De strijd der Finnen
Se acvdafy te% zee
Nederlandsch schip redt Grieksche
schipbreukelingen
Rede van
Graaf Ciano
Felle worsteling met de Russen
MAANDAG 18 DECEMBER 1939
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
De viering van het Zilveren Professiefeest van de eerw. Moeder Sebastiana, overste der Cortona-Stichting aan den Haagweg te
Leiden. Een fcto, genomen na de receptie op Zaterdagmorgen. In het midden der foto: de jubilaresse, moeder Sebastiana.
Links van haar de Alg. Overste, moeder Assisia en Zr. Zephyrina; rechts Zr. Cherubina, zuster der jubilaresse en Zr. Avelllna.
Verscheidene schepen
gezonken
BRITSCHE DUIKBOOT BRENGT
DUITSCHE KRUISER TOT ZINKEN.
De Britsche admiraliteit heeft het
volgende communiqué uitgegeven:
„De secretaris der admiraliteit deelt
mede, dat Z.M.'s duikboot „Ursula"
rapporteert, dat zij Donderdag 14 De
cember j.l. een Duitschen kruiser van
de Keulen-klasse aan de monding van
de Elbe tot zinken heeft gebracht. De
kruiser werd beschermd door zes
Duitsche torpedojagers."
DE „PENNLAND" EN DE
„STATENDAM" IN ACTIE.
Het Nederlandse he schip „Penn-
land" heeft medegedeeld, dat het alle ge
redden van het Grieksche schip „Germai-
ne", dat in den nacht van Vrijdag op Za
terdag in den Atlantische Oceaan is gezon
ken, hetzij door een mijn, hetzij door een
torpedo, aan boord heeft genomen.
De „Germaine" mat 5217 ton. Toen het
schip getroffen werd, zond het S. O. S.-sig-
nalen uit, welke door verscheidene sche
pen werden beantwoord, o.a. door het
Nederlandsche schip „Statendam",
dat deelnam aan het reddingswerk.
37* opvarenden van de „Inverlane" gered.
De reederij van de „Inverlane" deelt
mede, dat 37 van de 40 opvarenden van
het schip zijn gered. De meesten zijn reeds
aan wal gebracht.
Het Engelsche stoomschip „Amble",,
groot 1162 ton, is op een mijn geloopen en
gezonken, De uit 17 koppen bestaande be
manning is aan land gekomen na zeven uur
in open booten te hebben rondgedreven.
Zondag werd in een haven aan de-Oost
kust van Engeland een verzoek om hulp
ontvangen, nadat een motorschip op onge
veer acht mijl uit de kust door een Duitsch
vliegtuig was tot zinken gebracht. Een vis-
schersvaartuig heeft alle leden der beman
ning aan boord genomen. Niemand werd
gedeerd.
Nader werd gemeld, dat het schip door
twee Duitsche vliegtuigen was aangeval
len. Het bleek te zijn het Britsche motor
schip „Serenity" (244 ton). Een bom trof
direct doel en heeft de „Serenity" volko
men onklaar gemaakt. De bemanning nam
plaats in de booten en roeide landwaarts.
Een der leden van de bemanning van de
„Serenity" heeft verklaard, dat de vliegtui
gen 18 bommen hebben laten vallen. „We
verlieten het schip. De vliegtuigen zetten
het bombardement voort totdat de „Se
renity" zonk.
Aan de Noord-Oostkust van Engeland is
het Noorsche schip „Jotun" aan den grond
geraakt. De bemanning begaf zich in de
booten en werd opgepikt en vervolgens
naar een in de buurt gelegen haven over
gebracht.
Het Noorsche stoomschip „Strindheim"
(460 ton) is bij de Sehotsche kust op een
mijn geloopen en gezonken. Gemeld wordt,
dat 8 leden der bemanning worden ver
mist. Twee opvarenden zijn in een haven
aan de Noord-Oostkust aan wal gebracht
door het Noorsche stoomschip „Finse",
evenals het lijk van den kapitein van de
„Strindheim".
DE VERSCHERPTE BLOKKADE.
Het geval van de „Sanyo Maru."
