregel, waartegen hij zoo heftig opgetreden was, kon Hector niet uitmaken. Het ontging hem echter niet, dat er een trek van ernst, een schaduw bijna, over Lady Madge's pikante gezicht je gleed. De eenigszins pijnlijke stilte, die volgde, werd verbroken door Lord Purbeck's lach, een lach, zoo hartelijk, dat hij bijna iets geforceerds had. Ja, zei hij, U is aan het goede kantoor voor theoretische beschouwingen, maar ik vrees aan het verkeerde adres voor een journalistiek buitenkansje. Het zou een buitengewoon knap smokkelaar moeten zijn, die hier zou kunnen beginnen in de buurt van de marmergroeve, die ik weer in bedrijf heb gesteld. Zoo'n waag stuk zou zeker opgemerkt worden door mijn werkvolk of door de bemanning van de booten, die hier marmer komen laden. U heeft misschien opgemerkt, dat er nu ook weer een boot voor de pier ligt om ge laden te worden. Ja, dat heb ik gezien, antwoordde Hector. Maar u moet niet denken, dat ik hier ben om ontdekkingen te doen. Ik kom hier om uit te rusten en straks weer des te beter in staat te ziin, dergelijke karweitjes op te knappen. Dan tot vanavond, mijnheer Yeld ham, mijn dochter en ik zullen u met ge noegen om acht uur ontvangen. Met deze woorden nam Lord Purbeck afscheid en sloeg den weg in naar de mar mergroeve; Lady Madge ging met hem mee, na een hartelijk knikje tegen Dog gie's redder. Liefde en mysterie. Hector Yeldham bleef dien heelen mor gen en middag van huis. Hij lunchte in een dorpsherberg, zes mijl verder aan de kust en het liep reeds tegen den avond voor hij zich weer in de vallei bevond, waar Martha Calloway's kleine huisje stond, ge nesteld onder de heuvelrij. Toen hij dicht- by het huisje gekomen was, zag hy zijn medehuurder, Mr. Smyle Mapleton over het tuinhekje leunen in druk gesprek met een man. Toen hij door het hekje ging, dat Mapleton met een beleefd „Goeden avond", voor hem opende, herkende hij in den anderen man den jongen arbeider, wiens uitbundig gezang tot zwygen waf gebracht door de vuisten van den opzich ter. Van dichtbij gezien, bleek de zanger een knappe jonge kerel van een jaar' of twin tig met een eerlijk, open gezicht, dat nu echter vertrokken was door een emotie, waarvan Hector .ïiets begreep, want het was duidelijk, dat dc blik van somberen haat, die op dat gezicht lag, voor hem bestemd was. De eenige verklaring, die hij daarvan bij mogelijkheid kon vinden, was, dat Mapleton hier op de een of ande re geheimzinnige wijze de hand in moesi hebben. Hector beloofde zichzelf het genoe gen, om het geheim van den wraaak van den fossielen-zoeker te ontraadselen! Maar dat kon wachten! Voor het oogen blik werd hij geheel in beslag genomen door zijn bezoek op Purbeck Abby en hij had niet zoo heel veel tijd meer, daar hij bij gebrek aan een geschikt voertuig, zou moeten loopen. Hij ging zijn kamer bin nen en belde. Martha Calloway verscheen en bekeek hem, naar het hem voorkwam, met een critischen blik. IWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5