Het jaar 1939 bracht ons den oorlog Cm jacvc aal óbtijxl, spanning en aanuattm Twee landen verdwenen van de kaart van Europa Plechtig frezwmeti vetd'tagm ueiójcheutd ZATERDAG 30 DECEMBER 1939 DE LRWSCHF. tniN?ANT DE^DE BF.A0 - P" HET OORLOGS- STEMPEL W J zullen ons overzicht over het afge- loopen jaar anders moeten inrichten dan in vorige jaren. Verleden jaar en in de daaraan voorafgaande jaren bestond het wereldnieuws voorzoover het be hoort tot dat nieuws dat de historie maakt uit naast elkander staande reeksen van feiten. Men kon ze ordenen in locaal ver band en indeelen in Engelsche, Fransche, Duitsche, Italiaansche of Amerikaansche gebeurtenissen. Zij stonden naast elkaar en vaak ook los van elkaar. Op het afgeloopen jaar echter heeft één enkele groote gebeurtenis zoo diep haar stempel gedrukt, dat het noemen van het jaartal steeds de herinnering aan die ge beurtenis zal doen herleven. Zooals 1914 het jaar is van den wereld oorlog, zoo zal 1939 het jaar zijn van den Europeeschen oorlog. En de gebeurtenis sen, die daaraan voorafgaan, zijn alle ge richt op die ééne fatale consequentie: de oorlog! Gebeurtenissen, die niet in verband staan met den oorlog of niet tot de voor bereiding daarvan hebben medegewerkt, zijn in onze waardeschatting gedaald tot feiten van den tweeden rang. Bezien wij dus de kroniek van het jaar 1939 door den bril, welken ons de oorlog op de neus heeft gezet. DE ERFENIS VAN HET JAAR 1938. Gewapende vrede. BIJ de geboorte van het nieuwe jaar we zen de betrekkingen tusschen Duitsch- land en Polen geenszins op de nadering van een zóó ernstig conflict als in Sep tember zou losbarsten. Het jonge jaar had weliswaar een erfenis te aanvaarden, welke het zwaar op de maag lag, maar zulke ern stige gevolgen waren er niet noodzakelijk uit af te leiden. Er was alle ruimte voor een gematigd optimisme. Warschau's relaties met Berlijn waren wat in het ongereede geraakt door de uit stooting van de Poolsche Joden uit Duitsch- land, maar er werden besprekingen ge voerd met de gegronde hoop, dat ook deze onverkwikkelijke zaak tot een goed einde zou worden gebracht. Ook gingen er ge ruchten over Duitsche plannen tot stich ting van een groot en onafhankelijk Oekraine, over welke geruchten de Polen zich ongerust maakten. Begin Januari bezocht de Poolsche mi nister van buitenlandsche zaken Beek per soonlijk rijkskanselier Hitier te Berchtes- gaden en eind Januari kwam zijn Duitsche collega von Ribbentrop naar Warschau. In een officieel communiqué, uitgegeven te Warschau aan het eind van von Ribben- trops bezoek, werd gezegd, dat dit bezoek had plaats gehad in een geest van vriend schappelijke samenwerking en dat deze samenwerking een kostbare bijdrage vormde tot den vrede in Europa. Ook in zijn Rijksdagrede van 30 Januari gewaag de Hitler van de goede betrekkingen met Polen. Duitschlands relaties met Engeland en Frankrijk waren redelijk wel, sinds den vrede van München, al bleef het vraagstuk der koloniën een precair punt. Met Italië waren de verhoudingen van Engeland tamelijk, die van Frankrijk ge spannen. Den Franschen zaten de z.g. «na tuurlijke aspiraties" van Italië inzake Tu nis en Corsica dwars en men duchtte een inval van de Italiaansche troepen, die in Spanje aan de Pyreneeëngrens lagen. Daar deze kwestie den Engelschen ook interesseerde, niet alleen omdat zij bond- genooten waren met de Franschen, maar ook omdat de status van de Middelland- sche Zee erbij betrokken was (de verbin dingsweg van Engeland met zijn Indische gewesten) gingen Chamberlain en Halifax op 10 Januari samen op stap naar Rome, teneinde door persoonlijk contact met Mussolini en graaf Ciano een beter begrip te vestigen voor de wederzijdsche stand punten. Zij vertrokken op 14 Januari weer uit de Eeuwige Stad na een «openhartig" onderhoud. Dat er behalve een „openhar tig" ook een „hartig" woordje is gespro ken, bleek later, begin Februari, toen Chamberlain het noodig v.ond, om openlijk verklaren, dat ieder optreden tegen Frankrijk onmiddellijk een optreden van Engeland tengevolge zou hebben. Deze verklaring werd afgelegd met het oog op eventueele mogelijkheden aan de Spaansch-Fransche grens. Op 26 Januari was n.l. de stad Barcelona gevallen, waar door