Zaterdagmorgen om vier uur heeft het
Japansche s.s. „Sanyo Maru", geladen met
Duitsche machinerieën en stukgoed, de
haven van Rotterdam verlaten.
Zooals men zich zal herinneren, zou het
schip reeds de vorige week Zaterdag van
Rotterdam naar Japan vertrekken. De la
ding kon door de Engelschen als contra
bande beschouwd worden, zoodat men in
spanning afwachtte, wat er zou gaan ge
beuren wanneer het schip de Engelsche
controle zou passeeren. Er is de laatste da
gen een voortdurend diplomatiek contact
geweest tusschen de Japansche en de En
gelsche autoriteiten. De Japansche auto
riteiten zijn van meening, dat de lading
niet als contrabande kan worden beschouwd
omdat zij reeds vóór het uitbreken van den
oorlog verkocht en betaald was. Het was
dan ook niet bedoeld om een precendent te
scheppen en een directe aanval te doen op
de Engelsche controlemaatregelen.
Naar uit Londen gemeld wordt, is de
„Sanyo Maru" gistermiddag vrij gegeven
door de Britsche contrabandecontrole, na
een oponthoud van 24 uur.
Volgens een officieele Engelsche mede-
deeling, werden van de exportblokkade je
gens Duitschland uitgezonderd de goede
ren van Duitschen oorsprong, die neutrale
eigendom geworden waren op dien datum.
Bijgevolg was het ten aanzien van de „Sa-
nya Maroe" alleen noodig na te gaan, of
de lading geen andere goederen van Duit
sche herkomst bevatte dan die welke door
Japansche waarborgen gedekt waren.
DUITSCHE LUCHTAANVAL.
Het Britsch ministerie van luchtvaart
heeft bekend gemaakt, dat gister laat in
den middag vijandelijke vliegtuigen boven
verscheiden punten bij de Oostkust zijn
verschenen. In het district van de Humber
is luchtdoelgeschut korten tijd in actie
geweest. Gevechtsvliegtuigen bonden den
strijd aan met de vijandelijke toestellen,
die werden verdreven. Er werd geen lucht
alarm gemaakt.
GEVECHT TEN OOSTEN VAN DEN
MOEZEL.
De Duitschers hebben Zaterdag een on-
verhoedschen aanval ondernomen op een
Fransche stelling ten Oosten van den Moe
zel. Deze aanval werd uitgevoerd door een
detachement ongeveer ter sterkte van een
compagnie na voorbereiding der artillerie
en houwitsers en onder bescherming van
artillerie en zware mitrailleurs. De aange
vallen post verdedigde zich krachtig in een
Stand van zaken
onduidelijk
MOEDIG OPTREDEN DER FINNEN.
Havas meldt uit Helsinki:
In het licht van de Finsche legerberich-
ten en de andere ter beschikking staande
inlichtingen, is het moeilijk zich een beeld
re vormen van den opmarsch der Roode
troepen op Finsch gebied.
Theoretisch rukken de Sovjet-troepen
een zeker aantal kilometers per dag op,
over een front van 800 kilometer, tusschen
het Ladogameer en den bovenpunt van
den nauwn gang, waarin Finland aan de
IJszee uitloopt. Uiteraard kan de opmarsch
in dit geaccidenteerde woestijngebied van
het Finsche Noorden voortgaan tot het
oogenblik, waarop de Finnen een punt van
weerstand vastgesteld hebben en de Sov
jettroepen gedwongen zijn hun opmarsch te
onderbreken. Dat is de laatste dagen ge
beurd bij Tolvajaervi en vervolgens bij
Suomussalmi, waar de Sovjettroepen thans
omsingeld zijn en de Finnen deze omsin
geling langzamerhand nauwer toetrekken.
In de streek van Salla, boven den Pool
cirkel, waarover de laatste dagen weinig
gesproken is, vorderen de Sovjet-trQepen
wellicht nog steeds op den weg naar Ke-
mijaervi. Men spreekt hier echter de hoop
uit, dat de Finnen erin zullen slagen den
vijandelijken opmarsch in deze richting te
stuiten.