geheel Noord-Spanje Franco in han den was gespeeld en de Italianen, die op een dreigende wijze langs de Fransche grens waren geconcentreerd, de handen vrij gekregen hadden om druk uit te oefe nen op Frankrijk. Dank zij de vastberaden houding van de Fransche régeering met den steun van En geland in den rug, is het bij dreigen ge bleven en heeft Italië, zijn het schoorvoe tend en tergend langzaam, ten slotte zijn troepen uit Spanje teruggetrokken. Zoo stonden de zaken in de eerste twee maanden van het nieuwe jaar. Een harte lijke vrede was het niet .vertrouwen was er nergens, het was veeleer een gewapen de vrede, maar toch kon men de hoop koesteren, dat de toestand geleidelijk beter zou worden. Zoo zag ook Chamberlain het, toen hij np 22 Februari te Blackburn een rede hield en zeide: «Vertrouwen Wordt niet in één dag geboren en wanneer het eens verstoord is, is er veel tijd voor noo dig, het te herstellen. Doch een weinig goede wil aan beide zijden heeft een won derlijk heilzaam effect, en ik voor mij bezie de toekomst met de groote verwach ting, dat deze gelukkiger zal blijken te zijn dan het verleden". CHAMBERLAIN Dat is wel heel anders uitgekomen, dan Chamberlain verwachtte! De Britsche staatsman had toen zijn vertrouwen nog niet verloren. Dat zou echter weldra ge beuren. TSJECHO-SLOWAKIJE. NAUWELIJKS was de maand Maart aangebroken of de eerste teekenen be gonnen zich te vertoonen van de Tsjecho- Slowaaksche tragedie. Tsjecho-Slowakije was, in het voorafgaande jaar, beroofd van zijn Sudeten-Duitsche provincies, waar mede meteen de sterke Tsjechische verde digingslinie den Duitschers als welkome buit in handen was gevallen. De wereld had er zich bij neergelegd, omdat het ten slotte toch gebied was, dat voor het groot ste deel door een Duitsch sprekende en veelal ook Duitsch voelende bevolking werd bewoond. In Maart begon echter de Duitsche min derheid in Tsjecho-Slowakije onrust te ver oorzaken. Na een drie-daagsch verblijf te Berlijn, kwam de leider dezer minderheid, dr. Kundt met verschillende eischen bij de regeering te Praag. Men wilde exclusieve rechten voor de Duitschers in Tsjecho- Slowakije en een ministerzetel om over de uitoefening van die rechten te waken. Te gelijkertijd begonnen ook de Slowaken zich te roeren, zij eischten grootere zelf standigheid. De regeering te Praag, be vreesd voor een separatistische staatsgreep te Bratislawa, meende door krachtig ingrij pen het gevaar te kunnen bezweren. Zij zond troepen naar de Slowaaksche hoofd stad, zette den minister-president dr. Tiso af en arresteerde de separatistische leiders. De afgezette dr. Tiso schikte zich hierin niet en protesteerde telegrafisch te Ber lijn. Daar deed men zeer verbolgen en han delde bliksemsnel. Nog op denzelfden dag, dat de genoemde gebeurtenissen zich in Bratislawa afspeelden, werd de Duitsche regeering in spoedvergadering bijeen ge roepen. Dat was op 11 Maart. De Duitsche pers begon onmiddellijk met een felle campagne tegen de regeering te Praag, die ervan beschuldigd werd, te willen terug- keeren tot de methoden van Benesj. Maar schalk Göring, die te San Remo vertoefde, keerde ijlings naar Berlijn terug. Op 13 Maart vloog dr. Tiso naar Berlijn, waar hij besprekingen had met Hitier. Hij vloog op last van Berlijn den volgenden dag weer naar Bratislawa terug, waar hij in het ge heim den Slowaakschen Landdag bijeen riep' en de onafhankelijkheid van Slowa kije proclameerde. Dyitschland ondersteun de deze Slowaaksche actie en ontbood den Tsjecho-Slowaakschen president dr. Hacha naar Berlijn. Deze ging, vergezeld van zijn minister van buitenlandsche zaken Chval- kovsky. Dat was een ongekende vertoo ning; het hoofd van ven vrijen en onafhan- kelijken staat wordt eenvoudigweg naar Berlijn ontboden, om daar te hooren wat men te Berlijn besloten had met zijn land te doen. Het mes werd hem op de keel gezet en Hacha was gedwongen, om een document te onderteekenen, waarin de president het lot van het Tsjechische volk en het land „vertrouwensvol in de handen van den Führer van het Duitsche Rijk legt". Protectoraat. TSJECHO-SLOWAKIJE gaf zijn onaf hankelijkheid prijs. Als motief gold, dat er zich op vele plaatsen woeste uitspattin gen in Tsjecho-Slowakije hadden