Naar het schijnt is de Finsche weerstand
voor 90 pet. te danken aan den persoon
lijken moed van de Finnen en aan him
handigheid in het gebruik maken van het
terrein, terwijl de Sovjetdruk voor 90 pet.
toegeschreven moet worden aan de over
macht van manschappen en materiaal.
Bij het Ladogameer zijn de Sovjettroe
pen aangekomen aan de grens van het
vlakke terrein, waar het eerste deel van
de spoorlijn eindigt, die bij Pitkaeranta
begint. Men kan verwachten, dat hier de
moeilijkheden zullen beginnen, wanneer zij
het heuvelachtige gebied zullen bereiken.
Op de Karelische landengte is de weer
stand van de Finsche troepen te opmer
kelijker daar de Russen, sedert een week
op dit punt hardnekkige pogingen doen
met groote aantallen tanks, veel granaten
en troepen, zonder dat zij erin slagen de
Finnen aan te tasten. Het ziet eruit naar
een ware verspilling van munitie en man
schappen.
HET FINSCHE LEGERBERICHT.
Het Zondag uitgegeven Finsche legerbe-
richt luidt:
Te land: Op de Karelische landengte zijn
de Sovjet-Russische aanvallen voortgezet,
verscheidene werden gesteund door artil
lerie. Alle zijn afgeslagen. Bij de gevechten
op 15 en 16 December zijn in totaal 30
tanks van den vijand vernield.
De vijand heeft pogingen gedaan om de
Suvanto-rivier (d. w. z. het voorlaatste
deel van de Vuoksi, waarvan het laatste
deel de Taipala is) over te steken. Deze
pogingen zijn afgeslagen.
In het Westen van de Rarelische land
engte zijn de plaatselijke aanvallen van de
Russen afgeslagen. In dit gebied komt op
het oogenblik nog slechts artillerievuur
voor. Drie tanks van 30 ton zijn door de
Finnen vernield.
Aan het Oostelijk front zijn de vijandelij
ke aanvallen, die voortduren bij het Lado
gameer, afgeslagen. In de richting van Loi-
mola hebben twee Russische bataillons
zware verliezen geleden. Aan den kant van
Tolvajaervi gaat de Finsche opmarsch lang
zaam voort. Bij Aglaervi, op 20 km. ten
N.O. van Tolvajaervi, zijn den geheelen
nag felle gevechten gevoerd.
Ter zee: De kustbatterijen van het La
dogameer hebben drie machines vernield
van een colonne Sovjet-Russische gevechts
wagens. Overigens slechts verkenningen
ter zee.
In de lucht: In den loop van den dag is
een Sovjet-Russische bedrijvigheid in de
lucht waargenomen. Tè Petsamo en in het
Noorden van Lapland Sovjet-Russische bom
bardementen van weinig belang. Groote
activiteit van de Finsche luchtmacht gedu-
gevecht van man tegen man. De Duitschers
werden door zware verliezen teruggesla
gen en hebben in handen der Franschen
een hoeveelheid wapens en materiaal ach
ter gelaten.
rende den dag. Nabij het front heeft de
Finsche luchtmacht een Russische colon
ne gevechtswagens gebombardeerd.
HET RUSSISCHE LEGERBERICHT.
Het Russische communiqué meldt, dat de
Russische troepen op 17 December in het
district Moermansk 75 km. zijn opgerukt
langs den weg ten Zuiden van Petsamo.
In het district Ukhta hebben Russische
troepen de stad Kursu bezet. Zij zijn opge
rukt tot 132 km. ten Westen van de staats
grens. In andere sectoren activiteit van
patrouilles en op sommige plaatsen artil
lerievuur over en weer.
DE STRIJD IN HET NOORDEN.
De correspondent van het Noorsche Te
legraaf Agentschap te Svannik aan de
Noorsch-Finsche grens bericht, dat Zondag
ochtend 10 uur, het geluid van de ontplof
fingen duidelijk kon worden gehoord. Het
schijnt, dat de Finnen terugtrekken naar
Pitkajaervi en alles wat zij achterlaten in
brand steken. Finsche soldaten, die door het
roode leger van hun eenheden zijn afge
sneden, zijn de Nooqgche grens overgeko
men, waar ze werden ontwapend en gein-
terneerd.