voorge daan, waaraan tal van Duitschers ten offer waren gevallen, zoodat Duitschland ge dwongen was om definitief een einde te maken aan de bedreiging van den vrede en rust en orde te herstellen. De Duitsche troepen rukten binnen in Bohemen en Mo ra vië en op 16 Maart kwam Hitier per soonlijk te Praag aan. Daar, in de histo rische Burcht, vaardigde hij de proclama tie uit, waarbij de landen Bohemen en Mo- ravië als „protectoraat" bij Duitschland werden gevoegd. Een Rijksprotector werd aangesteld, waarvoor later von Neurath zou worden benoemd. Slowakije bleef in naam onafhankelijk, al aanvaardde Duitschland de militaire bescherming, waarom de pre mier Tiso op 16 Maart had verzocht. Het Duitsche leger zou daar later gebruik van maken bij den aanval op Polen. Het derde stuk van het voormalige Tsjecho-Slowakije, n.l. de Karpathen- Oekraïne, had zich op 13 Maart onafhan kelijk verklaard en, in de hoop dat ook te kunnen blijven, de hulp ingeroepen van Berlijn. Berlijn had evenwel geen interesse voor dat stukje grond en gaf geen ont- woord. Daarvan maakten de Hengaren gebruik om op 15 Maart de Karpathen-Oekraïne binnen te trekken en geheel te bezetten. De premier, mgr. Wolosjin vluchtte naar Roemenië, waar hij tevergeefs trachtte de Roemenen voor zijn zaak te interesseeren door hen de annexatie van de Karpathen- Oekraïne aan te bieden. De Roemeensche regeering ging daar niet op in en zoo kwam de Poolsch-Hongaarsche grens tot stand, welke bij de arbitrale uitspraak van Duitschland en Italië (na den vrede van München) geweigerd was. Tsjecho-Slowakije was van de Europee- sche landkaart verdwenen. VERWOEST VERTROUWEN. t Chamberlain slaat om. ER was evenwel ook nog iets anders weg gevaagd. Het laatste restje vertrouwen in het woord van Hitler en in de ware be doelingen van de Duitsche politiek was ra dicaal verdwenen. Chamberlains rede van 17 Maart was daarvan de duidelijkste uit drukking. Sprekende te Birmingham, herinnerde Chamberlain aan de verzekeringen, welke Hitier hem gegeven had bij zijn befaamd bezoek te Godesberg. Na de annexatie van het Sudeten-Duitsche gebied had Hitier hem verklaard, dat dit zijn laatste territo riale ambitie in Europa was en dat hij niet den wensch koesterde, in het Duitsche Rijk menschen van andere rassen op te ne men. Bovendien werd in de door Cham berlain en Hitier tezamen onderteekende verklaring, vastgelegd, dat in alle kwes ties, welke de beide landen zouden kunnen betreffen, overleg zou worden gepleegd. Chamberlain constateerde dan ook, dat Hitier zijn woord over de heele linie had gebroken en daarmede kwam voor hem vast te staan, dat Engeland zijn politiek je gens Duitschland radicaal moest veran deren. De Duitsche regeering had geen overleg gepleegd over de oplossing van het Tsje- cho-Slowaaksche probleem; zij had de op lossing zelf in handen genomen. En zij kon ook moeilijk overleg plegen, omdat zij reeds van te voren besloten had Bohemen en Moravië in te lijven. De bliksemsnelle bezetting had onmogelijk zóó kunnen ver- loopen, indien niet reeds van te voren alles in gereedheid was gebracht. Het gebeurde met Tsjecho-Slowakije opende de oogen van allen in Engeland, die nog hadden aangespoord tot toegeeflijkheid jegens Duitschland. Die toegeeflijkheid maakte plaats voor grimmige vastberaden heid om voortaan geen enkele agressie meer toe te laten. Daaruit werd het plan van het anti-agrea- siefront geboren. liet Mcmelgcbied. INMIDDELS had Hitier, gebruik maken de van de omstandigheid, dat iemand, die pas een geweldig pak op zijn schouders heeft gekregen, een kleine verzwaring van druk niet meer bemerkt, het Memelgebied aan Litauen ontwrongen. Men heeft er nauwelijks aandacht aan geschonken; dat kon er nog wel bij. Litauen had bovendien eieren voor zijn geld gekozen en deze zaak in der minne geregeld, zij het ook niet geheel vrijwillig. Intusschen kwam allerwcge het groeien de verzet tegen de agressie tot uiting. En geland, Frankrijk, Polen, Rusland (toen had Litwinof nog de leiding van de Bui tenlandsche politiek) en de Ver. Staten weigerden de nieuwe status van Tsjecho- Slowakije te erkennen. Er begon nu een druk diplomatiek ver keer, waarvan Berlijn zei, dat het ten doel had om Duitschland te omsingelen. Londen