Het gevecht, dat zeer hevig scheen, werd
voortgezet.
DE RUSSISCHE KRIJGSGEVANGENEN
IN FINLAND.
Zaterdagavond heeft een Finsch officier,
die tot taak heeft een concentratiekamp van
krijgsgevangenen te bewaken en die de
Russische taal meester is, verklaard, dat
het onmogelijk is om met de meeste gevan
genen te spreken. In het kamp, zoo zeide
hij bevinden zich allerlei halve wilden,
zooaLs Tartaren, Kirghiezen, enz., die geen
Russisch verstaan. Ook is het onmogelijk
iets uit de vliegers te halen. Deze hebben
bevel niet met hun bommen terug te kee-
ren. Dit verklaart het feit, dat zij van zeer
groote hoogte zekere punten in Zuid-West
Finland hebben gebombardeerd, duidelijk
zonder poging om een bepaald doel te
treffen. Het is hun soms zelfs overkomen,
dat zij hun bommen in de Finsche Golf
wierpen om zich ervan te ontdoen.
De Italiaansche minister van buitenland-
sche zaken, graaf Ciano, heeft Zaterdag
in de Italiaansche Kamer van Fasces en
Corporaties een rede gehouden. Na een
uitvoerige historische uiteenzetting, kwam
graaf Ciano te spreken over het pact van
Milaan.
Duitschland en Italië besloten op 6 en
7 Mei van gedachten te wisselen te Milaan.
Hierbij bleek, dat de minister van buiten-
landsche zaken van Duitschland en graaf
Ciano zelf volkomen gelijk dachten over
de bedoelingen voor de toekomst. Beiden
waren overtuigd, dat, terwijl zij vastbe
sloten waren iederen aanval gewapender
hand af te slaan, zij met alle middelen
wilden werken aan het behoud van den
vrede in Europa voor langen tijd. Beiden
hadden dezen tijd noodig voor den bin-
nenlandschen opbouw en voor hun mili
taire voorbereiding. Voor Italië was deze
periode drie jaar. Dit beteekent niet, dat
Duitschland en Italië na dezen tijd den
vrede der wereld wilden verstoren, in
tegendeel, aldus spr., hun samenwerking
had ten doel een toestand van veiligheid
en vrede in Europa te scheppen, waarbij
de vitale belangeji van beide landen recht
werd gedaan.
Het Poolsche vraagstuk, dat bij het on
derteekenen van het Verdrag van Berlijn
nog niet zoo ernstig was, heeft later een
ontwikkeling gehad, welke het behoud
van den vrede vrijwel onmogelijk maakte.
Op 11, 12 en 13 Augustus nam Italië
het initiatief tot de conferentie van Salz
burg om te pogen een oorlog te voor
komen en op last van den Duce stelde
spreker voor aan de Duitsche regeering
openlijk mede te deelen, dat, niettegen
staande den gespannen toestand, het nog
mogelijk was langs diplomatieken weg tot
een oplossing te komen.
Tijdens de besprekingen te Salzburg
blcjc duidelijk, dat Duitschland geen uit
stel meer kon dulden met een tegenstan
der, die zijn kwade wil had getoond. In
dien Polen zijn houding niet zou wijzigen,
was een gewapend conflict niet te ver
mijden. Even duidelijk bleek evenwel, dat
Hitier het conflict beperkt wenschte te
zien tusschen Duitschland en Polen. De
Italiaansche houding, welke inhield, dat
Italië het conflict beperkt wilde zien,
DRAISItlA vanVALKENBURG 'S-:
c a .1 levertraan-
"ZACHT VAN SMAAK-PKus 70ct
werd door Duitschland volkomen gebil
lijkt.
Gedurende dezen tijd deed zich een an
der verschijnsel voor, n.l. de toenadering
tusschen Duitschland en de Sovjet-Unie,
welke de verwondering van de geheele
wereld heeft gewekt. Nadat Frankrijk en
Engeland gehoopt hadden met Rusland te
komen tot een nauwe militaire samenwer
king, hebben Duitschland en Italië in
April en Mei van dit jaar deze kwestie
besproken en werd besloten een afwach
tende houding ten aanzien van de Sovjet-
Unie aan te nemen. Het doel was de Sov
jet-Unie te neutraliseeren en het systeem
van omsingeling te belemmeren.
Men dacht, dat een verder liggend doel
niet te bereiken zou zyn in verband met
de vijandige houding, welke Duitschland
steeds heeft aangenomen jegens de Sovjet-
Unie. Te Salzburg werd spreker medege
deeld, dat handelsbesprekingen tusschen
Duitschland en de Sovjet-Unie in een ver
gevorderd stadium verkeerden en dat men
hoopte spoedig een overeenkomst te be
reiken. 21 Augustus te tien uur in den
avond telefoneerde Von Ribbentrop, dat
hij den volgenden dag naar Moskou zou
gaan om een niet-aanvalsverdrag met de
Sovjet-Unie te teekenen.
Toen de vijandelijkheden, niettegen
staande alle Italiaansche pogingen om den
vrede te bewaren, waren uitgebroken,
deelde de fascistische regeering in een
communiqué, uitgegeven na de vergade
ring van den ministerraad op 1 September
mede, dat Italië geen enkel militair initia
tief zou nemen. Dit besluit was aan de
Duitsche regeering en alleen aan haar be
kend. De Duitsche regeering keurde deze
houding goed, zij is geheel overeenkomstig
het Duitsche verlangen het conflict te
localiseeren en is ook in overeenstemming
met de verplichtingen, welke bestaan tus
schen Italië en Duitschland.
Sprekende over den Balkan en het Do-
naubekken, zeide de minister, dat Italië,
hoewel het den vrede in het Donaugebied
en op den Balkan wenscht te bewaren, niet
gelooft dat de vorming van eenig blok van
nut kan zijn aan de landen, die daarvan
deel zouden moeten uitmaken.
Het niet-aanvalspact tusschen Italië en
Joego-Slavië, dat een oorlog tusschen beide
landen uitsluit, vormt een hechten en duur-
zamen waarborg voor den vrede. De af
bakening der gemeenschappelijke grenzen
met Griekenland heeft de verhoudingen
opgehelderd en een basis gemaakt, waarop
de ontwikkeling van de toekomst kan be
rusten. De betrekkingen tusschen Turkije
en Italië worden beheerscht door het pact
van vriendschap, dat in 1932 is hernieuwd
en bevestigd. De betrekkingen tusschen
Italië en Bulgarije zijn traditioneel goed.
De betrekkingen met Roemenië, waarmede
wij het onderling verkeer hebben ontwik
keld, zijn eveneens van hartelijken aard.
Het is bijna overbodig te spreken over de
verhoudingen tusschen Italië en Hongarije,
gezien de diep gewortelde vriendschap en
solidariteit, welke beide landen verbinden.
Door het behoud van den vrede in het
Donaubekken en op den Balkan te ver
zekeren, wordt het gemeenschappelijk be
lang van al die landen gediend. Daarom
volgt Italië met groote sympathie elke be
tooging, waarmede die volkeren den
wensch uiten de hangende quaesties in
der minne te regelen, waarbij het bereid
is hen met raad bij te staan.
Na te hebben herinnerd aan defc nauwe
betrekkingen tusschen Italië en Zwitser
land, met de landen van Latijnsch Ameri
ka en het Japansche rijk, beëindigde Ciano
zijn redevoering met te zeggen, dat het
fascistische Italië met waakzaamheid de
ontwikkeling der gebeurtenissen volgt, be
reid, indien dat mogelijk is, nog eens zijn
actie te ontplooien ten gunste van den
wereldvrede, maar ook vastbesloten krach
tig zijn belangen, zijn verkeerswegen te
land, in de lucht en op zee te verdedigen,
alsmede zijn prestige en toekomst als
groote mogendheid. „Die verdediging
wordt gewaarborgd door de discipline vol
enthousiasme van het Italiaansche volk,
door de kracht van onze wapenen en door
den wil en het genie van den Duce."
Toen Ciano zijn rede beëindigd had volg
de een langdurige en geestdriftige ovatie.
over Itaiië's standpunt
DE AS NOG NIET GEBROKEN.
Wat aan den oorlog voorafging.