wees er echter op, dat het niets anders beoogde dan verdere agressie des noods met geweld tegen te gaan. De voornaamste van deze onderhandelin gen was die met Moskou, dat de vertegen woordigers van Engeland en Frankrijk maandenlang aan de praat hield en ten slotte omzwaaide naar de tegenpartij. DANTZIG DOEMT OP. Opgeblazen relletjes. ER was wel /eden voor Londen en Parijs om zich bezorgd te maken voor een uitbreiding der agressie. Sinds eind Fe bruari waren de betrekkingen tusschen Duitschland en Polen aanzienlijk slechter geworden. Te Dantzjg hadden zich aan de Technische Hoogeschool anti-Poolsche rel letjes voorgedaan, welke dcor de studen ten aan de Poolsche universiteiten werden beantwoord met anti-Duitsche betoogin gen. Een oogenbiik werd de aandacht af geleid door de gebeurtenissen in Tsjecho- Slowakije, maar op 28 Maart begon het lieve leven weer, doordat zich een incident zou hebben voorgedaan te Bromberg. Dc Duitsche pers blies direct hoog van den toren en eischte, dat de anti-Duitsche actie van den West-Poolschen Bond zou worden onderdrukt. Het werd duidelijk, dat Ber lijn ook zijn aandacht ging wijden aan de oplossing van het vraagstuk Dantzig. Op 31 Maart waarschuwde Chamberlain Duitschland, door te verklaren, dat Enge land en Frankrijk Polen zouden steunen, als diens onafhankelijkheid zou worden be dreigd. Hitiers antwoord bleef niet lang uit. Reeds op 1 April, toen hij sprak te Wil- helmshafen, maakte hij Engeland erop op merkzaam, dat het niets te zoeken had in de Duitsche „Lebensraum" en hij waar schuwde op zijn beurt, dat degenen ,die voor Engeland de kastanjes uit het vuur willen halen, weten moeten, dat zij hun vingers zullen branden. Om zijn vredelievendheid te demonstree- ren, zeide Hitier, dat hij besloten had het a.s. partijcongres te Neurenberg „het con gres van den vrede" te noemen. Het con gres is niet doorgegaan, want er was geen vrede meer. In deze tijd deed de woordspeling op geld: „Wir wollen kein Krieg, wir kriegen was wir wollen". Al zeide Berlijn den vrede te willen, het wilde toch ook hebben wat het eischte. De Poolsche minister van buitenlandsche zaken, die inzag, waar dat op uit moest draaien, begaf zich begin April naar Lon den en sloot daar een Britsch-Poolsche overeenkomst van bijstand. Hij meende thans sterker te staan in zijn verzet tegen de eischen van Berlijn. INTERMEZZO. Inval ln Albanië. HET zat intusschen Engeland en Frank rijk niet mee. Mussolini, die van zijn as-bondgenootschap slechts Hitier de vruch ten zag plukken, probeerde ook eens of er van den rijk beladen boom wat fruit viel los te schudden. Op 26 Maart hield de Duce een redevoering in het Olympisch Stadion te Rome, waarin hij zich uitsprak voor een lange periode van vrede. Maar aan den anderen kant formuleerde hij bij die gelegenhedein voor het eerst officieel de Italiaansche eischen jegens Frankrijk. Deze eischen heetten, aldus Mussolini, Tunis, Djiboeti en het Suezkanaal. Frankrijks premier Daladier diende den Duce op 29 Maart van antwoord. Dat ant woord was kort en krachtig „neen". Geen duimbreed gronds en geen enkel van de Fransche rechten zou worden afgestaan. Italië wendde zich nu naar den anderen kant, waar een minder sterke weerstand was te duchten: het deed op Witten Don derdag en Goeden Vrijdag een inval in Al banië. Deze inval werd verontschuldigd met de mededceling, dat, terwijl onderhan delingen plaats vonden met koning Zogoe, te Tirana en andere plaatsen van Albanië dreigende betoogingen plaats gevonden hadden, welke het leven der Italianen in Albanië bedreigden. De veldtocht was gauw afgeloopen; ver zet werd behalve te Durazzo weinig gebo den. Koning Zogoe vluchtte met zijn jonge gemalin, die pas een zoon ter wereld had gebracht Albanië werd als een personeele Unie met Albanië verbonden. Victor Emmanuel werd de kroon van Albanië aangeboden. Deze nieuwe agressie, nu van de zijde van Duitschlands as-genoot Italië, wekte algemeene beroering. Engeland en Frankrijk boden beloften van steun aan tegen eventueele agressie, gericht tegen Griekenland en Roemenië. De toestand leek buitengewoon dreigend; men vermoedde erg booze plannen van Hitler en Mussolini.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9